Nieuws en Commentaar
Duizenden veehouderijbedrijven
kunnen milieukosten niet dragen
KNLC
kommentaar
Leasen melkquotum
dit jaar voortzetten
Rede over milieurisico's
Glastuinbouw in
Brabant vraagt
coördinatie
Landbouw
terughoudend
\V
CLO-samenwerking
KNLC steunt enquête
bestrijdingsmiddelen
Voorstellen Wolfson einde glastuinbouw
De kosten om aan de milieudoelstel
lingen van de overheid te voldoen
zullen voor de veehouderijbedrijven
in de komende jaren tienduizenden
guldens per jaar bedragen. Voor en
kele duizenden bedrijven zal deze fi-
Het bestuur van het KNLC beveelt
de boeren en tuinders aan mee te
werken aan de
bestrijdingsmiddelen-enquête van
het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek. Het is voor de agrarische
sector zeer belangrijk dat er goede
en gedetailleerde gegevens beschik
baar komen over hoe de sector de
milieuproblemen aanpakt.
Het hoofdbestuur van de ZLM stelt
zich neutraal op ten aanzien van de
CBS-enquête en laat de beslissing
om al of niet mee te doen volledig
over aan de individuele boer en
tuinder.
nanciële 1st te zwaar zijn. Dat is één
van de conclusies die onderzoekers
van het DLO-Landbouw-
Economisch Instituut (LEI-DLO)
woensdag j.l. presenteerden op een
congres in Veenendaal.
Veehouderijbedrijven zullen in de
komende jaren extra kosten moeten
maken om aan de doelstellingen van
de overheid te kunnen voldoen. De
voorzieningen die daarvoor nodig
zijn hangen niet alleen sterk af van
de regelgeving die er komt maar ook
van technische ontwikkelingen.
Veel mogelijkheden op het gebied
van veevoeding en mestverwerking
worden nog onderzocht. De kosten
van de aanpassingen kunnen daar
om nog niet precies voorspeld wor
den, zeggen de onderzoekers.
Toch valt te voorzien dat de kosten
voor rundveebedrijven tussen 10 en
30 duizend gulden per jaar zullen
liggen, terwijl intensieve-
veehouderijbedrijven moeten reke
nen op extra kosten van 30 tot 80
duizend gulden jaarlijks.
Voor 1500 tot 7000 rundveebedrij
ven en een zelfde aantal intensieve-
veehouderijbedrijven zullen deze
.kosten niet te dragen zijn. Hun con
tinuïteit komt in gevaar, zo blijkt uit
het in Veenendaal gepresenteerde
onderzoek.
Uitbreiding onmogelijk
Uitbreiding van het bedrijf zou ertoe
kunnen bijdragen om de nodige ex
tra kosten op te kunnen brengen,
maar de huidige milieuwetgeving
maakt dat voor veehouderijbedrij
ven heel moeilijk. In de zandgebie
den kan op dit moment twee derde
van de bedrijven, waaronder vrijwel
alle intensieve-veehouderijbedrijven,
niet uitbreiden.
Onderzoek op Europese schaal laat
zien dat het aantal varkens per be
drijf en per hectare nergens zo hoog
is als in ons land. In vergelijking met
die andere gebieden is in Nederland
de aandacht van de overheid veel
meer gericht op verzuring door de
uitstoot van ammoniak, terwijl el
ders de uitspoeling van nitraat ster
ker in de aandacht van de overheid
staat.
Grondwater op de bon.
Het Landbouwschap vindt dat er
het komend melkprijsjaar nog geen
beperkingen gesteld mogen worden
aan het leasen van melkquotum. Op
termijn wil het schap het leasen be
perken door de verhuur van melk
quota door boeren van 65 jaar of
ouder te verbieden.
De beperkingen aan de leaserege-
De voorzitter van de ZLM-kring
Langstraat, de heer J. Hartgers,
deelde in de hoofdbestuursvergade
ring van maandag j.l. mee dat er in
Brabant op diverse lokaties moge
lijkheden zijn tot uitbreiding dan wel
vestiging van glastuinbouwcom-
plexen. Het zou een goede zaak zijn
de initiatieven op dit gebied te bun
delen en gezamenlijk afspraken te
maken over de vraag waar de priori
teiten moeten liggen. Het dagelijks
bestuur van de ZLM zal zich op dit
laatste nader oriënteren.
ling zijn volgens het schap nodig om
evenwichtiger verdeling te krijgen
tussen de verkoop van melkquota
en (ver-)huur. Nu blijft de verkoop
achter bij de verhuur, waardoor met
name jonge aspirant-veehouders
moeilijk aan nieuwe melkrechten
kunnen komen. Omdat zij die nodig
hebben om investeringen in het be
drijf te kunnen doen denkt het schap
aan de leeftijdsbegrenzing.
