KNLC KNLC-bestuur wil volledige compensatie inkomstenverliezen Samen verder Mestheffing op 1 oktober ingevoerd Landbouwschap wil alternatief pachtsysteem AGROTEL BUM Im Benoeming secretaris hoofdafdeling Akkerbouw Bukman: VS willen nu geen GATT-akkoord {5 CEBECO-ZUIDWEST De compensatie van het verlies aan inkomsten door de prijsverlagingen is onvolledig. Diverse berekeningen tonen dat aan. De grotere akker bouwbedrijven zijn het meest de dupe. Het bestuur van het KNLC vindt onvolledige compensatie on aanvaardbaar en veroordeelt de her vormingsvoorstellen van het EG-landbouwbeleid. Het bestuur wil daarom zeer attent zijn bij de prakti sche invulling van de Brusselse re- C. Moerman Met ingang van 1 juni 1992 is de heer ir. C. Moerman (37) benoemd tot secretaris van de hoofdafdeling Akkerbouw van het Landbouw schap en tot plaatsvervangend coördinator van het secretariaat Akker- en Tuinbouw. De heer Moer man was tot dusver als beleidsme dewerker bij deze hoofdafdeling werkzaam. Cees Moerman studeerde land bouwplantenteelt aan de Land bouwhogeschool te Wageningen en woont in Zoetermeer. gelgeving in Nederland. Het is daarbij gewenst Nederland in meer dere regio's op te delen vanwege de grote regionale verschillen. Het meest ideaal zou individualisering zijn. Het bestuur van het KNLC besprak de hervormingsvoorstellen voor het EG-landbouwbeleid tijdens haar ver gadering op 2 juli 1992. Er lagen di verse berekeningen op tafel, die de gevolgen van de voorstellen voor de inkomsten van de boeren weerga ven. Over het algemeen is de com pensatie voor het verlies aan inkomsten door prijsverlagingen on volledig. Vooral de grotere akker bouwbedrijven gaan sterk in inkomsten achteruit. Bedrijven die meer dan 92 ton graan produceren moeten 15% van het land braak leg gen. De vergoeding voor het braak- leggen is echter veel te laag. De meeste akkerbouwbedrijven gaan er op achteruit. Alleen in de Veenkoloniën gaan de bedrijven er iets op vooruit. Het bestuur zocht de oorzaken in het gehanteerde (la ge) opbrengstniveau van 6600 kg en het feit dat Nederland wordt aan gemerkt als één regio. Individualiseren In Nederland is sprake van grote re gionale verschillen in opbrengstni veaus. Het KNLC-bestuur vindt het daarom gewenst Nederland op te delen in meerdere regio's. De voor zitter van de Groninger Maatschap pij van Landbouw, M. Calon, wil het liefst per individu de compensatie bepalen. A. Lanting, voorzitter van het Drents en Veenkoloniaal Land bouw Genootschap, stond hem daarin bij. De roodvleesproducenten gaan eveneens behoorlijk in inkomsten achteruit. H. van der Maas, voorzit ter van de Zuidelijke Landbouw Maatschappij rekende voor dat deze sector de komende drie jaar met 15% interventieprijsdaling te maken krijgt. En dat bovenop de prijsverla gingen van de afgelopen jaren. Al leen als niet meer dan twee grootvee-eenheden per ha. groen- voedergewas op het bedrijf voorko men, ontvangt de veehouder compensatie voor deze prijsverla ging. De toeslag geldt daarbij slechts tot een maximum van 90 dieren per bedrijf. Met name de Ne derlandse roodvleesmesterij als tweede tak op een akkerbouwbe drijf valt daardoor weer buiten de boot. M. Varekamp, voorzitter van het KNLC noemde de compensatie voor snijmais onwaarachtig, maar wilde het echter niet afwijzen. Secretaris G. Pol van de Geldersche Maat schappij van Landbouw noemde af wijzen onverstandig, vanwege de concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland. Dé voorzitter van de Afdeling Veehouderij van het KNLC, B.J. Warmelink, is ook tegen stander van afwijzen van deze com pensatie. Hij wenst eerst meer duidelijkheid met betrekking tot de totale regelgeving. Zwaard Zo is onder andere nog niet duidelijk wat er gebeurt met de inflatie. Dit zal moeten worden gecompen seerd. De besluitvorming geldt slechts voor de periode tot 1995. Het is eveneens onduidelijk wat er daarna gebeurt. Van der Maas vreest dan het zwaard van Damo cles'. J.D. Leeuwma, voorzitter van de Afdeling Akkerbouw van het KNLC, vindt dat de drie CLO's moe ten overwegen de uitvoering van de Brusselse regelgeving zelf tot zich te nemen. Calon voegt daar aan toe dat het het ministerie van Financiën duidelijk moet zijn, dat Brussel er van uit gaat dat geen BTW ver schuldigd is over de compensatie. Van der Maas wenste snel