Schade na wolkbreuken van juni lijkt mee te vallen CLM brengt poster uit over bloemrijke slootkanten Landbouwschap Noord-Brabant geeft richtlijnen voor opslag vaste mest Qd Nieuws Sommige bedrijven missen opbrengst i" Aardappelkweker Lamse krijgt reis Griekenland aangeboden Brochure biologische landbouw verschenen "Bij opvolgen richtlijnen geen hinderwetvergunning nodig" Nog veel onduidelijkheid over uitstoot Belgische industrie Aardappelkweek- en handelsbedrijf Jan Lamse uit Colijnsplaat heeft van een importeur van pootaardappelen in Griekenland een vakantiereis voor twee personen naar dat land aangebo den gekregen. De reden van dit aanbod is dat Lamse een nieuw aardappelras heeft gekweekt dat twee opeenvolgende jaren het hoogst werd gewaardeerd op de aardappelproefvel den in Griekenland. Lamse is bekend als kweker van de aardappelrassen Renova en Rode Pipo. Hij is aangesloten bij Hettema Emmeloord. Begin juni stonden veel percelen in Zeeland en Brabant blank door hevi ge regenval. Akkerbouwers vrees den voor afschrijving van de oogst. Ruim een maand later blijkt de schade mee te vallen. Behoudens lagere stukken heeft de natuur zich aardig hersteld. Vijf landbouwers gaven vier weken geleden een pes simistische visie. Nu laten de meesten een ander geluid horen. 'Op Tholen heeft de natuur zelf voor een gedeeltelijk herstel gezorgd', zegt de heer E. Hage uit Scherpenis- se. 'Alleen van de erg lage stukken is weinig meer af te halen. Suiker bieten doen het momenteel goed. In de aardappelen is door de slechte berijdbaarheid van de grond de phy- tophthorabestrijding te laat begon nen. In ieder perceel is deze schimmel nu te vinden. Aan een ge was als uien is de wateroverlast nog goed te zien. Overigens verwacht ik van de uien meer kwaliteitsverlies dan opbrengstderving'. Over Engels raaigras is Hage optimistisch. 'Deze teelt kan nogal wat water hebben. Juist in de bloeiperiode was het zonnig'. De heer W. van Veldhuizen uit Aarle Rixtel laat weten dat de snijmais plaatselijk erg slecht staat. 'Mogelijk dat dit ook een gevolg is' van een mindere struktuur. Akkerbouwge wassen in de streek staan er veelbe lovend bij. Veertien dagen nadat er zo'n 100 mm gevallen was begon nen de regeninstallaties weer te draaien. Alles waarmee beregend kan worden kwam uit de hoek. Op gronden met een dunne bouwvoor verbrandde het gras. De bovenste bladeren van mais begonnen te krullen'. Bruine bonen In Zeeuws-Vlaanderen zal de op brengst van bruine bonen niet hoog uitvallen. Verschillende percelen zijn volgens de heer A. Donnelaer uit St. Jansteen afgeschreven. 'Waar het water wat sneller weg was herstel len de bonen aardig. Een topop- brengst zal het echter niet meer worden. De schade aan cichorei valt mee. Het valt op dat dit gewas meer water kan hebben dan suikerbieten. Wintertarwe gaat nu vervroegd afrij- Het is veelal onduidelijk welke stof fen en in welke hoeveelheden bedrij ven in Vlaanderen in het milieu lozen. Vele van deze bronnen heb ben een verontreinigende invloed tot in ondermeer de provincie Noord-Brabant. Terugdringing van de milieuveront reiniging door de Vlaamse industrie geschiedt vooralsnog op basis van vrijwilligheid. Het toezicht op de na leving van de milieuvergunning is nog niet of nauwelijks van de grond gekomen. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn het onderbezette amb telijke milieu-apparaat en de veelal onduidelijke milieuwetgeving. Een en ander blijkt uit een inventari serend onderzoek van de Regionale Inspectie Milieuhygiëne in Noord- Brabant. De inventarisatie legt het accent op emissies ten gevolge van individuele industriële bronnen van milieuverontreiniging in een grensstrook van ca. 30 km. Luchtverontreiniging De belangrijkste industriële bronnen van luchtverontreiniging, met een waarschijnlijke invloed tot in Noord- Brabant, zijn de industriegebieden rond Antwerpen en Tessenderlo en de non-ferrometaalbedrijven in de Belgische Kempen. De bedrijven in pen. Bij gerst is plaatselijk een min der ogend gewas ontstaan doordat alles door elkaar ligt'. 