Beleidsnota over kwaliteits
zorg in landbouw uitgebracht
Stimuleringsproject mechanische
onkruidbestrijding in snijmais
mi
Provincies in beroep tegen
ontheffen papierpulp
Veel kunstmeststrooiers
'In natuurgebieden jacht hebben slecht strooibeeld
zoveel mogelijk staken'
Bestrijding van
muskusratten
in Noord-Brabant
succesvol
Nieuwe palletizer
komt uit Terneuzen
Mini iac
IMi&Uvvo
De provincie Friesland heeft, mede
namens de provincies Noord-
Brabant, Gelderland, Overijssel en
Groningen, beroep aangetekend bij
de Raad van State tegen de nieuwe
ontheffing voor papierpulp van het
Rijkskwaliteitsinstituut voor land- en
tuinbouwprodukten (RIKILT) in Wa-
geningen. Het gaat om een Arob-
procedure.
Het aantal muskusratten in de pro
vincie Noord-Brabant neemt af. Dit
is af te leiden uit een daling van het
aantal gevangen muskusratten.
Daarnaast zijn er het afgelopen jaar
weinig meldingen binnengekomen
van overlast of schade die door
muskusratten zou kunnen zijn ver
oorzaakt.
Overigens is wel duidelijk dat vanuit
de grote rivieren en vanuit België
ratten Brabant binnenkomen. In het
binnengebied worden de minste rat
ten gevangen maar ook aan de rand
van Noord-Brabant daalt het aantal
gevangen dieren. In 1992 wordt een
verdere daling van de vangsten
verwacht.
Deze konklusies zijn te trekken uit
het jaarverslag over 1991 over de
Muskusrattenbestrijding in de pro
vincie Noord-Brabant. In 1991 wer
den in totaal 12.754 ratten
gevangen. Daarmee wordt de dalen
de lijn van de afgelopen jaren
voortgezet.
In Noord-Brabant is het muskusrat-
tenprobleem voldoende onder kon-
trole. Er wordt gewerkt met een
uitgebalanceerd systeem van ver
schillende vangmethoden. Boven
dien heeft de provincie een
voldoende aantal vakbekwame
bestrijders in dienst. Ook zijn de
kontakten met bijvoorbeeld de wa
terschappen goed, en is er sprake
van samenwerking.
In de natuurgebieden en de wateren
met een natuurfunctie in Nederland
moet de jacht worden gestaakt,
tenzij jacht vanuit natuurbeheer,
wildschadebestrijding of andere
zwaarwegende maatschappelijke
belangen noodzakelijk is. Buiten de
ze gebieden kan de jacht worden
toegestaan, mits de jacht een rede
lijk doel dient. Dit schrijft de Natuur-
beschermingsraad in 'Natuur in het
vizier: advies over de nota Jacht en
Wildbeheer' aan staatssecretaris
J.D. Gabor.
De raad komt tot de conclusie, dat
jacht naast negatieve aspecten ook
een positieve invloed op natuur en
landschap kan hebben. Dit komt bij
voorbeeld tot uiting in aanleg, her
stel en onderhoud van kleine
landschapselementen, in de hand
having van rust en in het voorko
men van stroperij. In dit verband ziet
de raad de jacht als een onderdeel
van de zorg voor het landelijk ge
bied, waarin de instandhouding en
de verbetering van natuur en land
schap in het jachtgebied voorop
moeten staan. De raad hecht dan
ook grote waarde aan de totstand
koming van grote wildbeheereenhe-
den. In de door deze eenheden op te
stellen 'wildbeheerplannen' zou
meer aandacht moeten worden be
steed aan behoud en ontwikkeling
van natuur en landschap en aan de
wijze waarop de jacht daarin inge
past kan worden.
Meer dan de helft van de kunst
meststrooiers die aan de Kant- en
Breedstrooitest (KBT) zijn onder
worpen vertonen een slecht strooi
beeld. Dit meldt Cores, een
werkmaatschappij en volle dochter
van Cebeco-Handelsraad, "innova
tief in bemesting". De test is in op
dracht van Cores uitgevoerd.
