De maand april op het zuidwestelijk veehouderijbedrijf
De bemesting
Melkveehouderij
van snijmais
HACK
Qn Landbouwvoorlichting ,j21
Boeren selecteren bij
benaderen voorlichting
BELANGRIJKE
ONTWIKKELING
in het SPUITDOPPEN
Zie volgende bladzijde
Door mestinjecteur krijgen
koeien vaker kopziekte
Vergelijkend onderzoek voedering
vleesvarkens op Proefbedrijf
Elk jaar weer is de overgang van de stal naar weide een grote omschakelingzowel
voor koeien a/s voor de veehouder zelf. Door de betere verkaveling en de komst van
de ligboxenstal kan deze overgang meer geleidelijk plaats vinden. Door bijvoeding
van snijmais e.d. kunnen we hier aan meehelpen. Bovendien moeten we niet alleen
streven naar voldoende, maar vooral ook naar "gezond" gras. Een juiste bemesting
kan hieraan veel bijdragen. Tevens zullen we even stil staan bij de bemesting en het
zaaien van de snijmais.
Aangeboden:
DROGE
KIPPENMEST
2e HANDS
STELCONPLATEN
75,- p. st., 2 X 2 m2
dubbel bewapend
Ook nieuwe
De meeste veehouders voeren hun melkkoeien ook in de zomer een
bepaalde hoeveelheid mais. Sommigen hebben hiervoor zelfs een
speciale kuil aangelegd, smaller en lager dan de winterkuil, zodat de
voersnelheid hoog is en de kans op broei klein.
Bij het schrijven van deze bijdrage
uit WALCHEREN op de dag dat de
lente begint, blijkt maart toch nog
zijn staart te roeren. Buien met wind
en regen staan in schril contrast
met het weer eerder in deze maand.
Het zou wel eens kunnen zijn dat er
een maand verschil in zaaidata van
zomergewassen zou kunnen ont
staan, voor veel Walcherse gronden
hoeft dit geen bezwaar te zijn om
een volwaardige oogst te geven.
De regen in ons gebied is tot nog
toe van weinig betekenis geweest
zodat bij omslag naar drogend weer
de grond vlug bekwaam zal zijn, en
voor de één het begin en voor de
ander het vervolg van ihzaai kan
plaats hebben.
Enkele weken geleden hebben we
het eerste aanbod 'nieuwe stijl' ont
vangen vanuit de DLV. Namelijk aan
aanbod teeltbegeleiding akker
bouwgewassen voor het a.s. sei
zoen. Het prijskaartje liegt er niet
om. Dit zal een testcase worden
voor zowel de praktijk als de voor
lichting hoe op deelneming zal wor
den ingesprongen. In de bijsluiter
van de toegezonden brochure
marktgerichte produktie vanuit de
SSPP leze we in de voorwaarden tot
deelname ook over tarieven. Het is
nu wel duidelijk dat voorlichting in
de toekomst geld gaat kosten, wat
in zal houden dat men steeds selec
tiever en gerichter met dit hulpmid
del om zal gaan, in verhouding tot
de aanwezige voorlichting uit het
bedrijfsleven, die best wel eens wat
gekleurd kan wezen, maar daar ben
je dan ondernemer voor om daar
doorheen te prikken.
Het rapport 'Landbouw in de Bran
ding' is onlangs in de brievenbus ge
gleden, alles is nog weer eens op
een rijtje gezet. Hoofdlijnen over be
leidsvisies, vrij vertaald de bood
schap uit Den Haag en een
uitgebreide inventarisatie en analy
sering beslaan ruim de helft van het
aantal pagina's. Op de resterende
pagina's staan oplossingsrichtingen
en aanbevelingen om uit de proble
matiek te komen, blijkbaar is dit ge
deelte ook voor beleidsmakers
moeilijker te vullen dan het eerste
gedeelte. Voor diegenen waar voor
dit alles geschreven is, de praktijk,
zal die moeilijkheidsgraad nog over
troffen worden bij mogelijke invul
ling en keuzes binnen de
bedrijfsopvolging.
