Gemeentebestuur Kapelle op
excursie in eigen gemeente
Man/vrouw-maatschap en fiscus
ZLM
Geslaagden Groene School
ZLM-kring Oost Zuid-Beveland doet aan PR
Het gezelschap in de boomgaard van Ad Wisse, zelf rechts op de foto. Geheel links
de heer Wisse sr, die nog volop meewerkt.
Dick Wisse-Nijssen (midden achter de kunstmeststrooier) legt uit dat goede machines
onmisbaar zijn, maar dat de boer tegelijk goed op zijn investeringen moet letten.
De kring Oost Zuid-Beveland van de
ZLM gunt de bestuurders van de in
haar werkgebied gelegen gemeen
ten graag een kijkje in eigen keuken.
Vorig jaar maakten gemeente
bestuur en ambtenaren van Rei-
merswaal samen met het
kringbestuur een bustocht door het
eigen buitengebied, gekoppeld aan
enkele bedrijfsbezoeken, dit jaar
wat het de beurt aan Kapelle. Kring
voorzitter Cees Hamelink fungeerde
maandag jl. als reisleider.
Ondanks het herfstachtige weer
was de opkomst zeer goed. Wat dat
betreft liet Kapelle zich beter zien
dan de Walcherse gemeenten. En
kele weken geleden strandde een
soortgelijk initiatief van de kring
Walcheren op kennelijke desinteres
se van de gemeenten aldaar. Hame
link toonde zich dan ook zeer
tevreden met de goed gevulde bus.
Hij vertelde onderweg in vogel
vlucht hoe de Nederlandse land
bouw georganiseerd is, wat de ZLM
is en doet, welke problemen er zijn
en welke desastreuze gevolgen de
recente Brusselse besluitvorming
voor de boeren zal hebben. Bestuur
ders en ambtenaren van Kapelle kre
gen zo een goed beeld van wat er
dagelijks in de gezinnen van boeren
en tuinders omgaat.
Als daar aanleiding tot bestond on
derbrak Hamelink zijn verhaal om
een toelichting te geven op wat er
vanuit de bus te zien was. "U ziet
de mooie aankleding van het land
schap, een stukje weiland, een stuk
je akkerbouw, een stukje fruitteelt,
mooier kunt u zich toch niet voor
stellen?" Door de beslagen ramen
heen kan men zien dat de rijsporen
tussen de gerooide plantuien vol
water stonden, en dat in vrijwel elk
graanperceel in meer of mindere
mate legering voorkomt. Dat de por
temonnee van de boer buiten ligt
bleek zonneklaar. Overigens waren
de meeste genodigden behoorlijk op
de hoogte van de gang van zaken in
de land- en tuinbouw, door onder
meer goede contacten met agrari
sche plaatsgenoten.
Het eerste bedrijf dat bezocht werd
was dat van Ad Wisse. Deze heeft
een ca. 15 ha groot fruitteeltbedrijf,
waar ook Wisse sr. nog volop actief
is. Gezamenlijk beantwoordden ze
de vragen van de bezoekers. "Dat
met die bamboes, wat is dat?", zo
werd gevraagd. Aan het antwoord
("een V-haag systeem") kon Wisse
mooi zijn uitleg koppelen over de
verschillende beplantingssystemen,
dat een vierrijensysteem het inval
lende licht beter benut dan een één-
rijsysteem, en dat het bestaande
vierrijensysteem aangepast moet
worden als het overdekte51 spuiten
ingang vindt. Wisse is vier jaar gele
den met zijn gehele bedrijf over
gestapt op geïntegreerde
bedrijfsvoering, dus hij kon met
recht vertellen dat hij, en met hem
de hele sector, al heel veel doet op
milieugebied.
De teler pompt zoet water op uit
een 7 meter diep gelegen zoetwa
terbei, maar vanwege de beperkte
capaciteit hiervan heeft hij een aan
sluiting op de zoetwaterpijp aange
vraagd. Hij hoopt dat die er volgend
jaar is.
Het gezelschap bekeek twee perce
len, een met Gloster en een met een
rode Elstarmutant (E. Elshof).
