Overheid onttrekt zich
aan verantwoordelijkheid
KNLC
kommentaar
Akkerbouwers KIMLC zeer kritisch
over uitwerking EG-landbouwbeleid
Prinsjesdag
mm
Grote twijfels over controleerbaarheid
Bezuiniging op I- en R-regeting valt verkeerd
VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1992
II
De uitwerking van het EG-
Landbouwbeleid houdt de gemoe
deren binnen agrarisch Nederland
stevig bezig. Dat de akkerbouwsec
tor hier geen uitzondering op is,
bleek tijdens de onlangs gehouden
vergadering van de KNLC-Afdeling
Akkerbouw eens temeer. Vanuit de
akkerbouwers kwamen diverse vra
gen op de Afdelingsleden af. Vragen
die door de afdeling aan de Hoofd
afdeling Akkerbouw van het Land
bouwschap voorgelegd zijn en met
de minister doorgesproken zullen
worden.
Jib -'V!
Het Groningse Afdelingslid gaf de
essentie reeds aan: "Op onze infor
matieavonden hebben we 1350 be
langstellenden gehad. Een extra
vergadering was daarmee noodza-
ke|ij|c," De ledenbijeenkomsten die
gellpuden zijn naar aanleiding van
de hervormingsvoorstellen mogen
zich in een warme belangstelling
ve^eugen. Dit echter niet vanwege
de voortvarendheid van de uitwer
kingen, maar vanwege de vele vra-
geo die ze oproepen.
Vragen
Vanuit de organisaties kwamen een
groot aantal vragen in de vergade
ring naar voren. Zo heeft en grote
twijfels bij de controleerbaarheid
van het geheel. De voorspelling dat
pakken papier het gevolg van één
en ander zijn deed men nu dan ook
reeds. Een aanvulling hierop gaf
men door te stellen dat de controle
kans niet groot zou worden. Voorts
bleek dat met name artikel 3 ondui
delijkheden met zich meebracht.
Onduidelijkheid te over dus.
Hetzelfde gold ook de braakrege
ling. Deze bleek vragen en opmer
kingen te over op te leveren. Zo
stelde de Afdeling dat de braakver-
goeding hoog genoeg moest zijn
om gedeelde percelen te voorko
men. Daarnaast kwamen diverse
vragen naar voren betreffende de
Nederlandse lijst voor 'braakgewas-
sen'. Het bevreemde de Afdeling,
dat met name de aardappel niet op
deze lijst voorkwam. Dit in tegen
stelling tot de Europese lijst, waar
ze wel op vermeld staat.
Grenzen
Een punt waar de Afdeling in haar
vergadering ruime aandacht aan
besteedde was de regio-indeling.
Volgens de Afdeling komen bepaal
de gemeenten door de gekozen in
deling in het nauw. Diverse
voorbeelden werden door de leden
aangehaald, waarbij bleek dat over
bepaalde gebieden nog steeds on
duidelijkheid heerst. De term on
rechtmatig kreeg in dit verband ook
reeds meer gestalte. Het KNLC blijft
echter streven naar meer regio's,
waarbij men er zich van bewust is
dat ook dan bepaalde grensgevallen
blijven bestaan.
De Afdeling constateert echter dat
er voor dit jaar weinig meer aan te
doen is. De uitwerking is er volgens
de vergadering in de zomermaanden
'doorgedrukt'. De problemen zullen
echter geëvalueerd worden en het
volgend jaar zal men dan trachten
de problemen te veranderen c.q. op
timaliseren. Duidelijk is wel dat het
individuele areaal blijft leven, zeer
sterk zelfs.
Harrie Hoitink
Het KNLC blijft streven naar de invoering van een individueel basis
areaal. Een streven dat, zo bleek overduidelijk tijdens de vergadering
van de Afdeling akkerbouw, zeer sterk leeft.
De Afdeling Veehouderij van het
KNLC vindt het onverantwoord dat
de overheid wil gaan bezuinigen op
deeL- en R-regeling. Sinds 1 juli
jongstleden ligt de veterinaire ver
antwoordelijkheid op bedrijfsniveau.
Eerj goede I- en R-regeling on
dersteunt de veehouders daarbij.
Door de aangekondigde bezuinigin
gen springt de overheid laconiek om
met de uitvoering van de Brusselse
regelgeving, aldus de Afdeling.
9b
Vanaf 1 juli 1992 vinden geen vete
rinaire controles meer plaats aan de
grenzen tussen de EG-lidstaten. Het
land dat dieren verzendt moet er
voor zorgen dat geen ziekten of an
dere risico's voor volks- of dierge
zondheid naar een andere lidstaat
gebracht worden. Er vindt nog
slechts op de plaats van bestem
ming steekproefsgewijs controle
plaats. Het ontvangende bedrijf
heeft de verantwoordelijkheid ge
constateerde afwijkingen te mel
den. Aan de buitengrens van de EG
vindt stelselmatig controle plaats op
dieren en produkten die op het
grondgebied van de EG worden ge
bracht.
