Waar ligt de grens?
Nieuws en Commentaar
i 3
Bestaanszekerheid stierenmester
staat door EG-beleid op het spel
Ingezonden
Geen tijd, geen adem
Overleg over extensiveringsregeling
Landbouwbegroting
legt teveel accent
op natuur
VRIJDAG 11 SEPTEMBER 1992
Welke rekensom je ook maakt, vast
staat nu al dat de Nederlandse
rood vlees producenten er met de
nieuwe EEG-steunmaatregelen flink
op achteruit gaan. Het areaal groen-
voedergewassen wordt bepalend
voor een bijdrage. Tussen ministerie
en Landbouwschap is momenteel
intensief overleg gaande over een
extensiveringsregeling. Dit om de
500 gespecialiseerde mesters in
Nederland hun bestaanszekerheid
te laten behouden.
In 1993 kan een stierenmester voor
3,5 grootvee-eenheden per hectare
snijmais een premie van f 238,—
aanvragen. Omgerekend komt dat
op 5,5 stieren per ha. De dieren
moeten 10 maanden oud zijn. Bij
een leeftijd van 22 maanden kan
nogmaals een bedrag van f 238,—
worden ontvangen. Er geldt een li
miet van 90 stieren. Om het volle
bedrag binnen te halen is zo'n 16 ha
snijmais nodig. Onzeker is volgens
voorzitter B. Warmelink van de
hoofdafdeling Veehouderij van het
Landbouwschap welke gewassen
onder de groenvoeders gaan vallen.
'Snijmais in ieder geval. Voederbie
ten vermoedelijk ook wel. Maar of
gras er onder zal vallen is nog hele
maal niet zeker. Verder bestaat er
onduidelijkheid over het gebruik van
o.a. bietekoppen'.
Individueel of regionaal
Hoe hoog het uiteindelijk Neder
landse premie-aandeel zal zijn is nog
een discussiepunt. 'Er wordt ver
schillend gedacht', zegt Warmelink.
'Welke keuze is voor Nederland de
meest gunstige? Een individuele of
regionale invulling. We moeten er in
Brussel het maximale uit zien te ha
len. Het vervolg hierop zal dan zijn
hoe het met de overdracht van de
premierechten gaat. Moet het bij de
roodvleesproducenten dezelfde kant
op gaan als met het melkquotum'?
Een pluspunt vindt Warmelink, dat nu
ook Bukman inziet dat er iets moet ge
beuren. 'Bukman is er inmiddels van
overtuigd dat bij uitvoering van de
EEG-landbouwmaatregelen de gespe
cialiseerde mesters het niet zullen bol
werken. Zeker niet als er een overaan
bod van vlees blijft en de prijs jaarlijks
daalt. De mogelijkheid is daarom niet
Akkerbouwend Nederland steunt en
kreunt. Een inventarisatie onder
boeren welke de laatste weken een
voorlichtingsbijeenkomst hebben
bezocht leert ons dat men zeer te
leurgesteld, opstandig, teneergesla-
gen en verbijsterd is. Er wordt
gesproken over desastreus, maar er
zijn ook boeren welke zeggen: we
zullen wel zien waar het schip
strandt maar stranden zal het.
Groep Emmeloord heeft de plannen
van MacSharry nooit als oplossing
gezien. De meeste pijn ligt in de
woorden compensatie, braak en
spilfunctie graan, want iedere boer
die rekent weet dat het geen com
pensatie voor de prijsdaling is. Op
het moment dat men meer produ
ceert dan het ministerie aangeeft
als gemiddelde, gaat men de boot
in. Het gemiddelde is dus niet goed
vastgesteld, het is niet duidelijk wat
de uitgangspunten zijn, het is wel
een middeling van tarwe, gerst, ha
ver en rogge.
Als we uitgaan van een bedrijfsge-
middelde van 8000 kg wintertarwe
per ha in een kleigebied, is het sal-
doverlies inclusief de steun en
braakvergoeding ongeveer f 500,—
per ha bij 30 ha graan.
Voor braak is er een vergoeding van
f 851,— of f 614,—. Hoe komen
we dan uit met f 851,— per ha?
Grondaankoop f 30.000,— per ha,
rente 8%, aflossing 3%; dit geeft
jaarlasten van f 3.300,—. Bij gron
daankoop tegen verpachte waarde
f 15.000,— per ha zijn de lasten
nog f 1.650,—. Ook de huidige
pachten zijn momenteel hoger dan
de braakvergoeding minus de varia
bele kosten. Conclusie: iedere hec
tare braak kost de boer geld. Wat
betreft de spilfunktie, kan gekeken
worden naar de huidige prijzen van
het gros van de vrije produkten, 5%
van het huidige akkerbouwareaal be
planten met vollegrondsgroente heeft
100% uitbreiding in deze sector. Als
men de raad heeft opgevolgd van over
heid en standsorganisaties, bedrijfs-
vergroting, dan kost het heel veel geld.
