Gewasbeschermingsplan houdt initiatief bij bedrijfsleven Nieuws en Commentaar Vanuit de ZLM gezien Ecotopia Zoetwaterplan Landbouwschap: andere aanpak mestverwerking noodzakelijk Kosten acceptabel 3 In antwoord op het Meerjarenplan- Gewasbescherming van de overheid komt het bedrijfsleven met een Plan van Aanpak. Het Landbouwschap wil met dat Plan een vermindering van het gebruik, de afhankelijkheid en de emissie van bestrijdingsmid delen bewerkstelligen. Het schap wil er zelfs bindende afspraken met de overheid over maken. De Afde ling Akkerbouw van het KNLC juicht het Plan van Aanpak niet toe, maar omdat het het initiatief bij het be drijfsleven houdt, accepteert men het toch. Zelfs als het (beperkte) kosten met zich meebrengt. Het door de overheid gelanceerde meerjarenplan-Gewasbescherming (MJP-G) kreeg de afgelopen maan den veel kritiek te verwerken. Vooral de voorgestelde bestemmingshef fingen op bestrijdingsmiddelen vindt het bedrijfsleven onaanvaard baar. De hoofddoelstellingen van het MJP-G zijn echter voor het Landbouwschap aanvaardbaar. Het schap is bereid hierover met de overheid (bindende) afspraken te maken. Afspraken Ten eerste moet het volume in het jaar 2000 met 50% zijn geredu ceerd en de emissie met 50-90% (ten opzichte van de referentieperio de 1984-1988). Ten tweede moet er een (beperkend) toelatingssysteem voor aandachtsstoften komen. Het gebruik van deze stoffen is alleen toegestaan als landbouwkundig deugdelijke alternatieven en/of me thoden ontbreken. Het afleveren/af nemen en het gebruik van de aandachtsstoffen moet worden ge registreerd en een aantal van die stóffen zal slechts op recept ver krijgbaar zijn. Als derde punt moe ten in samenhang met het volumebeleid en de toelating van nieuwe middelen de toepassingen van middelen worden gesaneerd. Als tenminste op basis van een risico-beoordelingsysteem de nood zaak daartoe is vastgesteld. In de afspraken moet worden vast gelegd wat de verantwoordelijkhe den en taken van het bedrijfsleven en de overheid individueel dan wel gezamenlijk zijn. Ook de financiële verplichtingen van beide 'partners' moeten worden vastgelegd en te vens welke sancties zullen worden opgelegd wanneer bepaalde doelstellingen niet worden gehaald. Het Landbouwschap verwacht dat met deze aanpak het draagvlak voor de invoering van het MJP-G zal ver groten en een bestemmingsheffing op bestrijdingsmiddelen overbodig zal maken. Kosten De Afdeling Akkerbouw van het KNLC constateerde tijdens haar ver gadering van 11 maart 1992 dat het Plan van Aanpak de sector geld zal gaan kosten. Aan de andere kant kunnen er positieve kanten aan zit ten, bijvoorbeeld de voorgestelde periodieke keuring van land- en tuin- bouwspuiten, evenals de op te stel len minimum kwaliteitseisen aan de spuiten. Dat het Plan van Aanpak is gericht op het volumebeleid, onder voor waarde van een goed stoffenbeleid en toelatingsbeleid, sprak de Afde- Toen de Europese Commissie besloot dat de Bestemmingsheffing Mestverwerking maar twee jaar mag worden gebruikt voor mestver werking en distributie sloeg ze de basis weg onder het plan-De Bek- ker. Het Landbouwschap conclu deerde woensdag dat op het gebied van de mestverwerking een andere weg ingeslagen moet worden. Het initiatief hiertoe ligt volgens het schap bij de regionale mestcoöpera- ties en andere particuliere initiatie ven. Zij moeten contracten met de boeren afsluiten. Hoewel de kosten van afzet en verwerking hoger uit vallen dan in het plan-De Bekker het geval was, moeten de boeren toch gestimuleerd worden om langjarige contracten af te sluiten. Daarbij zal met name de overheid een rol moeten spelen, aldus het Land bouwschap. Het schap gaat de mogelijkheden onderzoeken hoe de bestemmings heffing tot 1995 zo goed mogelijk besteed kan worden. Daarnaast werkt het verder om via het beken de tweede spoor van "Het Mineraal centraal" het mestprobleem op te lossen.. Ook nodigt het toeleveringsbedrij- ling wel aan. De sancties worden al leen opgelegd als dit volumebeleid niet wordt gehaald. Eventueel be schikbaar komende gelden uit sanc tiemaatregelen worden volledig ingezet om de structurele afhanke lijkheid van bestrijdingsmiddelen in de betreffende teeltsectoren verder te verminderen. De Afdeling ver wacht dat de door het Landbouw schap voorgestelde plannen het volumebeleid mogelijk maken. De financiële consequenties van het Plan van Aanpak van het Land bouwschap worden in principe door het bedrijfsleven gedragen. Er is nog geen duidelijk