De maand juni op het Zuidwestelijk akkerbouwbedrijf Late onkruidbestrijding in bieten DL> Spuiten tegen afrïjpings- ziekten, altijd rendabel Het voorjaar kenmerkte zich door afwisselende korte droge en natte pe rioden. Dit betekende een goede opkomst van de gewassen en een goede werking van de bodemherbiciden. De onkruidbestrijding is voor het grootste deel achter de rug. De ge wassen blijven ook in juni nog veel aandacht vragen. Regelmatige en grondige kontrole blijft noodzakelijk. Voor ak- tuele zaken kunt U te recht bij de veldbijeen- komsten die in veel ge bieden draaienof via het telefoonbandje (01864 - 1866) of VI TA K. in de maand juni bent U ook weer wel kom op de regionale proefboerderijen. Een bezoek biedt een goede gelegenheid voor het uitwisselen van allerlei ervaringen. n Wacht niet op de laatste aar Wmmm, wÊÊmk Wmmwm i Wintertarwe Het optimale tijdstip voor de derde N-gift is vlak voor in aar komen (sta dium F9 F10). De hoogte van de gift is afhankelijk van de stand en de opbrengstverwachting van het ge was. Wanneer uit ervaring bekend is, dat de opbrengst niet boven de 8 ton/ha komt, of het gewas echt gul staat, hoeft geen derde gift gegeven te worden. Bij een gewone stand of een hogere opbrengstverwachting kan 30 tot 50 kg N/ha gestrooid worden. Bruine roest kan in tarwe voor veel schade zorgen. Het is een schim melziekte die voorkomt bij droog en warm weer. In de maand mei is het gunstig weer geweest voor de ont wikkeling van bruine roest. De ras sen Obelisk en Herzog zijn gevoelig voor bruine roest. Corbel en Bayfi- dan zijn de betere bruine- roestbestrijders. Zodra 80% van de aren aanwezig zijn, kan een afrijpingsziektebestrij- ding uitgevoerd worden. De meest voor de hand liggende kombinaties zijn: Bayfidan Dyrene of Corbel Sportak. Deze bespuiting kan uit gevoerd worden tot uiterlijk begin bloei. Zomergerst In zomergerst kan blad- en netvlek- kenziekte voor veel schade zorgen. Tegen beide ziekten en meeldauw is een bespuiting met 0,5 I Tilt afdoen de. Herhaling kan soms nodig zijn. Wanneer het gewas te zwaar dreigt te worden, is een bespuiting met 0,5 a 0,75 I Cerone aan te bevelen. Deze bespuiting bevordert wel door was. Spuit het middel uiterlijk wan neer de eerste kafnaalden zichtbaar zijn. Aardappelen Op enkele percelen is geen middel tegen kleefkruid gespoten omdat de aardappelen begonnen boven te ko men. Hier en daar komt dus nu kleefkruid voor. Hiertegen kan 5 I Herbogil of 4 a 5 I Actor met de kap- penspuit gespoten worden. Wanneer de aardappelplanten onge veer een lengte van 20 cm hebben (of eerder bij gevaarlijk weer), moet weer op Phytophthora gelet wor den. De spuitintervallen kunnen via een vast schema verlopen of aan de weersomstandigheden gekoppeld zijn. Bij lange droge perioden, wan neer het blad vóór 10 uur 's mor gens droog is, kan een interval tot 12 dagen aangehouden worden. Om middel te besparen kan de do sering iets verlaagd worden. Let wel: middel besparen is een nobel streven, maar blijf altijd alert. Één maal Phytophthora in het gewas kan veel geld kosten. Uit ervaring is bekend dat rond 12 juni een standaard bespuiting tegen luis uitgevoerd moet worden. Dit om toprol te voorkomen. Eén bespuiting met 0,5 kg Pirimor of 1 I Meta-Systox R is in de meeste jaren zinvol en afdoende gebleken. Suikerbieten Vanaf 18 mei zijn de luizentellers weer aktief. Landelijk wordt op veel percelen de situatie bekeken. Wan neer voor een bepaalde regio de drempel overschreden wordt, gaat er een waarschuwing van het IRS uit. Elk perceel is anders. Kontroleer daarom altijd uw eigen percelen. Nakiemers zoals zwarte nachtscha de zijn het beste te bestrijden door aanaardend