Varkenshouders hebben vertrouwen in toekomst PR-publikaties over automatisch melken Wandplaat melkveehouderij 'Bestempeld SKV-vlees verlaat de slachterijen' Japanse neus ruikt beregeur Onderzoek ABN AMRO in verband met VIV Eerste Nederlandse varkensvlees op 6 oktober in Japan Het Produktschap Vee en Vlees (PVV) blijft op zoek naar een apparaat waarmee vlot de geur van berevlees kan worden vastgesteld. Als eis wordt gesteld, dat het dezelfde ge- voeligheidskarakteristiek moet hebben als de menselijke neus. Op het ogenblik wordt bere geur in varkensslachterijen vastgesteld via menselijke waarneming. Omdat de gevoe ligheid voor beregeur bij ieder mens verschillend is, is het re sultaat niet altijd even be trouwbaar. In Japan bestaat een apparaat, dat mogelijk in staat is beregeur op te sporen met dezelfde gevoeligheid als de menselijke neus. Het PVV wil de werking ervan laten be oordelen door TNO. VRIJDAG 18 SEPTEMBER 1992 15 nodig. Een ontwikkeling die ook door de eisen in het kader van hy giëne en 1KB in de hand wordt gewerkt. Als gevolg van dezelfde over heidsmaatregelen wordt de noodza kelijke verbetering van de bedrijfsstructuur echter belemmerd. De bedrijfstak leeft momenteel in grote onzekerheid (denk aan het wel of niet invoeren van een verplaat- singsbesluit), wat de verbetering van de bedrijfsstructuur en de tech nische ontwikkeling vertraagt en de internationale concurrentiepositie onder druk zet. Op dinsdag 6 oktober arriveert het eerste Nederlandse varkensvlees in Japan. Het wordt geleverd door Co- veco in Velp. Ter gelegenheid daar van wordt in de Japanse hoofdstad Tokio een seminar gehouden. Dat gebeurt op initiatief van het Pro duktschap Vee en Vlees (PVV) in nauwe samenwerking met het mi nisterie van Landbouw, Natuurbe heer en Visserij. Aan het seminar wordt deelgenomen door Japanse en Nederlandse vertegenwoordigers van bedrijfsleven, overheid en pers. Japanwaardige varkens moeten in Nederland geboren en getogen zijn en er gelden beperkingen voor het gebruik van geneesmiddelen. De dieren moeten op de boerderij strikt gescheiden worden gehouden van niet Japanwaardige varkens. Dat zelfde geldt voor transport, slach ten, bewerken, verwerken, koelen en vriezen. De Japanse markt is interessant voor de Nederlandse varkenssector. Het prijsniveau ligt er enkele gul dens per kg hoger dan hier. Naar verwachting zal de export van var kensvlees in eerste instantie onge veer 5.000 ton per jaar bedragen. Als daarna meer bedrijven de export ter hand nemen, kan de hoeveelheid oplopen tot meer dan 25.000 ton per jaar. Japan heeft vooral belang stelling voor lendestukken en buiken. Maar liefst 84 procent van de var kenshouders in Nederland is van mening dat het goed gaat met de bedrijfstak. Twee jaar geleden lag dit percentage nog op 17 procent. Dit blijkt uit een onderzoek van de ABN AMRO ter gelegenheid van de Vakbeurs voor de Intensieve vee houderij (VIV). De VIV wordt ge houden van 23 t/m 26 september in de Jaarbeurs te Utrecht. Het onderzoek naar de bedrijfscon- tinuïteit is uitgevoerd onder gespeci aliseerde varkenshouders, waarbij onderscheid is gemaakt naar be- drijfstype en bed rijf sgrootte. Over het algemeen zijn de fokzeugen- en gesloten bedrijven iets optimisti scher dan de mestvarkensbedrijven. Gevolgen mest- en milieuwetgeving Als gevolg van het versneld invoe ren van een aantal maatregelen door de overheid om het mestover schot en de milieuproblemen verder in te dammen, is het aantal varkens houders dat zegt last te hebben van de mestwetgeving in de afgelopen jaren toegenomen tot 57 procent. De grotere bedrijven worden als ge volg