Toekomstige struktuur NAK en
keuringsdiensten in diskussie
Akkerbouw
Resistentie in hennep
tegen knobbelaaltje
Provinciale Raad onderstreept
belang regionaal onderzoek
Tarieven moeten omhoog
Ontheffing verleend
aan Van der Have
Research
Maisrassenwijzer
Geslaagde proef
luizendeterminatie
Uitspoelen van eventuele cysten uit de grondmonsters (foto Keuringsdienst NAK Goes).
De toekomstige struktuur van de
Nederlandse Algemene Keurings
dienst (NAK) en de vier regionale
keuringsdiensten staat volop ter dis
kussie. Aanleiding hiervoor is vooral
de afbouw van de overheidsbijdrage
aan de NAK en de op EG-niveau
plaatsvindende diskussie over keu
ringsrichtlijnen. Op de telersverga
deringen van de keuringsdienst
Rivieren-Delta-Nederland van de
NAK kwamen deze zaken volop aan
de orde.
Maandag 3 februari hield de keu
ringsdienst Rivieren-Delta-
Nederland in het kantoor te Goes de
eerste telersvergadering in een serie
van vijf. Voorzitter P.J. van Nieu-
wenhuijzen gaf aan dat de over
heidsbijdrage in drie jaar tijd geheel
afgebouwd wordt. In 1990 ontving
de NAK nog een bijdrage van f 9,4
miljoen (40 procent van de kosten).
Dit jaar is de overheidsbijdrage nog
ruim f 6 miljoen, volgend jaar ca.
f 3 miljoen en in 1994 nul. Op basis
hiervan en vanwege de te verwach
ten stabilisatie van de te keuren
arealen verwacht de NAK een 'ge
temporiseerde tariefsverhoging'. Dit
jaar stijgen de keuringstarieven met
minstens 10 procent. "Die tien pro
cent zal eerder worden overschre
den dan onderschreden", aldus Van
Nieuwenhuijzen.
Nieuwe benadering
Als gevolg van de diskussie in de EG
over keuringsrichtlijnen is in Neder
land breed overleg gevoerd met alle
betrokkenen om een nieuwe keu-
ringssystematiek uit te werken. Dit
heeft geleid tot een nieuw systeem,
dat in keuringskringen bekend staat
onder de naam 'new approach'. In
deze 'nieuwe benadering' gaat men
uit van een systeem waarbinnen be
drijven in de gelegenheid worden
gesteld zelf een deel van de keurin
gen te verrichten. Deze bedrijven
moeten dan wel aan bepaalde voor
waarden voldoen, en de invulling
hiervan kan per sektor verschillen.
De NAK is bereid de eigen organisa
tie aan te passen aan het nieuwe
systeem, maar, zo zei direkteur J.
Bultje van de keuringsdienst
Rivieren-Delta-Nederland maandag,
"de NAK wil in de toekomst wel
keuringsinstantie blijven". Hij legde
er de nadruk op dat niet het wegval
len van de overheidsbijdrage er de
oorzaak van is dat bedrijven op ter
mijn wellicht zelf gaan keuren. Ove
rigens liet de heer Van
Nieuwenhuijzen - als boer - weten
dat wat hem betreft de NAK gerust
alle keuringen mag blijven doen.
Werkgroep
Een landelijke werkgroep heeft in
een oriënterende studie naar de
keuringssystematiek gekonstateerd
dat een klein aantal - overigens zeer
waardevolle - aktiviteiten van de
NAK meer een dienstverlenend en
teeltbegeleidend karakter hebben,
en daarom als onderdeel uit het ba
sispakket kunnen vervallen. Door
voeren van de werkgroepvoorstellen
levert een globale besparing op van
f 500.000,—, zo deelde de heer
Bultje mee. Hij riep de betrokkenen
(kwekers, handelaren, telers en ge
bruikers) op om aktief mee te dis-
kussiëren over de toekomstige
struktuur van de NAK en de keu
ringsdiensten.
Aan Van der Have Research is door
de Gewestelijke Raad voor Zeeland
van het Landbouwschap onder de
zelfde voorwaarden als verleden jaar
ontheffing verleend van de verorde
ning Bestrijding Vergelingsziekte bij
Bieten voor het jaar 1992. De leden
van de Commissie die is belast met
de Controle op de ontheffingsvoor
waarden, bestaande uit vertegen
woordigers van de Raad (de heren
Kosten en Van der Wekken) en de
Plantenziektenkundige Dienst wer
den herbenoemd.
Zoals gebruikelijk gaf de heer Bultje
een terugblik op het afgelopen sei
zoen, vergezeld van een aantal aktu-
aliteiten per gewasgroep.
Groenvoedergewassen
De aangifte in de groenvoedersektor
bedroeg vorig jaar landelijk 28.700
ha, waarvan 28.500 ha grassen.
