Canadese boer grijpt gemakkelijk
naar het bordje "For Sale"
Veel bosbedrijven
hebben landbouw
Werkgroep wil in hele
wereld silo's voor graan
Jan Sinke (Ontario) was even in Nederland
Voorlichtingsavond
over emigratie
naar Canada
De melkveehouderij is de kurk waar de Canadese landbouw op drijft,
ongeveer 64 cent.
De jonge boer Jan Sinke liet in 1953
het ouderlijk bedrijf in het Zuidbeve-
landse Wolphaartsdijk achter zich en
ging een nieuwe toekomst opbou
wen als boer in Canada. Samen met
een aantal andere Nederlandse boe
ren streek hij neer in de provincie
Ontario in de buurt van Atwood. In
de bijna veertig jaar, die hij nu in Ca
nada woont, is hij van dit land gaan
houden. Toch heeft hij de band met
Nederland en speciaal met de land
bouw in Nederland nooit door
gesneden.
Sterker nog: tot vandaag toe is Sin
ke een trouw lezer van de ZLM-
krant en enkele andere Nederlandse
landbouwvakbladen. En hij is niet
de enige Want de boerenzoon uit
Zuid-Beveland zorgt er voor dat het
ZLM-blad in handen komt van me
nig Canadees boerengezin met Ne
derlands bloed in de aderen. "Ook
al ben je jaren uit Nederland weg,
toch wil je weten wat er in je eigen
vaderland aan de hand is, hoe de
landbouw reilt en zeilt", zegt hij tij
dens een kort bezoek aan het Land-
bouwhuis in Goes.
"Het ZLM-blad spreekt de mensen
aan, vooral degenen die uit Zeeland
afkomstig zijn, zoals de Vermues en
de De Winters van Zuid-Beveland.
Ze lezen wat er in hun eigen vroege
re streek aan de hand is, hoe het
weer er was, hoe de gewassen er
voor staan, enzovoort. Ook de dui
delijke uitspraken van voorzitter Van
der Maas worden graag gelezen.
Zo'n blad bestaat bij ons niet. We
hebben de Ontario Farmer, maar dat
is een meer zakelijk blad".
Melkvee en akkerbouw
John Sinke verkeert in de gelukkige
positie dat hij regelmatig naar Ne
derland kan komen. Hij bouwde in
Atwood - twee uur rijden vanaf To
ronto in westelijke richting - een
melkveebedrijf en een akkerbouw
bedrijf op. Het melkvee heeft hij in
middels van de hand gedaan. Hij
teelt nu nog op enkele tientallen
hectares hoofdzakelijk sojabonen en
mais en verder houdt hij 30 vlees
koeien. Voor de rest slokt zijn grote
hobby, de paardenfokkerij, hem he
lemaal op. "Ik fok Belgische show-
paarden en verkoop ze naar landen
als Cuba en Mexico, waar ze wor
den afgemest. Paardevlees vinden
ze daar lekker. Voor mij is het een
leuke hobby, waar ik niet rijk van
word. Maar ik hou nu eenmaal van
paarden".
In de loop der jaren heeft Sinke heel
wat Nederlandse boerengezinnen
zien neerstrijken op de weidse vlak
ten van Ontario. De een slaagde, de
ander mislukta "De mensen horen
en lezen alleen de succes-verhalen.
Maar in werkelijkheid gaat het met
60% van de emigranten niet goed.
Ik heb heel wat boeren van Neder
landse afkomst zien mislukken. Ze
dachten hier op Nederlandse manier
te kunnen werken en lieten zich on
voldoende informeren. Wie in een
ander land een bedrijf wil opbou
wen, moet eerst een jaar rondkijken
en vooral de taal goed leren. Hij
moet weten hoe de mensen met el
kaar omgaan, hoe er zaken worden
gedaan en dan een start maken. Al
leen zo lukt het".
Crisis in de landbouw
In Canada is een grote economische
recessie aan de gang, aldus Sinke.
Ook de landbouw gaat al enkele ja
ren gebukt onder een crisis, hoewel
er nu enige tekenen van herstel zijn.
Investeren is op dit moment moeilijk
in Canada. De ene week is de rente
13%, de andere week weer 8%.
Net als in Nederland staat de akker
bouw er in Canada slecht voor. Har
de tarwe brengt niet meer dan 18
cent per kilo op. Vooral de boeren in
de prairiegebieden hebben het
moeilijk. Zij zagen de subsidie op de
transportkosten van het graan ver
dwijnen. Alternatieven hebben ze
niet. De prairieboeren kunnen alleen
tussen mei en oktober op het land
komen.
