Hoofdbestuur ZLM is positief- kritisch over tussenrapport fusie Akkoord in Brussel zeker niet gunstig voor de akkerbouw Contouren nieuwe organisatie zichtbaar ZLM wil garanties voor overlast uit natuurgebied Nieuws uit het hoofdbestuur ZLM hekelt standpunt Mares ■'■——IIIin 'in i i Het hoofdbestuur van de ZLM heeft maandag j.l. het tussenrapport over de voorgenomen fusie van de Gel- dersche Mij. van Landbouw, het Utrechts Landbouw Genootschap en de ZLM besproken. In dat rap port wordt een overzicht gegeven van de resultaten van de fusie besprekingen tot nu toe. Het betreft een informatief rapport, waarover nog geen besluiten kunnen worden genomen. In oktober a.s. zal het de finitieve en complete fusievoorstel worden gepubliceerd. De ledenra den van de drie organisaties zullen op 1 december a.s. een definitief besluit nemen over de fusie. Het tussenrapport geeft een over zicht van de opbouw en de bestuursstructuur van de nieuwe organisatie. Het schetst de contou ren van een vereniging, die de be langen van 18.500 leden in Zeeland, Noord-Brabant, Gelderland en Utrecht zal gaan behartigen. In de nieuwe organisatie wordt onder scheid gemaakt tussen de horizon tale en verticale belangen behartiging. De horizontale belangenbehartiging krijgt gestalte in de afdelingen, kringen en hoofd bestuur, een voor de ZLM vertrouw de structuur, die de ruggegraat van de nieuwe organisatie gaat vormen. In de verticale belangenbehartiging gaat het om de belangen van de sectoren (akkerbouw, rundveehou derij (inclusief schapen), intensieve veehouderij en tuinbouw). Aan bei de vormen zal in de nieuwe organi satie evenveel aandacht worden geschonken. Verdeling bestuurszetels Het hoofdbestuur van de ZLM kan zich in grote lijnen vinden in het tus senrapport, dat is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Stuur groep, bestaande uit de voorzitters, de vice-voorzitters en de algemeen secretarissen van de drie organisa ties. De voorgestelde verdeling van de bestuurszetels voor de kringver tegenwoordigers (6 GMvL, 6 ZLM, 2 ULG) wordt gesteund. Dit bete kent dat het aantal kringen in het ZLM werkgebied teruggebracht zal moeten worden dan wel dat een clustering van kringen moet plaats vinden. H,et dagelijks bestuur van de ZLM stelt voor naar 4 kringen te gaan, te weten drie in Zeeland (Noord- Zeeland, Midden-Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen) en 1 in Bra bant. Midden-Zeeland en Brabant zouden 2 leden moeten afvaardi gen, de andere kringen 1. Dit voor stel zal nu verder binnen de kringbesturen worden besproken. De voorzitters van de huidige drie organisaties zullen eveneens toetre den tot het hoofdbestuur met dien verstande dat zij maximaal een pe riode van vier jaar vol maken. Daar na komen deze bestuurszetels te vervallen. De nieuw te benoemen voorzitter is onafhankelijk. Naast commissies die sectordoor- snijdend zijn (bijv. grondgebruik, be drijfsontwikkeling, sociale zaken, etc.) wordt voorgesteld sectorgroe- pen in het leven te roepen, die de verticale belangenbehartiging voor hun rekening nemen. De voorzitters van deze sectorgroepen krijgen eveneens zitting in het hoofd bestuur. De groepen kunnen zich opsplitsen in secties per regio of per gewas of diersoort. Voorzover het gaat om specifieke sectorbelangen kunnen de sector- groepen zelfstandig naar buiten tre den, dus buiten het hoofdbestuur om. Ook kunnen ze eigen contribu tie heffen. Verder stelt het tussen rapport dat leden van andere landbouworganisaties lid van de sectorgroepen