berichten Boeren en tuinders staan bij publiek in een goed blaadje Fusie is tussenstation Agraview brengt boeren en tuinders beter in beeld Mestverwerking taak regionale bedrijfsleven Imago-onderzoek in Gelderland Landbouwschap stelt stuurgroep ontwikkelingshulp in Regionale samenwerking inspekties VROM 17 De burgers hebben een redelijk po sitief beeld van de land- en tuin bouw. Wel ontbreekt het vaak aan kennis over de wijze waarop boer en tuinder hun bedrijf voeren en hoe zij aan een inkomen komen. Dit blijkt uit een onderzoek onder 400 personen in de provincie Gel derland. De resultaten zijn jl. donderdag ge presenteerd tijdens een symposium in Zutphen. De presentatie van het imago-onderzoek vormt het vertrek punt van Agraview, een stichting die zich in Gelderland gaat bezig hou den met public relations voor de land- en tuinbouw. Aan de hand van de resultaten van de enquête gaat deze stichting aan het werk. Meer dan de helft van de Gelderse bevolking vindt dat land- en tuin- bouwprodukten in Nederland van goede kwaliteit zijn. Men vindt bo vendien dat boeren en tuinders niet alleen in eigen belang handelen, maar ook rekening houden met het welzijn van dier en konsument. Toch denkt 45 procent van de onder vraagden dat boeren vaak hormo nen toedienen bij de produktie van vlees- In de grote steden danken nog meer mensen (58 procent!) dat. Een gebrek aan inzicht is ook af te lezen uit de antwoorden op de vraag: "Als een boer zijn land be mest, vervuilt hij het milieu". Van de ondervraagden is 57 procent het hiermee eens. Milieu Wanneer het gaat om milieuvervui ling wordt er genuanceerd over boe ren en tuinders gedacht; 75 procent vindt dat de land- en tuinbouw steeds milieuvriendelijker gaat wer ken. Een bewijs voor het feit dat de milieu-inspanningen van boeren en tuinders bij de burgers onder de aandacht zijn gekomen. Bij een on derzoek van de NCB in januari 1991 vond 56 procent van de burgers nog dat boeren en tuinders steeds meer rekening houden met het mi lieu. Een konklusie is dat het de goede kant op gaat met het beeld van de agrarische sektor, wat dit punt betreft. Echter als de burgers gevraagd wordt of boeren en tuinders vervui lers van het milieu zijn, dan ant woordt toch nog 41 procent dat zij dat zo zien. Grote onduidelijkheid ontstaat als de stelling wordt voor gelegd dat de landbouw minstens zo vervuilend is als de industrie. In het Agraviewonderzoek zegt 32 procent dat men het hiermee eens is. Maar uit een enquête van het Al gemeen Dagblad, vorige week lan delijk gehouden, blijkt dat de agrarische sektor door - gelukkig - slecht 4,5 procent van de Neder landse bevolking als grootste ver vuiler wordt gezien. Natuurbeheer en natuurbehoud door boeren moet beloond worden, zegt 77 procent van de Gelderse bevolking. Ook vindt meer dan 60 procent dat de agrarische sektor in Gelderland niet te veel ruimte in beslag neemt. Helaas denkt 21 pro cent het omgekeerde. Ook over de maatschappelijke posi tie van agrarische ondernemers wordt verschillend gedacht. Iets meer dan de helft van de onder vraagden vindt dat de overheid boe ren en tuinders strenger moet aanpakken. Minder dan de helft vindt dat boeren en tuinders een groot deel van hun inkomen uit overheidssubsidie halen. Overigens weten veel mensen (19 procent) op deze vraag geen antwoord te geven. Dit duidt op een gebrek aan kennis. Over het algemeen gesproken wor den boeren en tuinders gezien als ondernemers die met hun tijd mee gaan, een redelijk inkomen hebben en vrij hard werken. Vrouw De positie van de boerin en tuin dersvrouw wordt hoog ingeschat: 77 procent vindt de rol van de vrouw in het agrarisch bedrijf net zo belangrijk als die van de man. Aangezien het onderzoek op be paalde onderdelen een gebrek aan informatie bij de burgers aantoont, ligt hier een duidelijke taak voor Agraview. Onderwerpen als be mesting, gezonde vleesproduktie, landbouwsubsidies en agrarische politiek verdienen een nadere