Landbouw hangt aan
de laatste tepel
MacSharry concurrentievervalsend
Rampenplan MacSharry te duur
Wachten kan niet meer
VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1992
Op WEST-ZUID-BEVELAND is men
dezer dagen zowel in de akkerbouw
als in de fruitteelt en veehouderij
druk in de weer om te oogsten.
Wat de akkerbouwer betreft, daar is
momenteel vooral de aardappel
oogst aan de beurt, terwijl ook voor
de bieten de eerste termijnen weer
al gerooid zijn. Verder is de oogst
van de zaaiuien al een eind klaar. De
regen in augustus heeft er voor ge
zorgd dat het stro niet allemaal op
tijd van het land af was gehaald. Af
gelopen week was men dan ook
hier en daar nog bezig het laatste
stro te persen, terwijl op een naast
liggend perceel de in de tarwestop-
pel gezaaide gele mosterd al in bloei
staat.
Wanneer ik dit schrijf zijn er al be
drijven waar de aardappelen in de
schuur liggen, terwijl anderen nog
met het rooien moeten beginnen.
Op de wat zwaardere gronden is de
regen toch wel de oorzaak dat daar
het rooien wat meer problemen
geeft om de grond eruit te zeven.
Met nog wat rooibare dagen zal het
wel lukken om vroeger dan andere
jaren het werk te klaren.
Ook voor de bietenoogst en de snij-
mais is de mechanisatiecapaciteit
zodanig dat deze geen zorgen baart.
Over het algemeen zijn de op
brengsten goed tot zeer goed, ik be
doel dan de kg per ha. Dit is niet het
geval met de prijzen per kg. Vooral
de vrije produkten zoals de aard
appelen en uien, laten het afweten
wat de prijsvorming betreft.
In de akkerbouw zijn we de laatste
jaren mede door het graanbeleid dat
Het platteland in de 'maisgebie-
den' krijgt weer een ander aan
zien, nu de maistreinen voort-
denderen. Men kan ineens weer
van zich af kijken.
ons door Brussel is opgelegd, toch
al niet verwend. Zo door de jaren
heen hebben velen al de broekriem
aangehaald dat houdt echter ook
een keer op als je aan het laatste
gat toe bent. De landbouwbegro
ting, dezer dagen gepresenteerd,
geeft de landbouw ook niet veel te
juichen, hoewel niemand daar ook
op gerekend had.
Milieu en natuur en het eigen amb
telijk apparaat en dan is de koek op.
De landbouw hangt aan de laatste
tepel. Als je daarbij in gedachten
neemt wat men nog aan lastenver
zwaring en regeling in de praktijk
heeft voor de landbouw, is het niet
verwonderlijk dat ook in ons gebied
de stemming niet best is.
Op THOLEN EN ST. PHILIPSLAND
is de aardappeloogst in alle hevig
heid losgebarsten. Wanneer we 's
avonds door de polder rijden zien
we overal de rooiers nog bezig om
de piepers binnen te halen. Het rooi
en gaat echter op de meeste plaat
sen niet zo vlot. Op zwaardere
gronden is de structuur maar zeer
matig, met name door de vele re
genval. Regenval, eerst in begin juni
en later in augustus welke op veel
percelen voor grote onkruiddruk en
phytophthora-aantasting heeft
gezorgd.
Al bij al is het hard werken om de
aardappeloogst netjes binnen te krij
gen. We moeten er dan maar niet te
veel bij stilstaan dat de aardappel
prijs op dit moment minder is dan
de voerprijs. Hopelijk, trekt de prijs
in de loop van het najaar of winter
wat aan. Veel boerencollega's zien
echter de toekomst met zorg tege
moet. Niet alleen de aardappelprij
zen, maar ook de
MacSharry-maatregelen laten een
verdere verslechtering van onze in
komens zien.
