Aardappelfrezen met rugvormers
voorlopig nog meest gangbaar
Akkerbouw
Voorkom virusziekten in pootaardappelen
Demonstratie rugopbouw in Dinteloord
Aardappelfrezen met rugvormers, in
plaats van schijven, zijn voorlopig
nog de gangbare werktuigen om
aardappelbedden te maken, terwijl
de ideale machine voor de mechani
sche onkruidbestrijding er nog niet
is. Deze conclusies waren te trek
ken op de demonstratie rugopbouw
aardappelen vorige week woensdag
op een perceel van de heer A. Breu-
re te Dinteloord. De organisatie lag
in handen van de Takorganisatie Ak
kerbouw Noord-Brabant, sectie klei
en de DLV.
Door de zwaarte van de grond op
het perceel in Dinteloord, 45% af-
slibbaar, lieten de diverse frezen zich
moeilijk vergelijken. Iedere grond
soort vereist aanpassingen. Frezen
met een electrische sleeptaster de
den het beter dan frezen met wiel
tjes. Op zware grond is voor de
electrische taster een ruggetje
noodzakelijk om voldoende diep te
kunnen werken. De ruggen van de 6
frezen lieten verschillen zien, maar
dit was grotendeels toe te schrijven
aan de wisselende rijsnelheid. Tus
sen de 1 en 2 km per uur is aanbe
velenswaardig. Veel
standaardtrekkers hebben geen
kruipversnelling. Bij lage snelheid is
de verkruimeling beter.
Het eindresultaat van de rugvor
mers liet zien dat schijven niet meer
mee doen. Verschillen in, meer of
minder, ruimte binnen de kappen
zijn medebepalend voor het slagen
van de rugopbouw. Op lichtere
gronden is de werking van rugvor
mers optimaal. Het toerental van de
trekker moet aangepast zijn aan de
snelheid. Bij een geslaagde vorm
moet de rug een afmeting hebben
van 85 - 90 cm.
Om een goede kwaliteit rug op te bouwen komen schijven er niet
meer aan te pas, zo kwam duidelijk naar voren.
De demonstratie kende een groot aantal bezoekers.
Geïntegreerde teelt
Als demonstratie werden ook enke
le aanaarders voor de geïntegreerde
teelt ingezet. In plaats van hakenfre-
zen waren triltanden gemonteerd.
Met rugvormers werken deze ma
chines op de lichte klei- en zand
gronden naar wens. Voor de zware
klei was een ander werktuig te zien
dat na rugvorming de onkruid
bestrijding aanpakt. Deze machines
hebben per rij gebogen schoffels
met rugkrabbers. Achterop zijn rug
vormers of schijven gemonteerd.
Bij één machine waren de hoek-
schoffels uitgerust met steunwie-
len. Dit soort garnituren zijn in
opmars. Zij geven de eerste aanzet
tot minder gebruik van chemische
middelen. Duidelijk werd dat er nog
veel sleutelen aan te pas moet ko
men om optimaal te functioneren.
Nadeel van deze machines is dat de
grond vochtig moet zijn om de rug
weer opnieuw op te bouwen. Bij la
te toepassing kan het wortelstelsel
van de aardappelen worden bescha
digd. Bij langdurig natte weersom
standigheden is deze methode niet
toe te passen zodat alsnog met che
mische middelen het onkruid
bestreden moet worden.
Niet alle gronden lenen zich voor de
geïntegreerde teelt. Op de zwaarde
re grond zal het gebruik van gewas
beschermingsmiddelen nodig
blijven. Door een strokenspuitma-
chine in te zetten kan onder normale
omstandigheden de post bestrij
dingsmiddelen met 50% omlaag.
