ÊnrM\ van Voorwaarden bij bouwen Bevredigende bedrijfsresultaten Cehave Accountantsunie ZLM Testamentaire voogdij fiplri on nnorl Sociaal Ekonomische Voorlichting t Bloemenveiling Holland start met vrijwillige ledenlening EEN PRIMA BAKT AR WE goede bakkwaliteit èn hoge opbrengst A *£- k Steunregeling vlas Veiling verhoogt aanspreekbaar vermogen VRIJDAG 2 OKTOBER 1992 OÊÊÊÊ Met ingang van 1 oktober 1992 wordt de Woningwet gewijzigd. Hierin speelt vooral het verkrijgen van een bouwvergunning een rol. In een artikel in de ZLM-krant van 21 februari jl. is reeds gesteld dat het niet meer noodzakelijk is voor alle bouwwerken een vergunning te hebben. Voor bepaalde bouwwer ken is het ook mogelijk dat met een melding wordt volstaan of dat men is vrijgesteld van een bouwvergun ning. In het onderstaand overzicht zijn de belangrijkste hiervan opge nomen (deze lijst is niet compleet). Vrije bouwwerken zijn: 1. bouwwerken ingevolge een aan schrijving van B W; 2. gewoon onderhoud; 3. een bouwwerk op een zij- of achtererf van een woning of een ander gebouw, dan wel op een standplaats, op voorwaarde dat: hoogte niet meer is dan 1 meter, - bruto-oppervlakte niet meer dan 2 m2, - het zij- of achtererf, aansluitend bij de woning of dat andere ge bouw, niet voor meer dan 50% is bebouwd als gevolg van de toevoeging van het bouwwerk; 4. overkapping met een open constructie op een erf van een woning of een ander gebouw, op voorwaarde dat: - hoogte niet meer is dan 2,7 me ter (vanaf de voet gemeten), - bruto-oppervlakte niet meer is dan 20 m2 (horizontaal gemeten), - aansluitend erf bij woning of dat ander gebouw niet voor meer dan 50% is bebouwd als gevolg van het bouwen van de over kapping; 5. niet-ingrijpende veranderingen, op voorwaarde .dat: - veranderingen niet de draag constructie betreffen, - geen uitbreiding van het be bouwde oppervlak plaatsvindt, - bestaande, niet-wederrechterlijke gebruik blijft; 6. erf- of terreinafscheiding lager dan 2 meter (gerekend vanaf de voet). De erf- en terreinafschei ding voor de voorgevelrooilijn moet lager zijn dan 1 meter. Alle genoemde bouwwerken dienen te worden gebouwd volgens het Bouwbesluit. Voor monumenten gelden andere regels. Meldingsplichtige bouwwerken zijn: 1. Een gebouw op een zij- of ach tererf van een woning of een an der gebouw dan wel op een standplaats, ten dienste van een groter genot van het gebruik van die woning, dat andere gebouw dan wel de op die standplaats geplaatste woning op voorwaar de dat: - de bruto-inhoud niet meer is dan 50 m3; - de breedte niet meer is dan 3 meter; - de hoogte niet meer is dan 2,7 meter (gemeten vanaf het aan sluitend terrein); - de afstand tot de voorgevelrooi lijn ten minste 3 meter is; - het oorspronkelijk bij de woning of het andere gebouw aanslui tende terrein, dan wel het bij de woonwagen aansluitende deel van de standplaats, niet voor meer dan 50% is bebouwd als gevolg van de toevoeging van het gebouw. Voorbeelden: op zichzelf staande schuren en garages. 2. Een aan- of uitbouw aan een zij- of achtergevel van een woning of een ander gebouw, op voor waarde dat: - de bruto-inhoud niet meer is dan 50 m3; - de breedte niet meer is dan 3 meter; - de hoogte niet meer is dan 2,7 meter (gemeten vanaf het aan sluitend terrein); - de afstand tot de voorgevelrooi lijn ten minste 3 meter is: - de oppervlakte waarop volgens het geldende bestemmingsplan mag worden gebouwd, met niet meer dan 15% wordt over schreden. Opmerking: een aanbouw is een toevoeging van een afzonderlijke ruimte, een uitbouw is een vergro ting van een bestaande ruimte. 3. Een dakkapel op het achterdak- vlak, op voorwaarde dat: - de breedte niet meer is dan 14 meter van de breedte van het dakvlak; - de bovenzijde ten minste 0,5 meter onder de noklijn ligt; - de onderzijde in het dakvlak is geplaatst. Opmerking: het gaat om een dakka pel van enige omvang. Kleine dak kapellen en grote dakramen vallen onder de vrije bouwwerken (art. 43e Woningwet). 