Richtlijnen voor de
teelt van brouwgerst
Qi
Cebeco Zaden: olievlas brengt
netto f 2.500,— per hektare op
Stikstofgift kan worden verminderd
WÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÈÊÊÊÊÊÊÊÊÊKÊÊÊÊÊKÊÊ
Teelt- en bedrijfsbegeleiding
akkerbouw door DLV: f 2.250,—
Voorkom besmetting aardappelgewassen
17
Wat maakt een partij gerst tot een
partij brouwgerst? Aan de
grondstoffen voor bier, met name
het gerstmout, worden door de Ne
derlandse bierbrouwerijen hoge
eisen gesteld. Ook de grondstof
voor het gerstmout, de gerst, moet
daarom aan hoge kwaliteitsnormen
voldoen. Alleen als de teler op de
hoogte is van de aan brouwgerst
gestelde eisen kan hij een door de
mout- en brouwindustrie gewenste
brouwgerst voortbrengen. Deze ex
tra inspanningen worden beloond in
de vorm van de brouwgerstpremie.
Om gerst als brouwgerst aan een
mouterij te kunnen leveren moet:
- worden gekozen voor een
brouwgerstras;
- speciale aandacht worden be
steed aan het behoud van de
kiemkracht;
- het eiwitgehalte in de korrel niet
te hoog zijn;
- de sortering van de partij zo
goed mogelijk zijn;
- een geoogste partij raszuiver
worden opgeslagen;
- de geleverde partij voldoende
groot van omvang zijn.
Rassenkeuze
Brouwgerstras
Geschikt voor mout- en brouw
industrie.
Bij zomergerst wordt een onder
scheid gemaakt tussen brouwgerst-
en voergerstrassen. De brouw-
gerstrassen worden verder onder
verdeeld in rassen die goed
bruikbaar zijn voor de mout- en
brouwindustrie en rassen die matig
of vrij goed bruikbaar zijn. Rassen
uit deze laatste groep worden alleen
door de industrie verwerkt wanneer
de aktuele marktsituatie daartoe
aanleiding geeft. Een partij van een
ras met een goede brouwkwaliteit is
vrijwel altijd bruikbaar in de mout
en brouwindustrie, afhankelijk van
de kiemkracht, het eiwitgehalte en
de gezondheid van de gesorteerde
gerst.
Goed bruikbare rassen: Prisma,
Trumpf en Blenheim.
Bruikbare rassen: Apex, Femina,
Lenka en Magda.
Zie ook de 67e Beschrijvende Ras-
senlijst voor Landbouwgewassen
1992.
Prisma wordt door de verwerkende
industrie momenteel als het beste
Nederlandse brouwgerstras be
schouwd. Brouwgerst moet in ras
zuivere partijen worden geleverd.
Vaak is het niet wenselijk of niet
mogelijk om meerdere rassen sepa
raat op te slaan. Dit leidt ertoe dat
het leeuwedeel van het zomer-
gerstareaal wordt ingezaaid met dit
meest gevraagde ras.
Eiwitgehalte en volgerstaandeel
Om de kans op een kwalitatief ac
ceptabel eindprodukt zo groot mo
gelijk te maken kan het zinvol zijn
om niet alleen naar de beoordeling
van de brouwkwaliteit van een ras
te kijken maar ook naar het eiwitge
halte en/of het volgerstaandeel. De
ze gersteigenschappen zijn
gedeeltelijk rasgebonden maar wor
den daarnaast ook sterk beïnvloed
door omgevingsfaktoren, teeltmaat
regelen en het weer tijdens het
groeiseizoen. Op de 67e Beschrij
vende Rassenlijst wordt, dit jaar
voor het eerst, voor alle brouw-
gerstrassen aangegeven wat hun
gemiddelde eiwitgehalte en gemid
delde volgerstaandeel de laatste vijf
jaren is geweest.
Perceelskeuze
Van belang voor kwaliteit en op
brengst
Zomergerst is een struktuurgevoelig
gewas. Het idee dat zomergerst een
gewas is voor kapot gereden bieten-
land is onjuist. Voor een optimale
opbrengst moet de struktuur van de
bodem goed in orde zijn. Een zware
bezetting met grasachtige onkrui
den kan problemen geven. Dit geldt
met name voor duist en wilde haver.
De aanwezigheid van wilde haver
kan voor een mouterij aanleiding zijn
om de partij te weigeren.
