Organisaties achter CBS-enquête Uitspraken KNLC i£oL Vestigingsbesluit landbouw- spuitbedrijven niet aanpassen Het smalle Nederland M Beter inzicht in middelengebruik nodig De regionale organisaties van het KNLC zijn over het algemeen posi tief over de enquête die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wil gaan houden. Het CBS wil met deze enquête het gebruik van gewasbe schermingsmiddelen in de land- en tuinbouw inventariseren. Betrouw bare gegevens zijn momenteel niet voorradig. Die zijn wel nodig, vinden de organisaties, omdat het beleid van de overheid erop wordt af gestemd. Het CBS wil met de enquête onder zoeken .hoeveel gewasbescher mingsmiddelen er worden gebruikt per teeltsector, per afzonderlijk ge was of diersoort en eventueel per regio. Hiervoor wordt in de enquête gevraagd welke middelen de boeren en tuinders gebruiken, hoeveel zij gebruiken en welke oppervlakte wordt behandeld. Verder worden de aard van de plagen die worden bestreden, en de gebruikte toepas singsmethodes geïnventariseerd. Ook bekijkt het CBS in hoeverre de agrariërs biologische, mechanische en fysische alternatieven toe passen. Goed bijhouden Het CBS heeft een steekproef van enkele duizenden landbouwbedrij ven getrokken. Deze bedrijven wor den verzocht gedurende een jaar het gebruik van gewasbescher mingsmiddelen voor een bepaald gewas of diersoort bij te gaan hou den. Zo'n registratie heeft alleen zin als het zo volledig mogelijk wordt bijgehouden, dus ook in de drukste maanden. Het CBS waarborgt de anonimiteit van de betrokken be drijven. De regionale organisaties van het KNLC zien het nut in van betrouw bare cijfers over het gebruik van ge wasbeschermingsmiddelen. Bij alle discussies, rapporten en nota's zijn goede cijfers van groot belang. Het Drents en Veenkoloniaal Land bouw Genootschap en de Gronin ger Maatschappij van Landbouw staan positief tegenover het onder zoek. Zij wijzen op het belang van betrouwbare gegevens, ook voor het eigen bedrijf. Het geeft namelijk een beter inzicht in het eigen gebruik. De Westelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (WLTO) en de Land bouw Maatschappij Friesland- Flevoland (LMF) vinden juiste cijfers eveneens van belang voor de sector. Het hoofdbestuur van de WLTO heeft zelf nog geen standpunt inge nomen, maar de Gewestelijke Afde lingen zijn positief. Kanttekeningen De Vakgroep Tuinbouw van de WLTO zegt als sector al eerder te hebben aangegeven dat de door de overheid gebruikte cijfers zijn ach terhaald. De enquête van de CBS ziet de Vakgroep als een goede kans om aan te geven dat de tuinbouw op de goede weg is. De Vakgroep zet echter wel twee kanttekeningen. De anonimiteit moet wel worden gewaarborgd. Ten tweede zou de CBS niet alleen naar de land- en tuinbouw moeten kijken. De in dustrie en de gemeentelijke overhe den (openbaar groen) moeten ook in het onderzoek worden betrokken. De LMF denkt dat de enquête in vloed kan hebben op het toelatings beleid als mocht blijken dat bepaalde in het Meerjarenplan ver guisde middelen nog steeds in grote mate worden gebruikt. Het hoofdbestuur van de Zuidelijke Landbouw Maatschappij (ZLM) is nog terughoudend. Zij vindt het niet duidelijk genoeg wat er met de ge gevens gaat gebeuren. Ook is niet bekend hoe die gegevens worden geïnterpreteerd, aldus het hoofd bestuur. De enquête hoeft echter niet nadelig te zijn voor de sector. Daarom geeft het bestuur in feite geen advies uit. Iedere ondernemer moet zelf bepalen of men mee wil doen aan deze enquête. Het Landbouwschap acht het niet terecht dat er twijfels zijn in de agrarische sector. Het Schap vindt het van groot belang dat de boeren en tuinders meewerken aan de en quête van het CBS. Geert Pinxterhuis Het Landbouwschap' adviseert de minister van financiën het Vesti gingsbesluit landbouwspuitbedrijf voorlopig niet te herzien. Het minis terie wil alle vestigingsregelingen gaan aanpassen. Het Landbouw schap is echter van mening dat wat betreft de landbouwspuitbedrijven beter gewacht kan worden op aan passing van de Bestrijdingsmidde lenwet. Hierin wordt vermoedelijk per 1996 de licentieplicht voor het toepassen van gewasbescher mingsmiddelen geregeld. Dit maakt tussentijdse afschaffing van het vestigingsbesluit ongewenst. 