Meer belangstelling voor
beheersovereenkomsten
Pakketten
VRIJDAG 2 OKTOBER 1992
13
Over de financiering van het aangekondigde perceelsrandenbeheer bij de akkerbouw bestaan volgens
voorzitter A. Bar/agen van de KNLC-commissie Grondgebruik grote twijfels.
Het gebied waarop een beheersover
eenkomst is afgesloten groeit
gestaag. Naar verwachting zet die
groei door. De Directie Beheer Land
bouwgronden is verheugd over de
groei. De boeren blijven kritisch.
Het is een misvatting te denken dat
veehouders die een beheersover
eenkomst afsluiten hun bedrijf aan
het afbouwen zijn. De bedrijven met
een beheersovereenkomst vormen
een dwarsdoorsnede van de agrari
sche bedrijven in ons land. Dat blijkt
uit onderzoek van de Direktie Be
heer Landbouwgronden (DBL). Op
basis van dit onderzoek mag boven
dien verondersteld worden dat be
drijven met een
beheersovereenkomst dezelfde toe-
komstperspektieven hebben als
'normale' bedrijven. Dat zegt D.
Meiman van de afdeling Beheersre
gelingen bij de Direktie Beheer
Landbouwgronden (DBL) in Utrecht.
Beide categorieën bedrijven laten
het afgelopen jaar ook weer een
stevige groei zien in het aantal af
gesloten overeenkomsten. Er kwam
in 1991 ongeveer 4.000 ha beheers
overeenkomst bij. In 1993 wordt
de oppervlakte waarop een beheers
overeenkomst van toepassing is
geraamd op 30.000 ha een groei
van 5.000 ha.
Extensivering
Bij DBL is men ingenomen met de
groeiende belangstelling van boe
ren. Meiman verklaart de toenemen
de interesse uit de extensivering als
gevolg van de superheffing, het
steeds meer en beter bekend wor
den van de regeling, de planuitbrei
ding als zodanig en het toenemend
vertrouwen in de regeling. De groei
is ook in niet geringe mate te dan
ken aan de campagne die DBL in de
provincies heeft gevoerd. Daarbij
worden boeren in de aangewezen
gebieden zelfs individueel bezocht.
Dat de veehouders zich wel kunnen
vinden in de regeling en de vergoe
dingen blijkt uit het geringe percen
tage dat na het eerste proefjaar
stopt: ca. één procent.
DBL heeft geen exakt inzicht in
beëindiging na afloop van de con
tractperiode, maar ook dat aantal is
zeer beperkt. De deelname aan de
beheersregeling loopt regionaal
sterk uiteen. Zo scoren de provin
cies Noord-Holland en Friesland
goed. Noord-Holland is het meest
succesvol met een benutting van de
beheersruimte van 62 procent. Dit
hangt samen met het feit dat hier al
in 1985 aanzienlijke oppervlakten
relatienotagebieden zijn vastgesteld.
Ook de aard van het gebied met
minder optimale externe produktie-
omstandigheden speelt hier natuur
lijk een grote rol. In de provincies
Groningen en Zeeland loopt het ook
goed, terwijl de zandprovincies en
Utrecht en Zuid-Holland duidelijk
achter blijven. Men is hier sterk af
wachtend en bovendien is de plan
oppervlakte hier nog gering. Dat
laatste geldt ook voor Flevoland.
Meiman: "Men is in de nieuwe ge
bieden vrij argwanend. Toch gebeurt
er bij het begrensd worden van de
gebieden in feite niets. Het enige
wat verandert is dat men er nu een
beheersovereenkomst af kan sluiten
en dat kon voorheen niet. Alles is
geheel vrijwillig. Het enige wat men
in de reservaatsgebieden moet doen
is aan BBL melden dat men wil ver
kopen. Door het beheersplan veran
dert er toch niet veel, omdat alles al
in het streekplan is vastgelegd.
DBL heeft de laatste tijd in een der
tigtal beheers- en reservaatsgebie
den onderzoek gedaan naar de
effekten van de beheersmaatrege
len op de vegetatie en de weidevo
gelstand. Daarbij is gebleken dat in
het overgrote deel van de gevallen de
opzet van het plan wordt gehaald.
In sommige gebieden gaat het
evenwel niet goed, zo moet DBL
toegeven. Zo is in het gebied Giet-
hoorn/Wanneperveen en Midden
Opsterland het aantal weidevogels
en vogelsoorten achteruitgegaan
door voedseltekort. In het Zuidelijk
Westerkwartier (Gr.), in Sauwerd
(Gr.) en op Terschelling loopt het
wel goed. Volgens deskundigen is
de stagnatie in Giethoorn/Wanne-
perveen en Midden Opsterland een
gevolg van het feit dat veehouders
hun beheersland te extensief zijn
gaan gebruiken. De wormenstand
komt zonder enige bemesting onder
zware druk, waardoor de vogels
wegblijven en verruiging optreedt.