De onduidelijkheden zijn ook een
factor welke grote aanslagen plegen
op de boer. Kan er non-food worden
verbouwd op braakland? Zo ja, wat
mag er dan wel en wat niet en is er
een contract voor te krijgen? Zo
nee, hoe zit het dan in de ons omrin
gende landen? Wie controleert het
geheel, en wie moet al deze contro
le betalen? De boer betaalt het ge
lag, want het ministerie van LNV
heeft zoveel geld nodig vbor contro
le dat er voor het voorwaarden
scheppend beleid niets meer
overblijft. Onderzoek, voorlichting
en onderwijs worden steeds gekort.
De EG heeft de contouren voor de
MacSharry plannen gesmeed, na
tionaal wordt er nu invulling aan ge
geven. Dat betekent een nog
grotere concurrentievervalsing voor
de Nederlandse boer. Van de men
sen uit politiek Den Haag verwach
ten we dat er voor de boeren een zo
goed mogelijke nationale invulling
komt. In de omringende landen
wordt wel voor nationale steun
gezorgd.
Onze minister van LNV zei afgelo
pen week op de Floriade, dat het ge
ven van inkomenssteun aan boeren
gekoppeld moet worden aan een
duidelijke contraprestatie in het ka
der van natuur en landschapsonder-
houd. Waar is onze Vaste
Kamercommissie Landbouw om de
minister terecht te wijzen op zijn
woorden? De inkomenssteun is niet
toereikend als compensatie Hoe
kan men dan iets eisen als tegen
prestatie? Ook wil onze minister er
nog milieu-eisen aan gaan hangen.
Naar wij weten zijn de milieu-eisen
voor de landbouw al vastgelegd in
allerlei nota's zoals het Meerjaren
plan Gewasbescherming.
Groep Emmeloord is bereid om met
de politiek te praten, om uit te leg
gen waar de knelpunten zitten, om
samen te zoeken naar een oplossing
waarbij niet duizenden boeren hun
bedrijven moeten sluiten ten gevol
ge van de MacSharry plannen. De
spilfunctie van de granen dient hier
bij voorop te staan, leder welden
kend mens weet toch dat zonder
een renderende graanteelt de akker
bouw zal verdwijnen.
Groep Emmeloord
Voor nadere inlichtingen:
Edo Veeman, telefoon 03211-1443
Aly Wisse, telefoon 01199-5788
uitgesloten dat er voor de grote bedrij
ven een extensiveringsregeling komt.
Als zo'n extra bijdrage er komt zal de
minister van financiën moeten bijsprin
gen en daar kan het dan gaan wringen'.
Warmelink betwijfelt overigens of het
al of niet doorgaan van een tegemoet
koming voorde roodvleesproducenten
afdoende zal zijn.
Ruimte
Op de dinsdag jl. gehouden KNLC
veehouderij vergadering is wederom
uitvoerig gediscussieerd over de
roodvleesproblematiek. Commissie
lid W. van Veldhuizen: 'Het gaat nu
om de Nederlandse invulling. Alles
is de revu gepasseerd. Wij denken
dat er ruimte in kan zitten maar dan
moet het ministerie wel meewer
ken. Het huidige beleid wil de kop
peling vee-grond niet loslaten.
Bedrijven met weinig grond gaan
met de komende regeling jaarlijks
inleveren. Over enkele jaren is 2
grootvee eenheden per ha het
maximum'.
Toch valt er bij Van Veldhuizen nog
enig optimisme te bespeuren. 'Het
is goed mogelijk dat de kalver- en
voederprijzen gaan dalen. Dit com
penseert dan voor een groot gedeel
te de premie die de grote bedrijven
mislopen. Jaarlijks komt er minder
vlees op de markt, dus het is lang
niet uitgesloten dat over enige tijd
het interventiebeleid niet meer no
dig is. De markt trekt dan weer aan
en het premiestelsel wordt afge
bouwd. De gespecialiseerde bedrij
ven kunnen dan weer aan het
langste eind trekken'. Voorlopig zul
len de stierenmesters nog in het on
zekere blijven. Voor eind oktober
wordt de definitieve regelgeving niet
verwacht.
J.v.T.
Het is dat het erop staat, maar anders zou je bij het doorbladeren er
van niet echt de indruk krijgen dat je met de landbouwbegroting voor
1993 bezig bent. Op vrijwel elke bladzijde overheerst natuur en milieu
en is land- en tuinbouw daaraan onderschikt.
Op onderdelen gaat dat sorps zeer ver, zoals bijvoorbeeld bij de voor
nemens over het opstellen van soortbeschermingslannen in het kader
van het soortenbeleid: "Naar verwachting zullen de plannen voor de
kraanvogel, de lepelaar, de geelbuikvuurpad en de vroedmeesterpad
nog dit jaar gereed zijn. Voor 1993 staan de kerkuil, akkerkruiden en
de orchideeën op de rol. In 1994 zijn de boomkikker, de beek- en zee
forel en de linden aan de beurt," aldus het persbericht.