te schoffelen. Een ver hoogde dosering Goltix bij de laat ste bespuiting is niet beter maar wel duurder. Uien Bladvlekkenziektebestrijding begint vaak als het gewas in de rij gaat "sluiten". Hiertoe kunnen Ronilan M, Daconil M en Allure afwisselend ingezet worden. Hiermee wordt ook een lichte meeldauwaantasting te gengegaan. Tegen valse meeldauw is de maneb/zineb of puur zineb het meest effektief. Wanneer dus ook aantasting door valse meeldauw wordt verwacht zal bij de bestrijding van bladvlekkenziekte een hoeveel heid zineb of maneb/zineb moeten worden toegevoegd. Vlas Wanneer vezelvlas te zwaar dreigt te worden, kan overwogen worden om 3 tot 4,5 I Terpal C of 1 1,5 I Cerone in te zetten. Het beste effekt is te verwachten als het vezelvlas 30 tot 45 cm hoog is. Op droogte- gevoelige gronden is deze toepas sing riskant. Bij veel percelen vlas zijn de bloemknopjes reeds te vinden. Dit is ongeveer drie weken eerder dan vo rig jaar. Het vroege olievlasras Mi- kaël begon reeds op 25 mei te bloeien. Rond de bloei kan vlastrips veel schade doen. Wanneer er vlastrips aangetroffen wordt, kan een bespuiting met 1,5 I parathion uitgevoerd worden. Stambonen Vanwege de beperkte mogelijkhe den kan er het beste vroeg met on kruidbestrijding begonnen worden. Op klein onkruid kan ongeacht het stadium van de bonen met 0,5 I Ba- sagran 0,15 I Citowett een goed resultaat gehaald worden. Zonnig weer is van grote invloed hierop. Ge bruik altijd veel water/ha. De bespui ting kan zonodig herhaald worden. De dosering kan tot maximaal 1 I Basagran opgevoerd worden, bij een gewaslengte van 10 cm. Cichorei In cichorei kan een onkruidbestrij ding na de opkomst plaatsvinden vanaf het twee- tot vierbladstadium. Wanneer er slechts klein onkruid staat kan er chloorprofam gespoten worden. Het beste is om binnen één week twee bespuitingen met 2 I uit te voeren. Eén keer 4 I spuiten kan schade geven. Ook kan met 1,5 I chloorprofam 71 Legurame gespo ten worden tegen o.a. ganzevoeten, melden en zwarte nachtschade, mits deze onkruiden nog klein zijn. Wanneer er bloeiende gewassen in een straal van 200 m staan, of er vlas of blauwmaanzaad in de buurt ligt, kan er geen chloorprofam gespoten worden. Dit in verband met onverantwoorde schade die hier aangericht kan worden. De werking van alleen Legurame is min der goed. DLV team akkerbouw Goes ing. N. Kerckhaert Dit voorjaar hebben de bodemherbi ciden goed gewerkt. Desondanks kwam er toch regelmatig onkruid boven. Met name perzikkruid en zwaluwtong kwamen van dieper en ontsnapten zo aan de bodemmidde len. Door meerdere keren met lage doseringen te spuiten, zijn ook deze onkruiden te bestrijden. m.n. zwarte nachtschade, is op lich te gronden vaak beduidend meer dan op zware grond. Een vroeg (sluitend) gewas en een ras met goede grondbedekking zijn hierbij positief. Voorwaarde voor een goe de (late) onkruidbestrijding blijft: houdt het perceel vanaf het begin goed schoon. Aanaardend schoffe len werkt op klein onkruid het beste. L.B. v.d. Velde DLV team Akkerbouw Goes Bij de bespuitingen met Lage Do seringssystemen (LDS) zit een bo demherbicide, n.l. chloridazon of metamitron. Een veel gestelde vraag is nu: helpen de lage doserin gen bodemherbiciden in het L.D.S. voldoende om late kiemers te voor komen? Is het nodig om de laatste keer extra bodemherbicide te ge bruiken? Met late kiemers wordt met name zwarte nachtschade bedoeld. De bodemherbiciden werden vroeger met 4-6 kg ingezet. Tegenwoordig met het L.D.S. wordt alleen nog een bodemherbicide ingezet op kamille percelen. Kamille wordt al met een halve do sering goed bestreden. Maar door deze halvering is ook de lengtewer king minder