Dalende produktie
kwaliteitstarwe
Telen C-bieten
moeten
we vermijden
Standjes voor de boeren Is het Bintje wel op z'n retour?
komen van achter het bureau
NIET LUCRATIEF
Trekker van 80 pk te licht
om weiland te injecteren
Wetenschapswinkel
LUW
Op politiek gebied gaat alles ook
niet van een leien dakje. De grote
onderhandelingen verlopen moei
zaam. Terwijl we met een staatsse
cretaris zitten (mevrouw Van Rooy)
die vanaf haar aantreden de Neder
landse landbouwbelangen aan het
uitruilen is tegenover de belangen
van de industrie. Daarmee tekent ze
uiteindelijk het faillisement van de
landbouw, zeker dat van de akker
bouw. Net op het laatste moment
kreeg ze nog een lichtpuntje; ze
kreeg in de gaten dat er in haar ei
gen achterban nogal wat veehou
ders zitten, zodoende ruilde ze
akkerbouwbelangen (in GATT-
verband) ook nog maar eens in voor
die van de veehouderij. Als akker
bouw is men toch wel zeer gelukkig
met zo'n juffrouw als staatsse
cretaris??
Ook de kostenstijgingen gaan ge
woon door. Het plan Simons kost
het normale gezin al gauw zo'n
f 1500,—. Daarbij rekeninghoudend
met een inflatie en een loonstijging
van ruim 5%, zullen enkel door deze
factoren de kosten van het gezin in
de particuliere sector al met zo'n
f 6000,— per jaar stijgen. Geen op
timistisch beeld, maar ja, we zitten
nu eenmaal in de hoek waar de
klappen vallen. En toch zal men over
enkele maanden constateren dat al
les weer vol gezaaid en gepoot is,
we zijn nogal een taai volkje.
Nadat het in november vorig jaar ta
melijk had geregend, is het daarna
op NOORD-BEVELAND vrij droog
gebleven. Aan sommige vroeg ge
zaaide percelen wintertarwe is te
zien dat ze heel wat water te ver
werken gekregen hebben; voor de
tarwe die laat gezaaid is is het weer
erg gunstig geweest; ook die blok
ken kleuren nu al aardig groen.
We zijn allemaal benieuwd naar de
prijs die we voor onze suikerbieten
gaan krijgen. Die zal lager liggen
dan vorig jaar, o.a. doordat volgens
de suikerfabriek de kwaliteit van ons
produkt - overigens hetzelfde ver
haal als in veel voorgaande jaren - te
laag is en het dus relatief veel moei
te kost om de suiker er uit te halen.
Alhoewel we als Noord-Bevelanders
tevreden mogen zijn met de hoge
(hoogste!) winbaarheidsindex van
onze bieten, is het suikerpercentage
duidelijk te laag. De hoeveelheid
grond die de fabriek moet verwer
ken zal omlaag moeten. Door mid
del van de juiste rassenkeus en een
verstandige teeltwijze zal ook dat al
lemaal wel weer haalbaar blijken. De
opbrengst a^n gewicht valt de laat
ste jaren door het ruimer geworden
bouwplan mee en de tonnen zullen
er dus wel komen. C-bieten brengen
erg weinig op en het produceren
hiervan moet men dus vermijden.
Terwijl strohandelaren regelmatig in
formeren of er nog wat in die rich
ting te koop is, wil het met de prijs
voor uien helemaal niet vlotten en
die voor aardappelen vertoont he
laas ook een dalende lijn.
Als het zo is dat ook de aardappel
teelt, de kurk waarop we in feite
nog drijven, onrendabel wordt, dan
kunnen we wel inpakken. Of als het
overheidsbeleid van dien aard is dat
de teelt ons onmogelijk gemaakt
wordt, zoals met de onbestaanbaar
lijkende maatregel om het gebruik
van manebhoudende middelen met
ingang van volgend jaar te verbie
den. Er zijn immers nog geen rassen
die buiten deze beschermende mid
delen kunnen? De bemoeienis van
de overheid met de boeren wordt zo
wel erg drukkend, om niet te zeggen
verstikkend.
Alternatieve teelten zoals teunis
bloemen, olievlas, cichorei of zelfs
meekrap zullen dit allemaal niet
kunnen opvangen.
Tot op dit moment kunnen we spre
ken van een erg milde winter. Zowel
de kou als de hoeveelheid neerslag
is beperkt. Het is nu ook te merken
dat we de kortste dagen weer ach
ter ons hebben liggen. Vorige week
was er weer al enige aktiviteit in het
WEST ZEEUWS-VLAAMSE land.
Een enkele heeft al zomergerst ge
zaaid, ook is het areaal tarwe nog
aangevuld met zomertarwe.
Door de vorstperiodes is de struk-
tuur prima. De eerste kunstmest is
ook al gehaald en op enkele gras
soorten al gestrooid. Voor weiland
en graan is het wat vroeg, maar
vanaf de vijftiende kan het goed.