Voorwaar een voortvarend en ambitieus programma. Jammer, dat
boer en tuinder er ook niet tussen staan. Maar ja, dat zijn geen "soor
ten" al worden ze -met dit beleid- wel met uitsterven bedreigd. Maar
misschien is dat laatste ook wel de bedoeling. De hele landbouwbe
groting staat vol van weer verdere beperkingen en lastenverzwarin
gen voor boer en tuinder. Zo warm a/s het beleid is voor natuur en
milieu, zo kil en koud is het voor boer en tuinder.
Wat zal het schip keren
In een landbouwbegroting zou je toch mogen verwachten dat boer
en tuinder centraal staan, maar daar is geen sprake van. In plaats van
wat meer lucht voor de land- en tuinbouw worden de duimschroeven
nog verder aangedraaid, dan wel wordt daarmee gedreigd. Ik ben er
echter van overtuigd dat de wal het schip zal keren. De praktijk kan
dit allemaal niet meer verstouwen en dus wordt ook het natuur- en
milieubeleid van het Ministerie van LNV onuitvoerbaar. Triest, maar
waar. We doen er met elkaar verstandig aan het niet zo ver te laten
komen.
Ik pleit er daarom opnieuw voor, dat de agrarische sector -en met na
me de akkerbouw- meer tijd en adem gegund wordt om zich aan te
passen. Desnoods moet dat -tijdelijk- ten koste gaan van de middelen
voor natuur en milieu. We zullen de politiek ervan moeten zien te
overtuigen, dat er zonder een gezonde boeren- en tuindersstand in dit
land ook geen gezond natuur- en milieubeleid mogelijk is en dat een
perspectiefrijke agrarische sector een conditio sine qua non is voor
een gezond milieu en een florerende natuur. En dat laatste willen we
toch allemaal? Nou dan!
J. Oggel
Drs. P. Bukman
Hiervoor zal onder meer worden ge
put uit de post structuurontwikke-
ling, de verkoop van domeingronden
en uit verhoging van de pachtprijs.
Het Landbouwschap vindt dat de
zorg voor natuur en landschap een
zaak is voor de samenleving als ge
heel. Het aangekondigde aardgas-
batenfonds moet daarom ook voor
investeringen in deze richting wor
den aangewend.
Het Landbouwschap vreest dat het
kabinet met de bezuinigingen op de
gezondheidszorg voor dieren grote
risico's neemt. Door de voltooiing
van de interne Europese markt krijgt
de veehouderij toch al meer eigen
verantwoordelijkheden op dit ter
rein. Gezondheidszorg blijft echter
een gezamenlijke verantwoordelijk
heid van overheid en bedrijfsleven.
Door de aangekondigde verhoging
van de veekeuringstarieven dreigt
Nederland zich internationaal uit de
markt te prijzen. Teleurstellend vindt
VERVOLG VAN VOORPAGINA
het Landbouwschap dat er geen
aandacht wordt besteed aan de pro
blemen op het gebied van de ar
beidsvoorziening en arbeidsomstan
digheden in de land- en tuinbouw.
Reactie Landbouworganisaties
De drie Centrale Landbouworganisa
ties gaan in hun reactie op de begroting
eveneens op de arbeidsmarktproble
men in. Met spanning wordt gewacht
op een reactie van het kabinet op het
rapport 'De oogst van een gecoördi
neerde aanpak' over de arbeidsvoor
ziening in de tuinbouw.
Vooral de maatregelen om de pro
blemen rond de gelegenheidsarbeid
op te lossen zijn daarbij van belang.
Dat de overheidsbemoeienis op een
aantal terreinen gaat afnemen en
dat meer zaken worden overgelaten
aan de verantwoordelijkheid van het
Drs. J. Gabor.
bedrijfsleven, beoordelen de CLO
positief. Dit geldt ook voor de uit
voering van het milieubeleid. De
aankondiging van een aanscherping
van de gebruiksnormen van mest en
verlaging van de grondgebonden
mestproduktierechten keuren de
CLO af.
Het Produktschap Vee en Vlees
constateert dat de overheid de in
tensieve veehouderij in de kou laat
staan. De producenten krijgen vol
gend jaar een extra lastenverhoging
van 60 tot 80 min gulden voor de
kiezen. Vooral voor kwaliteitszorg,
keuring en bestrijding van dierziek
ten lopen de overheidsbijdragen met
tientallen miljoenen guldens terug.
De bedrijven moeten dit nu zelf op
vangen. Volgens voorzitter Rob Ta-
zelaar hebben minister Bukman en
staatssecretaris Gabor zich laten
uitkleden. 'Nu staan niet alleen zij,
maar ook alle werkers in de inten
sieve veehouderij volledig in de kou'.