SCHIPPER MAG IK OVERVARE N Ja, maar u moet wel snel zijn Izlm y&zefar^sn/euK/s Overzetveren Rijk en Provincie In de Middeleeuwen was de Vorst of Graaf eigenaar van de rivieren en stromen. Het bijbehorende veerrecht werd meestal verpacht. De manier om de overkant te bereiken is echter niet altijd even koninklijk geweest! In een waterrijk gebied als Zeeland zijn er altijd wel bootslie den geweest die mensen en goederen tegen betaling naar de overkant wilden brengen. De handelsgeest zat er van begin af aan goed in. Men voer alleen als de overtocht rendabel was. Van een geregelde overtocht was dan ook nauwelijks sprake. Op 22 mei 1 828 kwam de eerste reguliere, maar nog steeds particuliere veerverbinding in Zeeland tot stand. De dienst Vlissingen-Breskens werd drie maal daags onderhouden en Vlissingen-Terneuzen twee maal per week. Er werd gevaren met een houten raderboot "De Schelde", met een lengte van 21.40 m en 6.10 m breed. De dubbele stoommachine had een capa citeit van twee maal 22 paardekrachten. Aardig zijn de volgende artikelen uit een officiële publikatie uit 1850: "De Zeilvaartuigen zullen door twee man worden bevaren; doch gedurende de maanden Januarij, Februarij en Maart, November en December, als ook in de overige maanden bij storm, dat is wanneer de molens aan den zeekant met vier hal ve zeilen malen, met drie man". Bij zwaar tij moeten passagiers van roeiboten extra dokken voor een derde of vierde extra roeier. Nu zijn wij verwend met mooie overkapte loopbruggen, maar in die tijd moesten de pas sagiers op sommige veerplaatsen door de slikken lopen om het veerschip te bereiken. Dit natuurlijk ook afhankelijk van het tij. In de tweede helft van de negentiende eeuw kende Nederland een dicht net van stoombootdiensten. Een veelvoud van rederij tjes zorgde voor logische vervoersstromen. Het Rijk wilde echter een vervoerssysteem met een betere frequentie. De Provinciale veerdienst met de dienst Middelburg-Noord- Brabant en België, kwam op 9 mei 1864 in de vaart. Deze schroefstoomboot "Zeeuwse Spoorboot" was berucht om de herrie die hij maakte. De overbrenging van machine op schroef- De "Zijpe" tijdens de strenge winter van 1963 as gebeurde met een ketting. Vier jaar later ging dit veer niet verder dan Zierikzee, omdat de spoorlijn tot aan Goes reikte. Door de komst van de Zeelandbrug in 1965 was er geen veer dienst meer nodig op de Oosterscnelde. In 1 865 werd de Spoorwegwet aangenomen. De "IJzeren Weg" bood een breed scala aan nieuwe mogelijkheden. De Zeelandbrug was de oorzaak van de verdwijning van het veer: Zierikzee - Kats. 12

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 34