Verplichting
De Afdeling Veehouderij van het
KNLC betwijfelt of deze veterinaire
regeling waterdicht is. De veehou
der is in hoge mate verantwoordelijk
voor wat er op zijn erf wordt gelost.
Daarom moet de I- en R-regeling
goed voor elkaar zijn. Vanuit Brussel
komt de verplichting dat de I- en R-
regeling per 1 januari 1993 rond
moet zijn. Voor een aantal diersoor
ten is dat in Nederland niet moge
lijk. Dat geldt ook voor schapen. De
sector werkt er aan om de I- en R-
regeling voor elkaar te krijgen. De
overheid dreigt echter fors in te
krimpen op haar budget hiervoor.
De Afdeling vindt dit onverant
woord. Er is juist haast geboden bij
het opzetten van een goede rege
ling. Ook bij andere sectoren wil de
overheid minder geld gaan besteden
aan de I- en R-regeling. Volgens de
Afdeling Veehouderij springt de
overheid zo wel erg laconiek om
met de uitvoering van de Brusselse
regelgeving.
De overheid wil daarnaast ook nog
gaan bezuinigen op haar reserves
voor eventuele calamiteiten. Onder
andere voor schade door Mond- en
Klauwzeer heeft het ministerie geen
cent ruimte voor vergoedingen. De
Afdeling vindt dit een slechte zaak.
Door de veranderingen op Europees
niveau zijn meer ziekte-uitbraken te
verwachten en zou juist meer geld
beschikbaar moeten zijn.
Voor veehouders bestaan steeds
minder mogelijkheden om aan
spraak te maken op een schadever
goeding. De Afdeling wil de
veehouders waarschuwen voor dit
gevaar. Bij twijfel dienen de veehou
ders de vrachtwagen te weten van
het erf, om ellende te voorkomen.
Geert Pinxterhuis
"Een effectief landbouwmilieubeleid vereist een breed draagvlak. Daarom is
het verheugend dat agrariërs steeds meer bereid blijken hun verantwoorde
lijkheid te nemen."
H.M. Koningin Beatrix in Troonrede (Staatscourant, 15 sep
tember 1992).
"De NCB viert in 1996 gegarandeerd haar honderdjarig bestaan. De nood
zaak voor een samenvoeging ontbreekt volledig. We zijn de grootste boeren-
organisatie van het land."
H. van Dinther, woordvoerder NCB, over uitbreiding van de sa
menwerking tussen NCB en LLTB (Brabants Nieuwsblad, 15
september 1992).
"De Nederlandse aardappelteler is gewend dat er na een slecht jaar weer
een goed jaar komt."
Prof. dr. L. Zachariasse, direkteur LEI (De Volkskrant, 10 sep
tember 1992).
"Hogere kosten en lagere prijzen. Het lijkt we! of alsof de overheid het nodig
vindt een landbouwcrisis af te dwingen."
G. Doornbos, voorzitter CBTB (Leeuwarder Courant, 8 sep
tember 1992).
Eenmaal per jaar vervult de Ko
ningin één van haar koninklijke
plichten, namelijk het openen
van het vergaderjaar van de
Staten-Generaal in Nederland.
Door het voorlezen van de Troon
rede brengt zij de beleidsvoorne
mens van het zittende kabinet
onder de publieke aandacht. Een
dag die door velen verschillend
wordt beleefd: voor de één de
pracht en praal, voor de ander de
harde economische, maatschap
pelijke, financiële en/of sociale
werkelijkheid.
Onvermijdelijk
Daarbij zijn deze werkelijkheden
uiteraard relatief: inwoners van
bijvoorbeeld Somalië zullen daar
op een ander niveau over oorde
len dan inwoners van Nederland.
Ondanks de realisering van som
mige verbijsterende verschillen in
levensstandaard in de wereld (en
zonder dat alleen maar passief te
constaterenis het onvermijdelijk
dat de werkelijkheid van de ei
gen leefomgeving centraal staat.
Vanuit die positie beoordelen
dan ook individuen en groeperin
gen in de samenleving de be
leidsvoornemens van de rege
ring, gepresenteerd op Prinsjes
dag middels de Troonrede en
verder vertaald in de Miljoenen-
nota('s). Met in de hand de diver
se commentaren en kritieken
kan de democratie-machine
weer een jaar vooruit om in op
perste wijsheid de vele besluiten
voor volk en vaderland te ne
men. Als be/angenbehartigende
organisatie zullen wij ons daarbij
niet onbetuigd laten en via de
structuren die daarvoor staan
onze rol zo optimaal trachten te
spelen.