Tussen de vele cijfers en tabellen die
opgevoerd worden ter vergelijking
van ontwikkeling en produktie van
bedrijven en sektoren, is naast het
aantal hektares, bedrijfsgrootte (een
begrip dat velen toch nog aan
spreekt) en de bekende SBE's, een
andere eenheid opgevoerd, de Ne
derlandse grootte eenheid (ngv).
Deze is gebaseerd op de saldi per
hectare of per diersoort. Je blijft ver
gelijken. In gesprekken met colle
ga's kun je merken dat men zo
zoetjes aan immuun wordt voor alle
rapporten, symposia, studiedagen.
Hoe gevaarlijk dat enerzijds ook is,
anderzijds is het wel begrijpelijk.
Maar ondanks dat worden we met
een nieuw rapport geconfronteerd
namelijk het Concept Ontwerp Land
inrichtingsplan Walcheren. Na de
inspraakronde vorige winter op het
voorontwerp is dit in het kader van
deze inspraak en overleg op onder
delen gewijzigd en verwoord in eer
der genoemd rapport, dat ook weer
een te volgen procedure moet door
lopen tot en met vaststelling, daar
na kan stemming plaats vinden.
De Waterschapbestuurders zullen
het onderdeel Waterbeheersing
moeten beoordelen, met name het
kostenaspect in samenhang met de
toch al vele kostenstijgingen die het
Waterschap in het verschiet heeft.
Het rendementsverhaal loopt als
een rode draad door heel de plan
vorming, de jaartallen die bij eventu
ele doorgang en uitvoering
genoemd worden reiken vlot over
de eeuwwisseling, gerekend vanaf
de eerste verkenningen eind jaren
zeventig, een onverantwoordelijke
tijdsspanne.
De meeste snijmaistelers hebben
het zaaizaad voor de teelt 1992 al
besteld. Normaal gesproken zal dit
zaad op het eind van de maand apriH
aan de grond worden toevertrouwd.
Verder zal er aandacht besteed
moeten worden aan de juiste be
mesting.
Op zandgrond kan in het voorjaar
zonder struktuurschade organische
mest worden aangewend. Hou wel
rekening met de hoeveelheid N,
P205 en K20, welke met de organi
sche mest is gegeven.
De laatste jaren is er de mogelijk
heid om de voorraad N in de grond
te bepalen. Vermoedt u dat er een
redelijke voorraad aan N in de grond
zit dan is een bepaling vlug terug
verdiend en bovendien gaat u be
wuster met het kunstmest
toedienen om. Om tot een juiste be
mesting te komen is er door de zui
delijke DLV teams, welke zich bezig
houden met de maisteelt, een be
mestingsadvies te geven welk is af
gestemd op uw perceel. Hierbij
wordt rekening gehouden met de
grondanalyse, de reeds aangewen
de mest, voorvrucht en eventuele
groenbemester. Om voor uw mais
een bemestingsadvies op maat te
krijgen kunt u kontakt opnemen met
een van de DLV teams in het zuiden.
Overgang van stal naar weide
Zo het zich nu laat aanzien zal ook
dit jaar de weideperiode voor het
melkvee weer beginnen in april. Er
zal dan weer een overgang plaats
vinden van volledig winterrantsoen
naar vers gras met waarschijnlijk
nog een bepaalde hoeveelheid inge
kuilde snijmais. Voor het vee is dit
een hele overgang, mede doordat
voor de vertering andere bacteriën
in de pens nodig zijn. De overgang
moet dan ook geleidelijk plaats vin
den om de opbouw van de nieuwe
Op het Varkensproefbedrijf 'Zuid- en
West-Nederland' te Sterksel is on
beperkte voedering van vleesvar
kens via een brijbak vergeleken met
voedering via een droog voerbak
met drinkbakje. Daarnaast zijn ze
ven verschillende brijbakken en vier
drinkbakjes op hun gebruikswaarde
onderzocht.
Het blijkt dat de voederconversie
van vleesvarkens die onbeperkt ge
voerd zijn via een droog voerbak
gunstiger is dan van dieren die via
een brijbak gevoerd zijn. Het water
verbruik is bij een brijbak 10% lager
dan bij een droogvoerbak. Echter de
besparingen op het lager waterver
bruik kunnen de hogere kosten ten
gevolge van de slechtere voeder
conversie niet compenseren.
