Eeuwenoude boerderij in hartje
Halsteren komt klem te zitten
Groenteteelt: niet alles is goud wat er blinkt
Veehouderij niet meer gewenst
De eeuwenoude hoeve 't Lindeke in
de dorpskern van Halsteren gaat
een onzekere toekomst tegemoet.
De gemeente wil niet dat de hoeve
zijn agrarische bestemming verliest,
maar wenst aan de andere kant bij
gebrek aan een hinderwetvergun
ning dat de 250 stieren van het be
drijf verdwijnen. Als eigenaresse
heeft de familie Beyaerts wel oren
naar verkoop aan een grootwinkel
bedrijf, maar dat gaat de gemeente
weer te ver. De monumentale boer
derij staat al sinds de zestiende
eeuw in hartje Halsteren en dat wil
de gemeente graag zo houden.
Frans Beyaerts is nu zo'n 12 jaar
zelfstandig boer. Van lieverlee heeft
hij, om de kost te kunnen verdienen,
de veestapel uitgebreid naar 250
stieren. Oorspronkelijk was het be
drijf 40 ha groot. Begin jaren tachtig
ging Frans op 8 ha en de bedrijfsge
bouwen stieren mesten. Zijn broer
werd op 32 ha akkerbouwer. Hoe
wel het bedrijf binnen de dorpskom
van Halsteren staat zijn er omtrent
milieu nooit problemen geweest.
Die problemen kwamen in de zomer
van 1990. Een nabij gelegen restau
rant kreeg een nieuwe uitbater. En
die ging klagen over vliegen. Als
overtuigende bewijslast ging hij met
een potje vliegen naar de gemeente.
Beyaerts kreeg een brief waarin de
gemeente Halsteren hem verzocht
een hinderwet aan te vragen. Rood-
vleesproducent Beyaerts deed dat
terstond, maar kreeg vooralsnog
geen reactie. Een bezoek aan de
burgemeester leverde echter resul
taat op. Nu neemt de gemeente een
ander standpunt in en verzoekt Bey
aerts te stoppen met vee houden.
Niet te rijmen
'Tussen de regels door kan ik opma
ken dat ik min of meer illegaal bezig
ben', zegt Frans Beyaerts. 'De ge
meente wil hoeve 't Lindeke behou
den als monument. Aan de ene kant
moet het agrarisch blijven en aan de
andere kant moet het vee verdwij
nen. Dat valt niet te rijmen. Van
oudsher is er op de boerderij altijd
veel vee geweest. Door de agrari
sche bestemming op dit ideaal gele
gen pand te handhaven voorkomt
de gemeente dat 't Lindeke over
gaat naar bijvoorbeeld een win
kelketen'.
Rond de bedrijfsgebouwen ligt vrij
wel geen grond meer. Het melkvee
heeft noodgedwongen plaats ge
maakt voor mestvee, omdat er van
de huiskavels niets is overgebleven.
Door de jaren heen is land afgestaan
voor verbreding van de dorpsstraat,
aanleg van een provinciale weg,
woningbouw, bouw en latere uit
breiding van het politiebureau en
voor de plaatselijke mavo school.
Hoeve 't Lindeke
Al in de zestiende eeuw is er
sprake van 't Lindeke. De hoeve
maakte deel uit van boerderij Co-
nijnenberg, later Frankenberg.
Deze boerderij lag noordelijk van
't Lindeke, en is in 1566 voor
1800 Carulus guldens verkocht
aan de weduwe Claes. Haar man
was lakenhandelaar in Bergen op
Zoom geweest. De familie Claes
verdeelde later het goed. Vroe
gere pachters waren de families
De Bie en Van den Berg. In 1881
was de heer Meeu wissen eige
naar en kwam Josephus Bey
aerts als pachter op 't Lindeke
wonen. In 1905 stierf Meeuwis-
sen kinderloos. Hij vermaakte de
boerderij aan het Algemeen Bur
gergasthuis te Bergen op Zoom.