Als uitkomst van een studiedag ge
organiseerd door de Zeeuwse Zo-
meruniversiteit werd gesteld dat de
boeren niet zo snel nee moeten zeg
gen tegen nieuw beleid. De dames
en heren die deze dagen zullen heb
ben bezocht, hebben wel erg ge
makkelijk praten.
In de eerste plaats, kosten milieu
en andere maatregelen altijd geld en
met een lege boerenportemonnee is
dat moeilijk te betalen. In de tweede
plaats, kostte de entree voor deze
studiedagen zoveel geld, dat het
voor een boer, ook tegenover zijn
gezin, niet verantwoord is zich daar
voor in te schrijven. In de derde
plaats, erger ik mij altijd aan mensen
die zeggen dat wij moeten investe
ren in milieumaatregelen zonder aan
te geven hoe wij één en ander kun
nen terugverdienen. Wellicht zijn het
dezelfde mensen die aan het eind
van het jaar weer 4 5% salarisver
hoging claimen en nog krijgen ook
omdat hun kosten van levensonder
houd wederom zijn gestegen. Dus
wordt hen compensatie voor milieu
maatregelen gegeven.
Met bovenstaande wil ik beslist niet
zeggen dat wij niets moeten doen
om het milieu te verbeteren, inte
gendeel. Maar met een volle beurs
is investeren iets gemakkelijker dan
wanneer je platzak bent.
Terug naar de praktijk op onze be
drijven waar ook de suikerbieten-
oogst is gestart. Blijkbaar zijn de
kilogrammen overvloedig maar is
het suikergehalte zeer laag. Hopelijk
trekt dit gehalte door enkele weken
mooi weer, weer wat bij. Ook wor
den er in ons gebied weer teunis
bloemen gemaaid en in zwad
gelegd of in hokken gezet om
oogstrijp te worden. Ook over deze
bloemen maken wij ons zorgen om
dat er blijkbaar een run op teunis
bloemencontracten aan de gang is.
Dit omdat de teunisbloem een non
food produkt zal worden en dus op
braakland mag worden geteeld.
Ook de conservenerwten en groene
erwten staan blijkbaar onder druk
om te worden geteeld. Al bij al heeft
het MacSharryplan een groot aantal
concurrentievervalsende zaken in
zich tussen de boeren onderling.
Tussen grote en kleine producent.
Wanneer de overheden vinden dat
wij te veel graan produceren dan is
braak wellicht de enige oplossing.
Maar dan wel een braak met een
verplichte braaklegging met hetzelf
de percentage voor iedere graante-
ler. Uw praktijkschrijver is van plan
om zijn normale areaal tarwe in te
zaaien.
NOORD-BEVELAND heeft nog 158
akkerbouwbedrijven, waarvan 138
met ongeveer 2000 ha MacSharry-
gewassen, aldus de heer De Boer
van het consulentschap in Goes. De
MacSharry-gewassen zijn allemaal
met mooi weer goed binnenge
haald. Ze gaven ook een redelijk tot
goede opbrengst, behalve de droge
erwten welke op de meeste perce
len niet boven de drie ton uitkwa
men. De uien zijn inmiddels van het
veld geruimd en opgeslagen in de
bewaring. De prijzen zijn uitermate
slecht. Het vlas kon hier en daar
niet meer worden binnengehaald en
stro ligt nog op de akker te wachten
'om te worden geperst.
Momenteel is men bezig met het
rooien van consumptie
aardappelen. Dit gaat maar zeer ma
tig, hier en daar staan twee stort
bakken achter elkaar om de grond
kwijt te raken. Op andere bedrijven,
waar men met een nieuwe rooier
rijdt met extra zeefbanden, lukt het
beter, maar ook hier hoor je de boer
klagen over grond. De opbrengst
schijnt erg wisselend te zijn, erg
hoog, maar ook zeer tegenvallend
en soms ook kwalitatief tegenval
lend, met veel kwarren en poppen.
Zij die af land moeten verkopen beu
ren veel te weinig geld. Zij die wel
kunnen bewaren hopen, misschien
tegen beter weten in, op betere
prijzen.
