Goede perspectieven
voor hazelnotenteelt
n
Marien Boonman voor zijn boerderij: "De situatie is in Nederland niet geschikt voor de teelt van tarwe.
We moeten het van kleinschaliger gewassen hebben. Daarom teel ik al lang zwarte bessen en sinds kort
ook hazelnoten". (Foto Willem Mieras)
•VUB—
Om te ontsnappen aan de malaise
waarin de sektor zich momenteel
bevindt, zijn vele akkerbouwers in
Nederland op zoek naar nieuwe
teelten. In Zeeland en Noord-
Brabant is een groep akkerbouwers
begonnen met de teelt van hazelno
ten. De akkerbouwers hebben zich
verenigd in de Coöperatieve Neder
landse Noten Unie. Marien Boon
man uit Rilland is voorzitter van de
Unie. "Uit proeven blijkt dat deze
nieuwe teelt kans van slagen heeft
in Nederland. Ook gezien de Neder
landse markt voor hazelnoten zijn
de perspektieven gunstig. Het is nu
afwachten waar we tegen aan lo
pen. Over vier jaar weten we waar
we aan toe zijn".
Vlakbij zijn boerderij teelt Marien
Boonman een groot perceel met
bessen. Vrij snel na de overname
van het akkerbouwbedrijf begon de
Zeeuw al met 'alternatieve' gewas
sen. "Volgens mij is Nederland te
kleinschalig voor de tarweteelt.
Daarbij komt dan nog dat de grond
hier ontzettend duur is. Te duur, in
vergelijking met bijvoorbeeld Frank
rijk. Daarom moet je het hier zoeken
in andere, kleinschaliger gewassen.
Ik teel al jaren bessen en sinds kort
heb ik ook hazelnoten".
De boerderij van Marien Boonman
staat midden in Rilland, dat op het
smalle strookje land ligt dat Zuid-
Beveland verbindt met het vaste
land. Om de boerderij ligt niet veel
grond, het merendeel van het 48 ha
grote bedrijf ligt net buiten het dorp.
Boonman nam in 1977 het bedrijf
over van zijn familia Het bedrijf had
eerst een klassiek bouwplan: aard
appelen, suikerbieten, uien, vlas en
graszaad. Boonman probeerde al vrij
snel enkele nieuwe gewassen, om
dat volgens hem de akkerbouwsek-
tor toen al onder spanning stond.
"In Nederland zal de sektor het
moeten hebben van meer arbeidsin
tensieve en kleinschalige teelten. Zo
begon ik onder andere met witlof.
Dat liep nooit echt lekker. Enkele ja
ren geleden verkocht ik een deel van
mijn bedrijfsgebouwen. Ik heb toen
meteen de daarin aanwezig voor de
witlof benodigde apparatuur ver
kocht. Achteraf vind ik het wel pret
tig dat ik daar toen mee ben
gestopt".
Zwarte bessen
Boonman begon al snel met een an
dere 'alternatieve' teelt. "In 1978
startte ik met de teelt van zwarte
bessen. Ik vind dat je met zoiets niet
te voorzichtig moet zijn. Wil je met
iets nieuws beginnen, dan moet je
dat niet op een klein hoekje slechte
grond doen. Daarbij krijgt de nieuwe
teelt vaak niet altijd de aandacht die
het verdient, waardoor het nooit
goed van de grond komt. Ik heb
meteen tien hektare met bessen ge
plant. Met vier kollega's ben ik toen
een kontrakt met Hero aangegaan.
Met vallen en opstaan hebben we
de machinale teelt in onze vingers
gekregen. Maar je bent erg afhanke
lijk van het weer. De afgelopen drie
jaar hebben we last van vorst ge
had. Zonder kontrakt is de teelt ver
schrikkelijk gevaarlijk. Nu hangen de
struiken mooi vol, maar één nacht
vorst kan veel bederven", vertelt
Boonman. Ondertussen heeft hij
met een aantal kollega's uit Zeeland
en het westen van Brabant een coö
peratie opgestart, de Nederlandse
Bessen Combinatie. Alles bij elkaar
heeft de coöperatie 350 ha zwarte
bessen. Het zwarte bessen-areaal
van Boonman is inmiddels uitge
groeid tot 24 ha en hij heeft met
drieëneenhalve ha ook een, zoals hij
het zelf noemt, voorzichtige start
gemaakt met rode bessen.
Hazelnoten
Vanwege de zwarte bessen kwam
Boonman regelmatig bij het
proefstation voor de fruitteelt in Wil-
helminadorp. Bij één van zijn bezoe
ken aan het proefstation kwam hij
zes jaar geleden in kontakt met de
onderzoeker Wertheim. Deze hield
zich bezig met hazelnoten. Boon
man informeerde bij Wertheim over
de mogelijkheden van de teelt. Die
bleek toentertijd nog niet geschikt,
maar een jaar later wel. Wertheim
peilde toen samen met de Zuidelijke
Landbouw Maatschappij de belang
stelling voor de teelt in Zeeland.
Daar bleken uiteindelijk veertien se
rieuze gegadigden voor te zijn. Zij
richtten de Coöperatieve Nederland
se Noten Unie op en besloten in
Zeeland en Noord-Brabant geza
menlijk 50 ha hazelnoten te planten.
Het bleek echter moeilijk om aan
goed plantmateriaal te komen. Het
eerste jaar kon slechts tien ha wor
den beplant met ongeveer 1.000
boompjes per ha. Nu is 36 ha ge
plant, terwijl Boonman verwacht
volgend jaar de 50 ha vol te krijgen.
