"Zo lang mogelijk
akkerbouwer blijven"
■Tri ii.i.n.i ««■■■■iJatifliiiiaflft
Westbrabander Kees Breure laat zich niet van de wijs brengen
Kees Breure (33) uit Dinteloord is
een jonge ambitieuze boer, die zich
niet snel van de wijs laat brengen
door onheilstijdingen over de land
bouw. Samen met zijn vrouw Wille-
ke en dochtertje Eveline (15
maanden) woont hij op de prachtige
hoeve Karolina in de westhoek van
Brabant. Kees is boerenzoon, akker
bouwer in hart en nieren, Willeke
komt uit het nabijgelegen dorp Fij
naart, maar heeft het uitstekend
naar haar zin op de boerderij.
Kees boert in maatschap met zijn
vader (59) op een kleine 100 hecta
re kleigrond, waarvan bijna 60 ha in
de Karolijnapolder ligt. Deze aan het
Volkerak gelegen polder is noCj vrij
jong en daarom is de verkaveling
gunstig. De 60 ha liggen aaneen
gesloten rondom de boerderij, de
overige 38 ha liggen - eveneens
aaneengesloten - in de Drievrien-
denpolder, een paar kilometer ver
derop. Ook enkele dijken horen tot
het bedrijf. In het huidige bouwplan
van Breure staat wintertarwe in op
pervlakte het hoofdgewas. Dit jaar
wordt er 33 hectare van dit gewas
geteeld. Verder 18 ha consumptie
aardappelen, 17,5 ha suikerbieten,
16 ha graszaad en 8,5 ha plantuien.
Niet vrolijk
Als rasechte graanboeren zijn de
Breures bepaald niet vrolijk gewor
den van de drastische prijsdalingen
annex braaklegverplichtingen, die
Brussel voor de graantelers in petto
heeft, ook al staat er enige financië
le compensatie tegenover. Vader
Breure ziet de bui overigens wel
weer overdrijven. "We hebben in de
landbouw al meer crises gehad en
die zijn we allemaal te boven geko
men. Als ik zie hoeveel mensen er
honger hebben op de wereld, hoe
kunnen ze dan nog praten over
overschotten?"
Kees Breure jr.: "Tarwe is op dit mo
ment inderdaad financieel een wei
nig interessante teelt. Het is de
laatste jaren bergafwaarts gegaan
met de prijs. Nog niet zo lang gele
den kregen we 60 cent per kilo, nu
ligt de prijs rond de 40 cent en het
gaat naar 29 cent als ik de krant
goed heb gelezen. Toch denk ik dat
wij graan zullen blijven telen. Mis
schien gaan we iets meer vrije pro-
dukten in het bouwplan opnemen,
maar graan zal toch altijd de hoofd
moot blijven. Wat is voor ons het al
ternatief? We werken hier op grond
met een afslibbaarheid tussen de
20 en 50%. De grond is - in combi
natie met onze bedrijfssituatie -
eigenlijk alleen maar geschikt voor
bulkgewassen. We hebben dus wei
nig keus."
Hoewel Kees Breure de toekomst
zeker niet zorgeloos tegemoet
treedt en beseft dat hij als grote
graanteler grond braak moet gaan
leggen, wil hij toch niet al te somber
zijn. Hij zet de feiten nuchter op een
rij: "Wij hebben een uitstekend ge
mechaniseerd bedrijf en kunnen de
kosten binnen de perken houden.
De machines zijn zo goed als afge
schreven en de loonwerker komt al
leen incidenteel op het bedrijf. We
halen gemiddeld goede kg-
opbrengsten. Wat dat betreft zitten
we hier in een goede hoek. In de
wintertarwe halen we tussen de 8
en 8,5 ton. We kunnen op eigen be
drijf 300 ton graan bewaren. Daar
hebben we een prima installatie
voor. Dat alles maakt dat wij wat
betreft de graanteelt in een relatief
gunstige positie zitten. Toch zullen
we moeten inkrimpen. Het is niet
anders."
Combinatie met buren
De vergaande mechanisatie waar
Kees over spreekt, is overigens niet
zozeer de verdienste van de Breures
zelf. In de loop der jaren is een uit
stekende samenwerking opge
bouwd met de buren, vader en zoon
Burgers, die eveneens een akker
bouwbedrijf hebben. Vooral Burgers
sr. is een uitblinker in het construe
ren van landbouwwerktuigen. Hij is
eigenlijk meer technieker dan boer,
terwijl het bij Breure net andersom
ligt. Wat dat betreft vullen ze elkaar
uitstekend aan en vormen ze een
ideaal koppel.
