ZLM Manifestatie 1993 neemt steeds vastere vormen aan JrM\ en Open brief Vanuit de ZLM gezien ■Öoün 17, 18 en 19 juni 1993 Holland ontmoet Vlaanderen op Zomeruniversiteit Zeeland Meer geld nodig voor grond aankopen landelijk gebied IfVlf Gedrocht Tweede Nieuwsbrief verschenen EG-landbouwbeleid ik Over precies één jaar - op 17, 18 en 19 juni 1993 - vindt de grote ZLM Manifestatie plaats. Zoals eerder gemeld speelt het evenement zich af in en rond de veiling CHZ in Ka- pelle. De voorbereidingen nemen steeds vastere vormen aan. Om standhouders en andere be langstellenden zo goed mogelijk te informeren, heeft de ZLM vorige week de tweede nieuwsbrief over de Manifestatie 1993 uitgegeven. Het bulletin is verzonden naar hon derden bedrijven en instellingen. In de nieuwsbrief wordt uitvoerig aan dacht besteed aan het motto van de manifestatie: Werken aan morgen. Als een handreiking aan potentiële deelnemers wordt het motto in een aantal thema's uitgewerkt, zoals in formatisering, consument en markt, duurzame landbouw, agrificatie, nieuwe teelten, kennisoverdracht, ondernemerschap, etc. Het motto wordt overigens niet dwingend voorgeschreven. Iedere deelnemer is vrij in de vormgeving van de eigen bijdrage aan de Manifestatie. Voorlopige inschrijving In de tweede Nieuwsbrief - de eer ste verscheen in januari j.l. - is te vens een voorlopig inschrijvingsformulier gevoegd. Met behulp daarvan kunnen bedrijven en instellingen hun belangstelling voor deelname aan de Manifestatie al vast kenbaar maken, zonder overi gens reeds verplichtingen aan te gaan. De definitieve inschrijving zal plaatsvinden vanaf oktober 1992. intussen hebben de ZLM, Verzeke ringen ZLM, Accountantsunie ZLM en Gropatax besloten zich in een gezamenlijke stand op de Mani festatie in Kapelle te presenteren. Behalve over de Manifestatie be richt de Nieuwsbrief ook over eve nementen, die in het kader van het In de ingezonden 'Open brief aan het hoofdbestuur' van de heer J. Roelse, die werd gepubliceerd in de ZLM-krant van vorige week, wordt 't.a.v. de tweejaarlijkse keuring van landbouwspuiten gesproken over loonwerkbedrijven. Dit is onjuist. In plaats hiervan moet gelezen wor den: landbouwmechanisatiebe- drijven. 150-jarig bestaan van de ZLM zullen worden gehouden. 1993 is immers tevens een jubileumjaar voor de ZLM. Zo zal onder andere op vrijdag 3 september 1993 een grote taptoe op de Grote Markt in Goes worden georganiseerd. Daarmee wordt een traditie in ere hersteld. Toporkesten hebben inmiddels hun medewerking toegezegd. Verder Is de gemeente Goes bezig aan de voorbereiding van een zo- mertentoonstelling die in het teken van de landbouw zal staan. Eerder was al bekend dat in 1993 de Ne derlandse kampioenschappen ploe gen en demonstratie grondbewerking in Zeeland zullen plaatsvinden. De data hiervan zijn 16 en 17 september 1993 en als lokatie is de Wilhelminapolder gekozen. Tenslotte vermelden we nog dat er ter gelegenheid van anderhalve eeuw ZLM een gedenkboek zal worden uitgegeven. De foto's voor dit boek worden geleverd door Wim Riemens, de tekst is van Cees Cij- souw, beide bekende namen in Zee land. Elk lid van de ZLM krijgt het gedenkboek gratis aangeboden. Het zal ten doop worden gehouden tij dens de officiële herdenkingsbijeen komst op 31 augustus 1993 in de Grote Kerk te Goes. Voor belangstellenden is een be perkt aantal exemplaren van Nieuwsbrief no. 2 beschikbaar op het secretariaat van de ZLM. Nieuwsbrief no. 1 Holland ontmoet Vlaanderen is het thema van de lustrumeditie van de Zomeruniversiteit Zeeland 1992. Op de studiedagen over de landbouw gaat het speciaal over samenwer ken en aanpassen. De studiedagen vinden plaats op woensdag 2 en donderdag 3 september a.s. in hotel Brittannia te Vlissingen. Op woensdag 2 september komen in het ochtendprogramma de voor zitter van de Belgische Boerenbond, dr. J. Hinnekens en de voorzitter van het Nederlandse produktschap Groenten en Fruit, J. van der Veen, aan het woord. In het middagpro gramma worden de lezingen ver zorgd door de heer E. Blom van het C.B.T. en ir. R. de Wel, namens de Belgische tuinbouw. Op donderdag 3 september staat de bestuurlijke organisatie en belan genbehartiging