Iemand merkte op dat er veel appels
aan de bomen hangen, en, met een
knipoog, "dat is goed voor ons,
want dan worden ze misschien niet
zo duur". Wisse sr, adequaat reage
rend: "Misschien niet, maar ik hoop
toch dat u de appels straks goed
Aan het AOC Zeeland e.o. lokatie
Groene School zijn de volgende
leerlingen geslaagd:
LEERLINGSTELSEL FRUITTEELT:
Th. den Boer, Oud-Beijerland; P. Droo-
gers, Oud-Vossemeer; J. Goud, Waarde;
J. Kats, Numansdorp; J.P. van 't Leven,
Driewegen; F. Lindenberg, Krabbendijke;
J. de Meester, Nisse; W. van Oosten,
Krabbendijke; J. Verbeek, Steenbergen;
L. Weemaes, Westdorpe; J. van 't
Westeinde, 's-Heer Arendskerke; J. Zan-
dee, Krabbendijke
LEERLINGSTELSEL AKKERBOUW:
R. Brouwer, Middelburg; I. Dekker, Lewe-
dorp; L. Reijnierse, Gapinge; J. Slager,
St. Annaland; R. Westplate, Wolphaarts-
dijk; C. de Ridder, Zuiddorpe; A. v. Cad-
zand, Sas van Gent.
AKKERBOUW-ASSISTENT:
J. Boonman, Heinkenszand; H. Gaakeer,
Stavenisse; M. Geelhoed, 's-Heer
Arendskerke; G. Roos, Vrouwenpolder;
J. Weijers, Zuid-Beijerland; M. v.d. Jagt,
St. Annaland.
AKKERBOUW SECUNDAIR:
M. van Aart, Zevenbergen; J. Bogers,
Woensdrecht; W. Boonman, Nisse; M.
Goeree, Driewegen; C. v. Iwaarden, St.
Annaland; N. Koomans v.d. Dries, Fij
naart; D. Luijkx, Bergen op Zoom; R. Mei,
Hengstdijk; J. Poppe, Oostkapelle; D.
Tange, Vlissingen; J. Verhulst, Geersdijk.
LEERLINGSTELSEL
GROENVERZORGING-B:
M. Dattin, Nieuwerkerk; M. Govaerts,
Nisse; J. Hofman, Terneuzen; R.. Kali-
singh, Goes; M. Konings, Roosendaal; J.
Moeliker, Tholen; R. Oosterom, Middel
burg; J. Riedijk, Yerseke; W. Scheepers,
Middelburg; J. Vos, Vlissingen; H. Zuijd-
dijk, Kattendijke; C. van Gastel, Roosen
daal; C. van Weele, Ellewoutsdijk; A. v.d.
Boogaart, Terneuzen; R. vd. Knoop,
Oost-Souburg.
moet betalen, met uw inkomen bij
de gemeente kan dat best." Hij
voegde er nog aan toe dat hij de be
treffende ambtenaar lang en goed
genoeg kent om dat te kunnen
zeggen.
Ook tijdens het tweede bedrijfsbe
zoek hoefden de paraplu's niet op
gestoken te worden. Het
akkerbouwbedrijf van Dick Wisse-
Nijssen is ongeveer 40 ha groot.
Het bouwplan is nog puur traditio
neel. "Er is momenteel heel wat dis
cussie over bedrijven zoals het
mijne. Veel collega's zijn aan het
omschakelen of overwegen dat."
De akkerbouwer gaf te kennen nog
wel vertrouwen in zijn bedrijf te
hebben. Hij sluit echter niet uit dat
hij de komende jaren vijf of zes ha
fruit insteekt, als tweede tak. Vroe
ger had het bedrijf ook fruitteelt. Als
tastbaar bewijs hiervan had de on
dernemer een appelkistje in de
schuur gezet, dat even oud is als hij
zelf. "Misschien komen er nog weer
appels in."
Ook op dit bedrijf werden de bezoe
kers met 'het milieu' geconfron
teerd. De akkerbouwer had in de
schuur diverse machines uitgestald,
en vertelde erbij waarvoor ze die
nen. "Dit is de fustreiniger, die moet
iedere boer hebben om lege verpak
kingen van gewasbescher
mingsmiddelen mee schoon te
spoelen. Als het nou goed zou zijn
voor het milieu had ik die f 1.900,—
investering er graag voor over, maar
volgens mij ging het schoonspoelen
zoals ik het vroeger deed net zo
goed." Wisse-Nijssen liet een klein
potje van een nieuw chemisch mid
del zien, waarvan 100 gram vol
doende is om vijf ha gerst te
behandelen tegen onkruid. "Je hebt
er maar heel weinig van nodig, er
komt dus minder middel in het mi
lieu. Het kost wel f 1.800,— per
kg."