Grondstilstand leidt bij brouwgerst
snel tot kwaliteitsproblemen. De
teelt van brouwgerst op droogtege-
voelige gronden moet daarom wor
den afgeraden.
Een te groot aanbod van stikstof tij
dens het groeiseizoen is nadelig
voor de kwaliteit. Het leidt tot hoge
eiwitgehalten en vergroot de kans
op het optreden van legering en van
doorwas en daardoor ook op een la
ger volgerstaandeel. Bekendheid
met de stikstofrijkdom van de bo
dem is dan ook noodzakelijk. De
voorvrucht is in dit geval ook van
belang evenals het gebruik van or
ganische mest. De behoefte van
een normaal groeiend gewas be
draagt ongeveer 100-120 kg N per
ha.
Zaaien
Zaai op tijd
Zomergerst heeft een relatief kort
groeiseizoen. Het is daarom van
groot belang om vroeg te zaaien.
Een goede bodemstruktuur is ech
ter belangrijker. Als stelregel geldt:
zaai zo vroeg mogelijk maar niet ten
koste van de bodemstruktuur. Zaai
en in nog bevroren grond (over de
vorst) geeft geen struktuurverlies.
Optimaal plantbestand
Zaai 2 tot 4 cm diep op een vaste
ondergrond. Een gelijkmatige verde
ling van de planten is erg belangrijk.
De optimale rijafstand is 8-12,5 cm.
Een plantbestand van 200-225
planten per m2 resulterend in onge
veer 850 aren per m2 is optimaal.
De zaaizaadhoeveelheid wordt bere
kend aan de hand van het op het
zaaizaadlabel vermelde duizendkor-
De Dienst Landbouwvoorlichting
biedt akkerbouwers de mogelijkheid
van teelt- en bedrijfsbegeleiding.
Het totale pakket kost f 2.250,—,
maar na overleg zijn ook deelpak-
ketten mogelijk.
De bedrijfsdeskundige van de DLV
brengt een van tevoren overeenge
komen aantal bezoeken aan het be
drijf, tijdens welke hij de stand van
zaken op het bedrijf met de onder
nemer doorneemt. Tijdens het win
terseizoen worden de
vaktechnische- en bedrijfseconomi
sche resultaten van het voorgaande
seizoen geëvalueerd. Daarnaast
wordt er een teelt- en be
mestingsplan opgesteld. Tijdens het
teeltseizoen worden de teelttechni-
sche zaken doorgenomen. Tevens
wordt ingegaan op de te verwach
ten ontwikkelingen, ziekten, plagen
en andere aandachtspunten voor de
komende periode. De DLV zet hier
voor een vaste begeleider in. Met
deze teeltbegeleider wordt afspra
ken gemaakt over de tijdstippen en
frequentie van bedrijfsbezoek.
Wanneer u belangstelling heeft of
als u meer inlichtingen verlangt kunt
u contact opnemen met het akker
bouwteam van de DLV Westmaas,
tel. 01864-3011.
relgewicht (dkg) volgens de volgen
de formule:
kg zaaizaad per ha - dkg x
200-225 planten per m2 verwach
te veldopkomst in
Bij zaaien in bevroren grond of bij
zaaien onder niet ideale omstandig
heden dient 10 kg zaaizaad per ha
meer te worden gebruikt.
Bemesting
Bemest op mest
De stikstofbemesting heeft een gro
te invloed op de kwaliteit van de
gerst en op de hoogte van de kg-
opbrengst. Een juiste stikstofbe
mesting, gericht op een optimale
kombinatie van kwaliteit en kg-
opbrengst is dan ook erg belangrijk.
Uit recent onderzoek is gebleken
dat de huidige adviesgift van 110 kg
N per ha minus de bodemvoorraad
naar beneden kan worden bijgesteld
zonder een negatief effekt op de
geldelijke opbrengst per ha. Voor
brouwgerst wordt dan ook geadvi
seerd om 90 kg N per ha minus de
bodemvoorraad te verstrekken en
geen stikstofdeling toe te passen.
Deze verlaagde N-bemesting kan te
vens resulteren in een lager eiwitge
halte van de gerst.
Het wortelstelsel van zomergerst
ontwikkelt zich vaak maar matig.