van het relatief grotere mest overschot eerder geconfronteerd met de gevolgen van de mestwetgeving dan de kleinere bedrijven, maar de effecten zijn voor de kleinere bedrij ven groter. De meeste bedrijven hebben voor de afzet van de mest een contract afgesloten. De bereid heid om langlopende leveringscon tracten af te sluiten is de afgelopen jaren toegenomen. Nu zegt 77 pro cent hiertoe bereid te zijn, tegen 46 procent in 1988. Mineralenoverschot Van de gespecialiseerde varkens houders zegt driekwart in staat te zijn het overschot aan mineralen op het eigen bedrijf terug te kunnen brengen. Deze groep denkt het mi neralenoverschot gemiddeld met 21 procent te kunnen reduceren. De grotere bedrijven zijn beter in staat Naar verwachting zullen de komen de jaren de eerste versies van 'auto matische melksystemen' op de markt komen. Hieronder wordt een melkautomaat (robot) verstaan met daarbij een managementsysteem om inpassing in het bedrijfsbeheer mogelijk te maken. De bedrijfsvoering is van oudsher opgebouwd rondom het tweemaal daags melken van de koeien. Er wordt slechts op zeer beperkte schaal in een aantal landen driemaal daags gemolken. Bij automatisch melken is het geen noodzaak meer dat de veehouder(ster) of medewer kers met de hand verrichtingen doet tijdens het melken van elke koa Hiermee wordt bereikt dat de arbeid en het melken van koeien zijn ont koppeld. Realisering hiervan bete kent een doorbraak in de mechanisatie en automatisering van het melkveebedrijf. Deze technische ontwikkeling in ogenschouw nemende heeft het bestuur van het Proefstation voor de Rundveehouderij, de Schapen houderij en de Paardenhouderij ge vraagd om het automatisch melksysteem in een breder perspec tief te plaatsen en vooruitzichten te schetsen. Tevens geeft de studie aan in hoeverre (praktijkgericht) on derzoek naar een automatisch melksysteem wenselijk is en of on derzoek naar inpassing van zo'n systeem binnen het melkveebedrijf opgestart moet worden. Een zwart-wit afdruk van de nieuwe, kleurrijke wandplaat. Het Landbouwschap heeft de circa 45.000 melkveehouders in Neder land een wandplaat gestuurd die een modern, milieuvriendelijk melk veehouderijbedrijf in beeld brengt. De plaat laat zien hoe de Nederland se melkveehouderij de 21ste eeuw tegemoet gaat. De teke naar, Hilbert Bolland, baseerde zich op het stikstofactieplan dat het Landbouwschap voor de rundvee houderij heeft gemaakt. Bij de vormgeving heeft de tekenaar zich gedeeltelijk laten inspireren door het proefbedrijf voor melkvee houderij en milieu "De Marke" in Hengelo (Gelderland). De voorzitter van het Landbouwschap, de heer drs. J.W.E.W. Mares, heeft De Marke donderdag bij de officiële opening een fotografische vergroting van de wandplaat aangeboden. De produktie van de wandplaat werd verzorgd door de Stichting Pu blic Relations Land- en Tuinbouw. De wandplaat is gratis verkrijgbaar bij de afdeling Pers en Voorlichting van het Landbouwschap, tel. 070 - 3526780. het mineralenoverschot terug te brengen dan de kleinere bedrijven. Ook hebben de gesloten bedrijven hier minder moeite mee dan de overige bedrijven; met name bij de mestvarkensbedrijven levert dit rela tief de meeste problemen op. Hinderwetvergunning Van alle bedrijven heeft tot nog toe 12 procent problemen ondervonden bij het aanvragen van een hinder wetvergunning. Ongeveer eenderde van de gespecialiseerde varkensbe drijven verwacht de komende vijf jaar te moeten investeren om aan de eisen van de hinderwetgeving te (blijven) voldoen. De mestvarkens bedrijven moeten vaker in verband met de hinderwet investeren dan de overige gespecialiseerde