'Ik vind dat dit departement nogal eens door de georganiseerde landbouw als niet-solide en onbetrouwbaar wordt afgeschilderd. Dan heb ik met eigen ogen en oren bij het overleg met de minister gezeten en zie ik de heren bui ten de deur een buitengewoon grote broek aantrekken. Ik heb ook wel eens gezegd dat de landbouworganisaties in het land niet een ander verhaal moe ten houden dan de dames en heren hier aan de tafel bij de minister'. Cees Gravendaal, eerste woordvoerder van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (Agrarisch Dagblad, 24 januari 1992). 'Ik kan mij niet voorstellen dat we in Nederland bereid zijn de economische aktiviteit op te offeren voor allerlei leuke dingen. Bepaalde landschappelijke zaken zijn nu eenmaal niet te realiseren in een dichtbevolkt land. Je kunt niet tegelijkertijd economie willen bedrijven en parkwachter zijn'. Ir. J. Prins, president-direkteur Cebeco Handelsraad (Krant op Zondag, 26 januari 1992). 'Ze doen net of de oude rassen in een bad vergif worden gedompeld. Dat is niet zo, en bovendien schuift de moderne landbouw steeds meer op naar rassen, waarbij minder bestrijdingsmiddelen gebruikt hoeven te worden. En de consument reageert daar op'. G. Lodewijk van de Vereniging ter behartiging van de Belangen van de Nederlandse Aardappelhandel (VBNA) over het onder zoek van de Consumentenbond naar het nitraatgehalte van aardappelen (Volkskrant, 30 januari 1992). 'De Nederlandse bedrijven hebben een gemiddeld balanstotaal van zo'n f 1,4 miljoen en een gemiddelde omzet van ongeveer f 300.000,—. Is dan f 2.000,— te veel voor een advies dat betrekking heeft op de toekomst van het hele bedrijf?' Ir. W. Tacken, direkteur DLV (Boerderij, 4 februari 1992). Wie maatschappelijk betrokken is kan de laatste tijd in figuurlijke zin zijn hart ophalen. Nederland is enige jaren terug door de ne gatieve economische ontwikke lingen enigszins met zijn neus op de realiteit van onze economi sche en sociale positie gedrukt. Ons land zette toen ook in poli tiek en maatschappelijke zin de tering naar de nering, zij het meer uiterlijk dan inhoudelijk. In middels lijkt het erop dat er in Nederland weer een behoorlijke neiging tot 'zweven' bestaat. Een 'zweven' dat ook de land- en tuinbouw zeer raakt. Naast alle zorgen die er bijvoor beeld al zijn over het landbouw beleid, vind ik dat zeer verontrus tend. De wens om alles te rege len en zich overal mee te be moeien viert weer hoogtij. Daarnaast is de inzet tot een ver dergaande nivellering weer krachtig aanwezig. Een van de voorbeelden daarvan is het 'plan Simons' voor de ziek tekostenverzekering. De meer derheid van de politiek verantwoordelijken komt niet uit het bedrijfsleven. Zij verwijten echter wel als dominees het be drijfsleven en de ondernemers, dat zij op tal van fronten tekort schieten. Natuurlijk heeft de politiek een specifieke taak ten aanzien van het inrichten en functioneren van de samenleving. Ik kan me ech ter niet aan het gevoel onttrek ken dat alles wat op verkwikke lijke afstand ligt het makkelijkst regelt. Milieu Het milieu is een zorg voor de hedendaagse samenleving, ook voor de boeren en tuinders. Na tuurlijk moeten vele zaken an ders en beter. Nog niet zolang geleden stond volk en vaderland de Nederlandse land- en tuin bouw aan te moedigen en toe te juichen bij haar prestatievergro- tende inspanning. Waarom her innert men zich dat niet meerIk vind dat milieuproblematiek