Tarwerassen worden steeds beter Nieuwe aardappelrassen IRS: bietenopbrengst boven gemiddelde Mechanische onkruidbestrijding dringt herbicidengebruik zaaiuien fors terug Vivant haalt meeste kilo's De akkerbouwer kan bij de rassen- keus voor de tarwe kiezen uit steeds hoogwaardiger rassen. Dankzij de veredelaars zijn er nu en kele rassen beschikbaar die een ho ge opbrengst koppelen aan een hoge kwaliteit, en die bovendien weinig gevoelig zijn voor ziekten. Een van de nieuwe rassen is de He- reward, een ras van VanderHave. Dit is een pure baktarwe, die - volgens cijfers t/m oogst 1991 van het Cen trum voor Plantenveredelings- en Reproductieonderzoek (CPRO) - een opbrengstcijfer heeft van 105. Vol gens productmanager Nederland van het kweekbedrijf B.J.M. van der Weijden heeft Hereward een unieke opbrengst/kwaliteit verhouding. 'Een ras met een vergelijkbare kwa liteit heeft al een zeven punten lager opbrengstcijfer'. De productmana ger noemt als een van de voordelen van Hereward de zeer goede strostevigheid. Dit jaar kwam er in dit (kortstro-)ras dan ook nagenoeg geen legering voor. Hij verwacht dat Hereward volgend jaar op de Ras- senlijst komt. Er is voldoende zaai zaad van beschikbaar. Een ander ras van VanderHave, de Vivant, haalt nog veel hogere op brengsten. Volgens CPRO-gegevens haalt dit ras een opbrengstcijfer van 118. In de praktijk zijn ook inderdaad zeer hoge opbrengsten gehaald, in de Hoeksche Waard (Van der Weij den: 'een van de gebieden waar de hoogste tarwe-opbrengsten worden gehaald') tot wel boven de elf ton per ha. Op de proefveldpercelen waarop sommige handels/kweekbe- drijven rassen onderling vergelijken scoort de Vivant in alle gevallen de hoogste opbrengst, althans voorzo ver de resultaten nu bekend zijn. VanderHave kijkt dan ook niet vreemd op van de grote vraag naar zaaizaad. 'Op grond van die vraag De Commissie voor de Samenstel ling van de Rassenlijst voor Land bouwgewassen deelt mede dat de volgende aardappelrassen voor het eerst op de Beschrijvende Rassen- lijst zijn geplaatst. Consumptie-aardappelen - voorna melijk bestemd voor het binnenland Asterix, kweker Ropta-ZPC, St. An- naparochie. Een vrij laat consump tieras, amA resistent, met een vrij goede consumptiekwaliteit. Het ras is middelmatig tot matig resistent tegen Phytophthora in het loof en goed tot zeer goed resistent tegen Phytophthora in de knol. Disco, kweker maatschap A. en P.H. Smeenge, Tollebeek, vertegenwoor diger Wolf en Wolf b.v., Lelystad. Een middenlaat consumptieras, amA resistent, met een vrij goede consumptiekwaliteit. Het ras is mid delmatig tot vrij goed resistent te gen Phytophthora in het loof en goed resistent tegen Phytophthora in de knol. Aardappelen - voor de verwerkende industrie Asterix. Een ras met een goede tot zeer goede friteskwaliteit en weinig tot zeer weinig verkleuring na het voorbakken. Zie ook boven. Disco. Een ras met een vrij goede friteskwaliteit en weinig tot zeer weinig verkleuring na het voorbak ken. Zie ook boven. Amadeus, kweker Ropta-ZPC, St. An- naparochia Een vrij laat roodschillig ras met een middelmatige resistentie te gen Phytophthora in het loof en een goede resistentie tegen Phytophthora in de knol. De resistentie tegen virus ziekten is middelmatig. Zetmeelaardappelen Krometa, kweker: S. Kroeze, Em- men. Een laat ras met resistentie te gen de pathotypen A, B en C van aardappelmoeheid. Het ras is vrij goed tot goed resistent tegen Phy tophthora in het loof en goed re sistent tegen Phytophthora in de knol. Het uitbetalingsgewicht is ge middeld zeer goed. verwachten we dat het komend sei zoen eenderde van het tarwe-areaal met Vivant zal worden geteeld', al dus Van der Weijden. Dit seizoen is ca. 600 ha Vivant voor de voeder sector geteeld, voornamelijk in het Zuidwesten. Ook met het hoogopbrengende baktarweras Ritmo van Cebeco za den bv zijn het afgelopen seizoen de eerste praktijkervaringen opgedaan. In de Hoeksche Waard zijn op brengsten van elf ton per ha gereali seerd. In andere teeltgebieden komen opbrengsten boven tien ton per ha voor. Teeltbegeleider van Ce beco Zuidwest René van der Einde roemt