Boonman, voorzitter van de coöpe
ratie, wil zelf zeven ha van deze
(voor Nederland zeker) nieuwe teelt
hebben. "Hazelnoten is een vrij
nieuwe teelt. De helft van de we
reldhandel in hazelnoten komt uit
Turkije, waar het merendeel afkom
stig is van in het wild groeiende bo
men. De teelt komt daar nu van de
grond, terwijl men er in Italië, in Bor
deaux in Frankrijk en Oregon in
Amerika al verder mee is. De hazel
notenteelt komt hoofdzakelijk voor
in de wat warmere, vochtige stre-
IMffllMlilHlMMlMMll 13 M
ken, maar gezien de proeven bij het
proefstation lijkt het hier ook moge
lijk te zijn. Het is tenslotte van ouds
her een inlandse plant".
Wiihelminadorp
Het proefstation in Wiihelminadorp
speelt een belangrijke rol voor de
hazelnotentelers, omdat daar de
kennis van de teelt vandaan moet
komen. Het proefstation heeft in
tensief kontakt met de Fransen en
met de Amerikanen. De telers ko
men ook regelmatig bij elkaar om
zodoende zo veel mogelijk van el
kander te leren. Medewerkers van
het proefstation demonstreren af en
toe hoe bepaalde zaken moeten
worden aangepakt, bijvoorbeeld het
snoeien.
"Per jaar ben je ongeveer 25 uur per
ha bezig met het snoeien. Dat kan
gedurende de hele winter, dus daar
heb je alle tijd voor. In de zomer
moet je de vochtvoorziening goed in
de gaten houden. De boom bloeit
eind februari, begin maart. De noot
ontwikkelt zich in juni en in die pe
riode begint ook de knopontwikke-
ling voor het volgende jaar. De
boom heeft dan veel vocht nodig.
Zijn de omstandigheden in die perio
de slecht, dan krijg je het volgende
jaar weinig noten. We hebben een
druppelbevloeier aangebracht,
waarmee we eventueel ook
meststoffen kunnen toedienen. De
boompjes die vier jaar terug het
eerst zijn geplant zijn nu redelijk ge
groeid. Vorig jaar konden we van de
eerste boompjes al enkele honder
den kilogrammen noten oogsten, dit
jaar komt het voor eerst redelijk op
gang met 1.000 1.500 kilogram".
Begroting
Dit is volgens Boonman net het tere
punt van deze teelt. Het duurt maar
liefst zeven tot acht jaar voordat de
boompjes volop in produktie zijn. De
verwachting is dat dan rond de
2.500 kilo per hektare geoogst kan
worden, maar Boonman heeft de
stiekeme hoop dat het wat hoger
uitvalt. "Op het proefstation blijkt
dat soms meer mogelijk is. Bij de
begroting gaan we echter uit van
2.500 kilo. Dat zijn dan zowel de
pitten als de bolsters. De pitten vor
men ongeveer de helft van het
gewicht.
We gaan er verder van uit dat de
boompjes minstens 25 jaar mee
gaan. De onderzoekers denken zelfs
aan 40 jaar. Als je éénmaal geplant
hebt, dan zou je er de rest van je le
ven mee kunnen doen. Bij de begro
ting gaan we voorts uit van een
opbrengst van f 3,20 - f 3,50 per
kilo voor pit en bolster en f 7,00 -
f 7,50 per kilo voor alleen de pitten.
Per ha zou dat dan ongeveer een
saldo van f 4.200,— op moeten le
veren. Het is echter nog onzeker
waar we uit zullen komen. We vor
men met onze coöperatie eigenlijk
een proefprojekt. Gezamenlijk bekij
ken we de teelt en proberen we een
goede afzet voor de noten te vin
den". Boonman is met de coöpera
tie druk bezig met het verkennen
van de markt voor hazelnoten. De
import van hazelnoten bedraagt in
Nederland per jaar zes miljoen kilo.
Boonman denkt dat deze, nog groei
ende, markt voldoende perspektief
moet bieden.
"Als de noten van de boom zijn ge
vallen, oogsten we ze met een soort
veegmachine. De noten worden
daarna gewassen en gedroogd. Dat
laatste moet in verband met het ge
vaar van barsten voorzichtig gebeu
ren. Het vochtgehalte dringen we
terug tot tien procent. De noten zijn
dan enkele jaren houdbaar. Door op
enkele plaatsen grote partijen tege
lijkertijd te drogen, denken we uni
forme partijen te krijgen. Die kunnen
we vervolgens verder bewerken, bij
voorbeeld kraken en dan snipperen
of roosteren. De toepassingsmoge
lijkheden zijn divers. We moeten
proberen daarbij zo veel mogelijk
van de toegevoegde waarde mee te
nemen. We zijn er nog niet uit wat
voor ons het beste resultaat ople
vert, maar we moeten eerst maar
eens afwachten of we wel voldoen
de hazelnoten kunnen oogsten".
Geert Pinxterhuis
Bij de begroting gaat de Coöperatieve Nederlandse Noten Unie er van uit dat 2.500 kilogram hazelnoten
per hektare geoogst kan worden. "Naar aanleiding van proeven in Wiihelminadorp hopen we op meer"
aldus de voorzitter van de coöperatie. (Foto Willem Mie ras)