De maand juli op het Zuidwestelijk akkerbouwbedrijf
Telefoonbandje DLV
al 3000 keer gebeld
01864-1866
Resultaten
luisbestrijding
vallen tegen
In deze (vakantie-)maand mag uw aandacht voor de
gewassen niet verslappen. Blijf attent bij onder ande
re het juist toepassen van gewasbeschermingsmid
delen en het bepalen van het oogsttijdstip. Zorg ook
dat u op de hoogte blijft van aktuele informatie.
Raadpleeg hiervoor o.a. het telefoonbandje
(01864-1866) of Vitak. Voor vragen kunt u dagelijks
terecht bij de bed rijfsdeskundigen op het regionale
DLV-kantoor.
Wekelijks leveren de DLV-teams Akkerbouw Goes en Westmaas ak-
tuele informatie per telefoon. Informatie over o.a. teelt, bemesting en
gewasbescherming, maar ook bijvoorbeeld over demonstraties in uw
gebied. Elke dinsdag en vrijdag worden de berichten om 17.00 uur
vernieuwd.
Pak dus de telefoon, kies 01864-1866 en u hoort de vriendelijke
stem van de DLV-sekretaresse met het meest aktuele akkerbouw-
nieuws.
Op de percelen waar de afgelopen
weken onder erg droge weersom
standigheden een bladluisbestrij-
ding is uitgevoerd blijkt het resultaat
nog al eens tegen te vallen. Telers
die een dergelijke bespuiting uitge
voerd hebben worden daarom ver
zocht om hun bietenperceel
nogmaals te controleren en zo nodig
een nieuwe bespuiting uit te voeren.
Dit meldt het Instituut voor Ratione
le Suikerproduktie te Bergen op
Zoom aan de bietentelers.
Aardappelen
In juni zijn reeds meldingen binnen
gekomen over Phytophthora in aard
appelpercelen. Bij het aantreffen
van Phytophthora in konsumptie-
aardappelen is het raadzaam om
een bespuiting uit te voeren met 2,5
kg Ridomil Delta 47 WP, na 5 dagen
herhalen (binnen 7 dagen). Deze
bespuiting maximaal 2 keer toe
passen.
In konsumptie-aardappelen is een
bladluisbestrijding noodzakelijk als
er meer dan 50 luizen per samen
gesteld blad voorkomen. Deze
bespuiting beperkt de zuigschade.
Om het optimale loofvernieti-
gingstijdstip in pootaardappelen te
bepalen is het aan te raden om op
tijd te beginnen met het proefrooi-
en. Het pootgoed mag namelijk niet
te grof groeien, waardoor de finan
ciële opbrengst lager zou worden.
Met proefrooien wordt inzicht ge
kregen in de opbrengst, maatsorte-
ring en financiële opbrengst voordat
tot loofvernietiging wordt overge
gaan. Voor loofvernietiging van poot-
aardappelen kan gebruik gemaakt
worden van buminafos, diquat,
DNOC in olie of Finale SL 14. Zie
voor doseringen van de middelen
het artikel "loofvernieting" bij poot-
aardappelen", elders in dit blad. Op
een Phytophthora vrij perceel heeft
looftrekken of loofklappen in kombi-
natie met rijenbespuiting de voor
keur boven volvelds spuiten.
Suikerbieten
De perzikbladluizen waren in juni in
een aantal gebieden sterk vertegen
woordigd. In deze gebieden heeft de
vergelingsziektewaarschuwings-
dienst van het IRS een attendering
doen uitgaan. Kontroleer voordat u
gaat spuiten altijd uw perceel op het
voorkomen van bladluizen. Een late
virusinfektie geeft weinig schade.
Verwijder schieters in bieten voor
dat ze in het zaad komen. Dit zaad
kan jarenlang kiemkrachtig blijven.
Graszaad
De hoogste opbrengst in relatie tot
zaadverlies, kiemkracht en duizend-
korrelgewicht wordt gehaald bij on
derstaand vochtgehalte:
Engels raaigras:
zwadmaaien 45 - 50% vocht
stamdorsen 37 - 42% vocht
Roodzwenkgras:
zwadmaaien 37 - 42% vocht
Veldbeemdgras:
zwadmaaien 20 - 30% vocht
Het vochtgehalte wordt bepaald
van een monster afgerist zaad uit
een winddroog gewas. Na het dor
sen dient het drogen direkt te begin
nen om broei (geeft kans op
kiembeschadiging) en schimmelen
te voor komen. De maximale stort-
hoogte is 60 cm. De capaciteit van
de ventilator is minimaal 500 m3
lucht per m2 vloer bij 500 Pa.
Ventileer de eerste dag met buiten
lucht. Zorg daarna bij het opwarmen
voor voldoende luchtverplaatsing in
de partij, let op condensvorming. De
maximum temperatuur van de
droogluchtis 30° C.
