Rundveehouderij richt vizier op beperking stikstofuitstoot Nieuws en Prestatieprijs Campina Melkunie ongeveer even hoog als vorig jaar KNLC kommentaar Demonstreren in Straatsburg Met boekhouding mineralenoverschotten aanpakken Omzet steeg tot bijna f 5,3 miljard Zonderland waarnemend Consulent Landbouw Met 'Mineraal Centraal' wil het be drijfsleven een beleid realiseren dat meer stimulerend werkt voor de veehouders dan de voorstellen van de overheid. Bij de meeste diergroe- pen richt 'Mineraal Centraal' zich op het terugdringen van de fosfaat- uitstoot. Voor melkvee is gebleken dat een verlaging van de fosfaat- uitstoot via veevoeding moeilijk te realiseren is. Daarom wordt bij melkvee het vizier op terugdingen van de stikstofuitstoot gericht De overheid stelde voor de latente n^estruimte weg te nemen, het grondgebonden mestproduktierecht te verlagen en de gebruiksnormen versneld te verlagen. Deze voorstel len stuitten op veel kritiek vanuit het bedrijfsleven. Het Landbouwschap is'.als reactie er op gekomen met het plan 'Mineraal Centraal'. Dit plan wordt momenteel uitgewerkt. 'Mi neraal Centraal' zal de verantwoor delijkheid directer en duidelijker bij de individuele veehouder leggen. Via het veevoer zal de mineralen- uitstoot verminderd moeten worden en daarbij is een mineralenboekhou- ding onontbeerlijk. De mineralen- boekhouding zal eveneens kunnen dienen om regulerend op te treden. Terugdringen Zo'n boekhouding zal al op korte termijn worden ingevoerd. Waar schijnlijk vanaf 1993 zal jaarlijks aan de hand van de mineralenboekhou- ding de mineralenbalans van het be drijf worden opgesteld en geëvalueerd. Door de boekhouding züllen de overschotten aan fosfaat en stikstof worden teruggedrongen. Door ammoniak-emissiebeperkende maatregelen en een lagere kunst- mestgift zal de daling van de over schotten verder worden vergroot. Met het plan 'Mineraal Centraal' wil het bedrijfsleven de overheid tege moet komen en diens voorstellen overbodig maken. Voor de meeste diergroepen houdt het plan in dat het Landbouwschap de fosfaat- uitstoot verder wil terugdringen. De mogelijkheden hiervoor zijn voor de rundveehouderij echter beperkt. Daarom zal het beleid zich voor de ze sector richten op het terugdrin gen van de stikstofuitstoot. De Afdeling Veehouderij van het KNLC, kan zich wel vinden in deze lijn. Op haar vergadering van 17 maart 1992 werd opgemerkt dat het daar om voor de hand ligt dat een mine- ralenboekhouding er zo snel mogelijk komt. De Afdeling stelt dat de boekhouding voor de veehouder nodig is om inzicht te krijgen in zijn stikstofgebruik. Het Landbouwschap verwacht dat de mineralenboekhouding een ster ke stimulans tot milieubewuste be drijfsvoering zal betekenen, naast de boekhouding zal ook een brede invoering van een bemestingsadvi- sering een belangrijk onderdeel zijn van het 'Mineraal Centraal'. De ad visering heeft betrekking op het to tale gebruik van nutriënten. Het schap voorziet dat het opvolgen van de adviezen de stikstof- en fosfaat gift aan het gras- en maïsland zal verminderen door een betere verde ling van de aanwezige dierijke mest en een vermindering van de kunst- mestaanvoer. De verlaging van de totale nutriëntengift zal een evenre dige afname van de belasting van grond- en oppervlaktewater tot ge volg hebben. De onmiddellijke invoering vormt voor wat de melkveehouderij betreft een grote bijdrage aan het 'Mineraal Centraal'. De Afdeling Veehouderij ziet echter ook positieve kanten aan de plannen, met name de mogelijk heden om te besparen op kosten en energie. Geert Pinxterhuis Het bestuur van Campina Melkunie heeft de prestatieprijs over 1991 vastgesteld op f 79,02 per 100 kg geleverde melk, een stijging van f 0,67 ten opzichte van 1990. De prestatieprijs is gebaseerd op een gemiddeld vetgehalte van 4,39 pro cent en eiwitgehalte van 3,47 pro cent. Deze stijging is voor een deel een gevolg van de hogere gehaltes vet 0,06 procent) en eiwit 0,01 procent) in de geleverde