Miljoenenschade in West-Brabant
KNLC
kommentaar
ZLM roept op tot aktie
tegen heffing op water
Gewassen en glas vernield
Per trekker naar vergadering
Verplaatsingswet zo snel mogelijk invoeren
Uitspraken FNV
Hervorming EG-landbouwbeleid
Akkerbouwers en tuinders in West-
Brabant hebben maandagmiddag
tijdens een hevige onweersbui scha
de opgelopen. Binnen een tijds
bestek van een uur viel er 30 tot 60
mm regen. Rond Etten-Leur en Prin
senbeek zijn vrijwel alle vollegronds-
groenten verhageld, terwijl hier in
de kassen veel glasbreuk is opgetre
den. Rond Oudemolen is sprake van
grote wateroverlast. Hagelunie
heeft 25 meldingen van glasschade,
120 meldingen van vollegrondstuin-
ders en 85 meldingen uit de akker
bouw binnengekregen. De totale
schade loopt in de miljoenen.
Bestuurslid J. Sonneveld van ZLM
afdeling Noordwesthoek vertelde
dat op dinsdagavond al het water
nog niet uit de polder was. "De rug
gen van aardappelen, winterpeen
en witlof zijn weggespoeld. In een
straal van 3 km rond OudernoSsn Z3'
alles opnieuw gefreesd moeten
worden. Op veel plaatsen zijn de
stengels van plant- en zaaiuien ka
pot. De schade aan witlof is groot
en de verwachting is dat hier en
daar de zaaimachine er weer aan te
pas moet komen. Bij goed weer zul
len de suikerbieten het wel redden".
Sonneveld denkt dat het perceel
spruiten bij hem een grote groeiach
terstand heeft opgelopen. "Het blad
is behoorlijk uitgedund. De hagel
heeft bij veel plantjes het hart weg
geslagen. Normaal gesproken heb ik
in de 13 jaar dat ik hier zit nog geen
overlast gehad. Tot diep in de nacht
is met een kraan gewerkt om via
een sleuf het water versneld af te
voeren".
Hagelschade
Het gebied tussen Etten-Leur en
Prinsenbeek heeft noodzakelijk ha
gelschade. Praktisch alle groenten
zijn afgeschreven. Zes uur na het
noodweer waren de hagelstenen
nog te zien. J. Clarijs uit Etten-Leur:
"Bladgroenten en koolsoorten zijn
onverkoopbaar geworden. Bij de
aardbeien zijn zelfs de jonge groene
vruchten eraf. Er zijn tuinders die
binnen een uur tijd hun totale oogst
zagen verdwijnen. Een hagelverze-
kering heeft vrijwel niemand af
gesloten omdat hagel van zo'n
omvang in de regio nooit voorkomt.
Enkele tuinders spreken van een
ramp".
Clarijs heeft schade aan spinazie,
koolselderij en kervel. "Als de hagel
een paar uur later was gevallen was
mijn spinazie geruimd geweest. Nu
staan de containers nog in het land.
Van 4 ha. pas ingezaaide kervel is al
het zaad weggespoeld. Dit zal wel
opnieuw inzaaien worden. Alleen al
de kosten van zaaizaad komen op
f 600,— per ha. Hoe groot de averij
aan de 3 ha. knolselderij is, is nog
moeilijk te zien. Het blad is er alle
maal af maar van KnoSSëri is bskend
dat het hartje sterk is. Van de 2 ha.
suikerbieten die ik heb is geen top-
opbrengst meer te behalen".
Je hebt gewone boeren en je
hebt vergaderboeren. Akkerbou
wer Jos de Regt uit Kapelle was
vorige week woensdag eventjes
allebei tegelijk. De Zeeuwse sui-
kermaisteler kwam met zijn trek
ker en pers rechtstreeks van het
land naar een vergadering in het
Landbouwhuis in Goes. Hij par
keerde de combinatie keurig
voor de deur en spoedde zich
gewapend met een stapel papier
naar de vergaderzaal. Na afloop
bracht De Regt de pers voor re
paratie naar het mechanisatiebe-
drijf en reed vervolgens met de
trekker linea recta terug naar het
land, al waar hij zich ontdeed
van stropdas en overhemd en
het veldwerk hervatte. 'Zo gaat
alles in één moeite door', aldus
het laconieke commentaar van
deze aktieve (vergader)boer.
