Arbitrage en bindend advies Recht uit de praktijk Aktie Tankslag Andere bestemming landbouwgrond Accountantsunie ZLM CSM verwacht doorgaande stijging netto-winst Sociaal onomisc Voorlichting In allerlei overeenkomsten vindt men een aparte regeling opgeno men ter beslechting van geschillen die kunnen ontstaan uit deze over eenkomst. Denk aan een koopover eenkomst, een maatschapsovereen komst of aanneemovereenkomst (in algemene voorwaarden). Hierbij wordt het geschil beslecht door partikuliere personen, niet door de rechtelijke macht zoals de kantonrechter of de rechtbank. Waarom doet men dit, wat zijn de voordelen of nadelen? Men kan deze vorm van geschillen beslechting onderscheiden in 2 ty pes, namelijk arbitrage en bindend advies. Arbitrage Vereist voor de toepassing van arbi trage is dat het vooraf schriftelijk overeengekomen moet zijn. De wij ze waarop arbitrage plaatsvindt kan men zelf vastleggen in de overeen komst. Wel dient men zich aan wet telijke bepalingen te houden. Zo is in de Wet opgenomen dat het aantal arbiters oneven moet zijn. Eén arbi ter mag ook. Is geen benoeming van arbiters overeengekomen dan kan de President van de Rechtbank ze benoemen. Dikwijls is de manier van procederen vastgelegd in een arbitragereglement met een vast scheidsgerecht. Ook hier geldt dat men dat zelf mag overeenkomen, de wet vult het niet-overeengekomene aan. De arbiters dienen vaak te beslissen "als goede mannen naar billijkheid". Gebruikelijk is dat dit vooraf over eengekomen wordt. Er dient reke ning gehouden te worden met handelsgebruiken. De beslissing van de arbiters mondt uit in een arbitraal vonnis. Het von nis is niet dadelijk afdwingbaar. Eén van de partijen die het vonnis ten uitvoer wil leggen, omdat de andere partij bijv. nog niet wil betalen, dient verlof van de President van de Rechtbank te vragen. Met dit verlof kan beslag op goederen van de Aktie Tankslag staat niet voor een verrassingsaktie van de fiscus ge richt op tankschepen, ook niet voor een geheime legeroefening. Het is de aanduiding van een aktie van ge meenten om bedrijven en partikulie- ren aan te sporen ondergrondse tanks onschadelijk te maken. Het gaat hierbij om tanks die zich geheel of gedeeltelijk in de bodem bevinden eVi die bestemd zijn voor de opslag van vloeibare brandstof, afgewerkte olie en andere vloeistof fen, zoals water en chemicaliën. Naar schatting bevinden zich op dit moment nog 300.000 van dit soort tanks onder de grond, waarvan het merendeel bij partikulieren. In dit laatste geval betreft het hoofdzake lijk reservoirs voor de opslag van huisbrandolie uit de tijd dat men "op olie stookte". B.O.O.T. De gemeentelijke aktie is gebaseerd op het Ontwerp-Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (B.O.O.T.). De tekst is in juni van vorig jaar in de Staatscourant gepubliceerd en naar verwachting zal het besluit in de loop van dit jaar in werking treden. De regeling heeft tot doel de bo demverontreiniging door lekkage van tanks tegen te gaan en geeft voorschriften waaraan ondergrond se tanks in de toekomst zullen moe ten voldoen. Ook is een overgangsregeling opgenomen voor bestaande tanks. Voor ondergrond se tanks binnen hinderwetinrichtin gen blijft een hinderwetvergunning noodzakelijk. Procedure bestaande tanks Alle bestaande tanks (ook als deze al jaren buiten gebruik zijn) moeten worden aangemeld bij het bevoegd gezag; dit is meestal de gemeente. Als u een tank wilt blijven gebrui ken, dan moet deze binnen vijf jaar na inwerkingtreding van het besluit door het KIWA worden gekeurd, men noemt dit de zogenaamde- in- troduktiekeuring. Tanks die worden afgekeurd moeten worden schoon gemaakt en vervangen of buiten ge bruik worden gesteld. De werkzaamheden dienen te gebeuren door een erkend tanksaneringsbe- drijf. Buiten gebruik stelling bete kent in principe dat de tank moet worden verwijderd. Alleen tijdens de overgangstermijn van vijf jaar is het nog toegestaan dat afgekeurde tanks, mits schoongemaakt en ge vuld met zand of beton, in de bo dem achterblijven! Bij goedkeuring van een bestaande tank moet direkt aan de nieuwe, strenge normen van de B.O.O.T.