Breure sr.: "Je kunt buurman Bur
gers gerust een uitvinder noemen.
Het is zijn lust en zijn leven. Hij heeft
er ooit zelfs prijzen voor gekregen.
Voor de grap zeggen we wel eens:
hij doet het werk onder de trekker
en wij er boven."
Dankzij de al ruim 20 jaar bestaande
werktuigencombinatie hebben bei
de boerenbedrijven bijna alle machi
nes voor grondbewerken, zaaien,
spuiten en oogsten tot hun beschik
king. De machines worden optimaal
en efficiënt ingezet. Wachten op
een loonwerker is er niet bij. Ook de
graanopslag is door Burgers be
dacht en geconstrueerd.
Graan, aardappelen en suikerbieten
zullen de belangrijkste gewassen in
het bouwplan van Kees Breure blij
ven. Hij heeft er typisch het bedrijf
voor en de grond in de Karolinapol-
der biedt weinig uitwijkmogelijkhe
den naar bijvoorbeeld
vollegrondsgroenten. Toch denkt
Kees aan een verschuiving richting
vrije produkten. Meer aardappelen
en meer uien dus. De aardappels
hebben de laatste jaren gemiddeld
een redelijke prijs opgebracht. Kees
Breure teelt uitsluitend Bintjes en
doet dat goed. Hij haalt ongeveer
50 ton van een hectare. Een van de
oudste schuren op het bedrijf is ge
schikt gemaakt voor aardappelbe-
waring. Er kan 900 ton in. Breure
levert aan de particuliere handel
waarmee hij bij voorkeur meerjaren-
contracten afsluit. Dat geeft een
stuk zekerheid. De uienmarkt werkt
heel anders. De prijs voor plantuien
laat grote schommelingen zien. Het
is dus zaak om de markt op de voet
te volgen. Toch is het volgens Kees
Breure "een leuke teelt", die gemid
deld een goede financiële opbrengst
geeft. Ook suikerbieten kunnen niet
worden gemist. Breure zit wat be
treft de kilo's bij dit gewas iets bo
ven het gemiddelde: ongeveer 63
ton per hectare met meer uitschie
ters naar boven. Het suikergehalte
ligt tussen de 15,25 en 15,75.
Omschakeling
Als akkerbouwer-in-hart-en-nieren
weet Kees Breure maar al te goed
dat de toekomst onzéker is. Hij ziet
om zich heen nogal wat bedrijfsge-
noten overschakelen op andere,
gespecialiseerde teelten. Een ont
wikkeling die bijvoorbeeld ook van
uit de ZLM sterk gestimuleerd
wordt.' Kees staat niet te trappelen
om zijn bouwplan aan te passen, al
begrijpt hij dat vooral de kleinere ak
kerbouwbedrijven noodgedwongen
naar iets anders moeten omzien.
In West-Brabant is bijvoorbeeld ci
chorei een gewas-in-opkomst. Een
dochterbedrijf van Suiker Unie
bouwt, in Roosendaal een nieuwe
fabriek, waar de op witlof lijkende
wortels worden verwerkt tot
grondstof voor o.a. de voedingsmid
delenindustrie. Daarnaast verschij
nen in het zuidwestelijk
zeekleigebied verschillende kleine
tuinbouwgewassen op de akkers,
zoals prei, witlof, broccoli, raddichio
rosso en andere vollegronds
groenten.
Kees Breure: "Chicorekzou op mijn
bedrijf kunnen, maar ik begin er nog
niet aan. Je moet er veel uren in ste
ken en hoge kosten maken. Het is
een arbeidsintensieve teelt en de
grond krijgt er behoorlijk van langs.
En het gaat per bedrijf maar om klei
ne oppervlaktes."
Ook vollegrondsgroenten ziet Kees
Breure op dit moment niet zitten. Hij
wijst op de slechte situatie in de
witlofteelt. "Je ziet om je heen dat
de een na de ander stopt. Zou ik er
dan aan moeten beginnen? Boven
dien moet ik in de toekomst kijken.
Nu werken we op twee bedrijven
met vier man, mijn vader en ik en de
buurman met zijn zoon. Mijn vader
is 59 jaar en ook de buurman wordt
een dagje ouder. We blijven straks
met z'n tweeën over. Dan is het niet
verstandig om over te schakelen op
Willeke, Eveline en Kees Breure in de tuin van hoeve Karolina in Dinte
loord (foto Bert Hopmans).
teelten, die meer arbeid vragen. Ik
zou personeel van buitenaf aan
moeten trekken, en iedereen weet
wat dat kost, nog afgezien van de
vraag of je genoeg mensen kunt
krijgen."
