i 61 Nieuws
Bijeenkomst op Tholen over
integratie vrouwen in ZLM
W. van Veldhuizen erelid
afdeling Nuenen/Valkenswaard
Akkerbouw blijft in Zeeland
belangrijke positie innemen
Nota Jacht en Wildbeheer
beperkt jacht op wilde eend
Financiering praktijkonderzoek
vollegrondsgroente
naar Landbouwschap
Produktie ruwvoer in 1991
met 3% omlaag
Werkplan 1992
Consulentschap Landbouw in Zeeland
Op maandag 9 maart heeft een
groep agrarische vrouwen uit Tho
len en Sint Philipsland met
bestuursleden van de ZLM van ge
dachten gewisseld over de integra
tie van vrouwen binnen de ZLM. Op
de door het kringbestuur samen
met de Agrarische Commissie geor
ganiseerde avond hielden mevrouw
L. Pons en de heer R. Hoiting van de
ZLM-integratiecommissie een in
leiding.
Eerst gaf ZLM-secretaris de heer
Hoiting een toelichting over de ZLM
in het algemeen en de diensten en
instellingen als Accountantsunie
ZLM, Verzekeringen ZLM en Gropa-
tax. Ook gaf hij uitleg over de
bestuursstructuur van de ZLM en
wat haar doelstellingen zijn.
Ter illustratie van de verschillende
commissies spraken vier afgevaar
digden uit onze kring. De heer A.M.G
Wisse namens de tuinbouwcom-
missie. Deze commissie houdt zich
bezig met zaken als gelegenheidsar
beid, zoetwatervoorziening met het
oog op nachtvorstbestrijding in de
fruitteelt en alle andere ontwikkelin
gen in de tuinbouw. Mevrouw M.K.
van Gorssel-de Oude vertegenwoor
digt de ZLM-onderwijsbelangen in
diverse onderwijsinstellingen en bij
het KNLC en het Landbouwschap.
De heer J. Akkermans sprak na
mens de akkerbouwcommissie, die
zich ondermeer bezig houdt met za
ken als DLV, bietenquotering, ge-
wasbeschermingsbeleid en
prijsvaststelling gesubsidieerde ge
wassen. De heer J.L. van Gorsel is
niet alleen kringvoorzitter, hij is ook
vertegenwoordiger van de ZLM-
commissie grondgebruik voor de
provincie Zeeland, en overlegt als
zodanig met provincie en waterstaat
over bijvoorbeeld bestemmingsplan
nen, relatienotagebieden, faunabe
heer en dergelijke.
Mw. Liesbeth Pons ging met ons te
rug in de geschiedenis, om de rol
van de vrouw op de landbouwbe
drijven duidelijk te maken. Vroeger
werkten man en vrouw samen op
het bedrijf, ieder zijn taken. Door
toenemende industrialisatie verdwe
nen de taken van de vrouw en haar
interesses verlegden zich. Mede
door de verandering in samenstel
ling van de bewoners van het platte
land - stadsmensen gaan buitenaf
wonen, plattelanders gaan werken
in de stad - gingen de agrarische
De afdeling Nuenen/Valkenswaard
heeft de heer W. van Veldhuizen uit
Aarle-Rixtel vanwege zijn grote ver
diensten voor de afdeling benoemd
tot erelid. Vorige maand heeft hij de
voorzittershamer overgedragen, na
dat hij deze bijna 20 jaar - met veel
succes - gehanteerd had. Van Veld
huizen blijft gewoon voorzitter van
de veehouderijcommissie van de
ZLM.
In totaal is de heer Van Veldhuizen
ca. 25 jaar afdelingsbestuurder ge
weest. Hij werd in 1966 secretaris
van de afdeling Nuenen, en na de
fusie met de afdeling Valkenswaard
eind 1972 werd hij voorzitter van de
nieuwe afdeling. De afdeling Nue-
nen/Valkensward heeft nu twee ere
leden, omdat oud-voorzitter de
heer C. de Zeeuw reeds erevoorzit
ter was.
W. van Veldhuizen
De akkerbouw zal in Zeeland een
belangrijke positie blijven innemen,
maar wel met een kleiner aantal be
drijven. Dat staat in het werkplan
voor 1992 van het Consulentschap
voor de Landbouw in Zeeland.
Het CL functioneert als verlengde
van de directies Akker- en Tuinbouw
en Veehouderij en Zuivel van het mi
nisterie van Landbouw en is als zo
danig belast met de uitvoering van
het landelijk beleid in de provincie.
De belangrijkste taken van het con
sulentschap zijn het bevorderen van
een verantwoorde ontwikkeling van
de landbouwproduktiesectoren in
de provincie en het voorbereiden,
uitdragen en uitvoeren van het
rijkslandbouwbeleid.