Tijdens het breed CLO-overleg in
Utrecht over de mest is ook gespro
ken over de invoering van de ver
plaatsingswet. De Minister heeft op
VERVOLG VAN VOORPAGINA
de Banning. Ook omschakeling naar
glastuinbouw ziet deze FNV-man
niet zitten. "In de kassen gaan al
leen nog mensen werken die werke
lijk nergens anders aan de slag
komen", zo tekende de pers uit zijn
mond op.
In een reaktie op de grote veront
waardiging die zijn uitspraken heb
ben opgeroepen zei Banning dat hij
en zijn bond geen toekomst meer
zien voor de akkerbouw, zeker niet
uit een oogpunt van strukturele
werkgelegenheid. Hij bevestigde de
uitspraken zoals verwoord in de
kranteartikelen en voegde er aan toe
dat deze zijn gedaan in een open
discussie over de toekomst van het
westelijk deel van Brabant. De Voe
dingsbond FNV gaat ervan uit dat
de rol van de akkerbouw in dit ge
bied is uitgespeeld. Banning ziet ook
geen heil de inkomenssteun waar
toe de ministers in Brussel nu heb
ben besloten. "Dat houdt natuurlijk
nooit lang stand".
Overigens ziet de FNV Voedings
bond nog wel perspectief voor een
aantal boeren in West-Brabant. De
genen die niet naar Oost-Europa
willen, kunnen altijd nog een be
heersovereenkomst afsluiten, waar
bij zij (een deel van) hun land op
natuurvriendelijke wijze gaan be
boeren. "Dat zien wij als een goede
mogelijkheid. Maar helaas is dat in
de kranteartikelen niet terug te vin
den", aldus Banning.
25 november 1991 deze wet aan de
Tweede Kamer aangeboden. Deze
wet moet er zo snel mogelijk komen
was de conclusie van het KNLC. De
andere twee landbouworganisaties
vonden dit ook.
Een van de belangrijkste aanpassin
gen van de verplaatsingswet is dat
ongebruikte mestproduktierechten
niet verhandeld mogen worden. Het
KNLC verkiest deze optie boven een
afroming bij het verhandelen van
mest, omdat er op deze manier
geen beesten meer bij komen. Daar
bij bestaat er een kans dat in 1995
de mestproduktierechten vervallen,
waardoor de latente ruimte alsnog
verhandeld zou kunnen worden.
De belangrijkste reden voor de
CLO's om toch te kiezen voor het nu
voorliggende ontwerp is dat de sec
tor volkomen op slot zit en er zonder
verplaatsingswet absoluut geen
mogelijkheid is voor bedrijven om
uit te breiden. Veel bedrijven zullen
toch al gehinderd worden door de
ecologische richtlijn bij hun uitbrei
dingsplannen.
Een bezwaar kan zijn dat de wet
mogelijk maar voor twee jaar gaat
gelden. 'Maar', zei Jan Venneman,
secretaris veehouderij van het Land
bouwschap, 'het is nog niet geheel
zeker dat in 1995 de mestproduktie
rechten verdwijnen. Daarbij, ver
wacht hij, zullen de bedragen die
voor de mest geboden worden niet
zo hoog zijn, omdat de wet naar
verwachting maar voor twee jaar zal
gelden.
Ingeborg Schuitemaker
"MacSharry belooft dingen die hij niet kan waarmaken. Ik heb nog nooit
iemand zo horen liegen als hij. Er is domweg geen geld voor compensatie
in de inkomenssfeer. Brussel trekt de politieke macht naar zich toe en
schuift de financiële verantwoordelijkheid af op de EG-lidstaten."
