Champignon steekt tomaat naar kroon Fruitteelt in Suriname is er slecht aan toe Groothandel belangrijker exportkanaal voor bomen Westland haalt kinderen in de kas Rabobank optimistisch over paddestoelensector Aanmelding tuinbouw ondernemersprijs 1993 Onderzoekers zien perspectief Jaarverslag 1991 SITU De champignon kan even belangrijk worden voor de Nederlandse export als de tomaat. Voorwaarde is dat het de Nederlandse paddestoelen sector lukt om het huidige en nog te verwachten grote aanbod als verse champignons in Europa af te zetten. Dit zegt de Rabobank in de studie 'Visie op de internationale concur rentiekracht in de paddestoelen'. De studie is in samenwerking met het Landbouw-Economisch Instituut uitgevoerd. In de paddestoelensector draait het vooral om één produkt, de champig non. Nederland is de grootste ex porteur in de wereld van zowel verse als geconserveerde champig nons. Duitsland is ons belangrijkste afzetland. De totale exportwaarde van champignons bedroeg in 1990 f 701 miljoen, waarvan f 500,— miljoen betrekking heeft op het ge conserveerde produkt. Daarmee was de champignon op de tomaat na het belangrijkste exportprodukt Gegadigden voor de tuinbouwon- dernemersprijs 1993 kunnen zich tot 1 november a.s. aanmelden bij de Stichting Nederlandse Tuinbouw Ondernemersprijs in Delft, tel. 015-143945. De prijs wordt jaarlijks toegekend aan een onderneming, instelling of persoon die toonaange vend heeft bijgedragen aan de posi tieve ontwikkeling en vooruitgang van de Nederlandse tuinbouw. Staatssecretaris van Economische Zaken mevrouw Y. van Rooij zal de prijs op 6 januari volgend jaar uit reiken. van de Nederlandse voedingstuin- bouw. De exportwaarde van de to maat was in 1990 f 1,4 miljard. Optimistisch De bank is optimistisch over de toe komstmogelijkheden van de cham pignonkwekerij. De markt voor verse champignons in West-Europa vertoont nog geen verzadigingsver schijnselen en biedt dus ruimte voor afzet van de hogere produktie. Voor al in Duitsland kan de versmarkt de komende jaren nog groeien door de toenemende welvaart. Kwaliteit, een betere marktoriëntatie en coör dinatie van de afzet zijn belangrijke aandachtspunten om de noodzake lijke vergroting van de export moge lijk te maken. Om de kosten van het verse produkt te verlagen is auto matisering van de oogst noodza kelijk. De markt voor verwerkte champig nons lijkt in Europa verzadigd te ra ken, al betekent de ontsluiting van Oost-Duitsland en Oost-Europa een mogelijke uitbreiding van het afzet gebied. Alleen bedrijven die de kost prijs van conservenchampignons laag kunnen houden, hebben kan sen op deze markt. De sector speelt actief in op de mi- lieueisen die worden gesteld. Op langere termijn zal dat ook voor een betere concurrentiepositie zorgen. Wel zullen hierdoor de produktie- kosten stijgen. Daarom adviseert de Rabobank de sector om zich meer te richten op segmenten waar een hogere prijs gevraagd kan worden (snack, makkelijke bereiding). Nederlands areaal In 1990 waren er 852 champignon- teeltbedrijven in ons land met een In 1990 exporteerde Nederland voor f 700 miljoen aan cham pignons. gemiddelde bed rijfsg rootte van 1.232 m2. Van 1980 tot 1991 nam de oppervlakte champignons toe met 66% tot 1,1 miljoen m2. In de zelfde periode is de produktie geste gen van 60.000 ton tot 165.000 ton door de toepassing van nieuwe teelttechnieken en door de ontwik keling van nieuwe rassen. Naast de champignon wordt in Ne derland de oesterzwam geteeld. De ze is met een produktie van 350 ton nog steeds van weinig betekenis. Door een toenemende vraag naar dit produkt wordt wel een uitbrei ding van de oesterzwammenteelt verwacht. De produktie van shii take is van nog geringere betekenis. Het is droevig gesteld met de