Voordat de leeftijdsmaatregel kan
ingaan moet duidelijk zijn hoe het
nieuwe Europese landbouwbeleid er
uit gaat zien. Als er een premie
komt op vrijwillige produktievermin-
dering door melkveehouderijbedrij
ven zou een leaseregeling al niet
meer passen, aldus het schap.
Het KNLC-bestuur vindt dat er het
komend jaar een fundamentele dis
cussie plaats moet vinden over het
leasen van melk, gelet op o.m. het
EG-landbouwbeleid. Het KNLC is er
een voorstander van om zo min mo
gelijk regels te stellen. Als er toch
regels nodig zijn dan voelt het
KNLC-bestuur het meest voor een
beperking in de termijn dat er ge
leasd kan worden. Daarnaast werd
geopperd dat er in de toekomst mis
schien ook wel over de grens heen
geleasd kan worden.
VERVOLG VAN VOORPAGINA
schap evenveel, zo niet meer belang
hebben bij beheer van deze gebie
den. De landbouw is veel meer af
hankelijk van een schoon en goed
beheerd milieu dan welke groepe
ring ook in Nederland', aldus Vis.
Te vroeg
Volgens Vis is het nog te vroeg om
nu een aanvraag voor landinrichting
voor het oostelijk deel van Schou
wen mee te ondertekenen. Eerst
moet er meer duidelijkheid zijn over
de begrenzing van natuurontwikke
lingsgebieden (de inspraak gaat bin
nenkort van start), de financiën en
de gevolgen voor de landbouw, met
name wat betreft de waterhuis
houding.
De aanvraag van de natuurbescher
mingsorganisaties heeft betrekking
op een gebied van 600 ha. Met na
me langs de zuidkust zijn volgens
de aanvragers uitgelezen mogelijk
heden om gebruik makend van het
zoute kwelwater waardevolle na
tuurgebieden te realiseren. Verwe
zen wordt naar het plan-Tureluur van
de ZMF. Landbouwers die nu nog in
de zoute kwelzone zitten kunnen
worden verplaatst naar landbouw
kundig betere gebieden.
Afgelopen week hebben de
besturen van de 3 CLO's groen
licht gegeven voor verdergaande
CLO-samenwerking. Een samen
werking die mede zichtbaar
wordt gemaakt doordat de se
cretariaten tevens gezamenlijke
gehuisvest worden. Veten betite
len dit terecht als een historische
stap. Alhoewel de toekomst zal
leren of en in welke mate dit zo
zal zijn. Het is begrijpelijk dat na
een eerste positieve reactie over
deze stap er toch nog vragen
zijn. Vragen over de inhoudelijke
betekenis, vragen in welk
perspectief van organisatie
ontwikkeling de samenwerking
bezien moet worden, vragen
waarom nu wel deze stap en
waarom een half jaar geleden
niet.
Diepere ambitie
Wat dat laatste betreft: in een
doorlopend veranderende wereld
moet een aantal zaken bezien
worden in het kader van tijd,
plaats en omgeving. De diepere
ambitie van het KNLC om bij
voorbeeld te komen tot één of in
ieder geval minder horizontale
organisaties dan in de huidige si
tuatie en deze wens ook in een
einddoel vast te leggen, moet op
dit moment als (nog) niet haal
baar worden gezien. Andere or
ganisaties sluiten dit naar de
toekomst niet uit, maar kunnen
c.q. willen zich daar niet op vast
leggen.
Dat is een context waardin het
maatschappelijk belangenbehar-
tigingsve/d in Nederland en dus
ook in het agrarisch bedrijfsleven
rekening mee moet worden ge
houden; hoe men daar al of niet
rationeel gezien ook over denkt.
Met dit gegeven a/s vertrekpunt
zullen we afhankelijk van moge
lijkheden de situatie moeten op
timaliseren. En gelet op de vele
ontwikkelingen in en rond de
agrarische sector, ook in organi
saties en coöperaties, is streven
naar meerwaarde in gezamenlijk
heid een vereiste. Dat betekent
dat we vooralsnog met behoud
van zelfstandigheid der organisa
ties moeten bekijken hoe we de
ze meerwaarde kunnen
realiseren. Naar de mening van
de voorzitters en nu ook bestu
ren is gezamenlijke huisvesting
met de gezamenlijke CLO-
diensten a/s OOGST, SEV en
ARBVO-Bureau daartoe een
middel.