toe lichting. Agraview is de naam van de nieuwe Stichting Public Relati ons Land- en Tuinbouw Gelder land. Deze stichting wil de Gelderse boeren en tuinders be ter in beeld brengen. De drie Gel derse landbouworganisaties, de Rabobanken, Vee- en Vleescoö peratie Coveco, zuivelcoöperatie Coberco, Aan- en Verkoopcoö peratie ABC en de Provinciale Veiling Organisatie zijn de oprichters van Agraview. Agraview is het aanspreekpunt voor Gelderse boeren en tuin ders die pr-aktiviteiten organise ren. Daarnaast ziet Agraview het als haar taak om mensen te sti muleren open dagen en scholen- projekten te houden. Tips en adviezen over het houden van zo'n open dag geeft Agraview graag. Voor elke (pr) aktiviteit zorgt Agraview voor de juiste in formatie en het juiste voorlich tingsmateriaal. Verder richt Agraview zich op de media en beleidsmakers in Gel derland. Met de uitgave van een nieuwsbrief en het organiseren van exkursies wil Agraview meer eerlijke informatie over de sektor aan deze groepen verstrekken. Het bijbrengen van kennis over de tand- en tuinbouw moet al op jon ge leeftijd beginnen om juiste beeldvorming over de agrarische sektor te bevorderen (Foto foeter Mastenbroek). Hoe kunnen andere organisaties straks aansluiten bij ZLM, GMvL en ULG? "Schaalvergroting van landbouwor ganisaties is dringend nodig". Zo luidde het antwoord van GMvL- voorzitter J.G. van Leeuwen op vra gen tijdens de gewestvergaderin gen. Van Leeuwen stelde dat het samenvoegen van organisaties noodzakelijk is om tot een meer pro fessionele aanpak van de belangen behartiging te komen. Eén landbouworganisatie in Nederland, dat is het ideaalbeeld van ZLM, ULG en GMvL. De samenvoeging van de ze drie organisaties moet gezien worden als een tussenstation. Dus geen eindstation voor de fusietrein. Dat betekent voor het fusieplan, dat rekening gehouden wordt met even tuele aansluiting van andere organi saties. De structuur van de nieuwe organi satie wordt zodanig, dat aansluiting zonder veel problemen mogelijk zal zijn. Wanneer andere landbouwor ganisaties de basisfilosofie van GMvL, ZLM en ULG onderschrijven, kunnen zij hun werkorganisatie in de nieuwe topvereniging schuiven. De stuur- en werkgroep, die de fusie voorbereiden, kiezen voor het juri disch blijven bestaan van de drie af zonderlijke clubs. Het belangenwerk wordt door een nieuwe vereniging overgenomen. Deze structuur maakt het voor andere organisaties gemakkelijk ook lid te worden van de topvereniging. Men spreekt hier van het zogenaamde klik-klak mo del. Verschillende onderdelen kun nen volgens dit model makkelijk aan elkaar geklikt worden. Welke gevolgen heeft de fusie voor de plaatselijke afdelingen? Plaatselijke afdelingen hebben een zeer belangrijke taak in de belangen behartiging. Op gemeentelijk niveau Mestverwerking is een taak voor het regionale bedrijfsleven. Die boodschap verkondigde B.J. War- melink, voorzitter van de afdeling veehouderij, in de KNLC- bestuursvergadering van 31 maart j.l. Door het besluit van Brussel, dat de bestemmingsheffing maar drie jaar van toepassing mag zijn, is de basis onder het plan-De Bekker weggevallen. Volgens Warmelink is de kardinale vraag of mestverwerking nog steeds een keuze is, ja of nee. Hij denkt dat mestverwerking het best regionaal kan worden opgepakt; de totale kosten worden niet hoger, maar voor hét individuele bedrijf kunnen de kosten wel eens hoger uitvallen. Het alternatief is echter in krimping van de veestapel. Leverings plicht Het KNLC is geen voorstander van een leveringsplicht. Het is beter het doel te bereiken via vrijwillige soli dariteit. Daarbij is het wel belangrijk dat de overheid ook een garantie af geeft. Mensen die contracten heb ben afgesloten om hun mest af te leveren mogen niet alsnog gedwon gen worden om hun veestapel in te krimpen. Maar, zo vroeg het bestuur zich af zijn de veehouders bereid contracten voor de duur van 10 jaar af te sluiten. En wat gebeurt er als een