Ter bezichtiging stond op het de-
monstratieveld een loofklapper voor
op de trekker gemonteerd. Achterop
was de rijenspuit bevestigd. Bij ge
bruik van dit soort machines blijkt
dat een juiste, egale rugopbouw
wenselijk is. Bij exacte rugopbouw
past de loofklapper ook exact boven
de ruggen. Een goede rugvorming is
pas geslaagd als de poter precies in
het midden ligt. Hier schort nogal
eens iets aan. Kiezen voor geïnte
greerde teelt en/of het geheel of ge
deeltelijk laten vervallen van
gewasbeschermingsmiddelen be
gint met een juiste afstelling van de
plantmachine. Een afdoende loof-
vernietiging is er van afhankelijk.
J.v.T.
Er komt dit jaar veel aardappelopslag voor. Hierin kunnen veel virus-
zieke planten voorkomen
Er is ten opzichte van 1991 een wij
ziging in de advisering betreffende
het voorkomen van overdracht van
Y-virus in pootaardappelen. Vanaf
1992 zijn naast wekelijkse bespui
tingen met 15 I minerale olie ook la
gere doseringen olie in combinatie
met Sumicidin Super toegestaan.
De bladluissituatie
Begin mei 1992 lijkt de ontwikkeling
van de bladluizen en met name van
de groene perzikluis normaal. Ook
het aantal kolonies op de winter-
waarderi vertoont een normaal
beeld. Verwacht wordt dat met na
me in het zuiden en het midden van
het land, nu de temperatuur aan
zienlijk omhoog is gegaan, afvlucht
vanaf de winterwaarden zal plaats
vinden.
Het uitgangsmateriaal
De gemiddelde virusbesmetting van
het uitgangsmateriaal is vergelijk
baar met vorig jaar. Wel kwam op
basis van de nacontrole naar voren
dat in veel partijen enige besmetting
aanwezig is. Tevens moet rekening
worden gehouden met de reeds op
vele plaatsen zichtbare aardappel
opslag, waarin veel viruszieke plan
ten kunnen voorkomen.
De opkomst
Het poten verloopt dit jaar traag als
gevolg van wisselvallig weer. Naar
schatting zat op 10 mei circa 60%
in de grond, waarbij in het zuiden
bijna alles en in het noorden eender
de. Dit houdt in dat een deel van de
gewassen pas laat zal bovenkomen
met als gevolg extra risico's voor
besmetting met virusziekten door
bladluizen, die dan wel aanwezig
kunnen zijn.
Advies bladrolbestrijding
Gelet op de ontwikkeling van de
bladluizen worden de telers in de
keuringsgebieden Rivieren-Delta-
Nederland en Noordzeepolders aan
geraden een bestrijding tegen blad
luizen uit te voeren zodra 90% van
de planten is opgekomen en dit na
10 tot 12 dagen te herhalen. In de
beide andere keuringsgebieden,
Friesland-Groningen en Noordoost-
Nederland, kan met de eerste
bespuiting worden gewacht totdat
er een waarschuwing door de keu
ringsdienst is uitgegaan.
Voor de bestrijding van bladrol kan
gekozen worden uit de volgende
middelen: Pirimor, oxy-demeton-
methyl, fosfamidon, Decis EC of Su
micidin Super.
Advies Y-virusbestrijding
Gelet op de huidige bladluis- en vi
russituatie wordt de telers in de
keuringsgebieden Rivieren-Delta-
Nederland en Noordzeepolders in
overweging gegeven het basispoot-
goed van de bont-vatbare rassen
met mineralen olie te beschermen
tegen infectie door bladluizen.
Wat betreft de wijze van toepassing
van minerale olie tegen niet-
persistente virussen zoals Y- en A-
virus is het advies enigszins gewij
zigd. Tot 1991 is geadviseerd de
voor bont-vatbare rassen tegen deze
virussen te beschermen door weke
lijks vanaf opkomst tot een week
voor de loofvernietiging te spuiten
met 15 I minerale olie. Zeer recent
heeft ook 0,2 I Sumicidin Super per
ha in combinatie met minerale olie
een toelating. Voor deze toepassing
mag Sumicidin Super uitsluitend
toegepast worden in combinatie
met minerale olie. Uit onderzoek is
namelijk gebleken dat door toevoe
ging van bepaalde pyrethroïden aan
minerale olie met een halve dose
ring olie hetzelfde gunstige effect
kan worden behaald als met alleen
15 I minerale olie.
Voor gewassen waarop met minera
le olie wordt gespoten wordt afgera
den
Phytophthora-bestrijdingsmiddelen
te gebruiken die tin of koper bevat
ten. Dit kan namelijk tot loofbescha-
diging leiden, waardoor de selectie
sterk wordt bemoeilijkt.