'Behoudens een flinke legering bij met name brouwgerst is de overlast van het water meegevallen', meldt de heer B. van Gorsel uit Rilland. 'Al leen het voorkomen van phythop- thora heeft problemen gegeven. Het gebruik van minder middelen in het kader van het meerjaren gewasbe schermingsplan is dit jaar geen suc ces. Ook bij het fruit zie je dat. Lagere doseringen bleken onvol doende om schurft te weren'. Veel schade De omgeving van Wouw blijft wat Na de wolkbreuken begin juni zag het er somber uit op diverse percelen. Op de foto een perceel bonen onder water in Zeeuws- Vlaanderen. Achteraf blijkt de schade op de meeste plaatsen gelukkig mee te vallen De Rabobank opereert voortaan onder eigen naam in Duitsland. Met ingang van 1 juli 1992 wijzigt de naam van haar Duitse dochter ADCA-BANK AG in Rabobank Deutschland AG. Deze Duitse Rabo bank heeft vestigingen in Berlijn, Hamburg, Hannover, Düsseldorf, Frankfurt, Stuttgart, München en Leipzig. deze gebieden zijn zowel belangrijke emittenten van verzurende stoffen als van koolwaterstoffen en/of zwa re metalen. De emissies vanuit Antwerpen ver oorzaken regelmatig geuroverlast in het zuidwesten van Noord-Brabant. Deze geuroverlast is vergelijkbaar met die in de directe nabijheid van het Rijnmondgebied. Waterverontreiniging Tot de belangrijkste bronnen van verontreiniging van oppervlaktewa ter in Vlaanderen behoren de onge zuiverde lozingen van huishoudens. Circa 7% van de huishoudens is niet aangesloten op een rioolwater zuiveringsinstallatie, waardoor deze ongezuiverd op oppervlaktewater lozen. Vanuit België stromen negen grote beken naar Noord-Brabant. De wa terkwaliteit van deze beken voldoet in een aantal gevallen niet aan de Noordbrabantse normen basiskwali teit oppervlaktewater. Met name de Dommel voert vanuit België jaarlijks tientallen tonnen zink en honderden kilogrammen cadmium naar Neder land. Deze verontreinigingen zijn af komstig van de Belgische zinkindustrie en de grootschalige diffuse bodemverontreiniging met zware metalen in dit stroomgebied. de neerslaghoeveelheid aangaat aan de top staan. Totaal is er in juni 235 mm gemeten. Ofschoon de gewas sen aan de groei zijn heeft akker bouwer H. Uitdewillegen veel schada 'Van de 16 ha aardappelen zal 4 ha weinig opbrengen. 2/i ha sperziebonen zijn als verloren te be schouwen. bij de waspeen zie je nu misvormingen en gele hoeken ont staan. Wat de werkelijke oogstder- ving is, is moeilijk te zeggen. Ik verwacht dat aardappelen en sui kerbieten niet boven de 50 ton uit zullen komen. Vrij snel na de hevige regenval kwam er een hitteperiode van 10 dagen. Dat heeft er geen goed aan gedaan'. Tijdelijke opslag van vaste mest op percelen (bv. droge kippemest) is in principe hinderwetplichtig. Omdat de opslag meestal niet aansluit aan de bedrijfsgebouwen is een uitbrei ding van de bestaande hinderwet vergunning niet goed mogelijk. Daarbij komt nog dat de opslag van deze mest een tijdelijk en wisselend karakter heeft. De Gewestelijke Raad van het Landbouwschap voor Noord-Brabant is van mening dat het aanvragen van een hinderwet vergunning niet nodig is als de opslag geschiedt conform de on derstaande richtlijnen. Sommige gemeenten hebben regel geving aangaande het opslaan van vaste mest op percelen opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verorde ning (APV). In dat geval dient van tevoren nagegaan te worden of op slaan volgens de onderstaande richtlijnen is toegestaan binnen de vastgestelde APV. Informatie hier over is verkrijgbaar bij uw ge meente. De