voor het landelijk gebied centraal, 's Ochtends wordt dit thema besproken door ir. J. Frouws van de Landbouwuniversi teit Wageningen en ir. H. van 't Land, secretaris commissie grond gebruik van het Landbouwschap, 's Middags verzorgen dr.ir. J. IJff, voorzitter van Unie van Water schappen, en A.H. Esselink, lid van de Tweede Kamer voor het CDA, een inleiding. Voor verdere informatie kunnen geïnteresseerden contact opnemen met RJ. van Eek, tel. 01180-30327, of schriftelijk via Postbus 8004, 4330 EA Middelburg. De regering moet minstens 150 mil joen gulden per jaar extra uittrekken voor natuur- en landinrichting. Dat is de enige manier om het Natuur beleidsplan (NBP) versneld te kun nen realiseren. Dit zeggen de organisaties die zitting hebben in de Centrale Landinrichtingscommissie (CLC) in een brief aan minister president R. Lubbers. In het NBP wil de regering onder meer via de realisatie van een ecolo gische hoofdstructuur een schei ding aanbrengen tussen landbouwgronden en natuurgebie den. Dit gebeurt deels met behulp van landinrichtingsprojecten. De re gering kondigde in het NBP aan hier dertig jaar voor te willen uittrekken. De Tweede Kamer heeft onlangs in een motie aangedrongen op verkor ting van de periode tot twintig jaar. Dit zou echter meer geld kosten, waarvoor de regering nog geen dek king heeft aangegeven. De in de landinrichtingscommissies betrokkenorganisaties zeggen het nieuwe beleid van de regering te willen steunen, mits er geld voor komt. Uitvoering van het nieuwe beleid voor natuur- en landinrichting wordt momenteel geblokkeerd we gens het ontbreken van voldoende middelen, zo waarschuwen de orga nisaties Lubbers. De brief is onder tekend door gedeputeerde J. van Dijk van de provincie Groningen na mens het Interprovinciaal Overleg orgaan, J. Mares, voorzitter van het Landbouwschap en P. Winsemius, voorzitter van Natuurmonumenten. Naar aanleiding van het artikel van Marius Varekamp 'Hervorming E.G.- Landbouwbeleid' op blz. 5 van uw krant van 29 mei 1992 het volgen de. Hij schrijft: 'Geen begrip heb ik ervoor, dat men het verschil tussen de EG-konsumentenprijzen en we reldmarktprijs als subsidie aan merkt. Allereerst is dat een groothandelsmarkt vergelijken met een detailmarkt, daar zitten per sal do al verschillen in. Maar de interne EG-prijs moet bezien worden in de Europese landbouwstruktuur en de daaraan verbonden kosten c.q. be nodigde opbrengstprijs voor de boe ren. De verschillen aanmerken als subsidie is onwerkelijk. Gesteld wordt toch ook niet dat het verschil tussen de lonen op de wereldmarkt en de interne lonen in de EG als subsidie moeten worden bezien?' (einde citaat). Het is voor het eerst dat ik deze me ning verwoord zie. Ik onderschrijf de stelling van de voorzitter van de KNLC van harte, omdat het m.i. de kern van het landbouwprobleem treft. Met name het verschil in be handeling (apartheid) van agrarisch ondernemers en arbeiders. Beiden toch ingezetenen van dit land? 'Onverschrokken voortgaan' lijkt mij echter niet gewenst. Apartheid is bij de wet verboden. Het lijkt mij meer voor de hand liggen, dat de wets overtreder (de overheid zelf) veroor deeld wordt, zodat aan deze wantoestand een eind kan worden gemaakt. Noodzakelijk acht ik tevens, dat chemische middelen (alle) verboden worden bij de voedselproduktia Dan zal n.l. blijken, dat niet de boer, maar de consument de gifkar nodig had. H. van Damme, Ouwerkerk De Brusselse politieke besluitvorming met betrekking tot het graan beleid heeft ons opgezadeld met een monsterlijk gedrocht aan regels én voorwaarden. De ministers hebben niet meer dan de grote lijn aan gegeven: een drastische daling van de produktprijs, die gecompen seerd kan worden middels hectare-toeslagen. De appels worden ons afgenomen en onder bepaalde voorwaarden kunnen we er een varië rend aantal peren voor terugkrijgen. Twee onvergelijkbare en onver enigbare zaken dus! Voor wat betreft de peren heerst voorlopig dan ook nog volstrekte onduidelijkheid over het "wie", "wat", "hoe" en "hoeveel". Omdat bij de nadere uitwerking en invulling van de uitvoeringsrege/s de ambte lijke assistenten van de beleidsmakers bij iedere oplossing tegen tien