Öai "Budget voor landinrichting landelijk blijven sturen" Nieuws li Dubbele meerderheid voor ruilverkaveling Sint Annaland W KNLC kommentaar de aaltjesbestrijder bij uitstek De tussenbalans "We zijn er niet gelukkig mee, maar het had erger gekund. Het belang rijkste bij de aangekondigde hervor ming is dat het budget centraal gestuurd moet blijven". Zo reageert A. Barlagen, voorzitter van de Com missie Grondgebruik van het KNLC, op de oprichting van een Groen fonds door het kabinet. Het Groen fonds zal in beheer komen van de Gemeenschappelijke Uitvoerings dienst van de Landinrichtingsdienst en Directie Beheer Landbouw gronden. Afgelopen week besloot het kabinet om een Groenfonds op te richten. Qit Groenfonds zal zorg moeten dra gen voor de financiering van het natuur- en landinrichtingsbeleid. Het rijk, de. provincies, de gemeenten en andere instellingen rfioeten gaan zor gen voor het geld voor het Groenfonds. Centraal sturen Het kabinet wil een nieuwe dienst oprichten voor het beheer van het tegoed van het Groenfonds: de Ge meenschappelijke Uitvoeringsdienst (GUD). Hiertoe voegt zij de Landin richtingsdienst en de Directie Be heer Landbouwgronden samen. De Centrale Landinrichtingscommissie en de Commissie Beheer Land bouwgronden zullen verdwijnen. De GUD zal zelfstandig gaan opereren en zal ten dienste staan van landinrichting en grondbeheer. De dienst krijgt een beheerscom missie van provincies, gemeenten, waterschappen en particuliere orga nisaties. De oprichting van de GUD en de verzelfstandigingsoperatie moeten rond 1996 voltooid zijn. In een voorlopige reactie zegt A. Barlagen, voorzitter van de Com missie Grondgebruik van het KNLC, niet gelukkig te zijn met de reorgani satie. "Maar voor zover ik het nu kan bekijken, denk ik dat het erger had gekund. Ik vraag me wel af wie straks het budget van het Groen fonds gaat sturen. Dit mag in geen geval worden gedecentraliseerd. Het is belangrijk dat de sturing lan delijk plaatsvindt en niet in de pro vincies". Het Ministerie van Landbouw, Na tuurbeheer en Visserij raakt in ieder geval belangrijke taken op het ge bied van landinrichting en beheer van landbouwgronden kwijt. Deze zullen voor een groot deel wel naar de provincies gaan. Gescheiden Barlagen is ook van mening dat het budget voor landinrichting en het budget voor het werven van grond gescheiden moeten blijven. "Tevens mag de overheid niet gaan korten op het budget voor landinrichting. Daar is in het verleden al te veel op gekort", aldus Barlagen, voorzitter van een subcommissie die momen teel bezig is met het doorlichten van het voorbereidingsschema voor de landinrichting. Barlagen is van mening dat de nieu we hervorming verlammend kan werken op het apparaat van de Land inrichtingsdienst. "Het personeel staat voortdurend bloot aan nieuwe veranderingen. Dat gaat een keer te ver". Geert Plnxterhuis De ruilverkaveling Sint Annaland (3150 ha - 423 stemgerechtigden) is bij de stemming op 9 juli in Sint Annaland aangenomen met een dubbele meerderheid. In totaal brachten 214 stemgerechtigden met een oppervlakte van 2427 ha een geldige stem uit. Van hen stem den 132 (61,7% van de uitgebrach te stemmen) met een oppervlakte van 1566 ha (64,6% van de gestemde oppervlakte) voor de ruil verkaveling. Tegen stemden 82 per sonen (38,3%) met een oppervlakte van 857 ha (35,4). Het gaat om een ruilverkaveling met administratief karakter. De nadruk ligt op een betere verkavelingssitua tie voor de landbouw. De inrich tingssituatie voor de overige functies landschap, natuur en re creatie kunnen met weinig kosten worden verbeterd. De verbetering van de verkaveling is gericht op ka vels van een betere vorm en grootte, dichter bij elkaar en bij huis gelegen. Door middel van kavelinrichtings werken wordt ervoor gezorgd dat de nieuwe kavels in gebruik genomen kunnen worden. Het gemiddelde aantal kavels per bedrijf bedraagt momenteel' meer dan vijf, het stre ven is om dit terug te brengen naar minder van vier. Wegen Voor de kavelontsluiting zal er vol gens het plan ca. 600 meter ver dichtingswegen worden aangelegd. Er zal een doorgaande fietsroute worden aangelegd. Een eenvoudige parkeergelegenheid zorgt voor de Met spanning wachten betrokkenen in de Gouden Leeuw te St. An na/and de uitslag van de stemming