- regeling worden voldaan. Dit houdt onder andere in dat de bezitter van de tank zich moet verzekeren tegen milieuschade, dat de tank jaarlijks moet worden gekeurd, wisseling van vloeistof bij de gemeente ge meld moet worden en de tank in be ginsel binnen vijftien jaar na plaatsing moet worden verwijderd. Een tank die nu al niet meer wordt gebruikt, maar nog niet officieel bui ten gebruik is gesteld, moet even eens binnen vijf jaar worden verwijderd of onschadelijk worden gemaakt. Kosten De saneringskosten kunnen behoor lijk oplopen. U dient niet alleen reke ning te houden met de direkte kosten van keuring en buiten ge bruik stelling zoals deze door het sa- neringsbedrijf in rekening worden gebracht, maar ook met de bijko mende kosten zoals die van eventu ele graaf-, hijs- en bestratings werkzaamheden. Als tijdens een keu ring bodemverontreiniging ten gevolge van lekkage van de oude tank wordt aangetroffen, komen de kosten van sanering van de vervuilde grond daar uiteraard nog eens bij. Tenslotte Ondanks het feit dat de regeling nog niet van kracht is, raad ik u aan niet tot het laatste moment te wachten met het nemen van maat regelen. Informeer nu bij uw ge meente naar de procedure en doet u dan gelijk navraag over de subsidie mogelijkheden. Ook een lijst met er kende tanksaneringsbedrijven kunt u bij de gemeente opvragen. Ook als een tank in het verleden reeds volgens de toen geldende normen buiten gebruik is gesteld, is het van belang dit bij de gemeente te mel den. Zij kan dan beoordelen of een eventuele nabehandeling noodzake lijk is. Voor het geval u besluit tot het ver vangen van een ondergrondse tank door een bovengrondse maak ik u er nog op attent dat ook voor boven grondse tanks voorschriften in de maak zijn. Stelt u zich daarvan eerst op de hoogte, om dubbele kosten te voorkomen! Mr. J.K. van Arenthals schuldenaar volgen, gevolgd door openbare verkoop (uitwinning). Bindend advies Ook kan overeengekomen worden dat een geschil onderworpen zal worden aan de uitspraak één of meer derden, welke uitspraak zal gelden als Bindend Advies. De uitdrukking "bindend advies" is innerlijk tegenstrijdig, daar een ad vies niet bindend is en een bindende uitspraak geen advies is. Het bin dend advies is wettelijk niet gere geld. Men kan hier dus een even aantal personen benoemen. Nadeel is dat het bindend advies slechts kracht heeft van een overeenkomst. Dat wil zeggen dat als één van de partijen, die tot betaling veroordeeld is, niet betaalt, alsnog voor de rech ter (gewone procedure) gedaagd moet worden om naleving af te dwingen. Het arbitraal vonnis is dus sterker. Voor- en nadelen Voordelen van deze vormen van ge schillenbeslechting kunnen zijn: gro tere snelheid in behandeling, arbiters zijn deskundiger op het spe cifieke gebied, eenvoudige en infor mele procesgang, geen advocaat of procureur verplicht. Nadelen kunnen zijn: het is duurder dan overheidsrechtspraak, de onaf hankelijkheid van de overheidsrech- ter is beter gewaarborgd, minder juridische kennis bij arbiters, beper king in de mogelijkheden tot af dwingen van de uitspraak. Meestal wegen de voordelen op te gen de nadelen en dat is dan ook de reden waarom men deze vormen zo vaak tegenkomt. J.L. Mieras Bij CSM NV bereikten omzet en re sultaten in het boekjaar 1990/1991 (per 30 september) nieuwe records. Bij een 14% hogere omzet ad f 1.827 (f 1.607) miljoen steeg de nettowinst met 12,3% tot f 115,4 (f 102,8) miljoen. Dit komt overeen met een rendement van 18,4% op het fors gestegen ei gen vermogen. De winst per aan deel vertoonde een stijging van 9,5% tot f 6,59 (f 6,02). In het afgelopen boekjaar waren de resultaten van de suikerdivisie - met een omzet van bijna 700 miljoen gulden nog altijd de grootste bij CSM - bevredigend, zij het lager dan die over het voorgaande boekjaar. Door de verdere afbouw van voorra den gegarandeerde suiker en door de grote oogst nam de omzet toe. Aangezien de EG-prijzen bevroren zijn, blijft bij stijgende kosten een la gere marge over. Uit het thans verschenen jaar verslag blijkt dat CSM voor het lo pende boekjaar 1991/1992 een