Vogels mijden bovendien ruig land,
omdat ze dan de vijand niet aan
kunnen zien komen. Dat dit zou ge
beuren was niet voorzien. De boe
ren wordt nu dan ook
voorgehouden dat bij het beheer
moet worden uitgegaan van nor
maal cultuurgebruik.
Open-einde-regeling
De voorzitter van de Commissie
Grondgebruik van het KNLC, A. Bar-
lagen, vindt het goed dat de be
heersregeling zich in een groeiende
belangstelling mag verheugen. De
standsorganisaties hebben met dit
beleid ingestemd, althans zich er
mee verzoend en dus is het goed
dat er gebruik van wordt gemaakt.
Hij heeft wel kanttekeningen. Zo is
het een open-einde-regeling. Zodra
de bodem van de geldkist in zicht
komt weet hij vrijwel zeker dat het
ministerie zenuwachtig wordt. Hij
heeft grote twijfels over de financie
ring van het aangekondigde per
ceelsrandenbeheer bij de
akkerbouw. Dat wordt veel te duur,
want van de gewassenopbrengst
langs de randen blijft dan niets over.
De vergoeding wordt gebaseerd op
braakland, maar dat is natuurlijk
veel te weinig. Barlagen heeft de
Commissie Beheer Landbouwgron
den, waarvan hij lid is, voorspeld dat
er zo weinig van deze regeling te
recht komt. De beheersregeling
wordt ook vrij ingrijpend aangepast.
De saldomethode wordt ingewis
seld voor de prijs van het kracht
voer. Dat betekent lagere
vergoedingen en dus een geringere
animo voor deelname, verwacht hij.
De Commissie heeft inmiddels ook
geconstateerd dat de tweede fase
van het relatienotabeheer moeiza
mer verloopt. In de intensieve gebie
den met moderne bedrijven zal
aanzienlijk meer moeite moeten
worden gedaan om boeren over de
streep te trekken. Misschien moe
ten de gestandaardiseerde pakket
ten daarom wel worden aangepast,
oppert Barlagen.
Onder druk
In de praktijk merkt DBL de laatste
tijd dat het zware beheer wat onder
druk komt ten gunste van de lichte
beheerspakketten. Dat is volgens
Meiman te verklaren door de betrek
kelijk geringe extra vergoeding die
voor het zware beheer wordt gege
ven. Zwaar beheer is toch vrij ingrij
pend en de extra financiële beloning
De begroting van het ministerie
van LNV meldt dat de opper
vlakte waarvoor een be
heersplan kan worden
vastgesteld in de loop der jaren
is opgelopen naar 75.000 ha.
Daarbinnen is 12.000 ha ver
worven, terwijl op de resteren
de oppervlakte voor 24.000 ha
een beheersplan is afgesloten.
Wanneer de huidige groei zich
voortzet dan verwacht DBL al
in 1993 op ca. 30.000 ha een
beheersovereenkomst te heb
ben afgesloten. Een vuistregel
is dat zwaar beheer op eender
de deel van het grasland inpas
baar is. De inpasbaarheid
verschilt van bedrijf tot bedrijf
en van gebied tot gebied. Er
kunnen zoals bekend verschil
lende pakketten worden af
gesloten. Er is passief beheer
mogelijk. Daarbij mogen sloot-
peil, bodemprofiel en land
schapselementen niet
gewijzigd worden. Daarnaast
zijn er lichte en zware pakket
ten. Bij een licht pakket mag
bovenop passief beheer niet
worden gerold en gesleept in
het voorjaar. Voor het zware
pakket geldt dat niet mag wor
den gemaaid en beweid tot in
juni.
wordt als te gering ervaren. De
Commissie Beheer Landbouwgron
den buigt zich over dit probleem.De
regeling wordt mogelijk op een aan
tal andere punten ook gewijzigd. Zo
kan de huidige behoorlijk zware pro
cedure mogelijk op onderdelen iets
worden verlicht. Voorts kunnen uit
het vrij grote aantal pakketten enige
vervallen die toch minder aanspre
ken. Dat geldt ook voor bepaalde
vormen van bufferbeheer en het
grote scala aan maai- en weide da
ta. Er komt een experiment met be
heersplannen voor randen van
graslanden en akkers. Onderzocht
wordt of met dit beheer naar ver
houding meer resultaten kunnen
worden geboekt dan met volvelds
beheer. "Voor ons als DBL heeft dat
het voordeel dat we dan heel zuinig
om kunnen gaan met de ha's", zo
licht Meiman toe. Onderdeel van de
ze praktijkproef, die ca. vijf jaar
duurt, is een betalingssysteem voor
de produktie van natuur.
Vader en zoon Rijnsburger uit het
Groninger Winsum hebben voor on
geveer tien procent van hun 56 ha
groot veehouderijbedrijf een beheers
overeenkomst afgesloten. Zoon P.