naast de hoge opbrengst ook de stevigheid van Ritmo. Een bespuiting met CCC (halmverkorter) is derhalve overbodig. Cebeco- Zuidwest verwacht het komend sei zoen veel belangstelling van telers voor dit ras. Begin september zijn de gegevens van het CPRO over het afgelopen teeltseizoen (oogst '92) bekend. Op basis van de proefvelden van het CPRO t/m oogst '91 is het gemid delde opbrengstcijfer op het zuid westelijk kleigebied voor Ritmo 112, voor Vivant 118. Beide rassen zijn weinig gevoelig voor ziektert, er hoefde het afgelopen seizoen alleen een bespuiting tegen afrijpingsziek- ten toegepast te worden. Toch heeft Vivant de hoogste cijfers waar het gaat om resistentie tegen gele en bruine roest. Omdat Ritmo een bak tarwe is zijn hiervan de toepas singsmogelijkheden groter. Oogst van Ritmo tarwe, tn dit ras kwam dit seizoen heel weinig lege ring voor. Dit geldt zeker ook voor bijvoorbeeld Hereward. Beide zijn kortstrorassen Op het demonstratieveld van Doens Vermue B.V. te IJzendijke gaf het tarweras Vivant de hoogste op brengst. Er werd een opbrengst ge registreerd van 9800 kg/ha. Andere goede resultaten gaven Ritmo, Bea ver, Hereward en Slejpner. Bij de rassenkeuze dit najaar dient men er rekening mee te houden dat al deze hoog scorende rassen laat afrijpen, aldus woordvoerder Jo Ver mue. De gemiddelde 'lage' op brengst van 8840 kg/ha is te wijten aan het feit dat het demo-veld een spiegel is van de praktijk en geen proefveld (met o.a. kanten en sproeibanen). De in totaal 22 verschillende tarwe rassen op het demoveld van Doens Vermue B.V. werden slechts aan 1 CCC- en 1 fungicide-bespuiting on derworpen. Alle veldjes zijn 3 x met 100 ml Vegimax/ha behandeld. Per ras werd een oppervlakte gezaaid van 4.000 m2. De opbrengsten zijn omgerekend naar 16% vocht. De exacte gegevens betreffende het demo-veld kunnen u op aanvraag worden toegezonden. Wmm&éW Met het oog op mechanische onkruidbestrijding worden er op het PAGV ook zaaiuien in dubbele rijen op een afstand van 50 centimeter geteeld. Vanwege het vermeende kwaliteitsaspect zijn er ook objec ten in de proef opgenomen waarbij de dubbele rijen uien op ruggen zijn gezaaid, zoals hier op de foto. De bietenopbrengst wordt dit jaar wat hoger dan gemiddeld over de laatste tien jaar. Net als in 1991 zul len de verschillen tussen gebieden en percelen echter aanzienlijk zijn. Dit is de verwachting van het IRS na het eerste bulletin over het groeiver loop van de suikerbieten (3 augus tus j.l.). Evenals in de voorgaande jaren wordt in samenwerking met de me dewerkers van de Nederlandse sui kerindustrie het groeiverloop van de suikerbieten gevolgd op 250 velden verspreid over het land. De gemid delde uitkomsten van de tussentijd se proefrooiingen in het kader van dit onderzoek geven een algemene indicatie over de groei van het ge was tot dan toe en lenen zich be slist niet voor een individuele opbrengstverwachting. Het zaaien is dit jaar uitgevoerd in de periode begin maart/begin mei met 12 april als de geschatte lande lijk gemiddelde zaaidatum. De op komst verliep doorgaans goed, gevolgd door een vlotte begingroei. De gemiddelde landelijke groei- puntsdatum, met als criterium ge middeld 4 gram suiker per biet, is bereikt op 17 juni. Daarbij is dit jaar voor het eerst deze datum berekend Overzicht 1. Opbrengsten per ha en suikergehalten d.d. 3 augustus 1992 Gebied Wortel Suiker Suiker gewicht gehalte gewicht kg/ha kg/ha 1Zeeland 48.100 14,7 7.060 2. W.Brab.klei-Z.Holl.Eil. 45.400 14,6 6.580 3. Z.Holl.vast-N.Holland 50.800 14,8 7.470 4. Z. en 0. Flevoland 53.900 14,5 7.840 5. Noordoostpolder 51.600 14,4 7.490 6. Noordelijke klei 50.200 14,1 7.090 7. Noordelijke zand 33.600 15,6 5.040 8. Veenkoloniën 36.900 14,9 5.390 9. Rivierkleigebied 40.500 13,6 5.510 10. Midden en Zuid zand 41.600 14,7 6.010 11Löss 40.900 14,0 5.730 Nederland 1992 44.600 14,7 6.470 Nederland 1991 30.200 12,0 3.750 Nederland 1982 t/m 1991 31.800 12,4 4.070 volgens een methode, gebaseerd op de temperatuursom gerekend vanaf het zaaien. De landelijke groeipunts- datum ligt circa tien dagen vroeger dan van het 10-jarig gemiddelde. In