geworden. Met het L.D.S. wordt telkens een halfje of driekwart liter bodemherbicide inge zet. Deze moeten het van de kon- taktwerking en maar weinig van de bodemwerking hebben. Voor vol doende bodemwerking moet er echt een verhoogde dosering Goltix ge bruikt worden (ca. 2 I bij de laatste bespuiting toegevoegd aan het L.D.S.). Het effect hiervan valt in de praktijk vaak toch tegen. De laatste keer mechanisch onkruidbestrijden met een aanaardend effect kort voor het sluiten van het gewas is vaak minstens zo effectief (en zeker goedkoper). De hoeveelheid nakomend onkruid. Het spuiten tegen afrijpingsziekten is bij velen al een bekend begrip. Wel of niet spuiten kan een verschil betekenen van 15% opbrengst. Onder afrijpingsziekten verstaan we eigenlijk die ziekten die tijdens de afrijping van het gewas op kunnen treden of uit kunnen breiden. De be langrijkste belagers in de afrij- pingsperiode zijn de schimmelziekten: meeldauw, gele en bruine roest, bladseptoria of bladvlekkenziekte, aarseptoria of kafjesbruin en fusarium (rode kaf- schimmel). In de afrijpingsperiode is het belang rijk de plant gezond te houden. De bovenste bladeren en voornamelijk het vlagblad zijn de energiecentrale van de plant die in deze periode de korrels moeten vullen. De aar moet uiteraard ook gezond zijn om een goede korrelvulling te kunnen krij gen. Voor een goede opbrengst is het dus van groot belang de blade ren en de aren gezond te houden. Voorkomen is beter dan bestrijden Uit onderzoek is gebleken dat een kleine aantasting van de aren al een grote opbrengstderving geeft. Zou je dus bij een zichtbare aantasting pas gaan ingrijpen dan is de schade al gedaan. Vandaar dat een preven tieve bespuiting veelal toegepast wordt om de bovenste gewasdelen voor een periode van drie weken be schermd te houden. Het -tijdstip van de bespuiting is hierbij erg belangrijk. Spuit wanneer 30% van de aren zichtbaar zijn. Een vroege bespuiting geeft verder een betere opname van het middel door het gewas. Bij het in de aar komen gaan de stengel en de bladeren na melijk afharden. Wacht dus niet tot dat de laatste aar er is! Waarmee en hoe? In principe is de bespuiting tegen af rijpingsziekten een gecombineerde bespuiting. De combinatie bestaat meestal uit een middel tegen meel dauw en de roesten en daarnaast één tegen septoria. Er is namelijk niet één middel dat een goede wer king heeft tegen alle schimmelziek ten. Er moet dus altijd een goede combinatie gezocht worden. De ziektegevoeligheid van een ras en het wel of niet aanwezig zijn van een ziekte bepalen de juiste com binatie. Bestrijding van Fusarium (rode kaf- schimmel) is overigens niet mogelijk (zie schema). De middelen in het schema zijn te combineren met een middel tegen septoria. De keuze is dan 0.75 liter Sportak of 4 liter Dyrene. Al deze middelen hebben een betere wer king als gespoten wordt wanneer het gewas niet is afgehard en de re latieve luchtvochtigheid hoog is. Resistentie Het is bekend dat bij herhaaldelijk gebruik van hetzelfde schimmel bestrijdingsmiddel er resistentie van de schimmel op kan treden. Wees zuinig op de middelen die er zijn en wissel Corbel af met Tilt of Bayfidan. ing. J.C. Harsma, bedrijfsdeskundige DLV team Akkerbouw Westmaas Gevoeligheid en middelenkeuze voor enkele rassen Rassen o.a. Arminda, Obelisk, Apollo, Florida en Herzog Ritmo, Pagode, Sleipner Urban, Minaret, Beaver Gevoelig voor meeldauw en/of bruine roest gele roest Middelkeuze 1 I Corbel of 0.5 I Bayfidan 0.5 I Tilt of 0.5 I Bayfidan Het perceel van het begin af goed schoon houden is een voorwaarde voor een goede (late) onkruidbestrijding

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 16