inzicht in deze kosten, maar eerste berekeningen geven aan dat deze beperkt zullen zijn. De Afdeling Akkerbouw juicht mede om deze kosten het Plan niet toe, maar stelt dat wel het initiatief bij de sector blijft. En dat mag eventueel wel iets kosten. ven uit om samen met de veehou derijsector over medefinanciering van de mestverwerking te praten. Het is evenmin in hun belang dat de veehouders door een gebrek aan verwerkingscapaciteit worden ge dwongen tot inperking van de veestapel, aldus het Land bouwschap. Het waterschap Noord- en Zuid- Beveland neemt op dinsdag 24 maart a.s. een definitief besluit over de zoetwateraanvoer naar de Rei- gersbergsche Polder en de eerste Bathpolder. Hoewel er op dit moment geen ze kerheid bestaat over het toekomsti ge beheer van het Zoommeer, komt het dagelijks bestuur van het water schap tot de conclusie dat Rijkswa terstaat het belang van het Zoommeer als zoetwatervoorzie ning in voldoende mate laat meewe gen. 'Een keus voor een na te streven chloridegehalte van 400-450 milligram per liter ter plaatse van het spuikanaal te Bath ligt dan ook voor de hand', aldus het waterschapsbestuur. VERVOLG VAN PAG. 1 in de opleiding ook aandacht be steed aan vaardigheden om de stof over te brengen aan anderen. Voor lichting en communicatie zijn een wezenlijk onderdeel'. Milieukundigen met een middelbare opleiding kunnen volgens Laros op een breed terrein aan de slag. Ze kunnen terecht bij de overheid, wa terschappen en particuliere bedrij ven (ingenieursbureaus, laboratoria). Milieukundigen worden ingescha keld bij het nemen van monsters, toezicht bij saneringsprojecten, op stellen en controleren van vergun ningen, assisteren bij het beheer van zuiverings- en verwerkings installaties, en het opstellen en uit voeren van bedrijfsmilieuzorg- systemen. Controle en voorlichting Het hoofd van de afdeling milieu van de gemeente Goes, Iz. de Feij- ter, ziet een goede toekomst voor afgestudeerden van deze MBO- opleiding. 'In de sfeer van controle en voorlichting zal het werk op mi lieugebied alleen maar toenemen. Daarnaast neemt het aantal bodem onderzoeken sterk toe. Ook in de waterzuivering en de vuilverwerking wordt steeds meer milieukennis ver eist. Bij de gemeente Goes zullen wij graag stagaires van deze oplei ding ontvangen. Volgens ir. H.G. Bomhof van de In spectie Milieuhygiëne Zeeland wint de interne bedrijfsmilieuzorg (milieu boekhouding) sterk aan betekenis. Dok kleine en middelgrote bedrijven worden hiermee geconfronteerd. Verder biedt een MBO-diploma mi lieukunde uitstekende mogelijkhe den om als junior-milieuinspecteur bij een gemeente aan de slag te gaan', aldus ir. Bomhof. De toelatingseisen zijn minimaal mavo of lbo op C-niveau, waarbij in ieder geval de exacte vakken in het examenpakket moeten zitten. De opleiding milieukunde duurt 4 jaar. Het eerste jaar (onderbouw) volgt men öf op het AOC öf op het Scal- dis College. De driejarige boven bouw wordt gemeenschappelijk gegeven. In de bovenbouw is één jaar stage opgenomen. Afgestu deerden krijgen naast hun beroeps kwalificatie (agrarisch of chemisch) de kwalificatie milieukunde. De plaatsingsmogelijkheden voor de nieuwe opleiding zijn in principe on begrensd. Verwacht wordt dat er in het eerste cursusjaar al minstens 20 leerlingen voor Milieukunde kunnen worden ingeschreven. Vandaag (vrijdag 20 maart) vindt er een voor lichtingsbijeenkomst plaats in het Scaldis College, Rommerswa- lestraat 1, Goes. Aanvang 15.00 uur. Steeds meer mensen vinden werk in de milieuzorg, zowel bin nen a/s buiten de land- en tuinbouw. Hier worden monsters ge nomen op een maisveld Nederland manifesteert zich meer en meer a/s een soort 'ecotopia'. Een land waar hersenschimmen nagejaagd worden op het gebied van de bescherming van natuur en milieu. De overdreven natuuront wikkelingsdoelstellingen in ons kleine overbevolkte landje worden hoofdzakelijk gevoed door naieve gevoelens van hedendaagse wel vaartsburgers, die verlangen naar het arcadisch land van herders en herderinnetjes. Gebrek aan kennis van zaken en de daaruit voortko mende opgeklopte chemiefobie ligt ten grondslag aan milieunormen en -eisen, die in veel gevallen strenger zijn dan de 'natuur' zelf! De politiek haakt handig in op die natuurnostalgie en op die nog steeds groeiende milieuangst. Het is immers een gemakkelijke manier om te scoren. Dat leidt in toenemende mate tot oplossingen, die in geen enkele verhouding staan tot de problemen. Een voorbeeld, wat dat betreft, is de sluiting