Meer dan 500 strooiers zijn op di
verse lokaties aan de test onderwor
pen. Het slechte strooibeeld van
meer dan de helft van de geteste
machines kon in de meeste gevallen
ter plaatse gerepareerd worden. In
ongeveer tien procent van de geval
len kon geen positief testrapport
met de bijbehorende sticker worden
afgegeven. Een slecht strooibeeld
geeft strooibanen, en strooibanen
kosten geld, naar schatting f 80,—
per ha per jaar.
Veel voorkomende fouten waren
een verkeerde ophanging van de
strooier, een onnauwkeurige toeren-
teller van de trèkker, versleten
schoepen, een versleten beugeltje
van de pijp van de pendelstrooier,
een verkeerde instelling van de af
gifte bovenin de schijven, en aange
koekte kunstmest op de schoepen
en in de pijpen.
Uit de vragen van de boeren bleek
dat er zeer veel belangstelling
bestaat voor kantstrooien. Strooiers
met een kantstrooivoorziening ko
men nog niet veel voor, slechts in
15 procent van de gevallen. Volgens
Cores valt ook zonder zo'n voorzie
ning nauwkeurig kantstrooien wel
te organiseren.
Op 31 maart 1992 heeft de direk-
teur van het RIKILT aan Scott-Page
in Gennep een ontheffing verleend
voor 50.000 ton "afvalkalk". Deze
afvalkalk is in feite papierpulp en is
bestemd voor onderhoudsbekalking
in de landbouw. Door deze onthef
fing zou het mogelijk worden dat de
afvalstof papierpulp opnieuw in de
landbouw als meststof aangeboden
wordt.
Er zijn inmiddels enkele gerechtelijke
uitspraken over het gebruik van pa
pierpulp. De bovengenoemde pro
vincies zijn van oordeel dat diffuse
verspreiding van stoffen die de bo
dem kunnen aantasten, zoveel mo
gelijk moet worden voorkomen.
De direkteur van het RIKIU is op
grond van de Meststoffenwet 1947
en de daarop gebaseerde besluiten,
alleen bevoegd om bijzondere ont
heffingen af te geven voor bepaalde
partijen meststoffen. De provincies
maken bezwaar tegen het verlenen
van een ontheffing voor nog te pro
duceren papierpulp, waarvan de sa
menstelling nu nog niet bekend is.
De verontreiniging is afhankelijk van
de samenstelling van het oud papier
en onder andere de daarop aanwezi
ge inkten en lijmen.
De genoemde 50.000 ton is gelijk
aan de produktie van Scott Page
van een heel jaar. In de praktijk gaat
het om een aantal kleinere partijen
afvalslib, die ongeveer eens per 6
weken (de duur van een produktie-
cyclus) vrij komt. Uit onderzoek is
gebleken dat deze partijen wisse
lend van samenstelling kunnen zijn.
Brief Limburg
Het bestuur van de provincie Lim
burg heeft in een brief van 14 april
1992 aan de andere provincies laten
weten dat ook zij papierpulp als af
valstof beschouwt. Voorts is in deze
brief meegedeeld dat Scott Page
geen papierpulp meer aan de
meststoffenhandel zal leveren voor
gebruik in de landbouw en voorlopige
stort op de vuilstort in Schinnen.
Dat hangt samen met wachten op
de uitspraak in Hoger Beroep op het
vonnis Van de Ekonomische Politie
rechter te Leeuwarden van 4 maart
1992, waarbij Friese boeren zijn ver
oordeeld.
Noord-Brabant
In Noord-Brabant heeft het provin
ciebestuur intussen aktie onderno
men tegen boeren in Escharen,
Alphen, Hoogeloon en Werkendam.
Na een uitspraak van de rechtbank
in Zwolle onlangs, ten gunste van
boeren uit Escharen en Alphen,
heeft de leverancier van de papier
pulp, Soepenberg in Dronten, de
pulp onlangs laten afvoeren naar
Limburg. Bij drie agrarische bedrij
ven in Werkendam ligt nog een gro
te hoeveelheid van 2.000 ton,
waarover de provincie in gesprek is
met de eigenaren.
De firma Soepenberg heeft de pa
pierpulp tot nog toe op de markt ge
bracht onder de merknaam Orgacal
SF.