Voor komende dagen wordt veel re
gen voorspeld. Als het echt een nat
te periode is, kan er veel stikstof
wegspoelen. Hierdoor kan ook de
bodemvoorraad nog drastisch ver
kleinen, waardoor de uitslag van het
stikstofonderzoek niet veel meer
waard blijkt. Dat zijn omstandighe
den die de praktijk moet proberen in
te schatten en die elk jaar anders
zijn.
In dit verband komen we nog even
terug op de bietenvergaderingen.
We raken toch een tikkeltje geïrri
teerd van de vele standjes die we
krijgen en die duidelijk vanachter
het bureau komen, hoewel ze ook
door de boerenvoorzitter worden
uitgesproken. Zo is men de droogte
in augustus en september blijkbaar
vergeten, evenals de regenval, kort
na de campagnestart, waardoor de
bieten weer zijn gaan groeien ten
koste van de kwaliteit. Ook het zo
genaamd onverantwoord rooien had
een praktische oorzaak: de uien- en
aardappeloogst was laat en daar
door de bieten en verder was er eind
oktober begin november een natte
periode waarin het werk stillag. Het
was dus niet allemaal de schuld van
de boer.
Voor de rest is het vrij rustig in ons
landje. Het initiatief voor de poot-
goedkern zit op dood spoor. De in
vesteringen zijn zo hoog dat
niemand dit aandurft, te meer om
dat je geld in een onroerend goed zit
met veel eigenaars, dat maar voor
één doel geschikt is. Wellicht dat de
ingezakte potermarkt er ook nog
wat aan heeft geholpen. Jammer
dat vrijwel elk alternatief door de zij
deur afgaat. Het moet nu toch wel
ieder duidelijk zijn dat we vechten
tegen de bierkaai als we er niet in
slagen om de verantwoordelijke po
litici te overtuigen van de noodzaak
van een redelijke prijs. Dat alleen
kan het marktbederven stoppen, is
er de mogelijkheid milieuvriendelij
ker te werken en kan ook produktie-
beperking worden besproken als er
geen ruimte is voor verantwoorde
afzet. Helaas is de marktgerichte
trend nog steeds in, althans zo
noemt men het prijsverlagen, want
landen als Zweden en Zwitserland
volgen braaf. Voor de akkerbouwers
is wel duidelijk dat, als er nog iets te
verwachten is, het uit Frankrijk zal
komen, want de Fransen willen wel
graag verkopen, maar niet hun ziel
en zaligheid.
Na enkele weken winter met mooi
weer en lichte vorst zijn we op
SCHOUWEN-DUIVELAND in de
eerste week van februari terecht ge
komen. Jammer dat het niet wat
harder gevroren heeft, want de aard
appelopslag zullen we nog niet
kwijt zijn. Van de bevroren grond
hebben velen geprofiteerd om hun
kalizout te strooien en enkelen heb
ben de eerste N-bemesting op het
graszaad gegeven, een enkel per
ceel plantuien is reeds gepoot.
Verder is men druk bezig met het
plukken van spruiten, een teelt die
zo het zich laat aanzien een aardig
saldo zal opleveren. Hopende dat
men volgend jaar de markt niet te
veel achterop zal telen. Spruiten zijn
echter wat de prijzen aangaat een
uitzondering. Aardappel-, uien- en
stroprijzen vallen zwaar tegen, ter
wijl de witlofteelt een drama aan
het worden is.
Ook de pootgoedteelt zit aardig in
het slop. Een grote oogst en tegenval
lende export geven grote druk op
de prijzen. Het zijn alleen nog enkele
handelshuizen met eigen nieuwe
rassen die hun prijzen kunstmatig
hoog houden. Of ze dit de komende
jaren vol kunnen houden is voor mij
de vraag. Men moet wel bedenken
dat vooral die rassen die nogal een
grove sortering geven, ook nogal
wat nadelen hebben, zoals dit jaar
veel groeischeuren en soms percen
tages groen van 15 tot 20%. Daar
bij tellend dat men dikwijls meer
dan 1.000 kg pootgoed f 0,90)
extra nodig heeft, dat op moment
ook nog eens f 0,40 duurder is dan
Bintje, dan komt men al gauw op
een extra kostenpost van
f 2.000,— per ha. Alles overziende
zullen de nieuwe rassen nogal wat
meer op moeten leveren dan het
Bintje om een zelfde resultaat te
geven.
De melkveehouder zal waarschijnlijk weer gekort worden op zijn
melkquotum, aldus de praktijkschrijver uit het Land van A/tena en
Biesbosch. Vleeshouderij a/s eventuele tweede tak is financieel nog
minder aantrekkelijk.
Met de voorjaarswerkzaamheden is
in WEST-BRABANT-ZUID een begin
gemaakt. De grond liet zich goed
ploegen. Op veel percelen graszaad
en wintertarwe ligt inmiddels de
eerste stikstof. Bij de veehouders is
op grote schaal mest geïnjecteerd.
Niet iedere injecteur liet goed werk
zien. Om mest voldoende diep in de
grond te krijgen zijn veel pk's nodig.