fruit teelt in Suriname. Als gevolg van de slechte cultuurtechnische omstan digheden, een tekortschietende wa terhuishouding, onvoldoende vakkennis en een onzekere afzet markt wordt slechts twintig procent van het beschikbare areaal benut. Dat blijkt uit een onderzoek van de Stichting Agrotransfer en de Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten, dat is uitgevoerd in op dracht van de Nederlandse Ambas sade in Paramaribo. Er is een plan ontwikkeld om binnen een periode van vijf jaar 150 klein- landbouwers om te laten schakelen op de fruitteelt. Of het project door gang vindt is afhankelijk van de be schikbaar komen van gelden en de medewerking die de Surinaamse autoriteiten wensen te geven. De economische situatie in Surina me is al jaren zeer beroerd. Ook de agrarische sector deelt in die malai se. Van de 162.000 vierkante kilo meter die het land groot is, is slechts 80.000 hectare cultuur grond voor handen, waarvan 80 procent in gebruik is bij de akker- en tuinbouw. De rest is voor de vee houderij. In de hele sector werkt 25 proent van de beroepsbevolking, die uit slechts 100.000 mensen bestaat. Een van de grootste oorzaken van de belabberde situatie in de agrari sche sector is het gebrek aan in puts, zoals kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen, ver pakkingsmaterialen, machines en onderdelen. Daarnaast ontbreekt het aan gedegen onderwijs en voor lichting. Hosselen De gemiddelde bedrijfsgrootte be- De fruitteelt in Suriname deelt volop in de malaise. Er ligt een plan dat o.a. tot doel heeft de produktieomstandigheden te verbeteren en de telers de leren meer bedrijfsmatig te denken (foto Peter Mastenbroek). draagt twee hectare. Ongeveer de helft van de boeren kan het hoofd boven water houden dankzij een baantje bij de overheid of elders, wat in Suriname bekend staat als het hosselen. De andere boerenge zinnen leven echter veelal onder het bestaansminimum omdat het bedrijf onvoldoende opbrengt. Vaak wordt door familie in Nederland een hel pende (financiële) hand uitgestoken, waardoor de echte armoede wordt gecamoufleerd. Bij de laatste officiële telling uit 1981 bedroeg het fruitteeltareaal in Suriname zo'n 6.000 hectare, waar van ruim 80 procent sinaasappels, bananen en cocos. Anno 1992 is het realistischer aan te nemen dat het areaal nog maar enkele honder den hectares omvat. Veel aanplan ten zijn niet meer produktief door uiteenlopende problemen met ont watering, exportprijzen, ziekten en plagen, de verwerking of door het ontbreken van arbeidskrachten. De gewaskeuze wordt voor een deel sterk beperkt door de slechte ont watering. Voor veel eenjarige ge wassen, zoals soja, pinda en cassave, alsmede voor vruchtbo men moet de neerslag op korte ter mijn kunnen worden afgevoerd. Vicieuze cirkel Gesteld kan worden dat er sprake is van een vicieuze cirkel. De prijs en afname van het geoogste produkt worden enerzijds bepaald door vraag en aanbod, anderzijds door monopolieposities van opkopers, die daardoor de boer in onvoordelige posities kunnen plaatsen. De onder zoekers menen dat de gemiddelde boer door een algemeen gebrek aan bedrijfsmatig denken geen notie heeft van kostprijzen en winstmar ges. De slechte inkomenssituatie die daaruit voortvloeit vormt een rem op investerings- en dus ontwik kelingsmogelijkheden. Toch is er volgens de onderzoekers perspectief voor de fruitteeltsector in Suriname. Daarvoor is het nodig verbetering aan te brengen in de cultuurtechnische produktie omstandigheden, het organiseren van de boeren, het trainen en bege leiden van boeren, het in coöpera tieverband opzetten van mechanisatie, het aanleveren van plantmateriaal en het regelen van aankoop, aan- en afvoer. Daarnaast dient de verwerking en afzet te wor den