De melkveehouderij staat er een
stuk beter voor, aldus Sinka Het is
de kurk waar de Canadese land
bouw op drijft. Met een bedrijf van
40 tot 50 koeien heb je een goed
bestaan.
De melkprijs ligt op ongeveer 64
cent. Canada kent net als de EG een
quotering van de melkproduktie,
evenals trouwens van kippen en
mestkuikens. De quota zijn niet
bedrijfs- of grondgebonden en vrij
verhandelbaar. Bij overname wordt
15% gekort, behalve als het quo
tum van vader op zoon overgaat. De
lage dollarkoers is heel gunstig voor
de melkveehouders. Krachtvoer is
nu heel goedkoop.
Nat seizoen
Voor de akkerbouw zijn de perspec-
zegt John Sinke. De melkprijs is
tieven veel minder gunstig. De Ca
nadese beleidsmakers hebben
geprofeteerd dat op termijn alleen
akkerbouwbedrijven van 400 ha en
groter goede bestaansmogelijkhe
den zullen hebben. Sinke vertelt dat
het bijna afgelopen oogstjaar be
paald geen keer ten goede heeft ge
bracht. Canada heeft bovendien een
bijzonder nat seizoen achter de rug,
het natste sinds 1815. Toch waren
de kg-opbrengsten van het graan re
delijk goed. Mais heeft te weinig
zon gehad en staat vier weken lan
ger op het land dan normaal het ge
val is. Door het natte weer heeft
ook een gewas als witte bonen wei
nig geld in het laatje gebracht. In an
dere jaren zorgde dit produkt nog
wel eens voor een financiële uit
schieter in positieve zin.
De Canadese boer is niet te vergelij
ken met zijn collega in Nederland,
aldus Sinka "De Canadese boer is
helemaal niet aan zijn grond en be-
drijf gebonden. Als hij geen toe
komst meer ziet, grijpt hij zonder
meer naar het bord "For Sale". Het
doet hem niets, dat het bedrijf, mis
schien al vele jaren in familiehanden
is. De Nederlandse boer is veel tra
ditioneler ingesteld en zal het bedrijf
dat zijn voorouders hebben opge
bouwd niet gauw van de hand
doen. Een Canadese boer schakelt
ook heel gemakkelijk over op een
ander beroep. Dat is geen enkel pro
bleem. Men let in Canada nooit op
afkomst en uiterlijk. Het enige dat
telt is je persoonlijkheid".
Minder beperkingen
Hard werken en weinig verdienen is
een Canadese boer niet vreemd en
zeker niet als het een boer van Ne
derlandse afkomst betreft. Hij mist
een aantal voorzieningen, die de Ne
derlandse boer wel heeft, zoals de
voorlichting van een DLV en een
standsorganisatie. Daar staat tegen
over dat hij in zijn bedrijfsvoering
veel minder beperkingen heeft en
ook weinig fiscale belemmeringen
op zijn weg vindt. In Canada kent
men bijvoorbeeld geen vermogens
belasting, geen successierechten,
geen AOW-premie, enzovoort. Bij
verkoop van een bedrijf is de eerste
500.000,— per persoon be
lastingvrij. Staat het bedrijf op naam
van man en vrouw, dan blijft dus
1 miljoen onbelast. Onroerend-
goedbelasting wordt voor de helft
aan de boeren terugbetaald. En
moet er een schuur worden ge
bouwd, dan is de vergunning in een
handomdraai geregeld. Geen verve
lende beperkingen en nauwelijks
controle.
Milieu
Ook op milieugebied wordt de Ca
nadese boer tot nu toe weinig in de
weg gelegd, aldus Sinka Mestinjec-
tie en uitrijverboden zijn onbekende
begrippen in Canada. Toch komt de
milieuwetgeving er aan. Dat zal on
der andere betekenen dat afvalwa
ter niet meer vrij op het
oppervlaktewater mag worden ge
loosd en dat er minder mest mag
worden uitgereden. Ook het gebruik
van bestrijdingsmiddelen wordt aan
banden gelegd. Het vliegtuigspui
ten, wat op de uitgestrekte percelen
in Canada veel voorkomt, krijgt met
strengere eisen te maken. Sinke: "In
Nederland hoor ik de boeren klagen
over de strenge milieuregels. Het
lijkt soms inderdaad wat overdre
ven. Toch kan het best zijn, dat men
over tien jaar dankbaar is voor het
milieubeleid dat nu gevoerd wordt".
Of alle Canadese boeren zich ook
strikt aan de strenger wordende re
gels zullen houden, is voor John
Sinke de vraag. "Het land is groot
en de controle moeilijk. En ik zei het
al: een Canadese boer gaat zijn ei
gen gang, met of zonder spuit-
diploma...".