Overigens wil ik ervoor waar
schuwen dat zeker in de aan
vangsfase deze meerwaarde
zich niet vertaalt in lagere finan
ciële lasten. Huisvestingskosten
hebben eerder de neiging iets
hoger te zijn dan lager. Veeleer
zal de meerwaarde moeten ko
men vanuit nauwere samenwer
king tussen secretariaten.
Hierdoor ontstaan er mogelijkhe
den ten aanzien van taakverde
ling, specialisatie en coördinatie.
Mogelijke winst kan worden ge
boekt bij een aantal facilitaire
voorzieningen. Maar bovenal zal
op basis van een groeimodel ze
ker bij gezamenlijke huisvesting
zowel bij commissies a/s
bestuurlijk verdere integratie
makkelijker mogelijk worden ge
maakt. In ieder geval worden
culturen en nestgeuren in één
gebouw gebracht. Uit het voor
gaande zal duidelijk zijn dat na
dit besluit op hoofdlijnen nog ve
le zaken ten aanzien van de sa
menwerking moeten worden
ingevuld.
Individuele boer en tuinder
Juridische structuren, personele
duidelijkheid en relatie van de 3
CLO's tot het Landbouwschap
zijn zaken die relatief snel om
besluitvorming vragen. Op de
vraag wat de plannen voor de in
dividuele boer of tuinder bete
kent is helaas niet in concreto
antwoord te geven. Deze samen
werking kan hopelijk een impuls
zijn voor de regio's waar een
sterkere relatie met de boer en
tuinder is. Daarnaast ga ik er van
uit dat het voorstel inderdaad
een stap is, die tot meerwaarde
leidt ten aanzien van de belan
genbehartiging voor boeren en
tuinders op nationaal en interna
tionaal niveau. Tot slot hoop ik
dat daarnaast in en door de ge
zamenlijke grotere massa
efficiciëncy-voordelen zullen
worden behaald. En met dit a/s
uitgangspunt denk ik dat deze
volgens sommigen 'kleine' stap
van de besturen op termijn een
grote stap mag zijn in de verde
re ontwikkeling van de agrari
sche belangenorganisaties.
Marius Varekamp
Voorzitter KNLC
Alle drie de varianten die de
Commissie-Wolfson heeft doorgere
kend om de effecten van een regu
lerende energieheffing in kaart te
brengen betekenen het einde van de
Nederlandse glastuinbouw. Dat
zegt het Landbouwschap in een
eerste reactie. Ook voor andere
energie-intensieve sectoren in de
land- en tuinbouw, zoals de cham
pignonteelt en de intensieve vee
houderij, pakken de varianten van
Wolfson slecht uit.
Volgens het Landbouwschap vol
doet de glastuinbouw aan alle voor
waarden om tot de uitzonderings-
groep van grootverbruikers te worden
gerekend. Zo opereert de sector
overwegend in een internationale
markt waar het niet mogelijk is ho
gere energiekosten door te bereke
nen in de afnemersprijzen. Voor de
werkgelegenheid en de economie
van ons land is de glastuinbouw
met een produktiewaarde van acht
miljard gulden en een arbeidspoten
tieel van - direct en indirect - circa
100.000 van zeer groot belang.
De Landbouwuniversiteit viert op 9
maart haar 74-jarig bestaan met
een rede door de bekende milieu
prof .dr.ir. F.A.M. de Haan en met de
uitreiking van de zgn. Onderne
mersprijs.
Prof. De Haan, hoogleraar in de bo-
demhygiëne, zal onder het motto
'Leven met risico's' spreken over on
zekerheden in het milieu-onderzoek
en dientengevolge ook in het milieu
beleid. De Haan is als bodemmilieu-
deskundige vaak voor advies ge
vraagd bij nationale
milieuschandalen.
De Ondernemersprijs is ingesteld
door het Wagenings Universiteits
fonds, dat daarmee de onderne
merszin onder de afgestudeerden
van de Landbouwuniversiteit wil
versterken. Ir. Harrie Otten van Me-
teo Consult krijgt deze keer de prijs.
De jury koos hem uit niet alleen van
wege zijn zakelijke succes, maar
vooral ook omdat van Meteo Con
sult een enthousiaste uitstraling
uitgaat.