Konden we vorig jaar eigenlijk niet
rooien voor begin oktober, vanwege
de droogte, nu op 20 september is
er al vrij veel gerooid. Toch is men
ook vandaag, zondag, volop bezig.
Angst voor een natte periode of
macht der gewoonte?
We kunnen terugkijken op een
mooie zomer met voldoende regen.
Goed voor de toerist en goed voor
de enkele boer die er een mini
camping bij exploiteert. Als er dui
delijkheid komt in de Kampeerwet
en de Noord-Bevelandse boer mag
het hele seizoen 15 eenheden op
zijn camping plaatsen, dan kan dit
een prachtige vrij bedrijfszekere
aanvulling op ons boereninkomen
betekenen. Men moet dan wel op
houden met roepen dat Zeeland vol
is. We moeten de toeristen meer
waar voor hun geld bieden en eens
denken aan meer slecht-weer voor
zieningen, vooral op plaatsen iets
verder van de kust af. De toeristen-
markt, een groeimarkt, houdt onze
dorpen levendig.
Van de 158 akkerbouwbedrijven
hier op Noord-Beveland zijn er nog
maar enkele traditionele akkerbou
wer, met granen, bieten, aardappe
len, graszaad en luzerne Velen
hebben zich de laatste jaren toege
legd op fruit of groente Het land
schap verandert sterk. Op bedrijven
waar altijd akkerbouw is geweest
lopen nu melkkoeien. Een mooie
stal verrijst aan de horizon. Het zal
de laatste niet wezen. Verder wil
men hier in agrarisch gebied een
drogerij gaan stichten, niet voor
bloemen of luzerne, maar nu voor
andere te drogen zaken, zoals vee
voer. Vanuit de boerenbevolking
bestaat hiertegen weerstand. Angst
voor stof en stank zijn hier debet
aan. Ook boeren wonen graag in
een schoon welriekend gebied, boe
ren moeten tenslotte tegenwoordig
alles doen voor het milieu. Het pro
dukt van de boer groeit onder de
blote hemel en is gebaat bij schone
lucht, want alleen door schone
lucht kunnen planten groeien en
zuurstof produceren, zodat weer bij
gedragen wordt aan een gezond
leefmilieu.
Over het rampenplan van MacShar
ry wil ik niet al te veel zeggen. De
hoge heren beginnen zo langzamer
hand door te krijgen dat het wel erg
duur uitpakt. Een weldenkende boer
had dat vorig jaar wel al kunnen ver
tellen. Wat nu nog door de consu
ment wordt betaald, via o.a. brood
en veevoeders, moet in de toekomst
boven water komen via belastingen.
Dat zal op weerstand stuiten. Het
lijkt of de boer steeds meer steun
krijgt, en dus zullen dezelfde hoge
heren snel pleiten voor afbouw van
de hectare-steun.
Wat mij betreft mag men morgen
besluiten om Europees alle subsi
dies en quoteringen af te schaffen.
Ik bedoel dan ook alle subsidies: op
melk, graan, bieten, gasprijs en
bergboeren enz.enz. Dan wil ik nog
wel eens zien wie er overleeft. Euro
pees moeten er dan dezelfde regels
worden gesteld, wat betreft btw,
gewasbeschermingsmiddelen, mest
en belastingen. Misschien zijn we
dan een eensgezinde landbouwna-
tie die de concurrentie aankan met
de rest van de wereld. Kunnen we
de concurrentie niet aan en komt er
honger in Europa, dan zal de consu
ment het elementaire voedsel weer
leren waarderen. Misschien hebben
we dan ook zoveel over voor de
hongerende medemens dat we wer
kelijk gaan helpen om hun eigen cul-
tuurvoedsel op hun grond te gaan
verbouwen en tot waarde te bren
gen, dus ophouden met graan dum
pen in Afrika. Dit alleen nog voor
directe voedselhulp. Nu dumpen
Amerika en Europa om het hardst
voedsel en het eetpatroon van de
mensen daar verandert zover, dat ze
nooit meer voor zichzelf kunnen
zorgen.