melk. Bij gelijke gehaltes zou de prestatie prijs met f 0,05 per 100 kg zijn toe genomen. De uitbetalingsprijs komt iets lager te liggen dan de prestatieprijs. Het bestuur stelt de ledenraad eind mei a.s. voor om per 100 kg f 0,75 toe te voegen aan de algemene reserve en f 0,50 te storten op de certifica ten (individuele vermogen) van de leden. Beide toevoegingen zijn even hoog als vorig jaar. De veehouder ontvangt dan een uitbetalingsprijs van f 77,89 per 100 kg: 79,02 min 0,75 min 0,50 plus 0,12. Die 12 cent is de vergoeding in de melkprijs voor het niet ontvangen van rente over de f 0,50 die op de certifica ten is gestort, en die 15 jaar uitstaat voor de leverancier er weer over kan beschikken. Kontante nabetaling De voorschotprijs die de veehouders reeds hebben ontvangen, de subsi dies en de toevoegingen aan het ei gen vermogen komen in totaal op f 74,21 per 100 kg melk. Voor de kontante nabetaling is dus f 4,81 per 100 kg melk beschikbaar. In fe bruari hebben alle veehouders hier van al een voorschot gehad van f 1,05 per 100 kg melk. Van het resterende deel van de kontante na betaling komt f 1,50 per 100 kg op de vrije ledenrekening. Voor de le den die dat wensen is dit direkt op vraagbaar. De overige' f 2,26 per 100 kg melk van de kontante beta ling wordt meteen na de vergade- Kaasproduktiebedrijf van Campina Melkunie. ring van de ledenraad aan de leden overgemaakt. Omzet Campina Melkunie realiseerde een omzet van f 5.264 miljoen. Dat is inklusief de f 474 miljoen omzet van Comelco Industries gerekend vanaf 1 juli 1991 toen de aandelen van deze Belgische zuivelonderne ming zijn overgenomen. De aanvoer van melk door leden en leveranciers in Nederland daalde van 3.325 mil joen kg in 1990 tot 3.183 miljoen kg in 1991. De hoeveelheid bijgekochte melk steeg in dezelfde periode van 272 miljoen kg naar 358 miljoen ondermelk equivalent. Eind 1991 waren in de Nederlandse vestigin gen van Campina Melkunie 5.920 mensen werkzaam. Ing. J.J. Zonderland treedt op als waarnemend Consulent voor de Landbouw in Zeeland totdat is voor zien in de opvolging van ir. A. van der Linden. Deze legt zijn functie per 1 april a.s. neer. Hij is benoemd tot Consulent bij het Informatie en Ken niscentrum van de Direktie Akker en Tuinbouw met als verantwoorde lijkheid de afdeling Bloemisterij en de afdeling Glasgroente en Bestuiving. COPA het samenwerkingsver band van de EG-landbouworga- nisaties, organiseert op maan dag 6 april in Straatsburg een massale demonstratie. Het gaat deze keer om de prijsvoorstellen van de Europese Commissie voor 1992/93, de voorgestelde drastische hervorming van het Gemeenschappelijke Landbouw beleid en de GATT. Uiteraard komt ook deze keer de vraag op of het we! zin heeft op deze wij ze blijk te geven van het onge noegen over het te voeren beleid. Twijfel over het nut van demonstereren is begrijpelijk. Het is echter zeer duidelijk dat demonstraties de afgelopen ja ren een medebeslissende rol zijn gaan spelen in het maatschap pelijke en politieke krachtenveld. Direct resultaat is van een de monstratie nooit te verwachten. Indirect gaat van een demonstra tie van enkele tienduizenden Europese boeren beslist blijven de invloed op de besluitvorming uit. Er is dan ook alle reden om van uit Nederland loyaal aan deze de monstratie mee te doen. Dit geldt temeer omdat sommige Europese landen ons land zien als veroorzaker van het uit de hand gelopen landbouwbeleid. Hoewel we hier wel beter weten denken collega-boeren in andere landen nogal eens dat de Neder landse boeren tevreden zijn over het EG-beleid. Dat dit niet zo is moet ook deze keer zichtbaar worden gemaakt in Straatsburg. Prijsvoorstellen 92/93 De Europese Commissie is dit jaar wel erg laat met de prijs voorstellen. Bijna drie maanden later dan normaal, ledereen is er de laatste jaren wel aan gewend geraakt dat de definitieve prijs- beslissingen pas tot stand kwa men a/s het nieuwe seizoen al enkele maanden Hep. In het ver leden kon echter toch