Loonwerkers hebben de beschikking
over trekkers van 150 pk of meer.
Als de scharen van de injecteur die
per de grond in moeten is dat met
de hydrauliek eenvoudig te regelen.
De trekker laat een iets dikkere
rookpluim zien, maar gaat verder.
Bij verschillende veehouders die zelf
achter de drijfmestkar een injecteur
hebben gekocht zat hier het pro
bleem. Bij het dieper de grond in la
ten gaan van de injecteur liet de
trekker het afweten. Te weinig trek
kracht. Bij aanschaf van een injec
teur wordt over het algemeen
vergeten dat ook de pomp erg veel
pk's vraagt. Een trekker van zo'n 80
pk is voor de meeste types te licht.
Menig perceel weiland is niet in
goede staat achtergebleven. De
mest niet goed ondergebracht en de
grond onvoldoende aangedrukt.
Mest door derden laten injecteren
kost veel geld maar het zelf doen
kost, zoals gebleken is, in veel ge
vallen meer. Door zelf drijfmest aan
te voeren als de loonwerker bezig is
kan een heleboel bespaard worden.
Op deze manier kan de trekker en
drijfmestkar nog enigszins rendabel
zijn.
Vanuit West-Brabant zijn in verhou
ding weinig boeren naar Rosmalen
geweest om te demonstreren tegen
het streekplan. Als een goed onder
bouwd bezwaarschrift niet voldoen
de is kan met massaal de straat op
gaan weinig bereikt worden, is de
mening van veel thuisblijvers. Toch
zijn er nog verschillende land- en
tuinbouwers die niet afwijzend te
genover het streekplan staan. Zij
zien het plan meer als een bescher
ming voor zichzelf. Een bedrijf dat
helemaal in regel is en niet te dicht
bij een natuurgebied ligt kan on
gestoord functioneren. Vooral als er
een groene stempel op de schuur zit
kan er volgens de politiek niets ge
beuren. Bij uitvoering van het plan
zal de veestapel inkrimpen. Minder
vee kan betekenen dat er weer
evenwicht komt in vraag en aanbod.
Meer rendement is dan het gevolg.
Het zijn vooral de bedrijven met
grond die niet direct tegen het
streekplan zijn. Met lede ogen heb
ben zij een aantal jaren geleden de
gevolgen van de interimwet gezien.
Bedrijven zonder grond hebben toen
massaal stallen uit de grond doen
verrijzen om het quotum voor de
toekomst nog snel veilig te stellen.
Het streekplan met de daaraan ver
bonden nota's en wetten lijkt weinig
gaten te hebben waarvan men zou
kunnen profiteren.
In de Gemeenschap is de laatste ja
ren waar te nemen, dat de produk
tie van kwaliteitstarwe terugloopt.
De oorzaak is het 'kostenplaatje'
zoals dat tegenwoordig zo plastisch
wordt uitgedrukt.
De teelt van de mindere soorten,
veelal voertarwe, brengt minder
kosten met zich mee en levert daar
door meer op voor de teler. Op een
Züchtungsseminar in Stuttgart-
Hogenheim is dit probleem onder
werp van discussie geweest. De si
tuatie in dé lidstaten is
uiteenlopend. In Frankrijk legt zich
men vooral toe op de teelt van
broodtarwe, terwijl in Groot-
Brittannië en Denemarken het ac
cent op de voertarwe ligt, evenals
dat in Nederland het geval is.
Overigens mankeren tegenwoordig
ook in Frankrijk de topkwaliteiten.
De Duitse produktie heeft vooral be
trekking op wat men zou kunnen
aanduiden als middenkwaliteit, in
elk geval een zodanige kwaliteit dat
de Nederlandse bevoorrading van
de verwerkers voor een belangrijk
deel plaatsvindt met Duitse tarwe.
Produktie van kwaliteitstarwé is
goed mogelijk In het z.g. Parijse bek
ken en ook in de voormalige DDR in
de omgeving van Maagdenburg en
Unterfranken. Opgemerkt kan wor
den dat de eisen die aan de te ver
werken tarwe gesteld worden in de
verschillende regio's in de Gemeen
schap nogal uiteenlopen. De proble
men zullen zich toespitsen al naar
gelang de Gemeenschap voortgang
vindt en de nieuwe regelingen meer
invloed zullen gaan krijgen op de
omvang van de produktie. Om het
marktaandeel te behouden zal toch
meer kwaliteitstarwe geteeld moe
ten worden dan thans het geval is,
wil men niet de derde-landentarwe
een te grote kans geven de markt te
domineren.
De wetenschapswinkel van de
Landbouwuniversiteit Wageningen
heeft zijn capaciteit om bij onder
zoeksvragen te bemiddelen uitge
breid met het nieuwe werkveld
plattelandsproblematiek. Daarin zijn
tevens de landbouwmilieu-
vraagstukken inbegrepen. De uit
breiding was vooral noodzakelijk
vanwege de toegenomen aandacht
voor de milieuproblematiek.