Bij een publieke verkoping in
1929 wordt Frans Beyaerts eige
naar. De huidige gebouwen van
't Lindeke zijn omstreeks 1715
gebouwd.
In 1979 kon vader Jos Beyaerts de
boerderij goed verkopen aan een
meubelzaak. Dit sprak de familie
wel aan omdat er uiteindelijk toch
geen uitbreidingsmogelijkheden
meer waren. Er zouden wellicht mi
lieuproblemen kunnen gaan ont
staan met de omgeving. Bij verkoop
kon van de opbrengst een gelijk
waardige boerderij teruggekocht
worden. De familie stuurde een brief
naar de gemeente. Als antwoord
kreeg Beyaerts dat verkopen wel
mocht mits de agrarische bedrijfs
voering niet wijzigde. Dit is de reden
waarom de inmiddels vierde genera
tie Beyaerts nog steeds op 't Linde
ke woont. Ondertussen heeft de
vijfde generatie in de persoon van
zoontje Bart zich aangediend.
Gedoogsituatie
Onlangs heeft een adviesbureau
voor de gemeente Halsteren een
rapport opgesteld. Inzake de hinder
wet gaat de gemeente niet hele
maal vrijuit. Al voor 1983 (vanaf dat
jaar is ieder bedrijf hinderwetplich-
tig) was er op 't Lindeke vee aanwe
zig. Er is zodoende een
gedoogsituatie ontstaan, de ge
meente is in gebreke gebleven. Niet
temin moet de exploitatie van het
vee worden stopgezet. Ter compen
satie stelt het adviesbureau een
schaderegeling voor zoals dat bij de
sanering van autowrakkenlokaties
het geval is. Beyaerts krijgt
f 150,— per stier voor een periode
van VA jaar. Totaal een bedrag van
f 60.000,-.
Frans Beyaerts legt zich hierbij niet
neer. 'De hoogte van de vergoeding
is uiterst laag omdat uitgegaan is
van jaren waarin de roodvleespro-
duktie door een diep dal ging. Op dit
moment is er voor de boerderij weer
belangstelling. Een winkelketen is
geïnteresseerd. Op deze manier kan
ik elders mijn veehouderij voortzet
ten. De gemeente kan echter ook
zaken met mij doen. Zoals de plan
nen er nu liggen moet ik binnenkort
toch weer een stukje bedrijfsterrein
afstaan voor de aanleg van een
weg. De mogelijkheid om mijn be
drijfsvoering optimaal te kunnen
realiseren wordt zo wel miniem'.
Paardewei
Als de aanleg van de weg doorgaat
raakt Frans Beyaerts een stuk van
zijn erf en zijn paardeweitje kwijt.
Frans en zijn vrouw Lea beoefenen
allebei de paardesport. Binnenkort
Frans Beyaerts voor het woonhuis bij zijn bedrijf in de kern van
Halsteren
heeft de roodvleesproducent een
gesprek met het gemeentebestuur.
Hij zal 't Lindeke te koop aanbieden
om elders een nieuw bedrijf te kun
nen stichten. Zo kan de eeuwen
oude boerderij op de 'punt' voor de
gemeenschap behouden blijven. Al
leen de hoogte van het bedrag zal
een getouwtrek worden. 'Boer blij
ven in een steeds maar beperktere
ruimte kan niet en de kosten voor
onderhoud van de oude gebouwen,
die voor mijn rekening komen, wor
den steeds hoger. Dat moet de ge
meente ook beseffen', aldus Frans
Beyaerts.
i
i
Akkerbouwers zien de inkomsten
uit de akkerbouwgewassen gaande
weg verminderen. Daarom zoeken
ze naar mogelijkheden om op hun
bedrijf meer inkomsten te behalen.