4. Zonwering of een rolluik aan een woning of een ander gebouw. Alle genoemde bouwwerken moe ten worden gebouwd overeen komstig het Bouwbesluit (stb. 1991, 680). Zeer belangrijk zijn nog de voor waarden en eisen die worden gesteld. De gemeenteraad stelt een bouwverordening vast, waarin de voorschriften zijn opgenomen. Het goed kennisnemen van deze voor schriften is noodzakelijk. Zo is o.a. bepaald dat bij de bouwvergunning een onderzoeksrapport noodzake lijk is, inzake de gestejdheid van de bodem van de bouwkavel. De bouwverordening bevat tevens voorschriften over het gebruik van woningen en andere gebouwen e.d. Eveneens is aangegeven de indie ning van een melding. Zoals reeds is aangegeven zijn in dit ■«Al.. ..JU# artikel alleen de belangrijkste punten genoemd. Het is niet mogelijk om alle details te vermelden. Deze zijn echter wel belangrijk. Raadpleeg daarom vooraf uw SEV-er of infor meer bij uw gemeente. J.A.M. Withagen SEV/ZLM Het Hoofdproduktschap voor Ak- kerbouwprodukten heeft aan be langhebbenden een volledig herzien exemplaar van de 'steunregeling vlas en lijnzaad van vezelvlas' ge zonden. De wijzigingen ten aanzien van de laatste versie hebben voornamelijk betrekking op tekstuele aanpassin gen. De steunbedragen voor het verkoopseizoen 1992/1993 zijn ge lijk aan die van het vorige verkoop seizoen. sv eb Cehave nv heeft in het boekjaar 1991/'92 een bevredigend resultaat behaald, althans wat betreft de 'kernactiviteiten' in de sectoren veevoeders, pluimvee en agrarische en technische goederen. Door de slechte gang van zaken bij de var kensslachterijen werd het netto re sultaat uiteindelijk toch nog negatief. De voorlopige resultatenrekening van Cehave nv over 1991/'92 toont een positief bruto bedrijfsresultaat van f 39,3 miljoen (vorig jaar f 36,4 miljoen). In zijn vergadering, van 22 september heeft het bestuur van de CHV op grond van dit resul taat besloten aan mengvoederafne mers een prijscorrectie uit te keren van f 0,40 per 100 kg. De prijscor rectie op mengvoeders is daarmee gelijk aan vorig jaar. Met inbegrip van de kwantumkortingen op mengvoeders en meststoffen be draagt het totaal van de nabetalin gen f 23,1 (vorig jaar 24,3) miljoen. Het personeel zal een winstuitkering ontvangen van 2%. De omzet van Cehave bedroeg bijna f 2 miljard, ca. vijf procent meer dan in 1990/'91. De mengvoederaf- zet daalde als gevolg van marktont wikkelingen. In de pluimveesector en de sector agrarische en techni- ledenlening te verhogen van 0,75% naar 1%. De derde maatregel bestaat uit het opnemen van een achtergestelde lening van dertig mil joen gulden, die is afgesloten bij de Nationale Investeringsbank. Met ingang van 1 januari 1993 start Bloemenveiling Holland met een vrijwillige ledenlening voor leden en oud-leden. De vrijwillige ledenlening kent twee voordelen. Ten eerste is deze achtergestelde lening goedko per voor de coöperatie dan een ach tergestelde lening bij een bankinstelling. En ten tweede ver sterkt de lening de (financiële) be trokkenheid van de (oud)leden bij de coöperatie. Op de vrijwillige ledenlening kunnen uitsluitend spaargelden worden in gelegd voor een termijn van vijf jaar. Wordt het bedrag na die vijf jaar niet opgenomen, dan vindt er steeds au tomatisch een verlenging van één jaar plaats. De rente varieert per jaar en is afgeleid van het rendement op de staatsleningen. Gemiddeld zal de rente van de vrijwillige ledenlening hoger liggen dan de rente die een bank geeft op een spaardeposito. De*vrijwillige ledenlening vormt één van de drie maatregelen die Bloe menveiling Holland treft om het aanspreekbaar vermogen te verster ken van 26,7% tot 33%. Ook stelt de veiling haar leden voor het inhou dingspercentage van de verplichte sche goederen nam het omzetvolu me