De teler had ook wat akkerbouw-
produkten klaargelegd: enkele zeer
grove Arkula aardappelen (die hij
binnen twee weken begint te leve
ren, voor industriële verwerking en
voor verse consumptie), een suiker
biet en een cichoreiwortel. Hij legde
uit dat de cichorei een betrekkelijk
nieuw gewas is, maar dat het niet is
uitgesloten dat dit een bedreiging
vormt voor de bietenteelt, omdat uit
chichorei behalve insuline ook fruc
tose (een suiker) kan worden ge
wonnen.
In De Vroone, start- en eindpunt van
de excursie, werd de geslaagde
avond op gepaste wijze afgesloten
met een drankje en een hapje. Ge
zellig dus.
De laatste jaren zijn vele
man/vrouw-maatschappen opge
richt. Deze samenwerkingsverban
den zijn een maatschappelijke
realiteit. Voor de fiscale erkenning
van het ondernemerschap van zo
wel man als vrouw dient vast te
staan dat de onderneming voor re
kening en risico van beide echtge
noten wordt gedreven. Het is naar
onze mening niet vereist dat de bei
de echtgenoten zich daadwerkelijk
met de leiding van de onderneming
bezighouden.
Enige tijd geleden heeft de staatsse
cretaris van Financiën de uit
gangspunten geformuleerd die zijns
inziens in acht moeten worden ge
nomen bij de fiscale beoordeling
van een man/vrouw-maatschap. De
staatssecretaris stelt o.a. het
volgende.
Aan het ondernemerschap van
echtgenoten worden geen zwaardè-
re of lichtere eisen gesteld dan aan
het ondernemerschap van andere
belastingplichtigen. Er dient een or
ganisatie te zijn, die erop gericht is
met behulp van arbeid en kapitaal
deel te nemen aan het maatschap
pelijk produktie-proces met het oog
merk om winst te behalen. De kans
op winst behoort reëel te zijn. Beide
echtgenoten dienen de bedoeling te
hebben voor zichzelf een onderne
ming te drijven en dienen recht
streeks gerechtigd te zijn tot het
vermogen van een onderneming. De
verdeling van de winst dient te zijn
ingegeven door zakelijke overwegin
gen; het aandeel in de winst voor
een vennoot dient gebaseerd te zijn
op zijn bijdrage tot het ontstaan van
de winst.
De samenwerkingsovereenkomst
tussen echtgenoten moet ook,
wanneer de echtgenoten in algehele
gemeenschap van goederen zijn ge
huwd, civielrechtelijk op de juiste
wijze tot stand zijn gekomen.
Dat houdt volgens de staatssecreta
ris in dat de toetredende echtge
noot ten minste arbeid moet
inbrengen om op basis van gelijk
heid met de andere echtgenoot naar
economisch voordeel te streven. In
dien de echtgenoot die de onderne
ming drijft, het bestuur over de in te
brengen goederen uitoefent, kan de
andere echtgenoot zonder in strijd
te komen met dwingende bepalin
gen van huwelijksvermogensrecht
slechts arbeid inbrengen. De echt
genoten worden gecrediteerd voor
hun inbreng. De opvatting van de
echtgenoten ten aanzien van credi
tering wordt gerespecteerd indien
en voor zover de toetredende echt
genoot niet voor een hoger bedrag
wordt gecrediteerd dan overeen
komt met zijn of haar feitelijk aan
deel op grond van
huwelijksvermogensrecht.
De echtgenoot die deelneemt in een
maatschap met derden, bijv. met
een zoon, en die zich verbindt het
resultaat van z'n deelname in de
maatschap met derden met de an
dere echtgenoot te zullen delen,
moet er volgens de staatssecretaris
mee rekenen dat z'n overeenkomst
met de echtgenoot - de zogenaam
de ondermaatschap - in de regel de
toerekening voor de inkomstenbe
lasting niet raakt. Verricht de echt
genoot met wie de ondermaatschap
wordt aangegaan in de bovenlig
gende maatschap beheershandelin
gen dan zou dat tot een ander
oordeel kunnen leiden.
Of met de uitgangspunten van de
staatssecretaris enige duidelijkheid
is geschapen in de problematiek van
de man/vrouw-maatschap is twijfel
achtig. Naar onze mening is er spra
ke van ondernemerschap als
echtgenoten risico lopen ten aan
zien van de onderneming. Als zij ge
rechtigd zijn tot de stille reserves
van de onderneming is dat het ge
val. Jurisprudentie zal waarschijnlijk
duidelijkheid moeten scheppen.
J. Spijk AA