Meerwaarde
Js berichten
Financien
a
VRIJDAG 9 OKTOBER 1992
De nieuwe organisatie heeft haar werkgebied
in vier provincies. Als uitgangspunt voor de
werkwijze is gekozen voor efficiency en korte
lijnen naar de leden. Vertaald naar huisvesting
betekent dit dat er een (nieuw) hoofdkantoor
zal komen en in iedere provincie een regiokan
toor. In samenhang en overleg met de ac
countantskantoren kan bekeken worden of er
meerdere regionale steunpunten gewenst
en/of noodzakelijk zijn.
Het hoofdkantoor zal - wederom om
efficiency-redenen - gecombineerd worden
met een regiokantoor. Plaats van vestiging
van het hoofdkantoor: een lokatie in de regio's
van Utrecht, Arnhem of Den Bosch. Keuze
van een lokatie zal in gezamenlijk overleg met
verwante instellingen tot stand komen. Bij de
keuze van de vestigingsplaats zullen de ac
countantskantoren c.q. dienstencentrum een
zware stem hebben.
Vanuit het hoofdkantoor zal de nieuwe organi
satie geleid en bestuurd worden.
Vanuit de regiokantoren zal de dienstverlening
en de regionale c.q. de lokale belangenbeharti
ging plaatsvinden danwel ondersteund wor
den. De regiokantoren zullen gevoed en
bestuurd worden vanuit het hoofdkantoor met
dien verstande dat ze ondergeschikt zijn en
onder instructie vallen van het hoofdkantoor.
Voor het personeel betekent fusie van de drie
onderliggende organisaties een uiterst ingrij
pende gebeurtenis met voor velen grote per
soonlijke veranderingen in het arbeidsproces.
Een fusie kan bovendien alleen op alle fronten
slagen als de personeelsleden 'achter' alle
veranderingen staan en gemotiveerd meewer
ken aan de op- en uitbouw van de nieuwe or
ganisatie.
De stuurgroep heeft vanaf de start van de fu
siebesprekingen als uitgangspunt t.a.v. het
personeel geformuleerd, dat er weliswaar al
lerlei verschuivingen van taken, functies en lo-
katies zullen plaatsvinden, maar dat er in
principe geen ontslagen nodig zullen zijn. Bo
vendien dient in goed overleg met alle betrok
ken personeelsleden het fusieproces stap
voor stap gestalte te krijgen.
Voor dit overleg is een personeelsadviescom-
missie ingesteld, gekozen door respektievelijk
het personeel van de drie organisaties. Deze
commissie, die als officieuze vertegenwoordi
ging van het personeel optreedt, heeft een ad
viserende en klankbordfunctie. De stuurgroep,
die uiteraard de verantwoording draagt voor
alle beslissingen in dezen, zal in volle open
heid en met inzage in alle relevante informatie
met deze commissie overleg plegen bij die si
tuaties in het fusieproces, waarbij veranderin
gen aan de orde zijn, die van ingrijpende aard
zijn voor het personeel. De commissie kan op
haar beurt gevraagd en ongevraagd adviezen
uitbrengen.
Direct na het fusiebesluit zal ook een geschil
lencommissie worden ingesteld. De leden
daarvan bestaan deels uit (een) vertegen
woordigers) van het personeel, deels van de
bestuurlijke kant, terwijl een onafhankelijk
voorzitter gekozen zal worden. De leden van
deze commissie dienen het vertrouwen te ge
nieten van alle partijen. Bij geschillen zal de
commissie desgewenst bindende uitspraken
doen.
Vóór de datum van de fusie zal de stuurgroep
overleg plegen met de personeelsadviescom-
missie over de opstelling van een sociaal plan,
over eenvoudige en globale functieprofielen
van het personeel in de nieuwe organisatie en
over de globale organisatiestruktuur.
Het Landbouwhuis van de ZLM in Goes.
De huidige ontwikkelingen in de land
en tuinbouw leiden o.a. tot een steeds
verminderend aantal agrarische onder
nemers. Dit proces is niet ten einde
maar zal de komende jaren in stroom
versnelling geraken.
De huidige en toekomstige agrarische
ondernemers echter zijn steeds beter
opgeleid en ontwikkeld. Zij stellen ook
steeds hogere eisen aan belangenbe
hartiging en dienstverlening.