moeten kunnen wor- Bij de uitwerking van het Natuurbe leidsplan in de provincie Zeeland zal de ZLM er nauwkeurig op toezien dat wordt voldaan aan een aantal voorwaarden, die van belang zijn voor de continuïteit van de boeren bedrijven. De ZLM zal deze punten in een brief aan de provincie voor leggen. De belangrijkste voorwaarden zijn: - landbouwpercelen die gren zen aan natuurgebieden die nen gevrijwaard te blijven van extra overlast en hinder, zoals wild en veronkruiding. Als er desondanks schade in de ge wassen ontstaat, zal deze on voorwaardelijk en volledig moeten worden vergoed en dient voor de gedupeerde boeren duidelijk te zijn waar zij hun claim gehonoreerd kunnen krijgen; - indien ten behoeve van na tuurgebieden een apart wa terhuishoudingsregime nodig is, dan dienen de extra investerings- en beheerslasten daarvan expliciet aan die na tuurgebieden toegerekend te worden; - voorzover bedrijven gedeelte lijk in een natuurgebied vallen, moet er een regeling komen op grond waarvan aankoop dan wel verplaatsing van het totale bedrijf mogelijk wordt. Ook de bedrijfsgebouwen moeten in een dergelijk geval overgedragen kunnen worden. De voorlichting over de uitwerking van het Natuurbeleidsplan in de pro vincie Zeeland is deze week begon nen op Schouwen-Duiveland, Tholen, St. Philipsland en Walche ren. Het ter inspraak liggende plan omvat zowel de eerste als de twee de fase van de Relatienota en beslaat 949 ha. Hiervan is 368 ha beheersgebied en 681 ha reser- vaatsgebied. den. Dit laatste voorstel stuitte in het hoofdbestuur van de ZLM overi gens op bezwaren en zal in de stuurgroep daarom opnieuw aan de .orde worden gesteld. Vrouwen en jongeren Ook het voorstel om aparte sector groepen voor vrouwen en jongeren in het leven te roepen - teneinde de belangen van deze groepen speci fiek te kunnen behartigen - vond geen weerklank in het hoofdbestuur van de ZLM. Diverse hoofd bestuursleden betoogden dat dit voorstel de integratie van deze groe pen binnen de totale organisatie in de weg staat. Een ander punt van kritiek was de wijze waarop binnen de nieuwe or ganisatie de contributie-inning van afdelingen en kringen zal plaatsvin den. Het hoofdbestuur geeft er de voorkeur aan dit conform de huidige werkwijze van de ZLM door de cen trale organisatie te laten gebeuren. Voor het overige liet het hoofd bestuur een overwegend positief geluid horen over het tussenrapport. Het toonde begrip voor het besluit om de definitieve besluitvorming enige maanden uit te stellen in ver band met het feit dat nog niet alle benodigde financiële gegevens bo ven tafel konden worden gebracht. Dit betreft met name de personeels formatie en de huisvesting. Daar door is het onmogelijk reeds in dit stadium een begroting voor te leg gen. In oktober a.s. zullen alle beno digde feiten en cijfers beschikbaar zijn en dan is de tijd rijp voor een verantwoord besluit. Dan ook zal zichtbaar kunnen worden gemaakt of en op welke punten de fusie meerwaarde oplevert voor de leden. Het voorstel voor een nieuwe krin genstructuur binnen het ZLM- gebied (3 in Zeeland, 1 in Brabant) maakt een goede 'bediening' vanuit de te vormen provinciale secretaria ten mogelijk. Het is echter geen dwingend voorstel, zo benadrukte algemeen voorzitter H.C. van der Maas. Het is aan de kringen en af delingen zelf om te beoordelen of en zo ja hoe een concentratie tot stand moet komen. Vooral in de veehouderij zijn veel asbesthoudende materialen aanwe zig, bijvoorbeeld a/s dakbedekking op