duidelijk heid. De akkerbouwers werken in augustus namelijk al weer aan het nieuwe bouwplan. Geert Pinxterhuis Op 1 oktober aanstaande komt er een bestemmingsheffing voor mest, zo heeft het bestuur van het Land bouwschap afgelopen woensdag besloten. Ook het KNLC-bestuur heeft zich deze week uitgesproken voor het invoeren van een dergelijke heffing, om het verder opzettén van de mestverwerking mogelijk te ma ken. Het KNLC vindt wel dat de hef fing uitsluitend voor de mestverwerking moet worden ge bruikt, en niet voor bijvoorbeeld de distributie. De Europese Commissie heeft in beginsel goedkeuring gegeven om de heffing tot begin 1995 in te zet ten als bijdrage voor de kosten van mestverwerking. Na deze datum mag de heffing echter niet meer voor dit doel worden gebruikt. Met ingang van 1995 zullen de ophaal- kosten voor de boeren met een méstoverschot omhoog gaan. Het Landbouwschap stuurt het nu uit gewerkte voorstel nog deze week aan Brussel. Het Landbouwschap beschouwt de oprichting en instandhouding van mestafzet en mestverwerking als een zaak voor het particulier initiatief. Een groot aantal organisaties heeft hiervoor inmiddels plannen bekend gemaakt. Berekeningen leren dat te gen 1995 een verwerkingscapaci teit te verwachten valt van rond de 24.624.000 kilo fosfaat, nagenoeg de door de overheid geëiste hoe veelheid van 25 miljoen kilo fosfaat. Om de totstandkoming van mest verwerkingscapaciteit te stimuleren moet de overheid het voor veehou ders financieel en fiscaal aantrekke lijk maken om met mestverwerkers langlopende (tien jaar) leveringscon tracten af te sluiten zo vindt het schap. Financiële participatie in mestverwerkingsfabrieken moet fis caal verrekenbaar worden gemaakt. Daarnaast moeten veehouders met een leveringscontract in aanmerking komen voor een korting op de overschotheffing. Een contract met een (erkende) mestverwerker of distributeur moet worden beschouwd als milieuhygië nisch verantwoorde afzet in het ka der van het zogenaamde 1995-scenario. Bij dit laatste gaat het er om dat veehouders ten ge- Volgens minister Bukman (land bouw) zijn de Amerikanen momen teel niet geïnteresseerd in een GATT-akkoord. Hij zei dit woensdag tijdens het gesprek met het Land bouwschap. De bewindsman ba seert zijn standpunt op de lauwe reactie van de VS op het Europees akkoord over de landbouwher vorming. Minister Bukman zal het Landbouw schap betrekken bij de nationale uit werking van het EG-landbouwakkoord. De bewinds man herhaalde dat de ommezwaai budgettair onder controle moet blij ven. Het Landbouwschap is niet ge rust over de haalbaarheid, betaalbaarheid en controleerbaar heid van het nieuwe Europese land bouwbeleid. noegen van de overheid vooraf moeten aangeven hoe zij hun over- schotmest zullen afzetten. Dertig jaar geleden begon ik met mijn werk a/s agrarisch sociaal voorlichter (ASV-er) bij de toen malige Friese Maatschappij van Landbouw. Het werkterrein lag hoofdzakelijk in oostelijk Fries land. Daar waren toen meerdere ruilverkavelingen in voorberei ding. De weerstand bij boeren en verpachters tegen de geplande agrarische veranderingen in dit gebied was groot. De eerste ruil verkavelingen daar kwamen maar nauwelijks boven de nood zakelijke vijftig procent voor stemmers. Dit dankzij de toen nog geldende regel dat de thuis blijvers, de niet-stemmers, tot de voorstemmers werden gerekend. Mijn werk als ASV-er was er vooral op gericht de boerenge zinnen meer te betrekken bij de voorbereiding van de grote ver anderingen en daardoor een meer positieve houding te kwe ken. Mede doordat velen gebruik gingen maken van de nieuwe technische mogelijkheden en in zagen dat veranderingen van de bedrijfsstructuur noodzakelijk waren, steeg het aantal werkelij ke voorstemmers in enkele jaren sterk. Gelukkig, want als de her inrichting van oostelijk Friesland toen niet was doorgegaan was er nu bij een eventuele herinrich ting weinig plaats voor de land bouw meer geweest. Uitdaging Nu ik afgelopen dinsdag tot alge meen secretaris van het KNLC ben benoemd moest ik toch nog aan het begin van mijn werk bij onze (regionale) organisatie den ken. Hoewel het bij het begin van een nieuwe uitdaging niet voor de hand ligt om naar het verleden te kijken, heb ik toch overdacht wat de reden is om dertig jaar lang, op zeer verschil lende plaatsen, voor en bij een agrarische organisatie te werken en het nog steeds a/s een uitda ging te zien. Ik denk dat het ant woord ligt in de woorden 'verandering' en 'zelfstandigen' en de sterk persoonlijke betrok kenheid daarbij. 