Hiervan werd 60 procent gekeurd
door Rivieren-Delta-Nederland. Het
groenvoederareaal is de laatste vijf
jaren sterk gestegen, van 18.700 in
1986 tot 28.700 ha in 1991. Lande
lijk springt vooral de sterke stijging
van het areaal Engels raai 2000
ha in 1991) in het oog.
Granen en andere zaden
De aangifte van granen, peulvruch
ten en fijne landbouwzaden be-
Tijdens de vergadering van 8 januari
onderstreepte de Provinciale Raad
voor de Bedrijfsontwikkeling in de
Landbouw Zeeland het belang van
regionale onderzoekcentra. De raad
stelde vast dat het ROC Rusthoeve
op de ingeslagen weg moet
voortgaan.
Tijdens de vergadering gaf de voor
zitter van Rusthoeve een toelichting
op het proefbedrijf, vooral op de al
gemene bestuurlijke zaken. Het
proefbedrijf te Colijnsplaat is een
akkerbouwbedrijf van nu 93 hectare
akkerbouw. De pas bijgekochte 10
ha waren noodzakelijk om gedegen
continu onderzoek op het eigen be
drijf te kunnen doen naar geïnte
greerde teelten. Op het ROC
Rusthoeve worden per jaar tussen
de 60 en 80 proeven uitgevoerd
met 7 vaste medewerkers.
Met betrekking tot het opstellen van
de proefplannen is de werkwijze dat
vanuit alle regio's proefvoorstellen
worden ingewacht. Deze voorstellen
worden door het PAGV gecoördi
neerd en daarna aan de verschillen
de regionale proefbedrijven
toegewezen. Het ROC heeft een
breed opgezet bestuur. Overkoepe
lend over 5 naburige ROC's staat
een cluster directeur. Door bestuur
lijk overleg met deze ROC's is er
eenheid in optreden naar buiten. Dit
is van belang voor de financiering
droeg vorig jaar ca. 14.500 ha
(16.250 ha in 1990), waarvan 65
procent in het gebied Rivieren-
Delta-Nederland. De daling was het
sterkste bij peulvruchten (in vier jaar
gedaald van 9.000 tot 3.000 ha) en
vezelvlas. Bij de teelt van granen
voor zaaizaad zorgt wilde haver in
toenemende mate voor problemen.
Bij granen en lijnzaad hoeft bij het in
het verkeer brengen van overjarig
zaad niet langer meer het oogstjaar
op het certificaat vermeld te wor
den. Gebleken is dat door o.a. betere
bewaaromstandigheden de kiem-
kracht na een jaar nauwelijks is af
genomen.
Het samenstellen van mengsels
hoeft voortaan niet binnen de eigen
gewasgroep beperkt te blijven. De
behoefte aan mengsels van bijv.
van het exploitatietekort. Dit nadelig
saldo wordt gedragen voor 50%
door de overheid en 50% door het
regionale bedrijfsleven.
Per 1 januari 1993 wordt de SNUiF
opgeheven. Onderzoek met betrek
king tot uien blijft vooralsnog ge
woon plaats vinden op Rusthoeve.
Herstructurering akkerbouw
De Raad nam kennis van het voor
nemen om in april/mei 1992 weer
tot een besluitvorming te komen
over een nieuwe tranche herstructu
reringsprojecten. Alleen volledig uit
gewerkte projecten die vóór 1
maart 1992 zijn ingediend kunnen
worden afgehandeld. Er is nog
steeds ruimte voor nieuwe projec
ten. Goede ideeën kunnen doorge
geven worden aan het
Consulentschap voor de Landbouw.
Force Limagrain heeft ook dit jaar
weer de Maisrassenwijzer uitgege
ven. Deze maisrassenwijzer staat
boordevol aktuele informatie over
snij- en korrelmais. Ook de tabellen
snij- en korrelmais uit de Rassenlijst
1992 zijn overgenomen.
granen met graszaad voor groenbe-
mesting heeft ertoe geleid dat een
dergelijk mengsel nu gecertificeerd
kan worden, met het groene-
mengsel-certificaat.
Pootaardappelen
De aangifte pootaardappelen nam
vorig jaar landelijk toe van 35.300
ha tot 38.500 ha 9 procent). De
stijging bedroeg in het keuringsge-
bied Rivieren-Delta-Nederland zelfs
18 procent. In dit gebied worden
vanaf 1991 geen verplichte rooidata
meer ingesteld. Daartegenover staat
een intensievere informatie aan de
telers over de luizensituatie, en een
in adviserende zin bedoelde datum
voor de loof vernietiging voor de
klasse E (voor het basispootgoed)
en de klasse A (voor het gecertifi
ceerd pootgoed). De teler bepaalt
aan de hand hiervan en een eigen
risiko-inschatting wanneer het per
ceel wordt doodgespoten. De defi
nitieve klassering wordt bepaald op
basis van de resultaten van de veld-
keuring en een integrale nakontrole.