ligboxenstallen FNV-uitspraken Het hoofdbestuur van de ZLM heeft bekrachtigd dat samenwerking met" de Voedingsbond van de FNV niet meer mogelijk is indien deze bond de uitspraken van haar kaderlid W. Banning niet herroept. Banning heeft vorige week in een discussie over de akkerbouw in West-Brabant verklaard, dat de akkerbouw beter uit Nederland kan worden verplaatst naar Oost-Europa. Ook liet Banning zich denigrerend uit over de akker- bouwakties en de werkomstandig heden in de tuinbouw. De ZLM is voornemens de samenwerking met de Voedingsbond in het kader van de Gewestelijke Raad in Brabant op te schorten als deze uitspraken niet worden teruggenomen. Grote appeloogst In de fruitteelt wordt dit jaar een grote appeloogst verwacht. De oogstraming voor de peren ligt op een gemiddeld niveau en wisselt nogal per bedrijf. De pruimenoogst zal matig zijn. De voorzitter van de tuinbouwcommissie van de ZLM, de heer C. Hamelink, deelde dit mee in de hoofdbestuursvergadering. Hij sprak de hoop uit dat er voldoende afzet te vinden zal zijn voor de ap pels. In Europa ligt de behoefte on geveer op 750.000 ton, terwijl de raming thans 900.000 ton be draagt. De royale appeloogst zal te vens de nodige problemen geven bij het vinden van voldoende arbeids krachten in de pluktijd. Hagelverzekering noodzaak De onweersbui met hagel die vorige week maandag over West-Brabant trok heeft de noodzaak van een goede hagelverzekering nog eens onderstreept, zo werd in de hoofd bestuursvergadering van de ZLM geconstateerd. Met name in de vol- legrondsgroenteteelt ontbreekt het nogal eens aan een adequate risico dekking met als gevolg een flinke deuk in het inkomen. De buien van de afgelopen weken hebben op nieuw aangetoond hoe kwetsbaar de land- en tuinbouw is. Asbestverwijdering kostbaar De land- en tuinbouw wordt gecon fronteerd met hoge kosten, die ver bonden zijn aan het ruimen en storten van asbesthoudend sloopaf val. Vooral in de veehouderij zijn veel asbesthoudende materialen aanwezig. Het verwijderen van deze materialen is aan zeer strenge milieu-eisen gebonden en derhalve een uiterst kostbare aangelegen heid. De ZLM heeft deze problema tiek inmiddels bij het KNLC aangekaart. Benoemingen Het hoofdbestuur van de ZLM heeft twee vertegenwoordigers benoemd in de regionale werkgroep van de Stichting Regionale Mestbank De Hollanden. Dit zijn de heer J.L. van Gorsel te Oud-Vossemeer en de heer F. Vos te Grijpskerke. Het akkoord van de landbouwmi nisters over het nieuwe EG- landbouwbeleid heeft veel vragen open gelaten. Aldus constateerde het hoofdbestuur van de ZLM in zijn vergadering van afgelopen maan dag in het Landbouwhuis te Goes. Eén ding is in elk geval zonneklaar: er is geen enkele aanleiding om te zeggen dat het akkoord gunstig uit valt voor de akkerbouw. Het tegen deel is het geval, aldus de ZLM. Het hoofdbestuur heeft daarom met verbazing en ergernis kennis geno men van het commentaar van de voorzitter van de KNBTB, drs. Ma res, tevens voorzitter van het Land bouwschap. In het blad Boer en Tuinder schrijft Mares over 'blij nieuws' voor de akkerbouwers. 'Zij krijgen compensatie voor de voor ziene prijsdaling van granen. Brussel mikt ook op braaklegging; maar zelfs als je minder dan 92 ton graan produceert, ontvang je direkte steun in de vorm van een hectaretoeslag. Eigenlijk mogen de akkerbouwers helemaal niet klagen, want de hec taretoeslag strekt zich ook uit tot het areaal snijmais'. Met name de laatste opmerking werd in het hoofdbestuur van de ZLM onbegrijpelijk genoemd. Akker bouwers telen immers nauwelijks snijmais. Het voordeel komt dan ook bijna volledig ten goede aan de veehouders. ZLM-voorzitter H.C. van der Maas noemde dit in het hoofdbestuur een 'navrant element' in het Brusselse akkoord. 