Herman Verbeek, lid van het Europees Parlement (Groene frak-
tie) (Boerderij, 19 mei 1992).
"Het melkquotum wordt met twee procent gekort. Ik ben bang dat de ak
kerbouw daar de dupe van wordt. Zij krijgen meer ruimte voor de eigen
voedselproduktie en hebben daar de akkerbouw nog minder voor nodig. A/s
het aan mij zou liggen had de Europese Gemeenschap gekozen voor melk
prijsdaling."
H. van Gorsel, akkerbouwer te Oud-Vossemeer en lid hoofd
bestuur ZLM (Agrarisch Dagblad, 26 mei 1992).
"Er zijn nog te veel vrije telers, die hun aardappelen in oktober opslaan en
zich dan pas afvragen aan wie zij die zullen aanbieden. Of er vraag is naar
hun produkten weten zij in feite niet en ook niet of ze de juiste rassen in
huis hebben Dat alles heeft uiteraard niets met marktgericht optreden
te maken. Het is veel eerder vragen om moeilijkheden, die vervolgens de he
le bedrijfstak treffen."
Drs. A.J.M. Wachter, direkteur coöperatie ZPC te Leeuwarden
(AGF-Magazine, april 1992).
Grote gebeurtenissen werpen
hun schaduwen vooruit. Met dit
gezegde in het achterhoofd
roept de besluitvorming in Brus
sel van de EG-
landbouwministers enorme ver
bazing op. Op zich is de ontkop
peling van prijs- en
inkomenssteun zoals deze nu bij
de granen gaat plaatsvinden
historisch, maar niet uniek. In
sommige sektoren waren toesla
gen, c.q. hektaretoeslagen reeds
eerder een begrip. Alleen wordt
dit systeem nu doorgetrokken
naar een van de grootste "com
modities" van de Europese agra
rische sektor.
Al eerder was in KNLC-verband
om pragmatische reden hier de
voorkeur voor uitgesproken. Een
voorkeur die gebaseerd is op het
feit dat alleen prijsdruk onvol
doende tegemoet zou komen om
vraag en aanbod meer met el
kaar in evenwicht te brengen.
Zekerheid dat dit met deze ande
re wijze van landbouwbeleidsbe-
vordering wel lukt is er niet,
maar naar mijn mening zijn er
wel enige en betere mogelijkhe
den geschapen om dat te berei
ken. Betere konkurrentie van
granen t.o.v. substituten, snellere
mogelijkheden tot agrificatie en
volumevermindering dóór het
verplichte element van set-aside
zijn hierbij de kernelementen.
Wat de agrificatie betreft is het
een misser dat de EG-
landbouwministers daar niet te
gelijk nadere besluiten over heb
ben genomen. In feite maakt dat
de besluitvorming onvolledig.
Ten aanzien van uitvoerbaarheid,
kontrole en effekt op het Europe
se budget zijn best opmerkingen
en vraagtekens te plaatsen.
Vooralsnog denk ik dat we van
uit Nederland het een en ander
zó op de rails moeten zetten dat
de nieuwe systematiek snel ope
rationeel kan worden. In de hui
dige fase is dat het belangrijkste.
Enige onverwachte uitkomst van
de besluitvorming is naar mijn
mening dat door het vervallen
van de medeverantwoordelijk
heidsheffing bij de granen de
prijs met 2% omhoog gaat. Zuur
is het dat de fabrieksaardappelen
voor het komende prijsjaar nog
met een verlaging van 3% wor
den gekonfronteerd. In relatie
met de granen is dat een one
venwichtige uitwerking.
Vraagtekens zijn er op zijn
zachtst gezegd te plaatsen bij
hektaretoeslagen bij snijmais.