toe. Afwaarderen belang Het afwaarderen van het minder heidsbelang (30 procent) in de Lu- nenberggroep bv had een nadelige invloed op het netto resultaat. De afwaardering van deze aandelen ten bedrage van f 15 miljoen is als bui tengewone last in mindering ge bracht op het bedrijfsresultaat. Daardoor resulteert per saldo een negatief netto resultaat van f 8,9 miljoen na belastingen. Aan de alge mene vergadering zal worden voor gesteld dit bedrag ten laste van de algemene reserves te brengen. Na afboeking daarvan bedraagt het ei gen vermogen van Cehave f 348 miljoen, 45 procent van het ba lanstotaal. De afwaardering van het belang in de Lunenberggroep past in het pak ket van maatregelen tot herstructu rering en herfinanciering van de slachterij-activiteiten, nadat per 30 juni jl. een fusie plaatsvond met de Exportcentrale Boxtel en de Lunen berggroep. DJ. VAN DER HAVE B.V. 4420 AA KAPELLE Het is een ieder bekend dat wat de bedoeling is van een op te maken testament, n.l. het verklaren van hetgeen iemand wil dat na zijn dood zal geschieden. Belangrijk hierbij is dat een testament steeds kan wor den herroepen. Veranderingen in ie mands omstandigheden zullen vaak aanleiding zijn tot het wijzigen van het testament. De praktijk leert dat dit laatste nog al eens wordt verge ten. Vandaar in feite het advies ten minste om de vijf jaar de inhoud van het testament aandachtig te beoor delen of dit nog de (uiterste) wil is. De inhoud van het testament geeft in het merendeel van de gevallen aan wat er moet gebeuren met het nagelaten vermogen. Maar daar naast kan het ook een belangrijke rol vervullen bij het voogdijschap over de (minderjarige) kinderen. In dien een ouder komt te overlijden is van rechtswege de achterblijvende ouder voogd over de kinderen. In dit geval kan bij het testament wel een voogd worden benoemd, maar de achterblijvende ouder heeft wette lijk sterkere rechten. Indien echter beide ouders tegelijkertijd komen te overlijden heeft de benoeming van een voogd bij testament zeker ge volg. De kantonrechter die in over leg met de familie een voogd zoekt en benoemt, heeft het gemakkelijk indien uit het testament blijkt dat een bepaald persoon als zodanig is aangewezen. Zoals hiervoor reeds is genoemd moet ook in deze situatie regelmatig het testament worden bekeken op juistheid. Wat is n.l. het geval? Vol gens een letterlijke uitleg van de wet is het niet mogelijk de voogdij schap van toekomstige kinderen te regelen. In het testament kan alleen voor de reeds geboren kinderen de voogdijschap worden bepaald, op grond van het wettelijk principe dat de ouder iets mag regelen mits het (ouderlijk) gezag uitoefent. Over het niet geboren kind heeft hij geen ou derlijk gezag en kan daarvoor ook niets bepalen. Het is dan ook drin gend nodig om in geval bij testa ment de voogdijschap over de minderjarige kinderen is voorzien, dit naderhand regelmatig te toetsen of de betreffende bepaling wel op alle kinderen van toepassing is. 'Waarom immers zou van de ouders niet verwacht mogen worden dat zij na de geboorte de testamentaire be schikking aanvullen', aldus het com mentaar van een gezaghebbende. Anderen daarentegen pleiten voor een ruimere uitleg van de wettelijke bepaling met de volgende oplos- sintg. Kijk niet naar het tijdstip van het maken van de beschikking wel ke kinderen er toen aanwezig wa ren, doch naar het tijdstip van overlijden of op dat moment feitelijk ouderlijk gezag over kinderen wordt uitgeoefend. De praktijk zou er bij gebaat zijn indien deze ruime uitleg van de voogdijregeling als rechtsgel dig geaccepteerd zou worden. Een volledige zekerheid is er op dit mo ment echter nog niet. U doet er daarom verstandig aan uw testa ment op dit punt nog eens kritisch door te nemen en zonodig een nota ris te raadplegen. B. Veerbeek

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 4