Als apart blijvende organisaties zullen
de besturen door het hierboven gesig
naleerde in versnelde mate geconfron
teerd worden met stijgende kosten en
slinkend ledenaantal (dit betekent lage
re opbrengsten).
Bij krachtenbundeling en schaalvergro
ting zullen de kosten ook wel stijgen
maar in geringere en tragere mate.
Door integratie en fusie kan bovendien
meer aandacht worden besteed aan
belangenbehartiging en nieuwe vormen
van dienstverlening worden ingesteld.
De immateriële opbrengsten van de le
den zullen dus stijgen.
De kostenontwikkelingen in de nieuwe
organisatie zullen beheersbaar blijven,
veel meer dan in de huidige organisa
ties. Door de wisselwerking van een
hoofdkantoor (waar het beleid gefor
muleerd wordt) en sterke steunpunten
in alle provincies zal het draagvlak van
de organisatie vergroot worden.
Het kantoor van het ULG in De Bilt.
Bij de start van de organisatie wordt gekozen
voor verregaande samenwerking. Dit is het
zogenaamde samenwerkingsmodel. De be
doeling is echter zo spoedig mogelijk tot volle
dige integratie te komen. De keuze voor zulk
een samenwerkingsmodel betekent het kie
zen voor een betrekkelijk kleine bezetting van
het hoofdkantoor en voor de optie van sterke
regionale steunpunten/kantoren.
Uitgangspunt voor de werkwijze en inrichting
van kantoren zal de optimalisering van de re
latie van de organisatie met de leden zijn.
Mogelijke bezetting van de kantoren:
Hoofdkantoor:
1 algemeen secretaris/penningmeester, die
niet tevens provinciaal secretaris is;
1 provinciaal secretaris omdat het hoofd
kantoor bij voorkeur ook tevens provinci
aal steunpunt is;
1 hoofd SEV;
1 begeleider pilots SEV/dienstencentrum;
1 hoofd pers en voorlichting;
2 redacteuren;
1 hoofd administratie;
2,5 medewerker administratie, incl. systeem
beheer;
4 medewerkers secretariaatson
dersteuning.
Ten behoeve van de beleidsondersteuning en
-ontwikkeling:
1 secretaris dierlijk;
1 secretaris plantaardig;
1 secretaris grondgebruik/milieu;
1 ondersteunende kracht beleidson
dersteuning en -ontwikkeling (HBO-
niveau).
De overige benodigde secretariaten zoals so
ciale zaken, bedrijfsontwikkeling etc. zijn voor
alsnog combi-functies voor reeds aanwezige
personen, incl. de provinciaal secretarissen.
Totaal aantal formatieplaatsen op het hoofd
kantoor: 18,5 (excl. funktionarissen voor on
derhoud en beheer).
Formatie provinciale kantoren:
Algemene opmerkingen daarbij:
- waar mogelijk zou daarbij een combinatie
gezocht moeten worden tussen diensten
centrum en provinciale kantoren. Daarbij
dient rekening gehouden te worden met
uitstralingseffekten;
- de huisvesting van de SEV zal moeten
worden bekeken in samenhang met de pi
lots; daar waar pilots worden uitgevoerd
wordt de SEV op een full-service-centrum
geplaatst. Voorzover de SEV op provinciale
kantoren wordt geplaatst dient rekening te
worden gehouden met extra secretariaats
ondersteuning op die kantoren. Dit geldt
overigens in principe ook voor full-service-
centra.
Formatie provinciaal kantoor Utrecht:
1 provinciaal secretaris;
1 medewerker secretariaatsondersteuning
(pm indien het hoofdkantoor in Utrecht
komt).
Verzekeringsafdeling: handhaven.
Provinciaal kantoor Noord-Brabant:
1 provinciaal secretaris;
1 medewerker secretariaatsondersteuning
(pm als het hoofdkantoor in Brabant
komt).
Provinciaal kantoor Gelderland:
1 provinciaal secretaris;
2 assistent secretarissen;
1 medewerker secretariaatsondersteuning
(pm als het hoofdkantoor in Gelderland
komt);
1 secretariaatsmedewerker t.a.v. werk voor
derden;
1 administrateur t.a.v. werk voor derden;
1 telefoniste/typiste.
