Melkquotum: verdeling per ha
en overdracht
De Rabobankorganisatie in
1991 en de samenvoeging
Ai
Geld en goed
Accountantsunie
ZLM
Brochure over wildschade
voor boeren èn jagers
Sociaal
Ekonomische
Voorlichting
Landbouwschap komt met
alternatief pachtsysteem
Landbouwschap vraagt steun voor
omschakelende biologische teler
Rabobank maakt
Telebankieren voor
bedrijven goedkoper
m
De Beschikking Superheffing is met
ingang van 19 februari 1992 gewij
zigd. Naast de wijzigingen in de be
schikkingen met betrekking tot de
overdracht zijn er eveneens andere
voorwaarden ten aanzien van het
melden van overdrachten van melk.
Het geheel levert grote onduidelijk
heden en veel vragen op.
In dit artikel wordt op twee aspek-
ten, n.l. de overdracht en de verde
ling van het quotum nader
ingegaan.
Overdracht
De algemene regel voor overdracht
van melkquotum is dat vast 20.000
kg per ha wordt overgedragen via
grond die 1 jaar voor de overdracht
in gebruik is geweest voor de melk
veehouderij. Per heffingsjaar kan
maximaal 5 ha zonder quotum wor
den overgedragen. Van groot belang
is dus dat de grond in gebruik is
voor de melkveehouderij.
Een uitzondering vormt de situatie
bij verhuur van melk. Bij verhuur van
melk geldt dat - als gedurende enig
jaar sinds 1 april 1984 de over te
dragen grond daadwerkelijk in ge
bruik is geweest voor de melkvee
houderij - de overdracht van het
gehele of een deel van het melkquo
tum direkt mogelijk is na het aflopen
van de tijdelijke overdracht (ver
huur). Voorwaarde is wel dat het
gehele quotum werd verhuurd.
Onlangs dienden alle melkveehou
ders op te geven welke gronden in
gebruik waren voor de melkveehou
derij. Deze opgave (van voor 15 mei
j.l.) staat in feite los van de verdeling
van het quotum over de oppervlakte
grond.
De verdeling van het quotum
De wijziging in de Beschikking heeft
in feite geen wijzigingen gebracht in
de verdeling van het quotum over
de oppervlakte. Om deze reden
dient men voor de verdeling dan
ook terug te vallen op rechtspraak.
Hoogstwaarschijnlijk is hier geen
verandering in gekomen.
Dit betekent dat door grond uit pro-
duktie te nemen voor de melkvee
houderij (en deze bij de jaarlijkse
opgave niet meer te vermelden bij
de registratie bij de DBH), dit tot ge
volg heeft dat er geen melkquotum
meer op deze grond rust. Het recht
op vergoeding in verband met pacht
blijft echter wel aanwezig. Het vol
gende voorbeeld verduidelijkt dit:
Een veehouder heeft twee jaar gele
den een perceel bestemd ten be
hoeve van het vleesvee. Daarvoor
werd het gebruikt voor de melkvee
houderij. Op dit perceel rust nog wel
een deel van het melkquotum maar
overdracht van melkquotum is via
dit perceel niet meer mogelijk.
Pacht
Het bovenstaande speelt vooral een
rol in pachtsituaties. Uitgangspunt
bij de verdeling van het quotum is
dan de grond die voor de melkvee
houderij in gebruik is of is geweest
en bij pacht een verdeling tussen
verpachter en pachter van elk 50%.
Voorbeeld: Stel, een melkveehouder
heeft naast grond in eigendom ook
nog 5 ha pacht. Het gemiddelde
quotum is 8.000 kg melk per ha. To
taal rust op de pachtgrond dus
40.000 kg melk. Indien de-pacht
wordt beëindigd dan betekent dit
dat zowel pachter als verpachter
'recht heeft' op 20.000 kg melk. Dit
betekent dat de 20.000 kg melk
waarop de verpachter recht heeft
via 1 ha grond kan worden overge
Het Landbouwschap vindt dat bio
logische boeren de komende twee
jaar teelttechnisch begeleid moeten
worden. Dat schrijft het schap in
een brief aan het ministerie van
Landbouw. Het wil een stapsgewij
ze omschakeling mogelijk maken
van reguliere naar biologische teelt
en oppert in de brief de mogelijkheid
van een hektarepremie tijdens de
omschakelingsperiode.
Zo'n premie zou volgens het schap
de nieuwe biologische teler een
steun in de rug kunnen bieden. Be
geleiding en premie zou voor andere
ondernemers een stimulans kunnen
vormen eveneens milieuvriendelijk
te gaan telen, aldus het schap dat
het ministerie verzoekt de Extensi
veringsregeling kritisch te bezien.
