6 Nieuws
Duurzame landbouw geen kwestie
van kunnen, maar van willen
Personalia
INTERNATIONALE KRACHTMETING
Prijzen varkens en biggen
hoger dan vorig jaar
Interim-manager
bij AID benoemd
TEXELAARKEURING
ZEELANDHALLEN
GOES Zaterdag 18 juli - Aanvang 09.30 uur
Rapport noemt vier ontwikkelingsrichtingen
Cijfers eerste helft 1992:
Uitbreiding toelating
Decis van Hoechst
Rapport duurzame
landbouw Zeeland
GROTE INTERNATIONALE
EN BENELUX
met deelname van de top uit België
en NTS-gebied
DE TOPFOKKERIJ IS HIER INGESCHREVEN
Verder stands over:
Wolverwerking
Schapen benodigdheden
Computerdemonstraties
U gelooft uw eigen ogen niet
bij het zien van het SMS-computerprogramma
voor het schapen bed rijf.
Wij ontmoeten u graag in de Zeelandhallen te Goes.
bv item
Groesbeekseweg 9
In het rapport over duurzame land
bouw in Zeeland, dat in opdracht
van de provincie Zeeland is geschre
ven, constateren de onderzoekers
van het Wageningse bureau Nieuw-
land, dat er in de Zeeuwse land
bouw op dit moment sprake is van
twee stromen. Aan de ene kant is er
een tendens naar grotere akker
bouwbedrijven met een traditioneel
bouwplan met vier industrieel te
verwerken teelten en met een
grondstoffengericht afzetkanaal. De
andere stroming stuurt aan op klein
schalige, intensieve en specialisti
sche teelten met een brede
gewassenkeuze en een produktge-
richt afzetkanaal.
Op basis van deze tweedeling zien
de onderzoekers vier richtingen
waarin bedrijven in Zeeland zich
met het oog op duurzame land
bouw kunnen ontwikkelen.
De eerste is een duurzaam groot-
technologische richting. Hierbij wor
den door middel van een schoon
produktieproces industriële gewas
sen geteeld voor de wereldmarkt of
de EG-markt (granen, bieten, aard
appelen, vlas, koolzaad, karwijzaad,
blauwmaanzaad, zaaiuien en groen-
voeders).
Areaalvergroting tot minimaal
80-100 ha. is vereist. In 1991 waren
in Zeeland 80 van de ruim 5.000
bedrijven groter dan 100 ha. en 529
bedrijven tussen de 50 en 100 ha.
Op bedrijfsniveau moet er verder
worden geextensiveerd, waarbij be
mesting door kunstmest wordt ver
vangen door dierlijke mest.
Fijn -technolog isch
De tweede richting, waarin Zeeuw
se boerenbedrijven zich kunnen ont
wikkelen, is de duurzaam
fijn-technologischê richting. Hierbij
is sprake van een specialisatie in
kwaliteitsprodukten zowel in de ak
kerbouw als in de tuinbouw. Door
het milde klimaat zijn in Zeeland
vroege teelten mogelijk alsmede
pootgoed-, zaaigoed- en vermeerde
ringsteelten. Daarnaast vallen onder
deze richting peulvruchten, zilverui
tjes, korrelmaïs, teunisbloemen, knol-
en wortelgewassen. Ook bij deze
richting pleit het rapport voor over
schakeling op dierlijke mest en in
passing groen bemeste rs. De huidige
oppervlakte van de bedrijven zal als
regel voldoende zijn, alleen de nu
reeds volledige tuinbouwbedrijven
zullen moeten vergroten.
Mix van twee richtingen
Volgens het rapport is in Zeeland op
bedrijfsniveau ook een derde, niet
onbelangrijke ontwikkelingsrichting
mogelijk, namelijk een mix van de
fijn-technologische en de groot-
technologische richting. Hierbij kan
bijvoorbeeld worden gedacht aan
20% groente en 80% industriële
akkerbouwprodukten. In deze com
binatie zal volgens het rapport de
fijn-technologische richting de
hoofdtak moeten zijn. De andere
richting kan in loonwerk of in sa
menwerking met anderen worden
gedaan. Reden hiervoor is dat in
vesteringen in kennis, arbeid, ge
bouwen en werktuigen voor de
fijn-technologische richting groot
zijn en derhalve volledig rendabel
moeten zijn.