Indien ter voorkoming van Y-virus
vanaf opkomst wekelijks met een
combinatie van 0,2 I Sumicidin Su
per per ha en minerale olie wordt
gespoten, is het niet nodig daar
naast nog eens met insekticiden te
gen bladrol te spuiten.
Onvoldoende duidelijk is aange
toond dat menging van minerale olie
met een Phytophthora-
bestrijdingsmiddel tot een grotere
kans op Phytophthora leidt.
Selectie
Tijdige selectie onder bladluisvrije
omstandigheden blijft natuurlijk één
van de belangrijkste peilers voor een
gezonde pootgoedteelt. Hierbij noe
men we een perceel bladluisvrij als
er per 20 afgeklopte planten minder
dan 20 bladluizen kunnen worden
afgeklopt. Indien meer dan deze cir
ca 20 luizen worden vastgesteld,
dient 2 3 dagen voor het selecte
ren een bespuiting met een bladluis
bestrijdingsmiddel te worden
uitgevoerd.
Afwisseling bladluisbestrij
dingsmiddelen
Om.de kans op resistentie tegen in
sekticiden te voorkomen, wordt de
telers aangeraden, waar mogelijk,
het gebruik van deze middelen af te
wisselen.
Toelichting Y-virusbestrijding
Uit onderzoek van onder andere het
PAGV is gebleken dat het mogelijk is
de besmetting van pootaardappelen
met Y-virus met 60 tot 70% te be
perken door het gewas vanaf op
komst tot de loofvernietiging
wekelijks te bespuiten met 15 I mi
nerale olie per hectare. Met lagere
hoeveelheden olie, 71 en 11 I, was
het effect soms even goed en soms
minder. Dit heeft geleid tot de keu
zes 'als je het doet, doe het dan
goed' (dus 15 I) en 'alleen daar waar
het echt nodig is' (dus alleen het ba-
sispootgoed van de bont-vatbare
rassen in de risicovolle gebieden
voor Y-virus).
Uit proeven van het PAGV en recen
telijk ook van de industrie bleek dat
als in plaats van 15 I olie 7 I olie ge
bruikt wordt in combinatie met een
pyrethroïde, dat dan het effect op Y-
virus volkomen gelijkwaardig is.
Kennelijk verbeteren de pyrethroï
den de werking van de olie. Als al
leen wekelijks met pyrethroïden
werd gespoten, was in de PAGV-
proeven het effect op Y-virus gering
(in deze proeven werden alle objec
ten standaard één of twee keer met
een insekticide gespoten ter voorko
ming van bladrol).
Vorig jaar is door ROC Rusthoeve
(Noord-Beveland) nagegaan wat het
effect is van 3 I minerale olie in
combinatie met een pyrehtroïde ten
opzichte van 7 I en een pyrethroïde.
Uit de twee proeven bleek dat verla
ging van de oliehoeveelheid van 7
naar 3 I per ha tot meer Y-
virusbesmetting leidt.
Tot slot
Voor de wijze waarop de bestrij
dingsmiddelen het best kunnen
worden toegepast zoals de hoeveel
heid water, de temperatuur waarbij
het middel het best werkt en de
mogelijkheden om met andere mid
delen te mengen, wordt verwezen
naar het gebruiksvoorschrift op de
verpakking en naar uw middenleve
rancier.
Ir. C.B. Bus, PAGV
Ir. P. van Velde, IKC agv