Binnenkort wordt de EG-
Het Landbouwschap streeft net als
het ministerie van Landbouw naar
een eenvoudiger pachtnormen
systeem, dat de verpachter een dui
delijk rendement biedt. Zonder
nader onderzoek kan volgens het
schap vooralsnog niet worden be
oordeeld of het 2 procent-systeem
dat de minister heeft voorgesteld in
verhouding staat tot de bedrijfsop
brengsten van de pachter.
Het Landbouwschap wil het huidige
systeem voorlopig handhaven inclu
sief 6 procent verhoging en binnen
een jaar komen met een alternatief
pachtvoorstel. Het schap zal zich
daarbij baseren op uitgebreid onder
zoek en overleg met de achterban.
Pachtersomslag
Vanwege de noodzaak per 1 januari
1993 de zogenaamde pachters
omslag door te voeren, is ook bin
nen het reguliere systeem een
aanpassing noodzakelijk. Het schap
stelt met het oog daarop voor om
50 procent van de toeslag water
huishouding bij de basispacht te
voegen en de rest daarvan te laten
vervallen. De pachter betaalt naast
de pachtprijs de zogenaamde pach
tersomslag of 50 procent van de re
gionale waterschapslasten.
Naar de opinie van het Landbouw
schap mogen de pachterslasten,
dus pachtprijs plus pachtersomslag
met niet meer dan 15 procent per
drie jaar wijzigen.
dragen. De overige 4 ha kan zonder
quotum worden overgedragen. Dit
valt binnen de eerder genoemde
maximale oppervlakte van 5 ha die
zonder quotum per heffingsjaar kan
worden overgedragen. Het is even
tueel ook mogelijk om een vergoe
ding voor het quotum te geven.
Van belang is verder om in goed
overleg tot een afspraak/overeen
komst te komen. Is dit niet mogelijk
dan dient de pachtrechter te wor
den ingeschakeld.
Uitzonderingssituaties
Er zijn enkele situaties waarbij de
20.000 kg per ha-regel niet van toe
passing zijn. Dit zijn:
a. Per heffingsjaar kan maximaal
5 ha zonder quotum worden
overgedragen;
b. Bij gehele bedrijfsoverdrach-
ten. Indien het bedrijf wordt
voortgezet kan zowel meer als
minder per ha worden overge
dragen;
c. Indien gebruik is gemaakt van
de overgangsregeling, waarin
het mogelijk was om andere
afspraken te maken. Voor
waarde was wel dat deze
voor 29 maart 1992 bij de
DBH moesten worden aan
gemeld.
Bovenstaande moet gezien worden
als de hoofdlijn. Per individuele si
tuatie moet beoordeeld worden in
hoeverre hiervan wordt afgeweken.
Van belang is steeds een goed over
leg. De SEV kan u hierbij van dienst
zijn.
J.A.M. Withagen
Voorkomen van wUdschade is de beste oplossing.
Wildschade komt steeds vaker voor.
Het veroorzaakt irritatie bij boeren,
tuinders, fruittelers en bosbouwers
en kost veel geld. Wildschade is niet
onoverkomelijk; meestal is er wel
iets tegen te ondernemen. Komen
de maand verschijnt de brochure
'Wildschade: een zaak van boer,
tuinder en jager'; een handleiding
waarmee boeren en tuinders hun
gewassen en hun portemonnee te
gen de gevolgen van wildschade
kunnen beschermen.
Vaak wordt schade door vogels
aangericht. Ganzen, roeken, spreeu
wen en houtduiven zijn op de akker
en in de boomgaard ongewenste
gasten. Ganzen zijn echte liefheb
bers van wintertarwe en graszaad.
Houtduiven houden van broccoli,
terwijl roeken en andere kraaiachti-
gen schade aanrichten in bloembol-
lenvelden. Het zijn overigens niet
alleen vogels die omgewoelde per
celen, beschadigd fruit of vertrapte
gewassen veroorzaken. Wilde zwij
nen, herten of hazen kunnen daar
eveneens debet aan zijn. Wildscha
de vormt een probleem dat zich
steeds meer uitbreidt. Met name in
Noord-Nederland en het Deltage
bied hebben boeren te lijden van
plotseling invallend trekwild.
'Wildschade moet worden voorko
men. Dat is de beste manier om het
probleem op te lossen'. In die over
tuiging stemmen de Directie Natuur,
Bos, Landschap en Fauna (NBLF)
van het ministerie van Landbouw,
de Koninklijke Nederlandse Jagers
vereniging (KNJV), het Jachtfonds
en het Landbouwschap overeen,
daarom geven ze gezamenlijk de
brochure 'Wildschade: een zaak van
boer, tuinder en jager' uit.
Zoals mag blijken uit de titel,, richt
men zich in deze brochure op de
grondgebruiker en de jager. Dit zijn
immers de partijen die wildschade
trachten te voorkomen.