Kracon bv in Terneuzen brengt dit
jaar een automatische zakkenstape-
laar op de markt. De machine is ge
schikt voor elk soort zak, voor ieder
formaat tussen de 10 en 50 kilo en
voor elk produkt. Er zijn diverse me
nu's in de stapelrobot te program
meren. De druk is verstelbaar
tussen 0 en 6 bar. De capaciteit be
draagt 400 zakken per uur. De robot
kan aan ieder bestaande weegma
chine of naaistraat worden gekop
peld. De palletizer is een van de
agrarische machines die Kracon op
de markt brengt. Het Terneuzense
bedrijf maakt onder meer machines
voor de vlasverwerking.
De computergestuurde palletizer
van Kracon
Kwaliteit dient te worden be
schouwd als: de produkteigen-
schappen zoals die door de
konsument worden gewaardeerd.
De hiervan af te leiden hoofd
doelstellingen van het landbouw-
kwaliteits beleid zijn: een sterke
internationale positie van het be
drijfsleven; afstemming van de agra
rische produktie op de
maatschappelijke behoefte; het in
tegreren van milieukwaliteit en die
renwelzijn en het optimaliseren van
de kwaliteitsbewaking van de agra
rische produktie.
Dit staat in het beleidsvoornemen
"Kwaliteit en kwaliteitsbeleid in de
agrarische sektor", dat staatssekre-
taris drs. J.D. Gabor op 12 mei voor
advies naar 23 instanties heeft
gestuurd. Het beleidsvoornemen is
tevens tér kennisname naar de
Tweede Kamer gestuurd.
Sinds het begin van deze eeuw
heeft de overheid een belangrijke rol
gespeeld in de kwaliteitszorg in de
agrarische sektor. Een nationaal
stelsel van kwaliteitseisen en een
uitgebreid systeem van keuring en
kontrole hebben de Nederlandse
landbouw de huidige sterke positie
op de internationale markt ver
schaft. De positie en de taakopvat
ting van de overheid zijn echter aan
veranderingen onderhevig: minder
overheid, meer markt, minder re
gels, minder strukturele financiële
steun en meer zelfregulering.
Uitgaande van de eisen zoals het
volksgezondheids- en milieubeleid
die stellen, houdt het kwaliteitsbe
leid zich vooral bezig met het schep
pen van de voorwaarden voor
ondernemers om zelfstandig posi
ties op de markt in te nemen. Kwali
teit wordt in de markt bepaald. Uit
oogpunt van konsumentenbescher-
ming is verder aandacht voor de
kwaliteitsbewaking een belangrijke
overheidstaak.
De komende jaren zal voor de agra
rische sektor de nadruk komen te
liggen op kwaliteit. Zowel op kwali
teit van het produkt als op kwaliteit
van het produktieproces. Het afzet-
belang van de Nederlandse land- en
tuinbouw vraagt om een tijdig en
adequaat antwoord van de over
heid. Dat is de reden om dit beleids
voornemen uit te brengen.
Voor het opstellen van de nota is zo
wel formeel als informeel gesproken
met verschillende belangenorgani
saties. Tevens zijn 11 workshops ge
organiseerd omtrent specifieke
thema's, zoals milieu, kwaliteitszorg
en toelatingsbeleid.
Demonstratie mechanische onkruidbestrijding in mais.
In het stroomgebied van de Beerze
en de Reusel is een project gestart
om het benutten van mineralen te
verbeteren en het gebruik van ge
wasbeschermingsmiddelen te be
perken. Maandag 11 mei startte
NCB-voorzitter A. Latijnhouwers
een van de onderdelen van het pro
ject, mechanische onkruidbestrij
ding in snijmais. Hij deed dit door de
eerste rijen van een snijmaisperceel
met een onkruideg te bewerken.
Het drie jaar durende stimule
ringsproject wordt gecoördineerd
door de NCB en uitgevoerd in nauw
overleg met onder meer de Dienst
Landbouwvoorlichting en toeleve
rende bedrijven. Deelname is vrijwil
lig. Maistelers in het projectgebied
worden via een financiële bijdrage
van f 125,— per hectare gestimu
leerd om de onkruidbestrijding me
chanisch uit te voeren.
Ondernemers in het projectgebied
worden ook gestimuleerd om via
studiegroepen met de mineralen-
boekhouding te leren werken.
Volgend jaar wordt het projectge
bied uitgebreid met het stroomge
bied van de Dommel (gehele regio
Eindhoven). De totale kosten die
met het project zijn gemoeid bedra
gen vier vijf miljoen gulden.