Dit brengt met zich mee dat de be
hoefte aan gemakkelijk opneembaar
fosfaat groter is dan bij de overige
granen. In deze grotere behoefte
kan worden voorzien door voor de
stikstofbemesting gebruik te maken
van een N P meststof.
Gewasbescherming
Bescherm kwaliteit
Een groot voordeel van de teelt van
zomergerst is, dat gewasbescher
mingsmaatregelen slechts in be
perkte mate nodig zijn en als
zodanig maar een kleine kostenpost
vormen. Naast een normale on-
kruidbestrijding kan meestal worden
volstaan met een enkele bespuiting
tegen meeldauw. Soms kan het no
dig zijn om een tweede meeldauw-
bestrijding uit te voeren. Het veel
gebruikte ras Prisma is behoorlijk
meeldauwgevoelig. Bij een sterke
bezetting met bladluizen tijdens de
korrelvulling kan het zinvol zijn een
luizenbestrijding uit te voeren. Een
bestrijding na het melkrijpe stadium
is meestal niet rendabel. Een bestrij
ding van bladluizen in het voorjaar
om overdracht van het gersteverge-
lingsvirus tegen te gaan is in zomer
gerst niet effektief gebleken.
Oogsten
Voorkom korrel/kiembeschadiging
Maaidorsen van een gewas met een
te hoog vochtgehalte kan makkelijk
leiden tot korrelbeschadiging en/of
kiembeschadiging. Ook kunnen een
onjuiste afstelling van de maaidor
ser en te hard rijden beschadiging
van kiem en korrel tot gevolg heb
ben. Deze beschadigingen moeten
worden voorkomen.
Bewaren
Behoud kiemkracht
Brouwgerst moet raszuiver worden
opgeslagen. Dit betekent een ge
scheiden opslag van partijen. Aan
dacht voor het behoud van
kiemkracht van de gerst is noodza
kelijk.
Ir. I.D.C. Duijnhouwer
TNO-Voeding,
sektie AGRO-NIBEM
Uitgaande van eigen mechanisatie
brengt de teelt van olievlas netto
per hektare f 2.500,— op. Dit stelt
Cebeco Zaden bv, die hierbij de EG-
steun meegerekend heeft.
De EG steunt de teelt van olievlas
met f 2.600,13 per ha. Marktwaar
de en steun samen leveren de boer
een bruto rendement op van gemid
deld ruim f 3.400,— per ha. De
teeltkosten per ha (eigen mechani
satie) bedragen f 800,— tot
f 900,—, waardoor er bij een ge
middelde oogst netto per ha ruim
f 2.500,— overblijft. Dit is te verge
lijken met een opbrengst van negen
ton wintertarwe of zeven ton
brouwgerst per ha, aldus Cebeco
Zaden.
Momenteel importeert de Europese
Gemeenschap nog veel lijnzaad. Dat
kan door de steun veranderen. Bo
vendien kreëert de subsidie moge
lijkheden om het bouwplan op een
rendabele manier te verruimen. De
verwachting is dan ook dat meer
akkerbouwers overstappen* op de
teelt van olievlas. Naar schatting
neemt de oppervlakte in Nederland
toe van 400 hektare in 1991 naar
1.500 tot 2.500 hektare in 1992. In
de EG zal het areaal waarschijnlijk
toenemen van 116.000 hektare in
1991 tot 170.000 hektare in 1992.
Cebeco Zaden heeft twee olievlas-
rassen in zijn pakket die het onder
Nederlandse omstandigheden goed
doen.
Naar verwachting wordt dit jaar in Nederland 1500 tot 2500 ha. olie
vlas geteeld.
In Noord-Brabant en Zeeland is se
dert 1 maart 1986 een Verordening
van kracht, inhoudende dat het on
dernemers verboden is na 15 april
van elk jaar niet uitgeplante aard
appelen of afval van aardappelen
voorhanden en in voorraad te heb
ben, waarop stengels met blad
voorkomen. Het verbod geldt niet
ten aanzien van aardappelen die
bestemd zijn om te worden uitge-
plant. Voorts wordt de ondernemer
die zich van aardappelen ontdoet
voor afvoer naareen buiten zijn on
derneming gelegen plaats verplicht,
vóór deze afvoer zodanige maatre
gelen te treffen, dat zich aan deze
aardappelen of afval van aardappe
len geen stengels met blad kunnen
ontwikkelen.
De mout- en brouwindustrie stelt hoge eisen aan de teelt van
brouwgerst.