De Rabobank heeft het produkt Te
lebankieren voor bedrijven goedko
per gemaakt. Met ingang van 1 juni
is het abonnementstarief met ruim
40% verlaagd van f 31,50 naar
f 18,50 per maand.
Sinds januari vorig jaar is het aantal
gebruikers meer dan verzevenvou-
digd tot 7.000 nu.
verordening Biologische Produktie
van kracht. Voor boeren en tuinders
die biologisch willen gaan telen zal
extensivering van de produktie re
sulteren in terugvallende op
brengsten. De telers zullen echter
niet worden gekompenseerd door
de hogere prijzen van de biologische
markt. Ze mogen het EG-etiket 'Pro
dukt voor de biologische Land
bouw' pas bij de derde oogst
voeren.
Het Landbouwschap vindt het niet
terecht, dat telers door hun milieu
vriendelijke initiatief twee jaar lang
teelttechnische en financiële risiko's
lopen. De voorwaarden die de EG
middels de zogenaamde Extensive
ringsregeling aan omschakeling
stelt, vindt het schap te beperkend
voor de biologische teler.
Jaarverslagen van grote organisa
ties geven voor de geïnteresseerde
lezer een omvangrijke hoeveelheid
informatie over een breed terrein. Zo
ook het jaarverslag 1991 van de Ra
bobank, de bank waarmee het agra
risch bedrijfsleven van oudsher
sterk bankiert. Dat betekent echter
geenszins dat de andere banken
geen kliënten in deze sector zouden
hebben. En evenmin betekent het
dat de Rabobank buiten de land
bouw geen aktiviteiten zou ont
plooien.
Kijkend naar de ontwikkeling van de
zakelijke kredietverlening dan blijkt
dat van het totaal kredietbestand
eind 1991 met een bedrag van 81,5
miljard gulden, door de agrarische
bedrijven is opgenomen 31,5 miljard
en de sectoren handel, industrie en
dienstverlening het bedrag van 50
miljard. De niet-agrarische sector is
daarmee in kredietomvang een gro
ter doelgebied voor de Rabo gewor
den dan de agrarische.
Deze omstandigheid betekent zeker
geen nadeel voor de specifieke
agrarische sector. Door het bredere
draagvlak van de Rabo als totale or
ganisatie is men in staat een kwali
tatief hoogwaardig produkt aan te
bieden. Dit is alleen mogelijk door
het vak van bankier zo breed moge
lijk en dus over alle sectoren van on
ze samenleving uit te oefenen. Pas
dan is het ook mogelijk de dienst
verlening met behulp van kwalitatief
goed opgeleide medewerkers te ver
richten. Het is daarbij dan ook niet
verwonderlijk onder het kopje 'om
vang plaatselijke banken' onder
meer het volgende te lezen.
In het kader van de optimale om
vang van een plaatselijke bank is de
behoefte aanwezig tot verdere kwa
liteitsverbetering hetgeen veelal ge
paard gaat met een
schaalvergroting van de bancaire
activiteiten. Een gevolg van dit stra
tegisch kader is de versnelde afna
me van het aantal plaatselijke
banken door fusies. Dit streven tot
kwaliteitsverbetering is niet te berei
ken binnen betrekkelijk kleine zelf
standige bankvestigingen, indien
daar niet de meest voorkomende
bancaire diensten kunnen worden
aangeboden. Samenvoeging met de
naburige plaatselijke bank geeft wel
de kans tot schaalvergroting en de
aanzet tot kwaliteitsverbetering. Sa
menvoeging wil dan niet zeggen dat
een plaatselijke vesting wordt opge
heven, wel dat de kennis op het bre
de bancaire terrein beter bereikbaar
wordt en dus aan de kliënt kan wor
den aangeboden.
Fusievoornemen
De reden om over dit onderwerp te
schrijven is mede ingegeven door
hetgeen u verleden week in dit blad
hebt kunnen lezen. Toen is bekend
gemaakt dat Accountantsunie ZLM
het voornemen heeft een fusie aan
te gaan met Accountantskantoor
Gelderland. De achtergrond van dit
voornemen is voor een groot deel
gelijk aan hetgeen de Rabo-
organisatie in haar jaarverslag heeft
geschreven en hiervoor kort is weer
gegeven.
Elke organisatie (ook een accoun
tantskantoor) zal moeten streven
naar een zo hoog mogelijke kwaliteit
van dienstverlening, teneinde aan
de wensen van de kliënt van mor
gen te kunnen voldoen. Elke onder
nemer, ook die in de land- en
tuinbouw, moet kunnen vertrouwen
op de kennis van zijn accountant,
zijn bankier, zijn enz. Daaraan
wordt ook op ons kantoor gewerkt.
De klant van vandaag heeft er recht
op en zal er zondermeer morgen om
vragen. B. Veerbeek