Wat kunnen wij daar als hardwer
kende Noord-Bevelandse boeren te
gen doen? Niets. Wij blijven zitten
met onze eigen zorgen om het
hoofd boven water te houden. Naar
mijn overtuiging zal het water snel
stijgen en moeten velen van ons
omzien naar ander werk. Dit geldt
niet alleen voor de buurman, maar
voor een ieder van ons.
Iedere Nederlander heeft de ver
antwoordelijkheid voor zichzelf,
zijn gezin en ook voor de samen
leving. Bij een zelfstandig onder
nemer komt daar de
verantwoordelijkheid voor het
bedrijf nog bij. Steeds meer blijkt
dat de overheid zich terugtrekt
van de agrarische bedrijfstak. Je
zult dus a/s zelfstandige voor je
zelf moeten zorgen. Dat bete
kent volgens mij een zorg voor
de ihdividuele ondernemer, maar
zeker ook gezamenlijk voor de
hele bedrijfstak, doodgewoon
omdat je samen meer kan dan
alleen, maar ook samen meer
weet. Hoop dat een ander dat zal
doen is valse hoop!
Daarom is het noodzakelijk dat
een zelfstandig ondernemer sa
men met zijn vrouw periodiek -
zeker nu, in een tijd van grote
veranderingen - de zaken betref
fende het bedrijf en het gezin
open en eerlijk op een rij zet en
de consequenties daarvan onder
ogen durft te zien. Als er tekort
komingen worden geconstateerd
zal eraan moeten worden ge
werkt om die te veranderen,
liefst in positieve zin. Het gaat
immers om de toekomst van je
zelf, je vrouw en het gezin en in
dien aanwezig de
bedrijfsopvolger(ster).
Een vraag die je jezelf kunt stel
len is: "ben ik in staat risico's te
nemen en hoever wil ik daar fi
nancieel gezien mee gaan?" A/s
de tijd vraagt om veranderingen,
hoe pak ik die dan aan, waarom
doe ik dit, hoe doe ik datVast
staat, gezien alle ontwikkelin
gen, dat er keuzes gemaakt zul
len moeten worden. Die keuze
zal voor ieder verschillend zijn
omdat de uitgangsposities zo
verschillend zijn.
Het bedrijf heeft bijvoorbeeld
een zodanige omvang dat met
kostenbesparing er een verteer
baar inkomen overblijft. Op een
ander bedrijfje is er met alleen
akkerbouw produkten geen vol
doende verteerbaar inkomen
meer te behalen. Dat kan wel als
er nog een poot onder het bedrijf
wordt gezet. Naar mijn mening
moet dat een poot zijn die op je
bedrijf past en die bij jou en je
gezin past. Op weer een ander
bedrijf is de financiële positie
van dien aard dat men het door
middel van uitbreiding met grond
denkt te redden.
Steeds meer bedrijven zien
noodgedwongenperspectieven
in voortzetting van het bedrijf a/s
nevenberoep. Ook zijn er onder
nemers die tot de conclusie ko
men dat ze beter kunnen kiezen
voor een andere baan en daarom
het agrarische bedrijf vaarwel
zeggen.
Iedere huidige en toekomstige
ondernemer zal zich af moeten
vragen: durf ik, wil ik, kan ik en
ben ik bereid om indien nodig me
aan te passen aan gewijzigde
omstandigheden? We leven in
een tijd dat wachten niet kan,
dat er keuzes gemaakt moeten
worden. Eén ding is zeker: alleen
maar klagen en wachten tot een
ander wat voor je doet, leidt tot
niets. Je krijgt dan alleen een
moeilijk leven wat ten koste kan
gaan van jezelf, maar ook van je
gezin en je omgeving.
Buitenstaander