af. Op de voorgrond de landinrich tingscommissie, v.l.n.r. J. Akkermans, A.C. Wesse/s, en de voorzitter G.L.D. Gaakeer. ontsluiting van aanwezige recreatie mogelijkheden. Door een verbinding tussen een bestaand en een aan te leggen padenstelsel in de te realise ren boomweide, wordt een rond wandeling vanuit het dorp Sint Annaland mogelijk gemaakt. Ook de afwatering is in de meeste gevallen voldoende. Het huidige hoofdstelsel van afwatering is tot stand gekomen in het kader van de aanpassingswerken Oosterschelde. De afwatering van de Suzannapol- der zal worden verbeterd. De ruilver kaveling en het door het waterschap uit te voeren plan voor de aanvoer van zoet water zullen op elkaar wor den afgestemd. Om een adequate peilbeheersing te creëeren tussen natuurgebied en agrarisch gebied zal een stuw worden vervangen. Met het landinrichtingsplan wordt bijgedragen aan de realisering van het Natuurbeleidsplan. De kosten van het plan zijn geraamd op f 2.930.000,—. Het Rijk neemt daarvan ongeveer 70% voor haar rekening. De kosten van de geza menlijke eigenaren zijn geraamd op f 754.000,—. Aan het eind van de verkaveling zal dit bedrag over de eigenaren worden verdeeld, afhan kelijk van het nut dat zij ervan heb ben gehad. Verdeeld over de 2650 ha cultuurgrond in het gebied bedra gen de kosten gemiddeld f 286,— per ha. Uitgedrukt in landinrich tingsrente komt dit voor de grondei genaren neer op kosten van gemiddeld f 17,— per ha per jaar en baten van gemiddeld f 77,— per ha per jaar. Tel. 01102-47911* DJ. VAN DER HAVE B.V. 4420 AA KAPELLE Zo midden in de zomer zijn er altijd enige weken dat alles wat te maken heeft met het (agrarisch) vergader- circuit tot een minimum is terugge bracht; of zelfs helemaal stil ligt. Voor vele bestuurders een welkome adempauze. Zeker als ook de nim- mer aflatende papierstroom - waar van velen verzuchten 'mag het niet wat minder zijn', - bedaart. Het is zeker niet zo dat er geen pro blemen meer zijn en ze zijn ook niet opgelost. Maar veel bestuurders hebben even wat meer tijd voor be drijf en/of gezin. De zomer is echter ook een moment om eens de ba lans op te maken over waar we nu staan, hoever we met bepaalde za ken gekomen zijn en wat ons nog. te wachten staat. Geen prioriteit Het is duidelijk dat we a/s agrari sche sector meer dan andere eco nomische sectoren te maken hebben met de problemen in de markt en met onze omgeving (na tuur en milieuDaarbij heeft de agrarische sector maatschappelijk en politiek geen bijzondere prioriteit meer. Soms bekruipt me zelfs wel eens het gevoel dat het omgekeer de het geval is. Dat de overheid en de samenleving juist de neiging hebben het bekende vermanende vingertje op te steken tegen onze sector in plaats van de hand uit te steken om ons te helpen de proble men op te lossen. Gelukkig vinden we als georgani seerd bedrijfsleven dat we niet al leen defensief moeten reageren. We onderkennen en verkennen een aantal problemen. Op basis daar van proberen we tot aanvaardbare oplossingsvoorstellen te komen. Dat is niet altijd gemakkelijk. De oplossingen moeten bijna altijd ver taald worden naar het individuele bedrijf. Daar moeten ze waar ge maakt worden. En dat is niet zo eenvoudig mede gezien de schaar beweging van veranderende markt omstandigheden en hogere kosten. Want dat is wel een princi pieel verschil tussen de naoorlogse groei-jaren met hun produktiefilo- sofie en de huidige stabilisatie- en voor sommige sectoren zelfs krimp- periode. In de groei wordt immers beter en makkelijker weerstand geboden aan problemen en worden diezelfde problemen ook makkelijker vermalen. Gevolgen Ook voor de belangenbehartigende organisaties heeft dit alles gevol gen. Krimpende marges maken le den kritischer ten opzichte van hun organisaties. Ze vragen terecht waar voor hun geld. Van de organi saties kan echter een beeld ont staan dat zij minder doen c.q. bereiken dan in het verleden, on danks dat ze zich vaak meer en har der inzetten. Hierbij speelt ook nog een rol dat het belang van de sector op lange termijn niet altijd parallel loopt met het individuele belang op de korte termijn. En juist op dit be leid beoordeelt het individuele lid zijn organisatie. Daarom is het goed om af en toe het een en ander eens de revue te laten passeren. In een