Rijksbegroting
Al jaren worstelen kabinetten
met het probleem van een te vet
te overheid en een te groot
'rondpompcircuit'. Een taaie ma
terie, omdat niet alleen aanvan
kelijk de meningen hierover
verschilden, maar evenzo omdat
het terugdraaien c.q. veranderen
van verworvenheden maat
schappelijk bijna niet te vertalen
is. Zowel omgevingsduurzaam
heid als economische, financiële
en sociale duurzaamheid wordt
makkelijk beleden, maar het mag
geen sneetje in eigen vlees
kosten. Daarnaast bemoeilijkt
een zeer hoog solidariteitsbegrip
in Nederland ook wel het één en
ander.
De grotere politieke en sociaal-
economische schaal waar we
naar op weg zijn (Europese Mo
netaire Unie) geeft echter steeds
minder nationale ruimte. Daarom
zal het noodzaak zijn om het
overheidsbeleid in de Europese
context te plaatsen en vanuit de
Europese context te beoordelen.
Elementen a/s overheidsschuld,
financieringstekort, collectieve
lastendruk, sociale zekerheid,
fiscale politiek en milieubeleid
kunnen dan ook niet meer eng
Nederlands bezien worden. Dit
geldt zowel voor de hele samen
leving, a/s voor de land- en tuin
bouw, voor zover het deze
sectoren specifiek aangaat.
Zonder hier verder op in te gaan
is het duidelijk dat er nog het één
en ander moet gebeuren. Ge
constateerd kan worden dat de
begroting qua opzet ambitieus is
met fase-risico's en aanzienlijke
onzekerheden. De internationale
conjunctuur, rentestanden, de
koers van de dollar en de prijs
van ruwe olie zijn namelijk uiterst
positief ingeschat en de rijksbe
groting heeft geen of nauwelijks
een post 'Onvoorzien'.
Begroting LNV
Bij het Ministerie van LNV lijkt de
karakterverandering sterk door
te gaan. Natuur en Landschaps
beheer worden steeds overheer
senden Dat is niet alleen
beleidsmatig te merken, maar
evenzeer bij interne verschuivin
gen van begrotingsposten. Veel
geld voor ontwikkeling van de
land- en tuinbouwstructuur ver
dwijnt zo in bijvoorbeeld het
nieuw opgerichte Groenfonds.
Daarbij moet geconstateerd wor
den dat wederom onevenredig
bezuinigd wordt op LNV. Onbe
grijpelijk en verwerpelijk en een
grote verantwoording voor de
minister van LNV. Bovendien nog
omgeven met risico's a/s ge
dacht wordt aan de fase bezuini
ging bij de Gezondheidszorg
Dieren. Wrang is het ook dat
landschaps- en natuurontwikke
ling (in feite een infrastructuur)
betaald gaat worden uit onder
andere verhoging van de pacht
prijs. Landschap en agrarische
natuur zijn in feite altijd een re
sultante geweest van economi
sche landbouw. Als de samenle
ving deze resultante anders wil,
dan is het een juiste argumenta
tie dat die last niet op de agrari
sche leden en de agrariër wordt
gelegd, maar dat de samenleving
a/s geheel betaalt.
Het is helemaal onjuist en eigen
lijk een politieke verkrachting om
de inkomstentoeslagen ter com
pensatie van forse prijsverlagin
gen in 't kader van de EG-land-
bouwhervormingen daaraan
eventueel te koppelen.
De minister lijkt zichzelf bij dit
soort zaken voorbij te lopen. Het
nu ter discussie stellen van voor
waarden aan inkomenstoeslagen
en de noodzaak van verdere
landbouwbeleidshervormingen
(terwijl het dit jaar bes/otene nog
grotendeels moet worden inge
vuld en vertaald naar boerenerf)
creëert onrust, ergernis en verla
tenheid.
Realiteitszin
Opvallend is dat in de begroting
van LNV met geen woord wordt
gerept over de enorme ar-
beidsproblematiek in een aantal
agrarische sectoren. Bij een Mi
nisterie dat nog steeds op secto
rale aansturing is gebaseerd, kan
daar niet aan voorbij worden ge
gaan. Andere ministers bemoei
en zich ook te pas en te onpas
met LNV-zaken. Gelukkig soms
ook blunderend, zoals de heer
De Vries van Sociale Zaken met
het metam-natrium-verbod. Ten
aanzien van de arbeidsproblema-
tiek mag de minister zich best
eens in de discussie mengen om
te trachten enige realiteitszin in
te brengen bij het Haagse geleu
ter en het verschuilen achter de
arbeidsvoorwaarden en arbeids
omstandigheden.
Een zelfde realiteitszin die ook
verwacht mag worden bij de mi
lieuproblematiek in de breedste
zin. Ook daar zit af en toe nog
een groot gat tussen de Haagse
droom en de plattelandswerke
lijkheid.
Marius Varekamp
voorzitter KNLC