Eén van de mogelijkheden die dan in
beeld komt is de vollegrondsgroen-
teteelt. Men zoekt het dan vooral in
gewassen met een relatief hoog sal
do, of gewassen die verregaand te
mechaniseren zijn. Met dergelijke
teelten kan het bedrijfsinkomen dan
verhoogd worden.
Arbeid is struikelblok
Er zijn groentegewassen genoeg
met een relatief hoog saldo. Waar
om worden deze dan niet op veel
grotere schaal geteeld? Meestal is
het struikelblok de arbeid. In een
saldo zijn de kosten voor arbeid nog
niet verrekend. En dat is nu juist de
grootste kostenpost bij de meeste
vollegrondsgroenten. De teelt is erg
arbeidsintensief. Bijvoorbeeld: voor
een hectare graan staat een ar-
beidsbehoefte van 16 uur, voor een
hectare prei is dat al gauw 1000
uur. Vaak ook hebben we te maken
met een korte periode waarin het
produkt oogstbaar is. Te vroeg
oogsten kost kilo's, te laat oogsten
geeft een lagere kwaliteit. Er moet
dus bij de oogst in een erg korte pe
riode een grote hoeveelheid werk
verzet (kunnen) worden.
De oppervlakte vollegrondsgroenten
per bedrijf wordt dus beperkt door
de beschikbare hoeveelheid arbeid.
De oogst en verwerking geven
meestal de grootste piek in de ar-
beidsbehoefte. Zolang de werk
zaamheden gedaan kunnen worden
door de ondernemer zelf en even
tueel de gezinsleden, zijn er meestal
weinig problemen. Lastiger wordt
het als er meer arbeid nodig is dan
de ondernemer en zijn gezin kunnen
leveren. Die moet dan ingehuurd
worden. Tenminste als die in de om
geving beschikbaar is. De loon
kosten worden ook voor 'los'
personeel steeds hoger (bijvoor
beeld: het uurloon, incl. sociale
lasten en vakantiebon voor een
werknemer van 17 jaar of jonger is
momenteel f 14,76). Daarbij komt
dat de bedrijfsvereniging steeds
strenger controleert. Op grote
schaal groenten telen betekent dat
men in piekperioden veel 'vreemde'
arbeid nodig heeft. Dat is een kost
bare zaak.
Kwaliteit is noodzaak
Groenten worden vooral verhandeld
op de verse markt. Van veel groen
ten worden grote hoeveelheden
geëxporteerd; de exportwaarde van
vollegrondsgroenten bedroeg afge
lopen jaar meer dan één miljard gul
den. Daarom worden zeer hoge
eisen gesteld aan de uiterlijke en in
nerlijke kwaliteit en aan de versheid.
Daarbij komt dat het produkt zoals
het op het veld staat veel te weinig
uniform is voor de handel. Daarom
moet het nauwkeurig geschoond en
gesorteerd worden. Ook aan de ver
pakking moet de nodige aandacht
besteed worden. Bij sommige pro-
dukten kost dit nog meer arbeid dan
het oogsten.
Alleen voor de beste kwaliteit is de
handel bereid een goede prijs te be
talen. Bij een groot aanbod is de
tweede kwaliteit vaak minder dan
de helft waard, zodat met een groot
deel klasse II de teelt onrendabel
wordt. Derde kwaliteit komt niet in
aanmerking voor export.
Kortom, voor groenten geldt dat al
leen een hoog saldo gehaald wordt
bij .een groot aandeel klasse I pro
dukt. De- produkten moeten daar
voor onder andere vers, schoon,
onbeschadigd en uniform zijn. Dus
de oogst kost in de meeste gevallen
voorlopig nog (veel) handwerk.
