Auto rijden op biodiesel
Fosfaatproduktie 25% omlaag
In memoriam
Piet Frijters
Vanuit de ZLM
Inkomstencompensatie...?
Mineraal Centraal breed gedragen
3
'Dit is ons eindbod', zo vatte CLO-
voorzitter Varekamp de reacties op
het rapport Mineraal Centraal kern
achtig samen. De 3 Centrale Land
bouworganisaties, waaronder het
KNLC, stemden in een breed overieg
op maandag 25 mei in met de con
clusies van het rapport hoe de
mestproblematiek het best opgelost
kan worden. 'Het zal beslist niet ge
makkelijk zijn, maar we nemen de
uitdaging aan om de problemen op
te lossen', was het algemene gevoel
bij het overleg.
fcLO-voorzitter Varekamp benadruk
te in zijn inleiding dat Mineraal Cen
traal als alternatief gezien moet
worden voor de overheidsplannen
om de mestproduktie te verminde
ren. Het grote verschil met die plan
nen is dat de verantwoordelijkheid
voor het verminderen van de mest
produktie ligt bij de individuele boe
ren en tuinders. De overheid gaat uit
van regelen van bovenaf.
In Mineraal Centraal gaat het om
het verminderen van de mineralen in
de mest. Wil iemand daaraan niet
meedoen, dan moet hij of zij over de
teveel geproduceerde mineralen
vanaf 1995 'superheffing' gaan be
talen (dan pas kan de wettelijke re
geling ingaan). 'Dit bedrag moet
zodanig hoog zijn, dat het absoluut
onaantrekkelijk is om dat te moeten
betalen', vond de vergadering.
Reduktie 25%
Een van de speerpunten in het plan
is een reduktie van de fosfaatuit
scheiding voor varkens en kippen
met 25% ten opzichte van de forfai
taire norm. Om een teveel aan
stikstof te voorkomen wordt daarbij
uitgegaan van een koppeling van de
stikstof met fosfaat in de mest in
een verhouding van 2:1. De hiermee
gepaard gaande kostenstijgingen
van het voer mag niet boven de 5%
uitkomen.
Doordat de koppeling stikstof/fos
faat wordt gehandhaafd kunnen de
mogelijkheden tot verlaging van het
fosfaatgehalte in het voer niet opti
maal benut worden. In 1995 kan de
ze koppeling op basis van de
mineralenboekhouding worden los
gelaten. Desgewenst kan er ook een
differentiatie van de reduktie-
doelstelling naar diersoort doorge
voerd worden. Er moet nader
bekeken worden of het mogelijk is
de stikstof/fosforverhouding binnen
het huidige MARS per 1-1-1993 per
diersoort te laten fluctueren.
De korting van 25% betreft zowel
de niet-grondgebonden produktie-
rechten als de grondgebonden pro-
duktierechten met dien verstande
dat de korting nooit de grondgebon
den produktierechten van 125 kg
fosfaat per ha aantast. Elke boer be
houdt die rechten. Dit was ook een
eis van de landbouworganisaties.
Binnen het KNLC was er nog een
vraag hoe het zit met de stapelbare
pluimveemest, die geëxporteerd
wordt. Er zijn nu al geluiden uit
Frankrijk te horen dat er te weinig
mineralen in de mest zitten. Men
vond dat boeren die kunnen aanto
nen dat ze via erkende expediteurs
pluimveemest exporteren gevrij
waard moeten worden van het be
talen van de voorgestelde
'superheffing'. Dit is een punt van
aandacht, maar in eerste instantie
moet het mineralenspoor worden
vastgehouden.
Stikstof
Voor de rundveehouderij ligt de na
druk op het terugdringen van de mi-
Op 61-jarige leeftijd is zondag 24
mei j.l. toch nog onverwacht overle
den de heer Piet Frijters uit Bos-
schenhoofd. Piet was
vice-voorzitter van ZLM afdeling
Breda-Roosendaal en bestuurslid
van ZLM kring West-Brabant. Hij
was in 1985 inititiefnemer tot de
oprichting van de regionale tuin-
bouwcommissie van de ZLM. Van
deze commissie was hij voorzitter
en hij had als zodanig zitting in de
tuinbouwcommissie van de ZLM.
Tevens was hij bestuurslid van de
Tuinbouwbond regio Oudenbosch.
In een zittingsperiode van 4 jaar
heeft Piet zich als wethouder inge
zet voor de gemeente Hoeven.