Pre-harvest bespuiting
Eén week voor de oogst kan de pre-
harvest methode in granen worden
toegepast tegen aardappelopslag en
wortelonkruiden zoals kweek, klein
Veldbeemd (foto) moet worden gemaaid als het zaad een vochtgehalte heeft van 20 tot 30 procent (foto
Anton Dingemanse).
hoefblad, veenwortel en akkerdistel.
Deze bestrijding wordt uitgevoerd
met 3 tot 4 I glyfosaat (o.a. Round
up) in 200 tot 300 I water per ha.
Voor een goed resultaat moet het
onkruid in de groei zijn en voldoen
de groen hebben. Let bij de bespui
ting op de volgende punten:
- de korrels moeten minder dan
30% vocht bevatten (deegrijp)
- het stro is geel, maar de knopen
mogen nog groen-geel zijn
- na de bespuiting mag er binnen
6 uur geen regen vallen
de veiligheidstermijn is 7 dagen.
Deze bespuiting kan ook uitgevoerd
worden in droog te oogsten erwten
en stambonen (minder dan 30%
vocht). In zaaizaad wordt deze
bespuiting ontraden.
Zaaiuien
De bestrijding van bladvlekkenziek-
te (Botrytis squamosa) vraagt een
preventieve bespuiting van het ge
was. Het advies voor de bestrijding
is 2 kg Daconil M afwisselend te
spuiten met 2,5 kg Ronilan M, 1 I
Rovral, 2 I Calidan of 1,25 kg Alure.
Calidan maximaal 3 keer per sei
zoen toepassen. Bij een bladnatperi-
ode van 12 uur of meer (dauwnat) is
wekelijks spuiten aan te raden. Ro
nilan M en Calidan hebben een ne
venwerking op koprot. De
veiligheidstermijn van deze midde
len is 4 weken (Alure 1 week). Om
een aantasting van valse meeldauw
te voorkomen is in kritieke perioden
toevoeging van 1 a 2 kg zineb aan
te bevelen.
Bij warm droog weer kan schade
ontstaan van trips. De trips en hun
larven zijn vooral te vinden in de ok
sels van de bladeren of daar waar
het blad is omgeknikt. De aan
tasting is te herkennen aan de zil
verkleurige vlekjes in de
lengterichting van het blad. Een
bespuiting met een pyretholde geeft
het beste resultaat.
Om spruitvorming tijdens de bewa
ring te voorkomen, moeten zaaiuien
die na 1 januari worden afgezet met
een kiemremmer worden behan
deld. Voor een goede werking moet
het loof groen en gezond zijn. Het
beste toepassingstijdstip is wan
neer de eerste planten gaan strijken.
Gebruik 8 tot 10 I Allirem of 9 tot 12
I Royal MH 30 per ha in 500 liter
water. Als onder minder ideale om
standigheden gespoten moet wor
den (bijvoorbeeld als een deel van
het loof al gestreken is) dan wordt
de hoogste dosering met eventueel
een uitvloeier aanbevolen.
Knolselderij
Kontroleer dit gewas regelmatig op
de aanwezigheid van luizen en want-
Overzicht groenbemesters
Soort Zaaitijd
groenbemester
Engels raaigras tot 1 aug.
Wikken tot 10 aug.
Italiaans raaigras t/m aug.
Westerwolds
raaigras t/m aug.
Bladrammenas tot 31 aug.
Gele mosterd tot 5 sept.
sen. Een bespuiting met 0,5 I me-
vinfos of 1 kg Undeen is al snel
■rendabel. Tegen bladvlekkenziekte
wordt normaal om de 1 3 weken,
afhankelijk van het weer, gespoten.
Zie voor middelen Handleiding
1992. Wanneer reeds bladvlekken-
ziekte voorkomt op de bladeren, ge
bruik dan 1 of 2 maal een
systematisch werkend middel, zoals
Benlate of Bavistin. Deze middelen
niet continu gebruiken in verband
met het gevaar voor resistentie.
Groenbemesting
De grootste kans op een goede
groenbemester wordt gekregen als
tijdig na oogst van het gewas ge
zaaid wordt. Vroeg vrijkomende per
celen zijn hiervoor het meest
geschikt. Voor inzaai in juli komen
wikken of Engels en Italiaans raai
gras in aanmerking. Gebruik bij
vroege zaai tot 2 augustus van blad
rammenas en gele mosterd een
"resistent" ras tegen bietecysten-
aaltje. Zie overzicht groenbe
mesters.
ing. H.J.P. Koetsier,
bedrijfsdeskundige team
Akkerbouw Westmaas
Zaaizaad/ha N/bemesting/ha
25 kg 60 kg
100 kg
30 - 35 kg 60 kg
40 kg
15 - 20 kg
15 - 20 kg
60 kg
75 kg
75 kg
Verwijder schieters in bieten voordat ze in het zaad komen.