varkensbe drijven, maar bij de fokzeugenbedrij- ven gaat het gemiddeld om een hoger investeringsbedrag. Investeringen Ondanks de noodzaak om in ver band met de mest- en milieuwetge ving te investeren wordt in het onderzoek als belangrijkste aanlei ding om in 1992 of 1993 te investe ren de modernisering van het bedrijf genoemd. Investeringen in de ver bouw of nieuwbouw van stallen en stalinrichting komen het meest voor. Verwacht mag worden dat, als gevolg hiervan, de verbetering van de technische resultaten in de var kenssector onverminderd zal doorgaan. Onder invloed van de eisen met be trekking tot o.a. hygiëne en kwaliteit zet de trend naar gesloten bedrijven langzaam door. Ongeveer één van de tien varkenshouders investeert om het bedrijf gesloten te maken, hetgeen bij de fokzeugenbedrijven vaker voorkomt dan bij de mestvar kensbedrijven. Bedrijfsgrootte De helft van de ondernemers geeft te kennen niet te voldoen aan de door henzelf gestelde normen met be trekking tot de minimale bedrijfsom vang voor bestaansrecht. Mestvarkensbedrijven zeggen vaker niet aan de gestelde norm te vol doen dan de fokzeugenbedrijven. In het kader van de bedrijfscontinuï- teit zal dus een groot aantal var kenshouders een oplossing moeten vinden om aan de norm voor de mi nimale bedrijfsomvang te voldoen. Ondanks dat uitbreiding van het be drijf voor veel varkenshouders een noodzaak is, is dit door de wet- en regelgeving voor een groot aantal bedrijven echter niet mogelijk. Van alle bedrijven zegt namelijk 78 pro cent geen mogelijkheden te hebben om het bedrijf uit te breiden. De be langrijkste reden is dat het mest quotum ontoereikend is. Het feit dat het mestquotum niet verhandelbaar is, belemmert een aantal onderne mers om de noodzakelijke bedrijfs- uitbreiding te realiseren. Zes van de tien ondernemers is dan ook van mening dat het mestquotum vrij verhandelbaar moet zijn. Ruim de helft van de varkenshou ders geeft aan dat, als gevolg van de ecologische richtlijnen, het huidi ge bedrijf niet meer kan worden uit breid, ook al zou een mestquotum aanwezig zijn. Bedrijfscontinuïteit De varkenshouderij wordt gecon fronteerd met toenemende kosten als gevolg van de mest- en milieu wetgeving. Kleinere bedrijven zijn minder goed in staat om de noodza kelijke investeringen, die de rentabi liteit niet ten goede komen, op te kunnen brengen. Een verdergaande schaalvergroting en specialisatie is Maandag j.l. werd het allereerste SKV-kalverkarkas door de heer J.W. Dijkman, controleur van de Rijks dienst voor Keuring van Vee en Vlees (RVV) gestempeld (zie foto). Hiermee werd dit kalfsvlees 'gega randeerd vrij van verboden en door de consument niet-gewenste stof fen' verklaard. Deze historische ge beurtenis werd bijgewoond door de voorzitter van de SKV (Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalveren), de heer B.J. Odink en de voorzitter van de COV (Centrale Organisatie Vleesgroothandel), de heer J.J. Ra- mekers. Het SKV-stempel is gekop peld aan het EEG-stempel van de aangesloten slachterijen. Per karkas worden 5 stempels gegeven, zodat ook de afzonderlijke delen van het kalf nog als SKV-vlees herkenbaar zijn. Na die eerste stempel kon het stem pelen bij SKV-aangeslotenen door heel Nederland een aanvang nemen, waarna de eerste partijen SKV- kalfsvlees uitgereden werden. In de komende dagen kunnen Nederland se en buitenlandse klanten van SKV-slachterijen hun eerste zending kalfsvlees onder het keurmerk: Con trolled Quality Veal, verwachten. RVV-contro/eur J.W. Dijkman stempelt het eerst SKV-kalverkarkas

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 15