commentaar a/s dit kan dat nooit uitvoering en uitputtend. Maar enkele 'highlights' zijn uiter aard wel naar voren te halen. En dat zijn natuurlijk: het mestbeleid, ge wasbescherming, GATT, het EG- landbouwbeleid. En bij alle punten kunnen we stellen dat de georgani seerde land- en tuinbouw met meer of minder succes zich behoorlijk heeft geroerd. Ten aanzien van het mestbeleid wil ik stellen dat we het als landbouw bedrijfsleven het pleit nog niet beslecht hebben. Maar met het 'ac tieplan', het 'Mineraal Centraal' zijn we uit de'verdediging gekomen en Weer enigszins in het offensief ge raakt. Of dit alles effect heeft zowel voor de grondgebonden als voor de niet-grondgebonden landbouw zal mede afhangen van de eensgezind heid in eigen kring. De politiek zal om het eigen hande len te legitimeren altijd zoeken naar geschillen en verschillen'. Een slecht voorbeeld hiervan is het al vijf jaar uitstellen van een beslis sing over het verp/aatsingsbes/uit. Intern mag en moet er zelfs verschil van mening zijn, maar na ampele discussie vragen de genomen besluiten bestuurlijk om externe eensgezindheid. Inzet Dat er gescoord kan worden met eensgezindheid bewijst de inzet van het bedrijfsleven met betrek king tot het Meerjarenplan Gewas bescherming. De politiek heeft de benadering van het bedrijfsleven breed gesanctioneerd. Aan de orde was niet alleen een vermindering van het gebruik, een vermindering van de afhankelijkheid maar ook een zelfstandig alles doorkruisende stoffenparagraaf. Het uitgangspunt nu is echter een geïntegreerde stof- fenbenadering, een dynamisch toe latingsbeleid, een gekanaliseerd gebruik en een geobjectiveerd ar beidsomstandighedenbeleid. He laas fietst er nog wel eens een minister verdwaald doorheen (De Vries van Sociale zaken en Werkge legenheid), maar die zullen we moeten terugverwijzen naar zijn ei gen vakgebied voorzover van toe passing. Even zorgelijk is misschien de amb telijke opstelling van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in deze. We moeten moge lijk de politiek het deze ambtenaren nog eens allemaal laten vertellen. Wat de GATT aangaat, de agrari sche sector bekijkt het een en an der met gemengde gevoelens. De kansen en bedreigingen zowel op lange als op korte termijn worden verschillend beoordeeld. Hoe men er ook over denkt en via welke be leidslijnen iets ook wordt bereikt, meer evenwicht tussen koopkrach tige vraag en aanbod op Europees en wereldniveau is gewenst. Een eerlijker wereldhandel van agrari sche produkten is in het belang van de agrarische sector zelf. Daarbij moet uiteraard rekening worden ge houden met, ook politiek gewenste, structuurverschillen tussen econo mische blokken. Dit mag echter nooit een excuus zijn om structuren te bevriezen. De agrarische sector zal zich in haar eigen belang, zowel maatschappelijk als sociaal dyna misch moeten kunnen ontwikkelen. En zoals bij zoveel aangelegenhe den mogen dit soort ontwikke lingsprocessen als GATT niet sneller en verder gaan dan op be drijfsniveau haalbaar en betaalbaar is. Nieuwe dimensie Tenslotte in deze balans het EG- landbouwbeleid. De discussie over de juistheid van het beleid uit het verleden en het al dan niet op tijd verzetten van de bakens is niet meer relevant. Belangrijk is hoe vanuit een vastgelopen systeem weer de weg naar een nieuwe di mensie kan worden gevonden. De MacSharry-voorstellen in deze, die nu politiek zijn aanvaard, bieden niet de duurzame oplossing. Ik zie ze als een waarschijnlijke noodza kelijk tussenstop. Dat laat echter onverlet dat we als organisaties bij de minister van LNV aangedrongen hebben om bij onvermijdbare poli tiek besluitvorming in de EG ook voor Nederland voor een maximale invulling zorg te dragen. Daarbij wetend dat de discussie over hoe verder met het landbouwbeleid en de besluitvorming daarover nog voort zal gaan. Gelukkig wordt zonder daar nu een oordeel over te vellen, voldoende intellectuele stof (plan de Veer, rap port Rabbinge WRR en Grond voor keuzen van het Centraal Planbu reau) voor aangedragen. Voldoende om zowel individueel als in georga niseerd verband mee bezig te gaan. Maar na deze agrarische tussenba lans eerst deze zomerse adempau ze. Marius Varekamp Voorzitter KNLC

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 21