Drie leden uit één gezin
vormen veelzijdige maatschap
Kennismaking op bedrijfsniveau
In het kader van de fusiebesprekingen tussen
de Zuidelijke Landbouw Maatschappij, de Gel-
dersche Mij. van Landbouw en het Utrechts
Landbouw Genootschap zullen gedurende de
zomermaanden in de ZLM-krant en de Landbo-
de (editie Gelderland/Utrecht) regelmatig een
aantal bedrijfsreportages worden gepubliceerd.
De reportages zijn bedoeld om te laten zien wat
er zo al leeft en hoe men in de praktijk werkt in
de verschillende delen van het toekomstige
werkgebied van de nieuwe organisatie. Op die
manier willen de redakties meehelpen om el
kaar met het oog op de fusie wat beter te leren
kennen. Deze week weer twee reportages, een
over de Zeeuwse fruitteler Gerard Korstanje en
een over een veehouderijbedrijf in de Betuwe.
De Betuwe: een gebied van uitersten
Maatschap Van Mourik: "Niet bijbetalen om waardevol produkt af te
kunnen leveren".
De Betuwe bezit als centrum van
het rivierengebied een verscheiden
heid aan landbouwbedrijven. Voor
Gelderse begrippen zijn hier zowel
de grootste als ook de kleinste be
drijven te vinden. De kleinere ge
mengde bedrijven zijn vanouds vaak
nog actief in de fruitteelt. Niet al
leen hun toekomst is ongewis, de
geplande Betuwe-spoorlijn bedreigt
ook grote en nieuw verkavelde
boerderijen. Tot degene die de dans
lijken te ontspringen behoort maat
schap Van Mourik, in Buren. De
maatschap die bestaat uit drie leden
uit één gezin omvat melkvee, var
kensvermeerdering en produktie
van varkensvlees.
Donkere wolken pakken samen bij
het bezoek aan maatschap Van
Mourik, in Buren. De weersvoorspel
ling lijkt uit te komen. Jan van Mou
rik heeft er al vast op gerekend. Hij
laat zijn taak als ringmeester bij de
paardenkeuring in Kapel-Avezaath
vanmiddag over aan een collega.
Samen met zijn beide zoons pro
beert hij nog voor de regen neervalt
een perceel gras in te kuilen. Terwijl
Jan af en aan rijdt met een silage-
wagen vertelt in haar zitje voor de
ligboxenstal echtgenote Adri hoe
het bedrijf in zijn huidige vorm is ge
groeid. "We hebben geluk gehad",
zegt ze. "In 1982, net voor de su
perheffing kwam, zijn we binnen de
ruilverkaveling Avezaath-Ophemert
hier naar toe verhuisd. Was dat niet
gebeurd dan hadden we niet kun
nen uitbreiden en hadden onze bei
de zoons niet in de maatschap
gekund".
Hetzelfde geluk deed zich nog een
keer voor, vindt ze De meeste ande
re gemengde bedrijven richtten zich
na op hun nieuwe stek alleen op de
melkveehouderij. De Van Mouriks
niet. "We zagen al wel dat beide
zoons wel in het bedrijf wilden.
Daarom hebben we de varkens aan
gehouden, ondanks dat ze, vooral
toen de jongens nog op school za
ten, veel werk vroegen. Hadden we
de varkenshouderij toen stilgelegd
tot de jongens van school waren,
dan hadden we de varkenshouderij
nu waarschijnlijk kunnen vergeten".
Vanwege de arbeid hield het bedrijf
op de nieuwe stek aanvankelijk 120
vermeerderingszeugen. Na de in
krimping van het aantal melkkoeien
en jongvee als gevolg van de super
heffing kwamen daar 300 vleesvar
kens bij. Die zijn nu omgewisseld
voor zeugenplaatsen zodat nu 200
vermeerderingszeugen worden ge
houden. Mesters in de Betuwe, de
Bommelerwaard en op de Veluwe
mesten de biggen op basis van
voergeld af. In totaal staan 2500
varkensplaatsen onder contract.
De rundveehouderij van de Van
Mouriks omvat 120 melkkoeien en
bijbehorend jongvee Dat is bijna het
dubbele van de andere verplaatste
bedrijven. De stal biedt zelfs plaats
aan ruim 150 koeien maar de super
heffing heeft ook hier zijn uitwer
king. Enkele jaren geleden is 35.000
kilogram melkquotum bijgekocht,
daarna niet meer. "We vinden de
quotumprijs knap hoog", stelt Adri.