nieuwe problemen oplopen, dreigt voor de praktijk een valkuil van vraagtekens, ingewikkeldheden en onbillijkheden. Het gevaar tekent zich af dat individuele akkerbouwers tengevolge van de komende toepassing van de "letters van de wet" onbedoeld de compensatie geheel of gedeeltelijk mislopen, dan wel anderszins tussen de wal en het schip terechtkomen. De parallel met de uitvoeringsproblematiek van de zuivelquotering is nu al te trekken: stammenstrijd en naijver binnen de sector zelf; en bergen extra werk voor voorlichters, juristen, boekhouders en land bouworganisatiebestuurders. Twistappels Brussel laat in de nadere uitwerking van het nieuwe graanbeleid met betrekking tot bepaalde aspecten keuzevrijheid aan de afzonderlijke lidstaten. Het gaat daarbij met name om wat in het jargon respectie velijk "basisareaal" en "opbrengstregio" genoemd wordt. Het "basisareaal" is de historische, vaste referentie die geldt voor A) de vaststelling van het maximum aantal hectares granen, droge erwten en maïs per bedrijf, waarover een toeslag verleend wordt; en B) voor het bepalen of er at dan niet 15% van dat graanbasisareaal gebraakt moet worden om in aanmerking te komen voor die toeslag. De "opbrengstregio" geeft de aktuele kilogramopbrengsten per hectare aan, die bepalend zijn voor de hoogte van het toeslagbedrag per hectare. Voor de vaststelling van het basisareaal kan (collectief) gekozen worden tussen een zogenaamd regio-'quotum" (heel Neder land of meerdere regio's binnen Nederland) en een individueel quo tum per bedrijf. Bij de bepaling van de grootte van de opbrengstregio's gaat het om de keuze tussen één of meerdere re gio's in Nederland. Twee twistappels van formaat voor de praktijk. De aktuele verschillen in opbrengst en bouwplan per regio en per bedrijf bepalen immers de voorkeur voor het te kiezen systeem. De keuzekwestie wordt daaren boven nog eens extra beïnvloed en bemoeilijkt door het schrijnende en onbegrijpelijke feit, dat snijmaïs op veehouderij-bedrijven ook in aanmerking komt voor de volle hectaretoeslag. De mogelijke gevol gen en verschillen worden daardoor alleen maar groter en onvoor spelbaarder. Het kwaad ligt echter op ons bord en we zullen noodgedwongen moeten kiezen. Zowel voor de vaststelling van het basisareaal als voor de bepaling van de kilogramopbrengst-referentie opteren we vanuit de ZLM (alles overwegende en op basis van de informatie die ons tot nu toe ter beschikking staat) voor de meest mogelijke indivi duele benadering. Dus het vaststellen en toedelen van referenties en rechten en plichten per bedrijf en niet per regio! Ons inziens doet dat het "minst slecht" recht aan de verantwoordelijkheid en aan de on dernemersbeslissingen van de individuele boer. Snel volstrekte duidelijkheid vereist Uiteraard zien we ook bij deze keuze leeuwen en beren opdoemen. Areaalbevriezing en daaruit voortkomende "quotumkwesties" (ver handelbaarheid?) zijn daarbij het meest in het oog springend. Deze extra complicaties hangen samen met het feit, dat uitgegaan wordt van een historische vaste referentie voor de vaststelling van het basisareaal. In samenhang met onze optie voor directe toedeling van arealen en compensatiebedragen per bedrijf zullen we daarom in nog versterkter mate bepleiten dat een systeem van "voortschrijdende" referentie alsnog mogelijk gemaakt wordt. Eerst en vooral zullen we ons echter inzetten, om zowel intern binnen het landbouworganisatieverband, a/s extern naar de Haagse overheid toe, te bewerkstelligen, dat zo snel mogelijk absolute en praktische duidelijkheid geschapen wordt over de uitvoeringsregels en voor waarden van dit nieuwe beleid. Het bedrijfsleven zal daarbij het voor touw dienen te nemen en mag zich niet zondermeer laten dicteren door Den Haag. Overmatige regel-, bedil- en controlezucht mag niet geaccepteerd worden. "Zo snel mogelijk" moet wel voor de zomer zijn. Dat is geen wens, maar een eis. Iedere boer moet immers in de gelegenheid zijn om op basis van concrete gegevens en voorwaarden nog tijdig onderne mersbeslissingen te kunnen nemen met betrekking tot bouwplan en al dan niet braken. Van der Maas

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 3