Gezien de bedrijfsstructuur op dit
moment is de verwachting dat de
meeste bedrijven in Zeeland voor
een mix van twee richtingen zullen
kiezen. Van de ruim 5.000 bedrijven
zijn er nu al bijna 1100 die tuinbouw
als tweede tak hebben. In de akker
bouw behoort nu reeds bijna
21.000 ha. in Zeeland tot de fijn-
technologische geteelde gewassen,
aldus het rapport. Op bedrijfsniveau
zullen de aanpassingen bij een keu
ze voor deze mix o.a. inhouden dat
er moet worden geïnvesteerd in
werktuigen, dat ook hier dierlijke
mest moet worden aangewend en
dat in de teeltwijze van nieuwe ge
wassen direkt de strengste milieu
normen moeten worden
gehanteerd.
Biologische richting
De vierde ontwikkelingsrichting is
de biologische richting. Deze bedrij
ven produceren onder licentie en
voor een eigen deelmarkt. Hoewel
Zeeland een voortrekkersrol kan ver
vullen gaat het rapport er vanuit dat
10% van de produktie volgens deze
teeltwijze kan plaatsvinden. Op be
drijfsniveau vergt deze richting de
meeste aanpassingen: niet te inten
sief bouwplan, laag middelenge
bruik, voldoende oppervlakte,
investeren in kennis, evenals in
werktuigen (mechanische onkruid-
bestrijding, loofklappers, loofbran-
ders, mestspreiders) en in drie jaar
overschakelen op organische mest
en natuurlijke hulpstoffen.
Het rapport gaat er van uit dat in
Zeeland in het jaar 2000 het areaal
"groot-technologisch" terugge
bracht zal zijn tot 60.000 ha. (nu
ruim 80.000 ha.), terwijl het areaal
"fijn-technologisch" zal toenemen
tot 42.000 ha. (nu 28.000 ha.). De
biologische landbouw zou 8.000
ha. kunnen worden (nu 300 ha.).
Het areaal grasland blijft ongeveer
gelijk (ca. 12.000 ha.).
De onderzoekers constateren in hun
rapport dat duurzame landbouw in
Zeeland "niet in de eerste plaats
een vraag is of het kan, maar vooral
een vraag of we het willen en op
welke wijze dit moet plaatsvinden".
Het middel Decis van Hoechst heeft
een uiiDreiding van de toelating ter
voorkoming van virusoverdracht in
pootaardappelen gekregen. De be
handeling tegen overdracht van per
sistente virussen was al bekend en
had reeds een toelating. Op grond
van de positieve resultaten uit het
uitgebreide onderzoek naar de
bestrijding van bladluizen die non-
persistente Yn-virussen overbren
gen, is nu voor Decis de aanvullen
de toelating rond.
Decis heeft, naast een luisdodende
werking, tevens de eigenschap lui
zen te weren. Het insekt herkent het
gewas niet als voedselplant en zal,
zonder in het blad te steken, zijn
weg vervolgen. Decis is het enige
pyrethroïde dat toegepast mag wor
den in bloeiende gewassen.
Drs. F. Venema is met ingang van
17 augustus a.s. benoemd tot
Interim-manager bij de Algemene
Inspectie Dienst (AID). Hij zal deel
uitmaken van de AID-directie en
speciaal belast worden met de reor
ganisatie bij de dienst en de daar
mee samenhangende aspecten van
bedrijfsvoering.
Op 28 februari heeft de minister
Bukman het advies van de Stuur
groep AID, inzake de reorganisatie,
gestuurd aan de Vaste Commissie
voor Landbouw en Natuurbeheer en
aan de Vaste Commissie voor Vis
serij van de Tweede Kamer. In zijn
brief aan beide commissies geeft de
minister te kennen het advies van
de Stuurgroep te onderschrijven. In
middels is een begin gemaakt met
het reorganisatieproces.
Interim-manager drs. F. Venema
was onder meer plaatsvervangend
Secretaris-Generaal bij het ministe
rie van Welzijn, Volksgezondheid en
Cultuur. Tevens was hij lid van de
Raad van Bestuur bij Coopers Ly-
brand. Thans is hij directeur van Be
renschot Interim Management.
De Nederlandse vee- en vleessector
was in de eerste helft van dit jaar
sterk in beweging. In vergelijking
met dezelfde periode in 1991 von
den nogal wat verschuivingen
plaats in produktie, prijsniveau en
export.
Uit de voorlopige halfjaar cijfers van
het Produktschap Vee en Vlees
(PVV) blijkt onder andere, dat de
varkensprijzen in de eerste zes
maanden van 1992 zo'n twee
kwartjes hoger waren dan vorig
jaar in dezelfde tijd. Ook biggen wa
ren duurder. De gemiddelde LEI-prijs
bedroeg bijna f 132,— per stuk. Dat
was 8% hoger dan de f 122,— in
de periode januari tot en met juni
1991.