Het gewijzigde rooidatumbeleid
heeft tot een duidelijke toename van
de nakontrole geleid.
Werkgroep TBZ
De werkgroep TBZ wil de afhanke-
Het Centrum voor
Plantenveredelings- en Reproduktie-
onderzoek (CPRO-DLO) heeft een
hennepherkomst opgespoord met
resistentie tegen het Noordelijk wor-
telknobbelaaltje. De vatbaarheid van
hennep voor dit aaltje wordt gezien
als grote belemmering voor de teelt
in de veenkoloniën. Bij toetsing van
hennepplanten afkomstig van circa
150 herkomsten is één absoluut re
sistente herkomst (genotype) ge
vonden. Daarnaast vertonen drie
andere genotypen een hoge mate
van resistentie. De vondst is gedaan
binnen het onderzoek dat in het ka
der van het Nationale Henneppro
gramma wordt uitgevoerd. Dit
onderzoekprogramma is gericht op
de teelt van hennep voor papier-
pulpproduktie.
Over de erfelijke achtergrond van de
resistentie valt nog niets te zeggen.
lijkheid van het gebruik van bewaar
middelen bij pootgoed verminderen,
met het oogmerk tot een reduktie
van het middelengebruik te komen
en het gevaar van resistentie te ver
kleinen. De bedoeling is dit jaar in
de drie betrokken keuringsdiensten
te starten met het vormen van per
handelshuis een studiegroep. Bij het
selektief toepassen of het eventueel
achterwege laten van bewaarmid
delen gaat het erom dat de teler
kennis heeft over o.m. de aanwezig
heid van fusarium en phoma, de
rasgevoeligheid voor deze ziekten,
een snelle droging na inschuren en
een goede beheersing van de be-
waarkondities.
AM-onderzoek
De keuringsdienst Rivieren-Delta-
Nederland voert zoals bekend het
onderzoek uit aan de grond-
morfsters ten behoeve van het aard-
appelmoeheidsonderzoek. Alle
pootgoedpercelen worden vooraf
gaand aan de teelt bemonsterd. Met
ingang van oogst 1993 vindt het
onderzoek niet meer plaats aan
monsters van 200 cc (een derde ha)
maar aan monsters van 600 cc (een
ha). Als er een besmetting wordt
aangetoond voert de Plantenziek
tenkundige Dienst een herbe
monstering per eenderde ha uit.
De PD heeft de NAK verzocht met
ingang van dit seizoen bij aange
toonde besmetting met AM-cysten
tevens een soortbepaling uit te voe
ren. Met de door de NAK ontwikkel
de Elisatoets kunnen Globodera
rostochiensis en G. pallida van el
kaar onderscheiden worden. Het
soortonderzoek moet de basis ge
ven voor een in de toekomst verder
te ontwikkelen systeem van per-
ceelsgerichte rasadvisering.
Het afgelopen seizoen hebben de
keuringsdiensten van de NAK met
succes een proef opgezet in de
vorm van een luizendeterminatie-
kursus voor pootgoedtelers.
Gebleken is dat de telers goed in
staat zijn risiko-luizen te determine
ren via de door de teler zelf ge
plaatste vangbakken, mits ze er
voldoende tijd in investeren. Ze kun
nen dan van perceel tot perceel
beslissingen nemen. Zeker voor de
hogere klassen en op bedrijven met
vrij aaneengesloten percelen kan de
teler met een dergelijke determinatie
zijn rendement verhogen, als gevolg
een langere groeitijd zonder grotere
risiko's.
Met ingang van het komend seizoen
wordt de luizendeterminatiekursus
aangeboden aan de telers van ba
sispootgoed. Uitgangspunt is de
kursus te zijner tijd in de normale
selektiekursus op te nemen.
Kruising met andere, landbouwkun
dig meer interessante henneptypen,
zal duidelijk maken hoe eenvoudig
of moeilijk het is om de resistentie in
veredelingsprogramma's te ge
bruiken.
De teelt van hennep als grondstof
voor de papierpulp-industrie is van
belang voor de verruiming van het
bouwplan in de Nederlandse akker
bouw. Hennep zou dan echter niet
bij mogen dragen aan de vermeer
dering van ziekten waar de andere
gewassen van het bouwplan scha
de ondervinden. Het Noordelijk wor-
telknobbelaaltje veroorzaakt
aanzienlijke opbrengstverliezen bij
de teelt van aardappel en peul
vruchten. Bij de teelt van resistente
hennep zal de vermeerdering van dit
aaltje achterwege blijven, waardoor
schade opbrengstverliezen voorko
men worden.