'De op merking van Mares geeft helaas blijk van weinig kennis van zaken en is blijkbaar bedoeld om de indruk te wekken dat het allemaal wel mee valt voor de akkerbouw. Was het maar waar', aldus Van der Maas. Na 1995 onzekerheid De ZLM-voorzitter noemde4 het te leurstellend dat de besluiten van de EG-ministers zich slechts tot en met 1995 uitstrekken. De boeren blijven in het ongewisse over wat er daarna gaat gebeuren. Maar ook voor de eerstkomende drie jaren is nog lang niet alles duidelijk. Zo weet nog nie mand hoe het precies zit met de re ferentie voor het bepalen van de inkomstencompensatie en de braak leggingsverplichting. Als Nederland als één regio wordt beschouwd, dan zal men uitgaan van een aanmerkelijk lagere gemid delde graanopbrengst dan wanneer het zuidwesten (Zeeland/West- Brabant) als één regio zou worden beschouwd. De eerste optie werkt nadelig uit voor de zuidwestelijke akkerbouwers, die dan relatief te weinig compensatie zouden ontvan gen. Om deze onrechtvaardigheid te elimineren zou Nederland in 2 of 3 regio's moeten worden opgedeeld. De meest ideale oplossing zou ove rigens een referentie per individueel bedrijf zijn, zoals ook de melkquota per individueel bedrijf worden vast gesteld. Referentie Een tweede onzekerheid in het ak koord van Brussel betreft de vraag of men ten aanzien van de braakver plichting uitgaat van een vaste historische referentie of van een zo genaamde voortschrijdende referen tie. Ook dit maakt voor de individuele bedrijven groot verschil uit. In het hoofdbestuur van de ZLM werd voorts de vraag gesteld welke gewassen in het kader van de refe rentie voor de braakverplichting worden meegeteld. Ook hierover bestaat nog geen duidelijkheid. Het is voor de individuele boer op dit moment bijna niet mogelijk re kensommen te maken aan de hand van de afspraken die de ministers in Brussel hebben gemaakt. Vooral ten aanzien van de braakverplichting zijn de precieze gevolgen nog niet te oyerzien. Het hoofdbestuur van de ZLM is van mening dat uiterlijk in augustus met het oog op het bouw plan voor het volgende oogstjaar volledige duidelijkheid aan de boe ren moet worden geboden. Rundvleessector in het nauw Het hoofdbestuur sprak eveneens zijn grote teleurstelling uit over de Brusselse besluiten over de rund- vleesproduktie. Na de prijsverlagin gen van de afgelopen jaren komt er tot en met 1995 nog eens 15% prijsverlaging. Deze daling wordt al leen gecompenseeerd als men niet meer dan 2 grootvee-eenheden per hectare groenvoedergewassen houdt en als men niet meer dan 90 dieren op het bedrijf heeft. De voorzitter van de veehouderij commissie van de ZLM, W. van Veldhuizen, constateerde dat deze afspraken zeer negatief uitwerken voor de Nederlandse rundvleessec tor. De g.v.e.-normen passen niet in onze situatie en de slachtpremie voor jonge dieren komt alleen de witvleesproducenten ten goede. 'Zo hard mogelijk au roepen is hier op zijn plaats', aldus Van Veldhuizen. Hij zei dat ook de schapenhouderij met beperkende maatregelen wordt geconfronteerd. Er komt een quo tastelsel gebaseerd op het aantal dieren in 1989, 1990 of 1991 en het aantal premie-ooien wordt gemaxi meerd op 1000 in de berggebieden en 500 elders.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 3