van vuilverbrandingsinstallaties om daarmee een dioxine-vergiftigingsgevaar bij het dagelijks drinken van melk te voorkomen. Het risico daarvan is gelijk te stellen met het risico van het drinken van één biertje per twee jaar. Het lijkt er verdacht veel op dat bij uitstek de land- en tuinbouw geconfronteerd zal worden met vergelijkbare draconische maatregelen. Om zonder al te veel te genspraak politieke doelpunten te kunnen maken is het immers het meest veilig om een kleine groep te pakken. Bovendien beheert die kleine groep een 'grote tuin', en wat ligt meer voor de hand dan idea len proberen waar te maken door eerst en vooral in andermans tuin te wieden Sjoemelen met de waarheid Ergerlijker nog zijn echter de tekenen die er op wijzen dat er (bewust of onbewustgesjoemeld wordt met het waarheidsgehalte van de feiten die aangevoerd worden om beleidsvoornemens op natuur- en milieugebied te kunnen realiseren. Twee voorbeelden. Het eerste be treft de toezeggingen bij de besluitvorming rondom het Natuurbe leidsplan, dat natuurontwikkeling op landbouwgronden enerzijds gebaseerd dient te zijn op vrijwillige medewerking van de individuele boeren en anderzijds op het principe dat de volle landbouwkundige marktprijs voor de in aanmerking komende grond betaald wordt. In de praktijk blijkt dat het vrijwilligheidscriterium omzeild wordt door natuurbouw te integreren in landinrichtingsprojecten waarover net wordt gestemd. In diezelfde praktijk blijkt dat de 'volle prijs' drastisch dreigt te zakken, omdat er een planologische natuurdoem op de grondwaarde komt te liggen. Dit lijkt veel op respectievelijk boerenbe drog en diefstal. Het tweede voorbeeld heeft betrekking op de aanzegging van rege ringswege, vorige week, dat bepaalde onmisbare ziektebestrij dingsmiddelen in de bollenteelt verboden moeten worden. Als argument werd genoemd dat de gestelde normen voor reststoffen in het eindprodukt veelvoudig overschreden werden. We hebben begre pen dat hier appels met peren vergeleken worden. Dat wil zeggen, de gemeten hoeveelheid werkzame stof direct na de bespuiting op het gewas en/of de grond (dus niet in het eindprodukt zelf) wordt ge relateerd aan de zeer scherpe norm die geldt voor dat eindprodukt (de bollen). Ook dit lijkt verdacht veel op boerenbedrog en bovendien op een bewuste poging tot oneigenlijke beïnvloeding van politici, vlak voor de parlementaire besluitvorming over het Meerjarenplan Gewas bescherming. Meerjarenplan De Tweede Kamer zal namelijk over ruim twee weken (6 april) een aanvang maken met de behandeling van dat plan. Drie elementen staan er in centraal: volumebeleid, stoffenbeleid en heffingen. Het landbouwbedrijfsleven heeft al in een vroeg stadium uitgesproken, dat ze een inspanningsverplichting op zich wil nemen om de doelstel ling van het volumebeleid te realiseren. Dat wil zeggen: 50% minder gebruik in het jaar 2000, uitgedrukt in kilogrammen werkzame stof. Maar dat dan wél op uitdrukkelijke voorwaarde dat het stoffenbeleid, zoals het nu voorligt, radicaal van tafel moet. Dus het saneren en ver bieden van gewasbeschermingsmiddelen zoals die vermeld zijn op de zgn. zwarte lijst van VROM, mag geen doorgang vinden zolang deze middelen voor de praktijk onmisbaar zijn, zolang de toelating van nieuwe middelen getraineerd wordt en zolang er geen technisch uit voerbare en economische verantwoorde alternatieven voorhanden zijn. Medewerking aan de doelstelling van het volumebeleid dient te vens gebonden te zijn aan de ons inziens absolute voorwaarde, dat de overheid afziet van invoering van het zeer oneigenlijke instrument van heffingen op gewasbeschermingsmiddelen. De boe ren praktijk wil en zal zich sterk maken voor een meer milieu vriendelijke gewasbescherming. Boeren en tuinders willen en zullen daarvoor hun nek uitsteken, a/s één en ander op basis van vrijwillig heid en middels positieve stimuleringsmaatregelen op een haalbare en betaalbare manier uitgevoerd kan worden. Als echter dwang en concurrentievervalsende maatregelen de leidraad zullen zijn, zullen dezelfde boeren en tuinders obstructie plegen! Tegen die achtergrond constateren wij dat het vorige week door het Landbouwschap ingenomen uiteindelijke standpunt met betrekking tot het Meerjarenplan gezien moet worden a/s een uiterste bod van de bedrijfslevenkant. Onze organisatietop kan en mag zich niet laten verleiden tot het sluiten van verdergaande compromissen. Van der Maas

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 3