tijdig met de voorstellen rekening worden gehouden. In afwachting van de hervorming van het EG- landbouwbeleid zegt de Com missie nu te willen volstaan met een prijsbevriezing. Dit is een volstrekt onjuiste voorstelling van zaken. Voor de akkerbouw is bij granen en fabrieksaardappelen sprake van een verdere prijsverlaging. Dit bovenop hetgeen er de laat ste jaren reeds gebeurd is. Voor alle produkten geldt dat op geen enkele wijze rekening wordt ge houden met de inflatie. Deze be draagt voor ons land de laatste twee jaar 4 a 5 procent per jaar. De inkomens in akkerbouw en veehouderij zullen als de voor stellen doorgaan zeker 10 tot 20 procent naar beneden gaan. Er is dan ook alle reden om met kracht ernaar te streven de prijs verlaging van granen niet door te laten gaan. Naast de inflatie is het feit dat de basismedeverant- woordelijkheidsheffing vorig jaar ten onrechte met 2 procent extra werd verhoogd een goed argu ment om nu de graanprijs niet te verlagen. De graanproduktie bleef in 1990 immers beneden de 160 miljoen ton. De Europese Commissie kon het toen toch niet laten de boerenprijs te laten dalen. Daarom moet de over schrijding van de 160 miljoen ton in 1991/92 geen gevolgen hebben voor dit seizoen. Bij melk behoort het idee van een verdere quotumkorting niet aan de ordè te zijn. Duidelijk is dat de Commissie daarbij voor uitloopt op de landbouwhervor- mingsvoorstel/en van MacSharry. Perspectief gewenst De voorstellen van de Commis sie voor het prijsjaar 1992/93 zijn bedoeld als een overgang naar een gewijzigd beleid. Dat er structurele wijzigingen in het be leid moeten komen om een rede lijk inkomen in de landbouw veilig te stellen is voor iedereen duidelijk. De weg die MacSharry daar stug voor blijft aangeven is ongewenst. Doelmatige bedrij ven worden immers tekort ge daan. De problemen worden er niet door opgelost. Integendeel, naast veel bureaucratie zullen veel bedrijven met financiële pro blemen te maken krijgen. Uitein delijk zullen ook de consument en de belastingbetaler met hoge re lasten worden geconfron teerd. De weg van geleidelijke prijsverlaging en inkomensdaling zoals die dit jaar opnieuw geko zen dreigt te worden biedt op de duur ook geen perspectief. Het COPA-voorstel, waarbij het markt- en prijsbeleid bepalend blijft en de produktie met markt- beheersingsbijdragen beperkt wordt, is in principe positief. Maar ook hier blijkt de concrete uitwerking per sector uiteindelijk tot een negatief resultaat te lei den. Hoewel ook zeer ingrijpend, ligt het voor de hand de ideeën van prof. De Veer toch verder uit te werken tot concrete voorstel len. De globale opzet van dat plan met inkomenstoeslagen heeft het grote voordeel dat het eenvoudig en met minder con troles uitvoerbaar is. Ook dan zal op de duur niet ieder bedrijf blij ven bestaan, maar het onderne merschap en niet de bureaucratie zal daarbij bepalend zijn. Agrificatie en een betere marktverhouding tussen graan en graanvervangers komen meer in zicht. Dat zijn richtingen waar in de fundamentele oplossing van de problemen gevonden moet worden. Uiteraard is verder onderzoek en discussie nodig voordat dit plan, al of niet in aangepaste vorm, positief beoordeeld kan worden. In ieder geval lijkt het plan De Veer openingen te bieden op meer perspectief voor de agrari sche bedrijven. Van veel andere ideeën kan dat niet worden gezegd. Toekomstmogelijkheden In Straatsburg gaat agrarisch Europa opnieuw demonstreren voor een beter landbouwbeleid. Een beleid waardoor er betere toekomstmogelijkheden ont staan. Eerlijk gezegd gaan we opnieuw meer tegen dan voor iets demonstreren, maar dat is met de meeste demonstraties het geval. De landbouw vormt geen uitzondering op die regel. Ook de tien miljoen Europese boeren kunnen daarom zonder twijfel op 6 april, ondanks uit eenlopende belangen, terecht opkomen voor hun belangen en perspectief eisen. Dam Jaarsma plv. alg.secretaris KNLC

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 5