Jan de Prentenknipper Reportage Exposities en boek VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1992 21 Jan de Prentenknipper liet zich voor het maken van zijn werkstukjes inspireren door het boerenleven. Op deze prent van Jan de Prentenknipper is een boerderij te zien, die volgens de kenners dezelfde is a/s de boerderij die nu aan de St. Jansdijk in Nieuwvliet staat. (Zie foto linksonder). In het voorjaar van 1820 zit een ten gere jongen met een "stutemeale" en een karig bundeltje kleren op de rede van Vlissingen. Hij zit te wach ten op de boot naar de overkant. Hoewel zijn bewegingen kwiek zijn en zijn ogen levenslustig en met fantasie de wereld om hem heen opnemen, heeft hij een bittere trek om de mond. Niet zo'n wonder, want hij komt net uit het tuchthuis. Twee jaar lang zat hij onder uiterst streng regiem in de Middelburgse gevangenis opgesloten. Slecht eten, hard werken binnen de muffe sfeer van dikke gevangenismuren, veel zedepreken en lange nachten in eenzame cellen. En dat alles om een flesje Jenever. Goed twee jaar geleden diende hij als 18-jarige voor zijn nummer. Hij moest ^ls soldaat het Fort Frederik Hendrik in Breskens en de monding van de Westerschelde helpen verde digen tegen denkbeeldige vijanden. Af en toe, als ze een paar cent had den, gingen ze naar de plaatselijke kroeg een pintje pakken. Éénmaal hadden hij en een paar vrienden iets te veel gedronken. Uit balorigheid namen ze een fles Jenever mea Dat kwam aan het licht en kostte hen dus twee jaar gevangenis. Een straf, vindt hij nog steeds, die buiten alle proporties was. Maar goed, die rot tijd is voorbij, al zal hij de schade met zich mee moeten dragen. Naar het zuiden Dat is ook de reden dat hij als jon gen uit het Noordbevelandse Co- lijnsplaat weer liever wat naar het zuiden trekt. Z'n naam is toch nog besmeurd in "Kootjesplaete", waar iedereen alles van elkaar afweet. Trouwens, de wereld is groter dan z'n geboortedorp en d'r moet goed te verdienen zijn in Sas van Gent waar een kanaal gegraven wordt. Daar vragen ze ook niet zo veel naar je voorgeschiedenis. D'r schijnen daar honderden kerels geworven te zijn, die alleen maar worden geno men om hun goeie handen en ster ke schouders. Een beetje bezorgd is hij wel over dat laatste. Zo sterk is hij niet en zijn rug is wat scheef. Twee jaar in muffe vochtige gevan genissfeer hebben z'n corpus ook niet steviger gemaakt. Maar ja, we zullen wel zien. Gelukkig heeft hij ondertussen ook nog prentjes leren knippen van een medegevangene Hij kan bovendien aardig tekenen en schilderen. In ge val van nood zoekt hij daar weer bij verdienste mee. Als hij maar nooit meer gedwongen wordt tussen vier muren te werken. Zodat je licht niet meer ziet en voelt. Een huis, ieder huis zal voor hem een gevangenis zijn en blijven. Vreemde verhalen In het najaar van 1870 zit een oud mannetje met een scheve rug en een kistje met negotie naast zich en kijkt peinzend over het zilveren wa ter van de Oosterschelde. In zijn handen wordt een stukje papier ver sneden tot het verhaal van koning Nebukadnezar die het plotseling in z'n bol krijgt, zich op handen en voeten gaat bewegen en gras eet als een koe. Van dit soort vreemde verhalen houdt het mannetje De mens in zijn verhouding tot het dier: Bileam en zijn ezel, Elia door bonte raven gevoed, een man die wordt aangevallen door een leeuw. Maar vandaag wil het snijden niet erg luk ken. De concentratie ontbreekt. Het mannetje voelt zijn oude botten kra ken en het bloed steeds trager door zijn aderen stromen. "Ik haal 1871 niet meer" denkt hij. Het is gedaan met Jan de Prentenknipper. Slapen bij de boeren Langzaam trekt zijn leven aan hem voorbij. Zijn jeugd in Colijnsplaat. Hard werken en weinig school en af en toe een boterham met spek. Zijn diensttijd in Breskens. Die ene keer dat hij dronken werd en een fles Je never stal. De lange tijd boeten daarvoor in de gevangenis. Het har de werken met de spade bij de aan leg van het kanaal van Gent naar Terneuzen. De zachte armen van Constance, het Belgische meisje. Haar opbollende buik, het kind daar na. De schaden ook, want ze moch ten niet trouwen. Zij was immers rooms en hij hervormd en de kloof tussen die twee vormen van Christendom was dieper dan de Noordzea Zeiden de geestelijken al thans. Hij wist wel beter. Ze hebben een goed, zij het zwaar Exposities over de prenten van Jan de Prentenknipper: - nazomer '92 Museum voor Noord en Zuid- Bevel and, Goes (t.m. 10 oktober a.s.). - najaar '92 Bijbels Mu seum, Amsterdam Permanente exposities: - Hoorn (West-Friesch Museum - Arnhem (Openlucht museum) Dit najaar zal ook een boek over Jan de Prentenknipper verschijnen, geschreven door Joke en Jan-Peter Ver- have en uitgegeven bij de Koperen Tuin in Goes. De uitgave van dit boek is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de ZLM. en armoedig bestaan gehad als zwervers over 's heren wegen. Zon der vaste woon- of verblijfplaats. Slapend bij de boeren in de hooi berg, in de schuur of waar ze maar terecht konden. Acht kinderen wa ren er onderweg geboren en zeven weer doodgegaan. Ze lagen begra ven in Utrecht, Brabant en op alle Zeeuwse eilanden. Tot Constance zelf stierf in Breskens, 36 jaar was ze. Daarna waren er nog veel andere vrouwen geweest en veel kinderen en natuurlijk veel begrafenissen. Nu was het zijn beurt. Hij mocht niet mopperen. 70 Jaar oud en alles be leefd. Veel armoe, veel liefde, geen dak boven het hoofd dan dat van de wijde lucht. Nadat zijn rug het had begeven van wege het zware werk en dijken en kanalen, had hij zich verder be kwaamd in zijn prenten. Steeds be ter knipte, sneed en verfde hij zijn taferelen die varieerden van kleine bijbelprentjes tot grote landbouwta- ferelen. Zijn hele leven werd als het ware weerspiegeld in z'n prenten. Zijn diepe liefde voor het Zeeuwse landschap met het prachtige licht en de hoge luchten, de zwarte schuren met hun rieten daken en statige huizen, de tuinen, de dieren, de vele amt^achten. Maar ook z'n blije geloof, zijn ongebreidelde fan tasie, zijn verbittering soms, z'n hang naar mystiek en vreemde symbolen. Het kreeg allemaal een plaats in z'n prenten. 120 Jaar nadat Jan de Prentenknip per arm, berooid, maar met een glimlach is gestorven, wordt zijn werk vermaard en worden zijn pren ten verzameld. Ze komen uit Zee land, België, Frankrijk, Spanje en Amerika: uit alle streken waarnaar boeren zijn geëmigreerd. Hij krijgt exposities en ze schrijven een boek over hem. Ze ontdekken zelfs zijn echte naam: Jan Huiszoon heette hij. Oog voor detail is kenmerkend voor het werk van Jan de Pren tenknipper.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 21