'Verandering' omdat daarbij steeds weer de in spanning geleverd moet worden om de aan de mens eigen be houdzucht te overwinnen. 'Zelfstandigen' omdat die voor eigen risico a/s ondernemer bou wen aan hun toekomst. Juist omdat je bij het werken in de agrarische sector persoonlijk contact kunt hebben met die on dernemers en hun gezinsleden maakt het werk aantrekkelijk. Praktijk en beleid kunnen daar door dicht bij elkaar liggen. Mijn opvatting is daarom steeds ge weest dat je er voor moet opas- sen dat je a/s landelijk KNLC-medewerker op het droge gaat zwemmen. Eenheid Het contact met de basis is het belangrijkste instrument om dit te vookomen. Dat heb ik dertig jaar geleden toen ik met mijn werk begon al geleerd. Het is een uitdaging om dat in de toe komst als uitgangspunt te blijven houden. Het KNLC a/s landelijke organisatie biedt samen met de regionale organisaties de moge lijkheid. In de groeiende samen werking met de beide zusterorganisaties worden de mogelijkheden nog vergroot. Voorop staat wel dat wij a/s KNLC-organisaties een sterke eenheid vormen. Dus geen te genstelling tussen landelijke en regionale organisaties, maar sa men één zijn. Dit kan alleen als boeren en tuinders zich in die or ganisatie niet alleen thuisvoelen maar ook hun belangen werkelijk behartigd zien. Samen met an deren in de landbouworgnaisa- ties wil ik daar de komende jaren verder aan werken. Dam Jaarsma algemeen secretaris Het bestuur van het Landbouw schap adviseert de minister van Landbouw het huidige pacht systeem voorlopig te handhaven, in clusief een verhoging van de basispachtnorm met 6 procent. Voorts stelt het schap de minister voor om de pachtnorm voor akker bouwbedrijven met 6 procent te verhogen en die voor veehouderij bedrijven en gemengde bedrijven •met 8 procent. Het Landbouwschap streeft net als het ministerie van Landbouw naar een eenvoudiger pachtnormen systeem, dat de verpachter een dui delijk rendement biedt. Zonder nader onderzoek kan echter niet worden beoordeeld of het 2 procen tensysteem, dat de minister heeft voorgesteld, in verhouding staat tot de bedrijfsopbrengsten van de pachter. Hiertoe wil het schap in overleg met de minister op korte ter mijn een pachtnormenstelsel ont wikkelen. Om per 1 januari 1993 de zoge naamde pachtersomslag te kunnen doorvoeren, is ook binnen het regu liere systeem een aanpassing nood zakelijk. Het Landbouwschap wil de invoering van de pachtersomslag een jaar uitstellen om zodoende met een eenvoudiger herziening te kun nen volstaan. Indien de pachters omslag onverhoopt toch wordt ingevoerd stelt het schap voor om 50 procent van de toeslag water huishouding bij de basispacht te voegen en de rest van de toeslag te laten vervallen. De pachter betaalt dan naast de pachtprijs de zoge naamde pachtersomslag öf 50 pro cent van de regionale waterschapslasten. Werkgroep Een werkgroep bestaande uit het ministerie van Landbouw, Natuurbe heer en Visserij, de Unie van Water schappen en het Landbouwschap dient op korte termijn te komen tot een praktische invulling, die zoveel mogelijk is toegesneden op de indi viduele bedrijfssituatie. Naar de opinie van het Landbouw schap mogen de pachterslasten, dus pachtprijs plus pachtersomslag. met niet meer dan 15 procent per drie jaar wijzigen. Verder wil het schap een pachtsysteem dat staps gewijs wordt ingevoerd. KNLC Het KNLC heeft in zijn vergadering van dinsdag jl. het voorstel van de minister tot wijziging van het Pacht- normenbesluit 1977 afgewezen. Het KNLC ziet liever een 'status quo' voor een jaar. Het bestuur van het KNLC gaat ak koord met een verhoging van de ge middelde basispachtwaarde met 6 procent voor dit jaar. Gedurende dit jaar zou het Landbouwschap voor een meer objectieve berekenings systematiek moeten zorgen. Het bestuur neemt hiermee de aanbeve lingen van de Commissie Grondge bruik van het KNLC over. actuele fruitteelt informatie dagafschriften groente en fruit vraag naar gratis proefabonnement AXEL 01155-2351 - MIDDELBURG 01180-37576 OfNTRÖQfiD 01672-2990

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 5