Deze toeslag is er in gekomen
omdat de Fransen geen verschil
zouden kunnen maken tussen
snijmais en korrelmais, welke
laatste a/s een "graan" meeloopt
in de graansystematiek. Op het
eerste gezicht mag deze hektare-
toeslag een leuke meenemer
zijn, echter reëel is het niet en
het is ook niet goed voor een
evenwichtig landbouwbeleid in
de grondgebonden sektoren.
De zuivelbesluiten liggen in grote
mate in de lijn zoals we die van
uit Nederland op dit moment
zien. Alhoewel het op z'n minst
frustrerend is om waar te nemen
hoe zuidelijke landen met het
quotafenomeen zijn omgegaan.
Een straf op goed gedrag en een
beloning voor slecht gedrag is in
deze onaanvaardbaar. Wat dat
betreft is het zeer verstandig orr.
'net landbouwbeleid niet verder
te bureaucratiseren met o.a. koe
premies.
Trouwens, hoe men ook tegen
de besluitvorming aankijkt, posi
tief is: geen differentiatie
elementen naar bedrijfsgrootte
bij de meeste besluiten. Positief
is ook dat uitgesproken is dat de
EG behoefte heeft aan een com
munautair landbouwbeleid. Wat
dat betreft ergeren mij herhaal
delijk EOCD-uitspraken over de
landbouw en de daarmee ge
moeide subsidies. Enig gevoel
kan men nog opbrengen voor
het feit dat exportrestituties a/s
subsidie worden bezien. Geen
begrip heb ik ervoor dat men het
verschil tussen de EG-
konsumentenprijzen en wereld
marktprijs als subsidie aanmerkt.
Allereerst is dat een groothan
delsmarkt vergelijken met een
detailmarkt, daar zitten per saldo
al verschillen in. Maar de interne
EG-prijs moet bezien worden in
de Europese landbouwstruktuur
en de daaraan verbonden kost
prijs c.q. benodigde opbrengst-
prijs voor de boeren. Dat verschil
aanmerken als subsidie is on
werkelijk. Gesteld wordt toch
ook niet dat het verschil tussen
de lonen op de wereldmarkt en
de interne lonen in de EG als
subsidie moeten worden bezien?
Overigens is het in deze opval
lend hoe ambivalent dit soort za
ken worden benaderd. De
grootst mogelijke vrijheid bij han
del wordt door velen, zowel
overheid als ook respektabele
Nederlandse organisaties, ge-
kombineerd met een enge bena
dering van de arbeidsmarkt,
waarbij regionale en communau
taire voorrang toch principieel
met elkaar in tegenstelling zijn.
En beide uitersten raken met na
me in nadelige zin de agrarische
sektor. Het beste lijkt me onver
schrokken voort te gaan. Met
boerenverstand en platvoeten
komt men ongetwijfeld het
verst.
Marius Varekamp
voorzitter KNLC
In een brief aan het bestuur van het
KNLC heeft de ZLM haar grote ver
ontrusting uitgesproken over de
voorstellen van de kommissie-
Zevenbergen met betrekking tot de
financiering van het waterbeheer.
De door de kommissie voorgestelde
heffing op landbouwgronden op ba
sis van de Wet Verontreiniging Op
pervlaktewateren wordt door de
ZLM volstrekt afgewezen.
Volgens de brief wordt de landbouw
door deze heffing dubbel gepakt. Zij
komt bovenop de kosten die aan de
inputzijde moeten worden gemaakt
in het kader van het Meerjarenplan
Gewasbescherming, het mestbeleid
en andere milieumaatregelen. De
heffing werkt demotiverend omdat
de praktijk zich in feite gestraft ziet
voor alle inspanningen ten behoeve
van het milieu. Verder noemt de
ZLM de heffing onbillijk, omdat alle
bedrijven over één kam worden ge
schoren.
De ZLM zal alle (agrarische) hoofd
ingelanden in Brabant en Zeeland
informeren en hen vragen aktie te
ondernemen teneinde te voorkomen
dat de heffing daadwerkelijk wordt
ingevoerd. De ZLM hoopt dat ande
re regionale landbouworganisaties
dit initiatief overnemen.