De bestuursfunctie die Piet had nam
hij uiterst serieus. Niet zelden moest
zijn werk op zijn eigen glas- en volle-
grondstuinbouwbedrijf er voor blij
ven staan. Piet was niet direct een
man van vernieuwingen. Hij hechtte
aan de traditie. Desondanks heeft hij
van de grond af een gezond tuin-
neralenverliezen per hectare. De
projectgroep, die Mineraal Centraal
heeft opgesteld, denkt dat een te
rugdringing van het kunstmestge-
bruik van 20 tot 30% ten opzichte
van 1990 in de periode tot 1995
mogelijk is. Vanwege de ingewik
keldheid is er op het ogenblik bin
nen de rundveehouderij nog geen
instrument om mineralen te re
gistreren, dat regulerend kan wer
ken. Invoering van de
mineralenboekhouding moet tot
1995 op vrijwillige basis plaatsvin
den. Zeer belangrijk daarbij zijn de
landbouwkundige normen, hoeveel
mineralen zijn er nodig om het ge
was te kunnen laten groeien en hoe
veel verliezen zijn daarbij
acceptabel. Het is een utopie dat er
bij bemesting helemaal geen verlie
zen zullen optreden. Er moet zeer
snel duidelijkheid hierover komen.
Er komt op zeer korte termijn een
projectgroep die de invoering van de
mineralenboekhouding en de ont
wikkeling van mineralenaangifte ter
hand zal nemen. Alles is gericht om
het gebruik daarvan per 1995 ver
plicht te stellen met een regulerende
werking.
Ingeborg Schuitemaker
bouwbedrijf opgezet. Met vaak
scherpe en heldere bewoordingen
kwam hij op voor de belangen van
de tuinders. 'De verdergaande op
voering van de produktie zal uitein
delijk niet in het belang van de
individuele tuinder zelf werken', is
zo'n zinsnede. De malaise waarin
veel groenteteelten zich momenteel
bevinden had hij jaren terug al voor
speld. 'Zolang de landbouw niet
eensgezind naar buiten komt zal het
niet beter worden'. Om deze reden
was Piet Frijters een groot voorstan
der van algehele samenvoeging van
de landbouworganisaties in Ne
derland.
Wij zullen zijn brede kennis van za
ken, zijn duidelijke visie en zijn inzet
missen. Bij de besluitvorming was
de mening van Piet medebepalend.
Zijn vrouw Cor, kinderen en klein
kinderen wensen wij sterkte toe om
dit veel te vroege verlies te dragen.
ZLM-afdeling Breda/Roosendaal
ZLM kring West-Brabant
Twee landbouwvoormannen en een
Groningse gedeputeerde rijden
sinds maandag j.l. op biodiesel. Zij
vulden hun tank met deze milieu
vriendelijke, plantaardige brandstof
voor het provinciehuis in Groningen
en toonden daarmee aan dat biodie
sel in Nederland geen fiktie meer is.
Het gaat hier om een initiatief van
de koolzaadstudieclub Noord-
Groningen, gesteund door een aan
tal organisaties en bedrijven waar
onder Cebeco-Handelsraad.
Biodiesel is een produkt dat een
oplossing kan bieden aan akkerbou
wers die op zoek zijn naar nieuwe
mogelijkheden. Kennis van de kool
zaadteelt is immers aanwezig en de
toepassingsmogelijkheden zijn be
kend. Bovendien ligt er een plan
klaar voor de bouw van een proeffa
briek in Dronten voor de produktie
van biodiesel. Later kunnen hier ook
andere oliehoudende zaden worden
verwerkt. De proeffabriek krijgt een
capaciteit van 5.000 ton, voldoende
voor de verwerking van 5.000 hec
tare koolzaad.
Op de foto: de Groningse gedepu
teerde J. van Dijk tankt zijn auto vol
met biodiesel. Op de achtergrond
kijken o.a. J. Koning (voorzitter
CBTB Groningen) en ir. M. Calon
(voorzitter Groninger Mij. van Land
bouw) toe (Foto: Frigro Fotopers).
Vorige week heeft men in Brussel een akkoord bereikt over een met ingang
van 1993 in te voeren hervorming van het EG-landbouwbeleid. De eerste
reakties van het Landbouwschap en de Centrale Landbouw Organisaties
zijn gematigd positief. Voor wat betreft de zuivelsector sluiten we ons daar
zeker bij aan. Alles blijft er praktisch gesproken bij het oude. De quotumkor
ting zal in de volgende 3 jaar slechts (en dan nog 'eventueel') 1 bedragen
en de prijsdaling zal beperkt blijven tot 5% voor alleen botervet. Compensa
tie voor te derven inkomsten komt dan ook niet aan de orde en is, wat ons
betreft, ook niet opportuun.
Met betrekking tot de besluitvorming voor de rundvleessector is een positie
ve reaktie echter compleet misplaatst. Bovenop de prijsverlagingen van de
voorgaande jaren zal in de komende 3 jaar namelijk nog eens 15 interven
tieprijsdaling toegepast worden. Die prijsdaling wordt weliswaar zogenaamd
totaal gecompenseerd (middels een (extra) premie/toeslag per stier, os of
zoogkoe) maar de compensatie wordt alleen toegekend a/s voldaan wordt
3Sn de voorwaarde dat niet meer dan 2 grootvee-eenheden per hectare
groenvoergewassen gehouden worden.
Bovendien geldt de toeslag slechts tot een maximum van 90 dieren per be
drijf. Vooral de Nederlandse roodvleesmesterij a/s tweede tak op akker
bouwbedrijven komt hierdoor weer buiten de boot te vallen. Vanuit de ZLM
zullen we daarom andermaal met klem trachten te bevorderen dat ook de
oppervlakte niet-groenvoergewassen op een akkerbouwbedrijf alsnog bij
deze normering betrokken zal worden.