Rijnsburger (31) vertelt dat het gaat
om een paar percelen die te nat zijn
om in het voorjaar goed te kunnen
benutten. Ze mogen niet eerder
maaien dan na 15 juni. Hun hele be
drijf ligt binnen de Ekologische
Hoofdstruktuur en is potentieel be
heersgebied. Flet behoort tot één
van de meest gave wierdenland-
schappen in ons land. Volgens
Rijnsburger is het uit bedrijfsecono
mische overwegingen niet verant
woord de oppervlakte
beheersgebied op het bedrijf nog
verder uit te breiden. "De kwaliteit
van het gras van de beheersperce-
len is niet optimaal. Bovendien zal
de ruwvoerproduktie verder onder
druk komen door allerlei beperkin
gen voor het milieu. We mogen een
aantal percelen ook niet vernieuwen
en kunnen dus niet meer land onder
beheer laten vallen. Toch blijven pro
vincie en het Groninger Landschap
aan het gebied trekken".
Rijnsburger jr. vertrouwt het niet.
"Het is allemaal vrijwillig, maar ze
willen het een keer aankopen. Alle
plannen wijzen in die richting. Nu
willen ze in het gebied ook geen
'vreemd' water meer in de toe
komst. Bij alle onzekerheid die dat
voor onze maatschap geeft is één
ding wel zeker: het verhoogt de ver
koopwaarde van ons bedrijf zeker
niet. Er zal dus eventueel of een cor
recte vergoeding moeten komen of
een passende uitkoopregeling.
Voorlopig blijven we eerst maar
zitten".
Kat uit boom gekeken
Het hoofd Beheersregelingen in
Drenthe bij DBL, H. Boeschoten,
constateert dat Drenthe, na enige
jaren de kat uit de boom te hebben
gekeken, sinds enkele jaren bezig is
met een inhaalrace.
Zijn collega in Zuid-Holland, Rob
Tieman, benadrukt dat de reden
voor het niet meedoen niet altijd op
het economisch vlak ligt. Er is nogal
wat wantrouwen en angst dat de
vrijheid van de ondernemer wordt
ingeperkt. De dienst van Tieman
brengt de beheersovereenkomst zo
zakelijk mogelijk aan de man. De in
pasbaarheid is van bedrijf tot bedrijf
verschillend. "Het komt voor dat wij
uit kunnen rekenen dat de boer er
beter niet aan kan beginnen. Dat ad
viseren we hem dan ook".
Veehouder P. van Zwol uit Kinnum
op Terschelling heeft allerlei ervarin
gen met de beheersregeling. Rot
ganzen weten zijn bedrijf al jaren in
zeer grote getale te vinden voor de
overwintering. Hij doet al vanaf
1981 mee met een beheerscon
tract. In 1984 maakte een conflict
met een uitvoerend ambtenaar over
het inzaaien van mais een eind aan
zijn overeenkomst.
Na de toedeling in de ruilverkaveling
vorig jaar heeft Van Zwol opnieuw
wat berekeningen gemaakt, waarna
hij besloot weer mee te doen. Hij
draait sinds 1 januari een jaar mee
op proef met beperking van de
maaidata voor totaal 6 ha van zijn
42 ha groot bedrijf. Veel vertrouwen
in het nut van het beheer heeft hij
niet. "Als je het land niet meer be
mest komt er op den duur geen vo
gel meer. Boeren is op Terschelling
toch moeilijk, omdat altijd de boot-
kosten een extra kostenpost vor
men. Misschien is het maar het
beste om het hele bedrijf in beheer
te gooien. Veehouderij moet hier
voor de recreatie blijven. Anders
krijg je net zo'n saai landschap als
op de Duitse Waddeneilanden".
Minder tevreden is Van Zwol over
de betaling van de vergoeding. Het
contract is al op 1 januari ingegaan,
maar hij heeft nog steeds geen cent
ontvangen. Hij is niet de enige met
die ervaring. Boeren die voor een
aanzienlijk deel van de vergoeding
afhankelijk zijn hebben inmiddels
een voorschot gekregen. De Ter-
schellinger vindt de vergoedingen
redelijk. Maar voorzichtigheid is ge
boden, waarschuwt hij, want vol
gend jaar willen ze de VEM-prijs
koppelen aan de krachtvoerprijs en
dat is een verslechtering.
Overstap
Veehouder G. van der Hoeven is een
van de deelnemers die van een
zwaar naar een licht pakket is over
gestapt. "Zoals ik het in het begin
deed was niet goed. Ik mocht pas
laat maaien, waardoor er van mijn
hooi niet veel terecht kwam". Hij
doet met 6 ha mee wat een kwart
is van het bedrijf. Hij heeft het con
tract na afloop van de beheersperio-
de ingewisseld voor een lichter
pakket. Dat bevalt hem beter. Voor
hem geen zwaar pakket weer. Voor
graslandvernieuwing kan hij toe
stemming vragen. Vaak wordt dat
wel gegeven. Van der Hoeven ge
looft dat het pakket zoals het nu
funktioneert wel goed voor hem uit
pakt en dat hij er geen schade aan
lijdt. Van der Hoeven is overigens
voorstander van betaling voor na
tuurbeheer. Dan kan namelijk in
principe iedereen mee doen en komt
het natuurbeheer beter tot zijn
recht. Er zijn nu mensen die wel een
vergoeding ontvangen maar er geen
klap aan doen".
Johan Wierenga