ondersteund. In Suriname zal de Stichting Agrarische Diensten Suriname (SADS) zich met het pro ject bezig moeten houden, in sa menwerking met Nederlandse deskundigen. Geld uit Nederland Het project dat de samenstellers van het rapport voor ogen hebben beslaat een totale oppervlakte van vierhonderd hectare. Een groot deel is bestemd voor de teelt van mar- koesa's (90 hectare), papaja's (45 hectare), west-indische kersen (40 hectare) en de zuurzak (35 hectare), maar ook andere soorten fruit als grapefruits, sinaasappels en ana nassen moeten worden geteeld. Het geld voor het miljoenen kosten de project moet voor een aanzienlijk deel komen uit de nog beschikbare verdragsmiddelen van 1,3 miljard gulden, die Suriname nog tegoed heeft van Nederland, als tenminste Suriname aan de voorwaarden vol doet die zijn overeengekomen tij dens het bezoek van de Surinaamse president R. Venetiaan aan Neder land, in juni van dit jaar. In het Westland gaat dit jaar voor de tiende keer het project 'Klas in de Kas' van start, waarmee kinderen van de basisschool kennis kunnen nemen van het reilen en zeilen in de glastuinbouw. Aan het project doen 85 tuinders en evenzovele school klassen mee (ruim 2.000 kinderen). Enkele malen per jaar bezoeken de kinderen 'hun' tuinder. De 15 vrijwil ligers van de Infogroep Glastuin bouw Westland begeleiden het project. Vanwege het tienjarig jubileum krijgt het project dit jaar een feestelijk tintje. De kinderen worden in de ge legenheid gesteld in de afmijnzaal van Groenteveiling Westland afd. Delft Westerlee mee te doen aan een drukknopwedstrijd, onder lei ding van een ervaren veiling meester. Goede inkopers gaan niet met lege handen naar huis. Steeds meer boomkwekerijproduk- ten worden via de groothandel af gezet. Dit gaat ten koste van het aandeel van de boomkweker, zo blijkt uit het rapport Afzetstructuur van boomkwekerijprodukten per land, seizoen 1990/1991 van het Produktschap voor Siergewassen. Het rapport geeft een beeld van de afzet van boomkwekerijprodukten per land en per afzetkanaal. De ex port via de groothandel groeide met bijna 25 procent. Het aandeel van de boomkweker, die de bomen meestal op het eigen bedrijf verder opkweekt, daalde met 8 procent. De kweker in het buitenland ont vangt nu nog gemiddeld een vijfde van de geëxporteerde Nederlandse produkten. Het exportaandeel van het tuincen trum daalde in het seizoen 1990/1991 licht. Toch blijft dit met een aandeel van 26 procent voor Nederland het belangrijkste afzetka naal in het buitenland. Overigens bedroeg de totale export van boom kwekerijprodukten zo'n 530 miljoen gulden. Duitsland belangrijkst Het belangrijkste afzetland voor boomkwekerijprodukten bleef Duitsland. De export naar dit land groeide met 24 procent. Hiermee komt het aandeel van Duitsland in de Nederlandse uitvoer uit op ruim 38 procent. Een andere belangrijke bestemming is het Verenigd Konin krijk, waar 5 procent meer werd af gezet. Het exportaandeel van dit land liep iets terug. Opvallend was dat in een goedlo pende branche als de bomensector het aantal exporteurs afneemt. In vergelijking met het seizoen 1989/1990 is hun aantal met 5 pro cent gedaald. De Stichting Informatieverwerking Tuinbouw (SITU) heeft haar jaar verslag over 1991 gepubliceerd. In dit jaarverslag wordt ingegaan op de ontwikkelingen van de informatise ring en automatisering in de gehele tuinbouwsector. De SITU wil via dit jaarverslag alle betrokkenen en geïnteresseerden op de hoogte brengen van de automa tiseringsontwikkelingen in de Tuin bouw en de rol die de SITU daarbij speelt. Belangstellenden kunnen een gratis exemplaar bij de SITU aanvragen: Postbus 561, 2675 ZV Honselers- dijk, telefoon 01740-23105.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 18