Vraagtekens
Ook bij de positieve opmerkingen van onze landelijke organisatietop ten
aanzien van de hervormingsmaatregelen in het akkerbouwgraanbeleid zet
ten wij vooralsnog vraagtekens. Sinds vorig jaar hebben wij op basis van
de klaarblijkelijk politieke realiteit gepleit voor een MacShary-'plus'plan. Dat
wil zeggen, ieder procent graanprijsdaling dient middels een hectaretoeslag
voor alle bedrijven evenredig en structureel gecompenseerd te worden.
In de voorliggende besluitvorming is de 'plus' echter slechts ten dele gereali
seerd. Weliswaar komen de grote bedrijven (meer dan 230 ton graan, droge
erwten en/of oliezaden) nu ook in aanmerking voor inkomstencompensatie;
maar het onderscheid in bedrijfsgrootte (met als kritische grens 92 ton
graan etc.) in relatie tot het al dan niet verplicht braken van 15 van het
historische bedrijfsareaal, dat met die gewassen beteeld werd, is niet weg-
genomen.
Ongeveer een derde deel van de gespecialiseerde akkerbouwbedrijven in
ons werkgebied zal dientengevolge een 15% braakverplichting opgelegd
krijgen. Bij een aanname van een regio-referentieopbrengst van 7.000 kg
per hectare met een daarbij behorende compensatie van ongeveer 800 gul
den per hectare (zonder onderscheid tussen braakgrond en produktieareaal)
geven praktische rekensommetjes aan, dat een bedrijf met braakverplich
ting 200 a 300 gulden per hectare 'over-all' inlevert ten opzichte van bedrij
ven zonder braakverplichting. Eén en ander veroorzaakt dus een zelfde
effect a/s een 7 a 8% prijsverlaging. We beschouwen dat als een substan
tieel en discriminerend verschil. Dat verschil zal in de oogstjaren '93 en '94
nog groter zijn, omdat de prijsdaling - en dus ook de compensatie - in drie
gelijke stappen tot en met oogst '95 doorgevoerd zal worden, terwijl vanaf
'93 al wel de 15% braakverplichting geldt. We zullen ons daarom inspannen
om alsnog gedaan te krijgen dat, wat dat betreft, ook synchroniteit betracht
wordt, en de braakverplichting over de oogstjaren '93, '94 en '95 in evenre
dige stappen (5%, 10% en 15%) ingevoerd zal worden.
Beducht
Omdat we bij voorbaat beducht zijn voor een wederom toeslaande Neder
landse ambtenarij en regelzucht zullen we ons eveneens inspannen om te
bewerkstelligen, dat de uitvoering van de braakverplichting op bedrijfsni
veau zo praktisch mogelijk kan zijn. Ik denk daarbij o.a. aan de (legale) mo
gelijkheid om alléén (alle) wendakkers te braken en ik denk daarbij ook aan
de veel voorkomende praktijkwens om in braakland gewassen te mogen
zaaien, die anders onder dekvrucht geteeld moeten worden (graszaad, lu
cerne, karwij).
Tenslotte vragen wij ons wat betreft het hoofdstuk braakverplichting af of
we te maken krijgen met een vaste historische referentie of met een zoge
naamde voortschrijdende referentie. Het laatste lijkt ons volstrekt logisch en
eerlijk. Iemand die zijn graanareaal inkrimpt moet immers ook een naar ver
houding mindere braakverplichting opgelegd krijgen. Uiteraard zullen we
ook hier de vinger aan de pols houden.
Onzekerheid
Behoudens het hiervoor weergegevene, resten ons nog al wat meer frustra
ties en vraagtekens betreffende het nieuwe EG-graanbeleid.
Besloten is, dat in drie gelijke stappen tot en met oogstjaar '95 een graan
prijsverlaging doorgevoerd zal worden van -33% vergeleken met oogstjaar
'91. (Let wel: 33%, en niet 27% of 29%! Ook in oogstjaar '92 wordt name
lijk 3% interventieprijsverlaging geëffectueerd. Wel zal in dat jaar de mede
verantwoordelijkheidsheffing niet meer toegepast worden en dat geeft -
eenmalig - een klein plusje in de boerenprijs, ten opzichte van 1991).
Besluitvorming dus over een zeer drastische prijsverlaging, gekoppeld aan
hectaretoeslagen, slechts tot en met 1995. Over het traject na '95 heeft
geen besluitvorming plaatsgevonden. Aan onze cruciale eis, dat volledige
compensatie gegarandeerd zou moeten zijn tot minstens het jaar 2000 is
dus niet voldaan. Onze grootste en blijvende zorg concentreert zich dan ook
met name op dit feit. De politiek is en blijft onbetrouwbaar. Een rampensce
nario van extreem lage prijzen zonder compensatie blijft daarom op termijn
als een zwaard van Damocles boven onze boerenhoofden hangen.
Van der Maas