onderstaande richtlijnen zijn gro tendeels ontleend aan de richtlijnen voor de tijdelijke opslag van droge pluimveemest zoals ze zijn op gesteld door de inspektie van de volksgezondheid voor de hygiëne van het milieu voor Zeeland (1990/1991). Op enkele punten zijn de richtlijnen geaktualiseerd door het Landbouwschap Noord- Brabant. Richtlijnen voor de tijdelijke opslag van vaste mest op percelen 1Alleen vaste mest die ter plaat se zal worden verspreid mag tij delijk op het perceel worden opgeslagen; 2. Deze regeling geldt niet voor gronden gelegen in natuurgebie den, natuurwetenschappelijk waardevolle agrarische gebie den en landschapselementen zoals gedefinieerd in de zoge- Het Centrum voor Landbouw en Mi lieu (CLM) heeft vorige week een poster uitgebracht over bloemrijke slootkanten. Hierop kunnen boeren en tuinders zien wat ze kunnen doen om de slootkanten op hun be drijf wat meer kleur te geven. In fe bruari bracht het CLM al een folder over hetzelfde onderwerp uit. De poster toont vier maatregelen die argrariërs kunnen nemen op het gebied van bemesten, maaien, be- naamde ecologische richtlijn; 3. Tot de grenzen van de in 2 om geschreven gebieden dient een afstand van 100 meter in acht te worden genomen; 4. De meststoffen mogen niet lan ger dan maximaal negen maan den worden opgeslagen; 5. Slechts éénmaal in de vier jaar mag de mest op dezelfde plaats worden neergelegd. Houdt ten minste een afstand van 50 me ter aan ten opzichte van de loka- tie in het jaar ervoor; 6. De mesthoop moet ten minste 7 meter uit de insteek van de sloot, waterloop etc. liggen; 7. Er dient een afstand van 100 meter in acht genomen te wor den van bebouwing behorende tot de kategorie I en II genoemd in de brochure "Veehouderij en Hinderwet" en de daarmee ge lijk te stellen objekten; 8. 50 Meter afstand moet worden gehouden tot woningen ge noemd in kategorie III en IV. Dit weiden en slootschonen. Nu nemen de meeste veehouders de slootkant 'mee' bij het onderhoud van hun grasland, waardoor de grond erg voedselrijk is. Wilde planten houden juist van voedselarme grond en van rust. De poster laat 11 bloemen- soorten zien die kunnen verschijnen als agrariërs wat extra aandacht ge ven aan de slootkanten. De poster is vorige week met het CLO-magazine Oogst meegestuurd. zijn naastgelegen boerenbedrij ven en verspreide woningen; 9. Indien het droge pluimveemest betreft dient er een afstand van 250 meter in acht genomen te worden tot bedrijfsmatig ge voerde pluimveehouderijen; 10. Zo vaak als nodig dienen er doeltreffende maatregelen ge nomen te worden ter bestrijding van vliegen, insekten en plaag- dieren; 11Bij verstuiving van de mest dient deze doelmatig te worden af gedekt: 12. Bij het aanvoeren en afvoeren van de mest dient ervoor ge waakt te worden dat de omge ving niet wordt verontreinigd; 13. Indien niet aan bovengenoemde richtlijnen kan worden voldaan, dan kan voor de mestopslag een hinderwetvergunning verlangd worden. Informatie: mevrouw ir. H.M. Hoff, Landbouwschap Noord-Brabant (013-426429). Het ministerie van Landbouw, Na tuurbeheer en Visserij heeft een brochure uitgegeven over biologi sche land- en tuinbouw. De publika- tie is bedoeld voor zowel bedrijfsleven als consumenten en komt tegemoet aan de groeiende vraag naar informatie over deze mi lieuvriendelijke manier van land bouw bedrijven. In de brochure wordt uitgelegd wat de voor- en nadelen zijn, wat het verschil is tussen ecologische en biologisch-dynamische landbouw en hoe de consument biologische produkten kan herkennen. Belang stellenden kunnen de gratis brochu re bestellen bij het Ministerie van LNV, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag, tel. 070-3792062. Tijdelijke opslag van droge kippemest in tarwe.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 11