"Quotum leasen is helemaal erg. Je
hoort hier leaseprijzen van vijf dub
beltjes per kilogram. Ook de arbeid
speelt mea Je kunt wel steeds gro
ter willen maar je moet het ook nog
kunnen rondzetten".
Aanbod van ruwvoer is er in de om
geving voldoende, net als land voor
losse pacht. Zelf heeft het bedrijf
26 hectare land in eigendom. Daar
naast beschikt het over 10 hectare
vaste pacht en heeft het 24 hectare
land los in gebruik via een monde
linge overeenkomst. Dit jaar bestaat
40 hectare uit grasland en op 20
hectare is mais gezaaid. Jan, die in
middels ook is aangeschoven, legt
uit dat de hoeveelheid mais per jaar
verschilt. "Het weer in het voorjaar
bepaalt voor een groot deel wat je
met de grond kunt. Met 65 tot 70
procent afslibbaar is de grond hier
eigenlijk te zwaar voor bouwland".
Ook later in het seizoen blijkt de
zware klei nog problemen op te kun
nen leveren. Dit jaar is op de laatste
dag van juni de mais nog geschof
feld. Dat was nodig om een korst te
breken die na een plensbui was
ontstaan.
Het schoffelen van de mais en het
reinigen van sloten zijn de enige
werkzaamheden die in loonwerk
worden uitgevoerd. De overige
werkzaamheden gebeuren alle met
eigen machines. "Zelfs het onder
houd doen we voor driekwart zelf",
zegt Jan.
Eigen hakselaar
Nadat vorig jaar een andere tweede
hands hakselaar werd gekocht hak-
selt het bedrijf ook het in te kuilen
gras. Dit met het oog op het even
tueel ondergronds aanwenden van
drijf mest. De Van Mouriks verwach
ten dat gehakseld kuilvoer minder
verstoppingen van de zode-
injecteurs zal opleveren. Onder
gronds aanwenden wordt voor gras
land op kleigrond in 1995 verplicht.
Jan: "We wachten tot twee minu
ten voor 12. De huidige apparatuur
is niet geschikt voor kleigrond. De
geultjes blijven open staan en ver
drogen daarna. Het worden dan har
de randen. De sleepvoetenmachine
schijnt op klei betere resultaten te
geven maar die is nog niet erkend
voor emissie-arme aanwending.
Dus dan maar bovengronds". (Deze
bijdrage is geschreven voor de
(waarschijnlijke) erkenning van de
sleepvoetenmachine als emissie-
arme toediening voor gras op klei
grond, red.)
Het bedrijf heeft als één van de wei
nigen in de omgeving een mestover
schot. Op basis van 125 kilogram
fosfaat per hectare zou 100 hectare
land nodig zijn voor het uitrijden van
alle mest. Dat betekent dat het en
kele duizenden gulden aan over
schotheffing moet betalen. Het land
dat los in gebruik is telt voor het
vaststellen van de overschotheffing
niet mee Jan: "In deze omgeving
willen eigenaren bijna geen land
verpachten. Over een pachtcontract
voor het losse land praten we daar
om niet eens. We zijn al blij dat we
op het losse land mest kwijt
kunnen".
Gesloten portemonnee
Het mestoverschot gaat naar
melkvee- en akkerbouwbedrijven in
de omgeving. Dat gebeurt zonder
afzetcontracten en met een geslo
ten portemonnee. Jan: "Als we de
Adri van Mourik: "Geen vrouwen
in commissies omdat er per se
een vrouw in zou moeten".
boeren zouden moeten betalen om
dat ze onze mest afnemen zou ik
dat geld liever betalen om de mest
in een fabriek te laten verwerken.
Gewoon uit principe. Je gaat toch
zeker niet bijbetalen om een waar
devol produkt af te kunnen leveren
waarmee afnemers sterk op kunst
mest kunnen besparen".
Om het mestoverschot te verminde
ren zijn in de biggenopfokafdelingen
brijbakken geplaatst. Dat gebeurde
in het kader van de "Droge-
stofactie", een gezamenlijk initiatief
van de mengvoederindustrie en de
mestbanken in Midden- en Oost-
Nederland om het droge stofgehalte
in mest te verhogen. Omdat brijbak
ken water vermorsen tegengaan,
verminderden het waterverbruik en
de hoeveelheid mest met de helft.