Provinciaal kantoor Zeeland:
1 provinciaal secretaris;
1 assistent secretaris;
1 medewerker secretariaatsondersteuning;
1 secretariaatsmedewerker voor derden;
1 redacteur;
1 telefoniste/typista
Voor alle provinciale kantoren geldt dat be
heer/onderhoud pm moet worden gesteld.
E.aa. is afhankelijk van al dan niet gezamenlij
ke huisvesting met dienstencentrum.
Geldstromen
De inkomsten van de organisatie bestaan uit
contributie, donaties, interest van vermogen
en andere baten.
De contributie bestaat uit:
- de basiscontributie
- de bedrijfscontributie
Vaste lidmaatschapscontributie
- leden met bedrijf: basiscontributie be
drijfscontributie
- leden zonder bedrijf (geen aanslag Land
bouwschap): basiscontributie
- mede-vennoten,
zelfstandig wonend aparte
- mede-vennoten, in
wonend contri-
- mede-
ondernemers(sters) butie-
- huisgenoten regeling
- sympathiserende leden (oud-leden): basis
contributie
- bijzondere leden (geïnteresseerden): basis
contributie
In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld, bij
rechtspersonen zullen nadere afspraken over
de hoogte van de contributie gemaakt
worden.
Voor leden, waarbij Oogst onderdeel vormt
van het lidmaatschap, worden kostenstijgin
gen als gevolg van stijgende abonnementsprij
zen doorberekend in de basiscontributie.
De inning van alle contributiegelden, dus ook
van de afdelingen en kringen zal centraal op
het hoofdkantoor gebeuren.
Als afdelingen en kringen zulks verzoeken,
kunnen ze zelf de hoogte van hun afdelings-
en kringcontributie vaststellen. Dit uiteraard
binnen de door de organisatie te stellen
kaders.
Er zal een loskoppeling plaatsvinden van de al
gemene te heffen contributie en de afdelings-
en kringcontributie (situatie GMvL).
De huidige bedragen die bij de GMvL afgedra
gen worden, zullen dus van een procentueel
op een nominaal bedrag gesteld worden zodat
de afdelingen zelf kunnen beslissen welke be
dragen ze in de toekomst nodig hebben.
In de nieuwe organisatie zal gewerkt worden
met budgetfinanciering, leder onderdeel (bv.
een commissie) krijgt per jaar een bepaald
budget toegewezen.
De contributiesystemen tussen de drie organi
saties verschillen aanmerkelijk. De GMvL
hanteert het SBE-systeem, de ZLM en het
ULG baseren hun contributie voornamelijk op
hectares. De nieuwe organisatie zal het SBE-
systeem invoeren. Dat is het meest rechtvaar
dig naar alle sectoren. Het is ook het systeem
dat gehanteerd wordt door het Landbouw
schap en steeds meer gewestelijke organisa
ties. Na de start van de nieuwe organisatie zal
de eerste periode (bijvoorbeeld drie jaar) ge
bruikt worden om de systemen van contribu
tie te harmoniseren.
Dat betekent dat de ZLM en het ULG geleide
lijk naar het SBE-systeem gaan dat de GMvL
al toepast. Om al te grote verschillen op te
vangen zal enige bijsturing met behulp van
vermogen wellicht nodig zijn. Dat laatste is
ook noodzakelijk om de verschillen in contri
butiehoogte tussen de organisaties binnen en
kele jaren te overbruggen.
Bij dit gehele financiële gebeuren is het uit
gangspunt dat alle organisaties hun vermo
gensrechtelijke rechten en plichten
overdragen op de nieuwe organisatie.
Wat betreft eventuele fiscale gevolgen van de
fusie: er zijn geen bijzondere problemen te
verwachten op dit gebied. Zulks is gebleken
na deskundig advies te hebben ingewonnen
op dit terrein. Zekerheid kan echter pas ver
schaft worden nadat de inspecteur c.q. staats
secretaris op concrete vragen een beslissing
heeft genomen. De vermogens blijven dus
vooralsnog bij de onderliggende organisaties
totdat fiscaal volstrekte duidelijkheid bestaat.
De intentie is echter overdracht van vermo
gens zonodig via juridische fusia De nieuwe
organisatie heeft vanaf 1 december 1992 (da
tum fusie) instructiebevoegdheid over de di
verse vermogens.