VRIJDAG 30 OKTOBER 1992
Van de ruim 300 duizend hectare
bos in Nederland exploiteren parti
culiere boseigenaren bijna 40 pro
cent. Ruim de helft van deze
particuliere bossen wordt in combi
natie met landbouwgrond geëxploi
teerd, door vooral grotere
particuliere bosbedrijven. Dit blijkt
uit een recente studie van LEI-DLO.
In andere landen komt het gecombi
neerd exploiteren van bos en land
bouwgrond veel meer voor dan in
ons land. Het bos is in die landen
ook duidelijk van belang voor de in
komensvorming van boeren. Dat is
in Nederland maar in heel beperkte
mate het geval. Ons land telt onge
veer 5000 bedrijven die landbouw
met bos combineren. Het meren
deel hiervan heeft echter minder
dan één hectare bos, terwijl zo'n
400 landbouwbedrijven meer dan
vijf hectare bos blijken te ex
ploiteren.
Het gezamenlijk exploiteren van bos
en landbouwgrond op één bedrijf
kent zowel voor- als nadelen. De
grotere versnippering waardoor ho
gere ontsluitings- en transport
kosten ontstaan en de
schaduwwerking en wildschade
worden als nadelen aangemerkt.
Een voordeel van het samengaan
van bosbouw- en landbouwactivi
teiten in bedrijfsverband is vooral de
betere benutting van arbeid uit de
landbouw (veelal in de winter).
Groot en extensief
De landbouwbedrijven met bos zijn
gemiddeld groter dan landbouwbe
drijven zonder bos. Het grondge
bruik is veelal extensiever, terwijl de
arbeidsproduktiviteit min of meer
gelijk is. Het bedrijfshoofd op de
landbouwbedrijven met bos is ge
middeld ouder dan zijn collega land
bouwer. Velen van hen oefenen
tevens een hoofd- of nevenberoep
uit buiten de land- en bosbouw.
Snelgroeiend hout
Op grond van de "regeling snel
groeiend hout" kunnen op land
bouwgrond bossen aangeplant
worden, die dan niet onder de Bos-
wet gaan vallen. In combinatie met
de regeling voor het uit produktie
nemen van bouwland, de "set-a
side regeling" (vanaf augustus
1988), bleek het voor akkerbouwers
in bepaalde streken aantrekkelijk om
snelgroeiend hout aan te planten.
Van de 15.600 ha uit produktie ge
nomen bouwland per 30 april 1992
is of wordt binnenkort op 1540 ha
snelgroeiend hout geteeld. Snel
groeiend bos wordt vooral in het
Noorden aangeplant, terwijl de van
oudsher gemengde landbouw-
bosbouwbedrijven hoofdzakelijk in
Overijssel en Gelderland alsmede in
Noord-Brabant en Limburg
voorkomen.
De Werkgroep Veenkoloniën die
bestaat uit een aantal alternatief en
creatief denkende en werkende ak
kerbouwers in Oost-Groningen
heeft ter gelegenheid van Wereld-
voedseldag het idee gelanceerd om
letterlijk overal in de wereld silo's
neer te zetten waarin het door de
FAO aangekochte basisvoedsel
graan kan worden opgeslagen. Door
het aankopen van dit graan uit de
direkte omgeving en het laten beho
ren door boerencoöperaties wordt
tevens de plaatselijke economie ver
sterkt. Dat is volgens de werkgroep
de basis voor echte ontwikkeling.
De groep heeft het idee uitgewerkt
in een model voor een wereldvoed-
selbank en zoekt daarvoor nu steun
bij de agrarische organisaties en de
politiek.
De 86% van de mensen die geen
honger heeft, moet het hongerpro-
bleem kunnen oplossen, zo meent
de werkgroep die niet kiest voor het
slepen met grote hoeveelheden
voedsel maar de gebieden zelf
graan wil laten produceren om ze
met hulp in de regio zelf op te slaan.
J.W.
De NCB houdt op donderdag 5 no
vember in zijn kantoor te Tilburg een
voorlichtingsavond over emigratie
naar Canada. Er wordt eerst een
film vertoond over agrarisch Cana
da. Daarna zijn er inleidingen door
de heer De Gier van het Nederlands
Migratie Instituut (perspectieven
van emigratie) en de heer Buysse
van de Canadese ambassade (toela
tingsbeleid). Ook de fiscale en juridi
sche aspecten van emigratie
worden belicht. De bijeenkomst be
gint om 20.00 uur.