Teeltkennis: opbouwen en bij
houden
Naast veel arbeid vraagt het telen
van een klasse I produkt ook een
hoog kennisniveau van de teler. Dat
krijgt men niet van de ene op de an
dere dag. Men zal rekening moeten
houden met een 'leerperiode' voor
elk nieuw gewas dat men wil gaan
telen. Eens een jaartje een teelt uit
proberen leidt vrijwel nooit tot grote
successen. Het is dus belangrijk dat
de keuze voor een bepaald gewas
weloverwogen gemaakt wordt. Die
beslissing neemt men voor een
reeks van jaren. De teelt moet dus
bij het bedrijf en de ondernemer
passen. Ook het bijhouden van de
eenmaal opgedane kennis is onmis
baar. Dat kan met behulp van stu
dieclubs, vakbladen, de kollega's en
voorlichting door leveranciers of
DLV. Het vraagt in ieder geval van
de ondernemer een actieve opstel
ling ten opzichte van nieuwe ont
wikkelingen.
Biedt mechanisatie soelaas?
Mechanisch oogsten is voor de
meeste vollegrondsgroenten (nog)
niet mogelijk zonder in te leveren op
de kwaliteit. Ook de verwerking en
het verpakken zijn erg moeilijk te
mechaniseren. Maar zal mechanisa
tie in de toekomst voor groentege
wassen altijd winst opleveren?
Laten we eens zien hoe het kan
gaan.
Spruiten is een voorbeeld van een
gewas waarvan de oogst wel ver te
mechaniseren is. Dat vergt echter
grote investeringen. De oppervlakte
per bedrijf, is steeds gestegen. Dat
kon omdat mechanisatie forse ar
beidsbesparing opleverde. Dat
moest ook om de investeringen ren
dabel te houden. Door vervroeging
Het plnaten van knolselderij vraagt veel arbeid (foto: Anton Din-
gemanse
en verlating kunnen machines over
een langere periode produktief ge
maakt worden. Verder zal in een
markt met veel aanbod alleen de
beste kwaliteit voldoende gewaar
deerd worden. Door dit alles is de
aanvoer van spruiten in de afgelo
pen jaren fors gestegen. Tot vorig
jaar ging dit gepaard met dalende
prijzen per kg. Spruiten waren alleen
rendabel te telen door over een lan
ge periode een grote oppervlakte
van hoge kwaliteit te oogsten. Dit
vraagt dus grote investeringen, veel
arbeid en een zeer goede kennis van
de teelttechniek. Overigens blijkt dit
jaar de vraag naar spruiten om on
bekende redenen groter gewor
den. Dit zegt echter niets over de
vraag in de komende jaren.
In het algemeen kan men zeggen
dat produkten waarvoor de afzet
markt niet, groeit, mechanisatie op
de korte termijn een hoger bedrijf-
sinkomen kan geven. Op langere
termijn zal de mechanisering waar
schijnlijk leiden tot een grotere aan
voer en dus dalende prijzen. Men
moet de benodigde investeringen
terugverdienen uit schaalvergroting,
het telen van een produkt van hoge
kwaliteit en verlenging van de aan-
voerperiode. Dit alles vraagt zeer
veel kennis en aandacht van de on
dernemer. Als gevolg daarvan ont
staan waarschijnlijk bedrijven die
gespecialiseerd zijn in de betreffen
de teelt.
Samenvatting
Vanuit de akkerbouw bestaat veel
interesse in de teelt van groenten.
Diverse groentegewassen hebben
een veelbelovend saldo. Maar de
teelt van groenten vraagt veel ar
beid. Deze moet beschikbaar zijn in
een korte oogstperiode. Voor een
rendabele teelt is een hoog percen
tage eerste klas produkt nodig. De
teelt van groenten luistert erg nauw
en vraagt daardoor veel aandacht
en kennis van de ondernemer. Teel
ten met een hoge mechanisatie-
graad vragen grote investeringen.
De ondernemer moet rekening hou
den met een leerperiode. Eens een
jaar een groente uitproberen blijkt
zelden een doorslaand succes. Er
zijn mogelijkheden om groenten te
telen op akkerbouwbedrijven, maar:
bezint eer ge begint!
Ing. A.C.M. van Gastel,
bedrijfsdeskundige DLV Westmaas -
team Vollegrondsgroenteteelt