Export levende dieren
Het aanbod van vleesvarkens bij Ne
derlandse slachterijen daalde in het
eerste halfjaar van 1992 met 9%
tot 8,9 miljoen stuks. Maar liefst 1,6
miljoen van alle slachtrijpe varkens
gingen levend naar het buitenland.
In de eerste zes maanden van 1991
Waren dat bijna 1 miljoen dieren te
genover 9,8 miljoen binnenlandse
slachtingen.
Opmerkelijk is de stërk toegenomen
export van levende dieren naar
Duitsland. Ongeveer de helft van
het totaal aantal levend geëxpor
teerde varkens is daar geslacht. In
de eerste helft van 1991 kwam een
kwart van de levende export in Duit
se slachthuizen terecht. Frankrijk
wordt minder belangrijk als afnemer
van levende vleesvarkens uit Neder
land. De eigen produktie in dat land
stijgt. In Italië is sprake van een toe
nemende vraag naar Nederlandse
vleesvarkens.
Runderen
Het aanbod van slachtrunderen lag
in het afgelopen halfjaar 10% boven
het niveau van de eerste zes maan
den in 1991. Enerzijds is dat het ge
volg van de invoer van Poolse
nuka's in de eerste helft van 1991
en anderzijds worden meer typische
vleesrunderen aangeboden. De stie-
renprijzen lagen begin dit jaar op het
niveau van vorig jaar. Koeien waren
nu gemiddeld ongeveer 60 cent per
kilo duurder dan in de maanden ja
nuari tot en met juni 1991.
Kalfsvlees en vleeswaren
De export van kalfsvlees steeg in de
eerste helft van dit jaar 9%. Duits
land nam als exportbestemming in
betekenis toe. Ook de uitvoer van
vleeswaren en -conserven zit duide
lijk in de lift. Ten opzichte van het
eerste halfjaar van 1991 werd 28%
meer geëxporteerd. Deze produkten
gingen vooral naar de republieken
van de voormalige Sovjet-Unia
Schapen
Het aantal slachtingen van schapen
lag in de eerste zes maanden van dit
jaar 7% onder het niveau van begin
1991. De uitvoer van levende slacht-
lammeren daarentegen steeg en wel
met 8%. Daarmee werd de groeilijn
van de afgelopen jaren voortgezet.
Consumptie
De voorlopige cijfers van het PVV
maken duidelijk dat het totale ver
bruik van vlees en vleeswaren ten
opzichte van de eerste zes maanden
van vorig jaar licht is gedaald. Per
huishouden werd 1,4% minder ge
consumeerd. Maar hier staat een
toename van het aantal gezinnen
tegenover.
De eerder ingezette verschuiving
binnen het totale consumptiepakket
zet door. Er wordt minder vers var
kensvlees gegeten en de vraag naar
panklare produkten en snacks
neemt toe. De nog altijd bescheiden
consumptie van lamsvlees blijft
stijgen.
VERVOLG VAN VOORPAGINA
water, is er een tekort aan dierlijke
mest en ontbeert Zeeland een goe
de afzetstructuur voor niet-
akkerbouwprodukten met uitzonde
ring van fruit.
Niettemin, zo concluderen de Wage
ningse onderzoekers, kan de plant
aardige produktie in Zeeland op
termijn en met veel inspanning vol
doen aan de gefaseerde taakstelling
van de rijksoverheid in het kader van
het Meerjarenplan Gewasbescher
ming. Dit is vooral te danken aan
het feit dat in Zeeland nauwelijks
wordt gewerkt met grondontsmet-
tingsmiddelen.
Als belangrijkste knelpunten voor de
ontwikkeling van duurzame land
bouw noemt het rapport het ontbre
ken van gewasgerichte teeltcriteria,
een controle-instrument voor het
middelengebruik en een belo
ningsmechanisme. Daarom wordt
onder andere aanbevolen om in sa
menspraak met landbouw- en
milieu-organisaties een programma
op te stellen waarbij voor elk gewas
milieucriteria voor het jaar 2000 wor
den ontwikkeld.
Dierlijke mest
Ten aanzien van bemesting wordt in
het rapport een duidelijke keuze ge
maakt ten gunste van dierlijke mest
en groenbemesters. Om in de be
hoefte aan mest te voorzien pleit
men voor het opzetten van een vee-
houderijtak op akkerbouwbedrijven
op voorwaarde dat de mestafzet
binnen het bedrijf plaatsvindt.
Het provinciebestuur van Zeeland
beschouwt het onderzoek naar de
mogelijkheden van duurzame land
bouw niet als het laatste woord.
Men ziet het als een startpunt voor
verdere discussie.
6585 KE Mook Item
Tel. (08896) 12 44 Management
Fax (08896) 28 11 Systemen