een gezamenlijke zorg is en geza menlijk (agrariërs en samenle ving) ook in financiële zin moet worden opgelost. Het gaat echt te ver om via zogenaamde hoge strafport (heffingen) de agrari sche sector te benaderen. Deze strafport wordt nota bene niet eens gebruikt om de problema tiek op te lossen. Het geldtekort van de overheid is ontstaan door fouten in het sociaal-economisch beleid, na melijk te grote overdrachtsuitga ven en een te zwak beleid voor de sociale sector. De overheid moet haar financiële problemen niet afwentelen op een ander en helemaal niet op de produktieve sector. Heffingen op gewasbescher mingsmiddelen, kunstmest en energie die een dergelijk doel dienen, moeten dan ook ten strengste worden afgewezen. Het is een vorm van politieke lui heid om de zaken financieel- economisch gezond te maken. Arbeid Wat velen, waaronder ikzelf, al leen kennen uit de oorlogsverha len is de jacht op mensen, razzia's. Toch beleven we dit fenomeen in Nederland. Natuurlijk, het is prin cipieel fout dat er illegalen in Ne derland zijn en werken. Echter, hoe schril is het contrast tussen de behandeling van deze men sen en de al of niet vermeende politieke asielzoekers. Bij deze laatste groep druipt de humani teit a/s krokodillentranen van on ze politici; dezelfde politici die razzia's op illegalen mogelijk ma ken. Wat hypocriet! Maar wat nog erger is, als enige duizenden illegalen demonstreren worden ze door de politie begeleid! Dus is de vraag gerechtvaardigd of het alleen om de illegalen gaat. Of gaat het meer om die genen die niet altijd, maar wel vaak, uit armoede deze te werkstellen. Immers, tegenwoordig blijkt dat het arbeidsmarktmechanisme zo is gevormd dat in de steden wer keloosheidspercentages van soms tientallen procenten voor komen. Het gaat mij dan te ver mij om alleen maar onderne mers, ook in de land- en tuin bouw de schuld van het tewerkstellen van illegalen te ge ven. Bovendien, gaat naar mijn gevoel de overheid op een onmo gelijke bureaucratische manier met seizoen- en gelegenheidsar beid om. Stapelsdikke rapporten en tas sen vol beleid kunnen de markt werking uiteindelijk niet buiten werking stellen. Dit geldt trouwens voor het hele agrarische beleid. Echter hoe on- eigenlijker de marktregels zijn hoe oneigen/ijker de markt zich zal vormen. Zolang dat ten minste gaat en kan. Zoals uit het voorgaande blijkt is de arbeids markt misvormd. De overheid wentelt dat echter af op de on dernemers. Realisme In een wereld waar grenzen steeds meer vervagen is rea lisme ten aanzien van de eigen positie nodig. Nederland kan zich niet te afwijkend opstellen. Natuurlijk, we zijn een zoge naamd 'rijk' land. Maar hoe lang duurt dit nog, a/s we rijken en bekwamen zo ongeveer dwin gen te vertrekken en steeds meer armen naar binnen laten. En die hoeven vervolgens niet te werken, maar eten wel van onze sociale ruif. Immers een groot gedeelte van onze rijkdom is geleende rijkdom van de toekomst. Ons land kan niet eens voldoen aan de marges die aan de EMU zijn gesteld, na melijk een staatsschuld die niet groter is dan 60% van het BNP (Bruto Nationaal Produkt). In Ne derland bedraagt die 78%. Ons land kan zich daardoor niet ver oorloven teveel gidsland te zijn. Daarvoor is het realisme nodig. Ondanks alle zorg voor het mi lieu, kan dit niet eenzijdig tot be lastingobject worden gebombar deerd. Evenzo moet een arbeidsmarkt op realistische en eerlijke manier kunnen werken op basis van we derkerige rechten en plichten. En politici in Den Haag moeten min der dominee en meer econoom zijn. Soms is het goed mensen of or ganisaties op onvolkomenheden te wijzen. Maar de wijze waarop land- en tuinbouw de laatste tijd worden benaderd is onsmakelijk, onverdiend en gespeend van realisme. Marius Varekamp voorzitter KNLC

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 5