Uit het onderzoek naar de prakti
sche bruikbaarheid van de verschil
lende brijbakken en drinkbakjes
blijkt dat de onderlinge verschillen
klein zijn. Aan de hand van de on
derzoeksresultaten en ervaringen
zijn eisen geformuleerd waaraan
bacterieflora kans te geven. Vermin
der hierbij ook de krachtvoergift ge
leidelijk. De uiteindelijke
krachtvoergift zal sterk afhangen
van de melkproduktie en het voer-
aanbod.
Een ander probleem waar we mee
te maken kunnen krijgen is het op
treden van kopziekte. Mede door
het toedienen van drijfmest kan het
kaligehalte in de grond, speciaal op
klei, te hoog oplopen. Een gevolg
hiervan is teveel kali in het gras. Dit
leidt tot te weinig magnesium. In
een dergelijke situatie, samen met
temperatuurwisselingen en veran
dering van rantsoenen kan de mag-
nesiumspiegel in het bloed beneden
de ondergrens komen. Vooral hoog-
produktieve dieren lopen gevaar.
Door magnesium aan de dieren toe
te dienen beperken we de kans op
kopziekte. Dit kan door brok met ex
tra magnesium te voeren of vlak
vóór het inscharen 25 kg gebrande
magnesiet per ha over het gras toe
te dienen.
Voorkomen is altijd nog beter dan
Indirect zijn de moderne mesttoe-
dieningstechnieken er de oorzaak
van dat koeien vaker kopziekte krij
gen, zo blijkt uit een mededeling
van het Nederlands Meststoffen In
stituut. Door uitrijverboden en de
komst van mestinjecteur en zode-
bemester wordt mest steeds meer
in het voorjaar toegediend, waar
door er minder meststoffen uitspoe
len. Onder andere neemt het
kaligehalte van de grond toe.
Vroeger spoelde bij het bemesten
van het gras in het najaar ongeveer
de helft van de kali uit. Door de
voorjaarstoediening stijgt de benut
ting tot nagenoeg 100 procent. Met
name bij een iets hogere kali
toestand van de grond wordt hier-
een goede brijbak en een goed
drinkbakje moeten voldoen.
Exemplaren van dit proefverslag
kunnen worden verkregen door
f 15,— per verslag over te maken
op postgirorekeningnummer
51.73.462 ten name van het
Proefstation voor de Varkenshoude
rij te Rosmalen, onder vermelding
van rapportnummer P 1.71.
genezen. Hou daarom bij de keuze
van de te beweiden percelen reke
ning met de kalitoestand en de be
mesting van het grasland. Probeer
tevens een geleidelijke overgang van
stal naar weide te krijgen. Kontro-
leer het gedrag van de koeien regel
matig, om het optreden van
kopziekte op tijd te konstateren.
Waarschuw dan zo snel mogelijk de
dierenarts.
Zowel de groei van de snijmais als
het gras is sterk afhankelijk van het
weer. Toch komen er in hetzelfde
gebied met gelijke grondsoort nogal
verschillen voor in opbrengsten. Be
wust bezig zijn met de bedrijfsvoe
ring, waaronder de bemesting en
tijdig de juiste beslissingen nemen
zijn zaken die veel invloed hebben
op het bedrijfsresultaat. Mocht u za
ken van uw bedrijf willen doorpra
ten met een deskundige, dan zijn de
DLV medewerkers gaarne bereid om
uw gesprekspartner te zijn.
DLV team
rundveehouderij Breda
door al snel meer kali dan het
bemestingsadvies gegeven. Het ho
gere kaligehalte van de grond heeft
een remmende werking op de mag
nesiumopname door het gras. Een
laag magnesiumgehalte in combina
tie met een hoog kali- en ruweiwit-
gehalte verlaagt de
magnesiumbenutting door het vee,
met in extreme gevallen als resul
taat kopziekte. Het is zelfs mogelijk
dat dit, bij hoge kaligehalten van het
kuilgras, in de winter op stal
voorkomt.
Een te lage magnesiumvoorziening
in de droogstand vergroot eveneens
de kans op het optreden van melk-
ziekte rond het afkalven, aldus het
NMI.
met aantrekkelijke
garanties en prijzen
Tel. 01650-54152