Gewasbescherming
Kees Breure blijft alles overziende zo
lang als het kan op de oude voet
doorgaan. Hij hoopt dat hem dat be
drijfseconomisch maar ook milieu
technisch mogelijk wordt gemaakt.
Het Meerjarenplan Gewasbescher
ming stelt hem bepaald niet gerust.
"Ik ben het er mee eens dat er min
der gespoten mag worden. Je moet
als boer je ogen niet sluiten voor het
milieuprobleem. Ook wij proberen
ons steentje bij te dragen. In de bie
ten bijvoorbeeld doen we de on-
kruidbestrijding voor tweederde
deel mechanisch. En een keer extra
spuiten om een topopbrengst te ha
len doen we ook niet meer. Maar ik
vind dat de overheid alleen midde
len mag verbieden als er goede ver
vangers zijn. Men moet onderzoek
en handel de tijd geven om nieuwe
middelen op de markt te brengen.
We mogen bijvoorbeeld geen TCA
meer spuiten in graszaad, maar een
alternatief ontbreekt. En Captafol is
in de graanteelt verboden, maar in
de bollenteelt mogen ze het nog wel
gebruiken. Dat noem ik slecht be
leid."
Akkerbouwer Kees Breure in West-Brabant zal zijn areaal wintertarwe moeten inkrimpen (foto Bert
Hopmans).
Windmolens
Ook in de eigen streek hebben d<
boeren te maken met planologiscl
en milieubeleid, dat zeker niet in he
voordeel van de landbouw werkt
Het boeronvriendelijke streekplai
Brabant heeft de gemoederen in dt
agrarische wereld maandenlang be
zig gehouden. Ook Breure heeft eei
bezwaarschrift ingediend. Hij i:
vooral beducht voor het windmc
lenpark, dat de provincie in de Karc
linapolder wil gaan bouwer
Voorlopig denkt men aan 11 mc
lens, maar het kunnen er later mee
worden. Vader en zoon Breure den
ken dat ze veel overlast zullen heb
ben van deze milieuvriendelijke
maar lawaai producerende electrici
teitsopwekkers. De vergoeding dii
men krijgt weegt niet op tegen he
ongemak.
Alle tegenwind ten spijt, Kees Breu
re wil graag akkerbouwer in West
Brabant blijven. Emigreren naar eer
land met meer ruimte en meer mo
gelijkheden ziet hij niet zitten. "Naai
mijn mening zijn de omstandighe
den voor de akkerbouw hier altijc
nog goed. En ik weet zeker dat nie
mand er beter van wordt als straks
het graan en de aardappelen in Rus
land geteeld worden. De boerer
niet, maar ook de consumenter
niet. De transportkosten zullen im
mers veel hoger worden."
Gezin-bedrijf-werk
Ook echtgenote Willeke ziet niets ir
een buitenlands avontuur. Hoewe
niet afkomstig uit een agrarisch mi
lieu, voelt zij zich op de Karolinahoe
ve prima thuis. Hoewel ze zelf niet
zo vlug op de machines klimt, heeft
ze intussen al aardig wat kennis van
het boerenbedrijf opgedaan. Willeke
verzorgt de administratie en is door
haar opleiding en ervaring enigszins
thuis in contracten. Ze stelt des
noods samen met Kees zelf een
contract op in plaats van af te
wachten waar de andere partij mee
komt.
Wat in andere bedrijfstakken gebrui
kelijk is, komt volgens Willeke in de
boerenwereld nog te weinig voor.
"De boeren moeten zelf hun reken
sommetje maken en zich niet al te
snel een dictaat laten opleggen door
de handel. Ze zouden zich wat zake
lijker moeten opstellen," aldus
Willeke.
Naast de zorg voor dochtertje Eveli
ne en de administratie van het eigen
bedrijf werkt Willeke twee dagen
per week voor haar vroegere werk
gever, waarvan een dag thuis. Ze
vindt dit een prettige combinatie.
"Op deze manier hou ik mijn con
tacten buiten de boerderij aan. Het
combineren van gezin, bedrijf en
werken buitenshuis wil ik zo lang
mogelijk volhouden. Maar als ik een
keuze zou moeten maken, dan kies
ik voor het bedrijf. Daar ligt onze
toekomst." Ko Jille