In de akkerbouw komen naast grote
bedrijven veel bedrijven voor die te
klein van omvang zijn. Als mogelijk
heid voor de akkerbouw is bedrijfs-
vergroting door grondaankoop
slechts in beperkte mate mogelijk,
aldus het werkplan. Voor de grote
bedrijven zal het accent vooral lig
gen op verdere economische opti
malisatie van de bedrijfsvoering,
naast het opnemen van een tak in
tensieve veehouderij. Voor de mid
delgrote bedrijven voorziet het CL
dat ze zich vooral toeleggen op be
drijf sverg roti ng door middel van in-
troduktie van meer arbeids-, kennis-
en kapitaalsintensieve nevenaktivi-
teiten. Voor de relatief kleine bedrij
ven zal met name de
opvolgingssituatie bepalend zijn
voor de keuze die moet worden ge
maakt. Daarnaast zijn als oplos
singsrichtingen voor de akkerbouw
onder meer te noemen verbeteren
van de kwaliteit, produktiekostenre-
ductie, samenwerking en verhoging
van toegevoegde waarde.
Relatienetwerk
Het consulentschap streeft ernaar
de opgebouwde contacten met het
agrarisch bedrijfsleven - standsorga
nisaties en vaktechnische organisa
ties - verder te versterken en uit te
bouwen om zo een goede schakel
te kunnen vormen tussen over
heidsbeleid en praktijk. Omdat voor
de landbouw een meer marktgerich
te benadering wordt voorgestaan
rekent het CL in de communicatie
met het bedrijfsleven ook toeleve
rende en verwerkende bedrijven en
afzetorganisaties tot het aandachts
veld. Het consulentschap wil hier
mee een goede onderlinge
afstemming in de gehele produktie-
kolom stimuleren.
vrouwen zich buitenshuis bewegen,
soms via een baan, soms via de
NBvP.
Toch misten zij binnen de platte
landsvrouwenorganisatie de speci
fieke agrarische kanten. Dit leidde
tot het ontstaan van de Agrarische
Commissie en hierdoor groeide
weer de betrokkenheid met het be
drijf. Door de kennis opgedaan op
cursussen werden de vrouwen weer
belangrijke gesprekpartners en ook
de problemen in de landbouw ver
groten de betrokkenheid. Belangrij
ke beslissingen als investeringen,
omschakelingen naar andere takken
worden weer samen genomen.
Voor hand- en spandiensten wordt
ook steeds vaker een beroep ge
daan op de vrouw, daar werkne
mers vaak duur zijn en het in vele
gevallen maar om arbeidspieken
gaat.
We zijn dus weer terug in een tijd
perk, waarin de man naast de
vrouw staat. Twee weken meer dan
één!!! Er komt veel op ons af. Milieu,
ruimtelijke ordening, EG-prijsbeleid,
kreten die we dagelijks horen, ook
binnen het bedrijf, nieuwe teelten,
mestwetgeving geïntegreerde land
bouw, etc. Probeer met elkaar de
schouders eronder te zetten, in het
belang van de landbouw, ook naar
buiten toe.
PR lijkt misschien een modeterm,
maar is wel degelijk van belang. An
dere bedrijfstakken maken er ook
gebruik van, waarom wij niet? Zeker
een terrein voor de agrarische
vrouw, zij heeft vaak de contacten
via school, winkels, plattelands
vrouwen. Daarbij de basis, bij de
consument kun je beginnen.
Meedenken en mee functioneren
Terug naar de integratie, naar aanlei
ding van vragen werd met de groep
van gedachten gewisseld. De aan
wezigen vonden het zeker gewenst
dat vrouwen meedenken en mee
functioneren binnen de standsorga
nisatie, echter wel de juiste persoon
op de juiste plaats. Het feit dat vrou
wen vaak vanuit een andere invals
hoek problemen bekijken kan
verrijkend werken.
Tot nu toe functioneren nog maar
weinig vrouwen binnen onze regio
in de ZLM. De oorzaak hiervan is
het geringe aantal vrouwelijke leden
en misschien een te geringe belang
stelling van de vrouwen. De afde
lingsbesturen hebben echter ook
een taak bij het integreren, zij zullen
zich open moeten stellen en zo dit
nog niet gebeurt, in de uitnodigin
gen hier aandacht aan moeten
besteden. Ook het hoofdbestuur
moet nog meer bekendheid geven
aan de wens dat meer vrouwen ac
tief worden binnen de ZLM. Wist u
bijvoorbeeld dat de contributie dit
jaar gratis is voor nieuwe vrouwelij
ke leden? Denk er dus eens over na,
de tijd dringt, temeer omdat er op
allerlei niveau's over fusies wordt
gesproken. Ook bij andere landbou
worganisaties zijn reeds vele vrou
wen lid geworden.