alle gebieden heeft het gewas tot nu toe goed gepresteerd met zowel voor het wortelgewicht als het sui kergehalte actuele waarden, die ho ger liggen dan die van het 10-jarig gemiddelde. Of en in welke mate deze lijn zich zal voortzetten wordt geheel bepaald door het weer in de tweede helft van de groeiperiode. Reeds nu doen zich vooral in de ge bieden met overwegend lichtere gronden vrij ernstige droogtever schijnselen voor. Aanhoudende droogte zal dit areaal doen toene men. Voorts moeten aanzienlijke op- brengstverschillen tegemoet worden gezien tussen gewassen met een goede en een mindere vochtvoorziening. Een besparing van circa 60 procent op het herbicidengebruik in zaaiuien is mogelijk, zonder de samenstelling van de gebruikte middelen te veran deren. Dit kan door toepassing van mechanische onkruidbestrijding, in combinatie met een teelt op (dub bele) rijen van vijftig centimeter af stand. Deze en andere voorlopige resultaten van geïntegreerde on kruidbestrijding in zaaiuien, werden onlangs op een gewasmiddag bij het PAGV in Lelystad bekend gemaakt. Opzet van de proef, die in 1991 is gestart, is na te gaan in hoeverre het mogelijk is herbiciden te vervangen door mechanische onkruidbestrij ding. Om de mogelijkheden van me chanische bestrijding te vergroten, wordt de traditionele beddenteelt ook vergeleken met een teelt op grotere rijafstanden en met ruggen- teelt. Als bijkomende voordeel wordt bij een teelt op ruggen ver wacht dat in een nat najaar de uien droger kunnen worden gerooid. In het noordelijk kleigebied en in de biologische teelten vindt deze plant- wijze vanwege dit kwaliteitsaspect in de praktijk al opgang. Kleine aanpassingen Er is gekozen voor rijen of ruggen op 50 centimeter, zodat met slechts kleine aanpassingen het bestaande bietenschoffelgarnituur en de 50 centimeter rijenspuit kunnen wor den ingezet. Om de uien voldoende ruimte te geven bestaat een "rij" bij dit systeem in feite uit twee rijen die op een onderlinge afstand van acht centimeter met een precisie- zaaimachine zijn gezaaid. De eerste resultaten geven aan dat een verandering van het plantver- band nagenoeg geen invloed heeft op opbrengst en het tijdstip van af rijpen. In 1991 leidde rijenbespuiting in combinatie met schoffelen wel tot een lagere opbrengst. Dit werd grotendeels veroorzaakt door con currentie van onkruiden die niet me chanisch bestreden konden worden in de natte juni-maand. De opbrengst bij de ruggenteelt viel in 1991 wat tegen. De op ruggen geteelde uien kwamen vorig jaar on geveer een week later op dan de vlakvelds geteelde uien. Het op brengstniveau van de ruggenteelt lag in 1991 circa 15 procent lager dan dat van de beddenteelt. Het grootste verlies werd ook hier ver oorzaakt door de onkruidconcurren- tie van de varianten met rijenbespuiting en mechanische on kruidbestrijding. Een Stikstof Bijmest Systeem (SBS) voor zaaiuien past in het streven naar een gerichter bemestingsbe- leid. In de in 1991 op het PAGV aan gelegde proef leidde het SBS echter niet tot een hogere opbrengst, een geringere stikstofgift, een verlaging van de stikstofvoorraad in de grond na de oogst of een verlating van het gewas. Ook de rijenbemesting bleek geen voordelen te hebben geboden. Dit jaar is de proef echter opnieuw aangelegd. Volgens onderzoeker Chris de Vis ser zijn er wel aanwijzingen dat be mesten in de rij niet juist is. Hij verwacht dat bij de rij een beter re sultaat geeft, afgaande op de erva ringen van vorig jaar. Ook durfde hij de voorzichtige bewering aan dat het bijmengen van fosfaat in de eer ste gift een positief effect lijkt te hebben op de groei van de zaaiuien. Verder werd gemeld dat het cultuur- en gebruikswaarde onderzoek (ego) van zaaiuien is uitgebreid met on derzoek naar de stevigheid van ui- enrassen (hardheid) en genetisch bepaalde spruitrust. In de zoektocht naar een kwalitatief nog betere ui met een hogere marktwaarde zijn dat, met name voor de export, steeds belangrijkere aandachtspun ten. Deze eigenschappen zullen pas over enkele jaren in de rassenlijst worden opgenomen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 15