voortgaande stijging van de netto winst verwacht. De conjunctuurge voeligheid van de activiteiten wordt gering geacht, zodat volgens de di rectie van een enigszins afzwakken de economische groei nauwelijks negatieve invloeden worden verwacht. De suikerdivisie heeft een goede campagne achter de rug en zal het jaar met bevredigende resultaten kunnen afsluiten. Bij de levensmid delendivisie en de zoetwarendivisie wordt een verder toename van de resultaten verwacht. Interne groei en verdere benutting van de syner gie zullen hieraan bijdragen. Ook de biochemische divisie, die met melk zuur en melkzuurderivaten opereert op een markt met sterke groei, zal een verdere toename van de resulta ten te zien géven. Zoals u niet ontgaan zal zijn, zijn voor 1 januari 1992 alle percelen met een zogenaamde "warme" be stemming bij de inspektie der be lastingen aangemeld om in het kader van de overgangsmaatregel alsnog te kunnen profiteren van de landbouwvrijstelling indien dit te zij ner tijd bij overdracht nodig is. Daar voor even een terugblik. Landbouwvrijstelling Bij overdracht van landbouwgron den is de landbouwvrijstelling van toepassing indien wordt voldaan aan enige voorwaarden. Eén daar van is dat de grond een landbouw kundige bestemming moet houden. Is er sprake van dat de grond een andere bestemming zal krijgen, dan is de meerwaarde die hieruit voort vloeit (meestal de meerprijs boven de vrije agrarische waarde) niet meer vrij. In het vakjargon heet dit de bestemmingswijzigingswinst. Door wetswijziging welke van toe passing is geworden met ingang van 1 april 1986, is de meerwaarde door de veranderde bestemming niet meer vrijgesteld. Overgangsregeling Nu doet zich bij elke verandering in wetgeving een moeilijkheid voor wanneer bepaalde handelingen in een stadium zijn gekomen, dat bin nenkort daarover een beslissing is te verwachten. Wanneer in dit trajekt steeds ervan is uitgegaan dat de transaktiewinst op basis van be staande wetgeving vrijgesteld zou zijn, dan is het bijzonder spijtig opeens te moeten horen dat dit niet meer het geval zal zijn. Dit is dan ook niet zorgvuldig, vandaar dat de wetgever steeds een overgangsre geling opneemt voor die gevallen waarvan bekend is dat op korte ter mijn de verandering tot stand komt. In de onderhavige regeling is hier voor zelfs een periode van bijna zes jaar gekozen om de aanmelding voor de overgangsregeling op te ge ven. Wel is nadrukkelijk bepaald dat de nieuwe situatie (warme ligging genaamd) reeds op 1 april 1986 Aan de stad grenzende akker. Door stadsuitbreiding krijgt landbouw grond noga! eens een andere bestemming. aanwezig moet zijn, hetgeen dan ook moet worden aangetoond. Van inspektiezijde wordt daarbij met name gedacht aan de gemeentelijke bestemmingsplannen en korrespon- dentie daarover met belanghebben den. Er is wel gezegd dat wanneer een perceel nog een agrarische be stemming heeft, er geen beroep op de overgangsregeling mag worden gedaan. Deze stelling echter heeft de Hoge Raad inmiddels verworpen. In het arrest van 18 december 1991, nr. 27687, is aan de orde of een perceel met een agrarische bestem ming wel aangemeld mag worden voor de overgangsregeling. De feiten zijn in dit geval duidelijk. Het betreffende perceel ligt naast een fabriek voor de fabrikage en verkoop van keukens. Deze fabriek heeft op eigen terrein geen moge lijkheid meer om uit te breiden en is reeds vanaf 1984 voornemens het betreffende agrarische perceel aan te kopen. Eind 1987 komen de land bouwer en fabrikant tot over eenstemming over de verkoop van bedoeld perceel. De vraag is dan of op 31 maart 1986 de kans aanwe zig was dat de verkoop door zou gaan. Ja, zegt het Hof die erover moet oordelen. De kans is niet te verwaarlozen dat het perceel een andere bestemming zou krijgen. Ook de Hoge Raad kan zich hierin vinden. Hoewel aanmelding voor 1 januari 1992 niet meer mogelijk is, dienen nog wel bijna alle verzoeken daartoe door de inspektie te worden afge handeld. Een arrest als deze is daar bij een gunstig teken, waarnaar kan worden verwezen. B. Veerbeek

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 4