Laat het gratis lidmaatschap in het
eerste jaar leiden tot de toetreding
van vele vrouwen in de ZLM, zodat
we samen sterk zullen zijn voor de
problemen die op de landbouw
afkomen.
Namens de agrarische commissie
Tholen/St. Philipsland,
E.J.A. van Nieuwenhuijzen-van
Iwaarden, Noorddijk 8 te St. Philips
land, tel. 01677-2661.
Eenden zijn een belangrijke veroorzaker van 'wHdschade'.
In de laatstgehouden vergadering
van de Provinciale Raad voor de Be
drijfsontwikkeling voor de Land
bouw in Zeeland is de Nota Jacht
en Wildbeheer aan de orde ge
weest. De heer Remijnse, medewer
ker van Natuur, Bos, Landschap en
Fauna in Zeeland, lichtte de nota
toe.
Een belangrijke wijziging in bejaging
van de wilde eend is dat vanaf 15
augustus (nu 24 juli) de jacht ge
opend is. Alleen op plaatsen waarbij
daadwerkelijke schade wordt toege
bracht (graan-, graszaad- en peul
vruchtenpercelen) is vanaf 1 juli
afschot toegestaan. Jacht in groot
schalige natuurgebieden (o.a. Mar-
kiezaat, Saeftinghe en
Krammer/Volkerak) is dan alleen
toegestaan wanneer wildschade in
naburig landbouwgebied optreedt
en andere middelen niet baten. Voor
grote wateren met name de Ooster-
schelde en de Westerschelde wordt
de waterwildjacht niet toegestaan.
Volgens de heer Remijnse verandert
de procedure met betrekking tot
wildschade niet. De beheerder en/of
jachthouder blijft aansprakelijk voor
wildschade. Het is dan ook van be
lang dat de jagers zich verenigen in
wildbeheerseenheden.
Kritiek landbouwschap
Het Landbouwschap heeft kritiek
op de beleidsnota Jacht en Wildbe
heer. Dit heeft het schap in een brief
laten weten aan staatssecretaris
Gabor van landbouw. Het schap
vreest dat steeds minder jagers een
jachtrecht willen huren van een
boer of tuinder, omdat de nota hen
teveel in hun vrijheid beperkt. Het
ministerie wil namelijk het aantal
bejaagbare wildsoorten verminde
ren en het jachtseizoen verkorten.
Wanneer een jager een jachtrecht
huurt neemt hij daarmee de ver
plichting van wildschadebestrijding
op zich. Als minder jagers willen hu
ren zal de kwaliteit van de wildscha
debestrijding achteruit gaan.
Uiteindelijk zal de boer of tuinder,
die met dat doel zijn perceel aan een
jager verhuurde, door het nieuwe
beleid worden gedupeerd, aldus het
Landbouwschap.
Het Landbouwschap neemt de
financiering van het regionale
praktijkonderzoek voor de
vollegrondsgroenteteelt met ingang
van 1993 over van de veilingen. De
benodigde één miljoen gulden per
jaar zal worden bijeengebracht via
een opcentenheffing op de volle-
grondsgroenteteelten. Dit jaar
wordt op deze manier al 600.000
gulden bijeengebracht. Samen met
de financiering van het proefstation
kost het totale praktijkonderzoek in
de vollegrondsgroentesector circa
drie miljoen gulden per jaar.
De in totaal geoogste hoeveelheid
ruwvoer (hooi, gras en snijmais)
was in 1991 bijna 3% lager dan in
1990 en bedroeg 6,9 miljoen ton
aan droge stof. De voorraad graskuil
aan het begin van de stalperiode
was maar liefst 8% lager. Een en
ander blijkt uit een steekproef van
het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek onder zo'n 2.000 rundvee
houders, waarbij onderzoek werd
gedaan naar het gebruik van
grasland.
Het Landbouwschap besloot ook
om 300.000 gulden beschikbaar te
stellen voor de ontwikkeling van
een geïntegreerd teeltbegeleidings
systeem voor koolgewassen door
de Stichting Informatieverwerking
Tuinbouw (SITU). Het gaat om een
computerprogramma dat de volle-
grondsgroenteteler informeert over
gewasbescherming, teeltplannen,
rassenkeuze, bemesting, enz. Het
Landbouwschap nam eerder al deel
aan de financiering van de eerste fa
se van dit project, waaraan ook de
overheid meebetaalt. Het geld is af
komstig uit een opcentenheffing op
de vollegrondsgroenteteelten.
Het Landbouwschap heeft tenslotte
51.500 gulden uitgetrokken voor
een aantal projecten in het kader
van het milieujaarplan 1992 voor de
vollegrondsgroenteteelt. De uitga
ven hebben betrekking op voor
beeldbedrijven, betere
bemestingsadviezen, onderzoek
naar geïntegreerde bedrijfssyste
men en voorlichtingsactiviteiten.