boer een contract heeft afgeslo ten, waar hij voor moet betalen en zijn buurman kan de mest op een Het Landbouwschap wil dat het mi nisterie van Ontwikkelingssamen werking zich blijft inspannen voor de voedselvoorziening en levens omstandigheden op het platteland in de Derde Wereld, aldus het schap in een brief aan de Vaste Commissie voor Ontwikkelingssamenwerking van de Tweede Kamer. In deze brief geeft het schap een reactie op het evaluatierapport van het sectorpro gramma Plattelandsontwikkeling dat het ministerie onlangs uitbracht. Het schap is van mening dat de plattelandsbevolking tot dusver on voldoende betrokken is bij de be staande ontwikkelingsprojecten van het ministerie. In zijn brief zegt het schap de initiatieven van particuliere ontwikkelingsorganisaties hoog te waarderen, omdat die de platte landsbevolking in het algemeen en de vrouwen in het bijzonder meer greep op de eigen ontwikkeling ge ven. Het heeft daarom een Stuur groep Plattelandsorganisaties in Ontwikkelingslanden in het leven geroepen om deze initiatieven te on dersteunen. kunnen zij veel goed werk verrich ten voor de leden. ZLM, GMvL en ULG hebben de filo sofie dat in de nieuwe organisatie sterke afdelingen nodig zijn. Die af delingen zullen, uiteraard met on dersteuning vanuit de nieuwe vereniging, regelmatig in overleg treden met gemeenten. Dan is het belangrijk dat die afdelingen van voldoende omvang zijn. Daarnaast willen de organisaties er naar stre ven dat er per gemeente een afde ling komt van de nieuwe organisatie. Dat kan inhouden dat bepaalde afdelingen binnen één ge meente samengevoegd zouden moeten worden. andere goedkopere manier kwijt. Het KNLC-bestuur is het met War melink eens dat de sleutel van de mestverwerking in de regio ligt. Er zullen daar coöperaties moeten ko men die de verwerking ter hand ne men. Daarbij zal bekeken moeten worden wat nog kan binnen de mar ges van het besluit van de Europese Commissie. De mestbanken spelen hierbij een belangrijke rol. Het bestuur vindt dat er tot 1995 gebruik moet worden gemaakt van de heffing. Daar kunnen in ieder ge val een aantal zaken mee op poten worden gezet. Het KNLC-bestuur pleitte verder voor het opzetten van een zo eenvoudig mogelijke structuur. Ingeborg Schuitemaker GMvL, ZLM en ULG zijn van mening dat dit een groeiproces is. Plaatselij ke bestuurders zullen samen moe ten bepalen of een versterking van het afdelingswerk nodig is en hoe dat gestalte moet krijgen. Dit alles zal gepaard gaan met overleg tus sen de nieuwe organisatie en de af delingen. Mogelijk zijn bepaalde afdelingen dan nog te klein. Te denken valt aan afdelingen met minder dan vijftig le den. Die kunnen overwegen om met afdelingen van buurgemeenten sa men te gaan. Dan ontstaat een ster kere basis om de belangen op gemeentelijk niveau te behartigen. Federaties Een andere mogelijkheid is natuur lijk de federatievorming met afdelin gen van CBTB, ABTB of NCB. Er functioneren met name in Gelder land al verschillende van dit soort federaties. Binnen de visie van GMvL, ZLM en ULG passen deze fe deraties uitstekend. Want zij verwe zenlijken het doel, dat binnen gemeenten sterke organisaties aan het werk moeten zijn. De nieuwe or ganisatie zal dan ook zeer positief tegenover federatievorming staan. Tussen de verschillende inspekties van het ministerie van VROM komt een verdergaande samenwerking op regionaal niveau. Het plan bestaat om de drie inspekties (volkshuisves ting, ruimtelijke ordening en milieu hygiëne) in acht gezamenlijke regionale vestigingen onder te bren gen. Voor de provincies Noord- Brabant en Zeeland is als vesti gingsplaats voorzien Eindhoven of 's-Hertogenbosch. Er blijft echter wel een dependance van de Inspek- tie voor de Milieuhygiëne in Zeeland. Het ministerie van VROM streeft er met deze verdere vorm van samen werking naar om ook in de regio met één gezicht naar buiten te treden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 17