"Waarom zul je duur water uit de
kraan laten lopen en het later naar
het land brengen", aldus Adri. "Dit
kost minder en is voor de biggen
nog beter ook". Ze vindt dat derge
lijke initiatieven vaak te weinig aan
dacht krijgen. "De varkenshouderij
ontplooit veel meer initiatieven om
de hoeveelheid mest te verminderen
dan de buitenwereld weet".
Hoewel op het bedrijf ieder een an
der kan vervangen en ook wel alle
voorkomende werkzaamheden ver
richt hebben toch ook allen hun ei
gen specifieke werkzaamheden. Het
onderhoud van de machines wordt
uitgevoerd door de oudste zoon. Hij
heeft tevens het transport van big
gen en de organisatie op de mest-
bedrijven in handen. Zijn broer is de
vaste melker terwijl diens echtgeno
te de rundvee-administratie ver
zorgt. Jan doet de financiële
administratie Van vroeger uit ver
zorgde Adri bijna in haar eentje de
varkens. Ze is nu nog dagelijks te
vinden in de zeugenschuur en dan
met name in de kraamafdeling.
Vrouw in commissie
Adri is lid van de Sectorcommissie
Varkenshouderij van de Geldersche
Mij. Dat ze daarin als vrouw de Gel
derse varkenshouders vertegen
woordigt noemt ze een
toevalligheid. "Voor mij hoeven er
geen vrouwen in commissies omdat
er per se een vrouw in zou moeten
zitten. De bijdrage van een boerin
die thuis zelden een koe of een var
ken aanraakt is toch gering".
De Sectorcommissie Varkenshoude
rij is in het leven geroepen als reac
tie op de beperkingen die de
varkenshouderij enkele jaren gele
den kreeg opgelegd. De commissie
stelde zich onder andere de realisa
tie van het "Verplaatsingsbesluit
Dierlijke Meststoffen" ten doel. Ze
heeft sterke twijfels of het Verplaat
singsbesluit ooit van kracht zal wor
den. Mocht het wel van kracht
worden dan staat de hinderwet voor
de meeste bedrijven uitbreiding nog
in de weg.
Vooral kleine bedrijven gaan een
moeilijke toekomst tegemoet,
vreest Adri. "Wanneer vleesvar
kensbedrijven hun biggen nog van
maximaal drie bedrijven aangeleverd
mogen krijgen worden kleine ver
meerderaars minder interessant
voor mesters". De Sectorcommissie
heeft daarom samen met de Dienst
Landbouwvoorlichting gekeken of
het mogelijk is dat kleine vermeer-
deringsbedrijven hun biggen vanaf
het spenen centraal opfokken. Een
moeilijkheid bij centraal opfokken is
de financiële organisatie en de ge
zondheid van de biggen.
Spoorlijn
Het probleem van de uitbreiding in
de veehouderij geldt niet alleen in
de Betuwe of Gelderland maar voor
het hele land. Een bedreiging die
specifiek in de Betuwe speelt is de
geplande Betuwe-spoorlijn. Deze
moet een extra transportader vor
men tussen Europoort en het Roer
gebied. Hoewel het tracé nog niet
definitief is, is al wel duidelijk dat de
lijn veel bedrijven en percelen in
tweeën zal delen. Dat geldt ook
voor bedrijven in de nog niet af
gesloten ruilverkaveling Avezaath-
Ophemert. Maatschap Van Mourik
lijkt de dans te ontspringen. Deson
danks heeft Jan als voorzitter van
de afdeling Tiel van de Geldersche
Mij een sterke betrokkenheid bij dit
hete hangijzer. Ondanks alle acties
schat hij de kans gering dat de lijn
niet wordt aangelegd. "Ik denk dat
we onze activiteiten moeten richten
op een tracé dat zo weinig mogelijk
schade toebrengt aan de landbouw
en dat ieder bedrijf voor zich pro
beert er zo gunstig mogelijk uit te
springen".
Adri noemt de spoorlijn "één van de
vele bedreigingen voor de landbouw
in de Betuwe. De landbouw raakt
hier steeds meer faciliteiten kwijt.
Het landbouwonderwijs is al sterk
uitgedund. Nu is de DLV ook weg
uit de Betuwe. Jongeren die sterk
gemotiveerd zijn om een bedrijf over
te nemen willen daarvoor wel een
eindje verder reizen naar school.
Maar voor iemand die nog zit te
dubben of hij in de landbouw aan de
slag zal gaan kan die afstand net te
veel zijn. Zo raak je steeds meer on
dersteunende faciliteiten voor de
plaatselijke landbouw kwijt. De
landbouw moet daar zelf goed de
hand aan houden".
Wilfried Wesselink