Regels voor aardappelteelt in verband met aardappelmoeheid Ontheffing van de vruchtwisselingsvoorschriften Mogelijkheden voor teeltjaar 1992 Enkele vruchtwisselingsschema's voor de aardappelteelt op basis van de nieuwe teeltregels bij een minimaal gebruik van resistente rassen Teeltschema's 89 90 91 92 93 94 95 96 9? 98 000 01 02 03 04 05 Eind jaren negentig worden de nieu we regels voor de aardappelteelt van kracht. De nieuwe teeltregels betekenen een beperking van de mogelijkheid om frequent te telen (1 op 2 teelt vervalt), een verplicht ge bruik van resistente rassen in de teeltschema's 1 op 3 en 1 op 4 en het vervallen van de verplichte grond- ontsmetting. De nieuwe teeltregels zullen vanaf 1997 van kracht worden. Het is echter belangrijk, dat al eerder in gespeeld wordt op de nieuwe re gels, zodat een geleidelijke aanpassing van het teeltplan moge lijk is. Doet u dit niet, dan kunt u voor het feit komen te staan in 1997 voor het gehele areaal aan aardappelen in het bouwplan in één keer te moeten overschakelen op de teelt van resistente rassen. Een andere belangrijke wijziging is het verplicht melden van de teelt van de, voor aardappelmoeheid, re sistente rassen. De teelt van deze rassen dient te worden gemeld bij het distriktskantoor van de Planten- ziektenkundige Dienst. Het niet mel den houdt in dat er bij kontrole door de overheid op het naleven van de regels altijd wordt uitgegaan dat een vatbaar ras is geteeld. De mel ding dient binnen twee weken na de plantdatum te gebeuren, doch uiter lijk 15 mei. De nieuwe teeltregels worden hier beschreven en in een schema nader toegelicht. Aan de hand daarvan kunt u voor enkele teeltschema's nagaan wat u moet doen om tijdig volgens de nieuwe regelste handelen. Voor de teelt van fabrieks- en konsumptieaardappelen in het noordoostelijk zand- en dal- grondengebied gelden andere re gels. Het melden van resistente rassen en grondontsmetting is voor dat gebied niet van toepassing, de teelt van pootgoed uitgezonderd! De vroegteeltregeling blijft ge handhaafd. Wat verandert er? melden van resistente rassen De teelt van AM-resistente ras sen moet met ingang van sei zoen 1991 worden gemeld. grondontsmetting De grondontsmetting heeft met ingang van 1997 geen betekenis meer voor het teeltschema. An ders gezegd: grondontsmettin- gen tellen na het teeltseizoen van 1996 niet meer mee. Let wel: het melden van grondont smetting blijft verplicht. 1 op 2 teelt De 1 op 2 teelt is met ingang van 1997 niet meer toegestaan. Anders gezegd: in 1996 kan voor het laatst in een 1 op 2 schema worden geteeld. 1 op 3 teelt De 1 op 3 teelt is met ingang van 1997 alleen toegestaan als afwisselend een vatbaar of een resistent ras wordt geteeld. Dit betekent dat als men in een jaar (b.v. 1997) een vatbaar aardap pelras wil telen de laatste teelt (in 1994) een resistent ras moet zijn geweest. 1 op 4 teelt De 1 op 4 teelt is met ingang van 1999 alleen toegestaan als in een cyclus van drie teelten in een vruchtwisselingsschema van 1 op 4 tenminste eenmaal een resistent ras is geteeld. An ders gezegd: de teelt van een vatbaar ras bij een 1 op 4 sche ma is, met ingang van 1999, al leen toegestaan als tenminste een van de twee voorgaande teelten in een 1 op 4 schema (laatste of voorlaatste teelt) een resistent ras betrof. Informatie kunt u verkrijgen bij het distriktskantoor van de Plantenziek- tenkundige Dienst, Vughtstraat 30 te Roosendaal, tel. 01650-37753. Toelichting bij teeltschema's 1a de teelt van een vatbaar ras in 1997 is toegestaan als in 1994 een resistent ras is geteeld. 1b overschakeling van 1 op 3 teeltschema met vatbare ras sen naar 1 op 3 teeltschema met afwisselend vatbare/re sistente rassen. 1c overschakeling van 1 op 2 teeltschema naar 1 op 3 teeltschema. 1d idem 1c. 1e overschakeling van 1 op 2 teeltschema naar 1 op 3 teeltschema. Een 1 op 2 teelt is met ingang van 1997 niet meer toegestaan. De uitge voerde grondontsmetting telt na 1996 niet meer. 1f idem 1e. 2ab de teelt van een vatbaar ras in 1999 is toegestaan als in 1991 of in 1995 een resistent ras is geteeld. 2c in 1999 moet men een re sistent ras telen als de twee voorgaande teelten (in 1995 en 1991) een vatbaar ras betrof. 2d overschakeling van 1 op 3 teeltschema met vatbare ras sen naar 1 op 4 teeltschema. 2e overschakeling van 1 op 3 teeltschema met afwisselend vatbaar/resistente rassen naar een 1 op 4 teeltschema. 2f idem 2e. 2g overschakeling van 1 op 3 teeltschema met afwisselend vatbaar/resistente rassen naar 1 op 4 teeltschema. De laatste teelt voor de over schakeling betreft in dit voor beeld een vatbaar ras. De volgende teelt (1 op 4) is al leen toegestaan indien het een resistent ras betreft. 2h overschakeling van 1 op 3 teeltschema met vatbare ras sen naar 1 op 4 teeltschema. De teelt in 1999 moet een re sistent ras betreffen. 2i overschakeling van 1 op 5 teeltschema met vatbare ras sen naar 1 op 4 teeltschema. De teelt in 2004 moet een re sistent ras betreffen. 3a 1 op 5 teeltschema met vat bare rassen is toegestaan. 3b overschakeling van 1 op 4 teeltschema naar 1 op 5 teeltschema. 3c overschakeling van 1 op 3 teeltschema naar 1 op 5 teeltschema. 3d idem 3c. NB Bij de bovenstaande teelt schema's is uitgegaan van de minimaal verplichte inzet van resistente rassen. Een ruime re inzet van resistente rassen is toegestaan. De "V's" in de teeltschema's kunnen dus ook gelezen worden als "R's". 1a. 1b. 1c. 1d. 1e. 1f. 2a. 2b. 2c. 2d. 2e. 2f. 2g- 2h. 2i. 3a. 3b. 3c. 3d. V R 1 op 3 1 op 3 1 op 2 naar 1 op 3 1 op 2 naar 1 op 3 1 op 2 naar 1 op 3 1 op 2 naar 1 op 3 1 op 4 1 op 4 1 op 4 1 op 3 naar 1 op 4 1 op 3 naar 1 op 4 1 op 3 naar 1 op 4 1 op 3 naar 1 op 4 1 op 3 naar 1 op 4 1 op 5 naar 1 op 4 1 op 5 teelt 1 op 4 naar 1 op 5 1 op 3 naar 1 op 5 1 op 3 naar 1 op 5 Vatbaar Resistent ras Grondontsmetting Geen aardappelteelt V V R v R V V R R V - V - R - R - V V - R - V R V R V V V R - - R - -I v - - v - - - V - - - V - - V - - R - - I - V - - - v - V - - I V - - - V - - V - - R V - - - R V V V - - - R - - - R V VR V V V V ingangsjaar 1 op 3 teeltregels ingangsjaar 1 op 4 teeltregels Larve van een aaltje die zich uit het ei tracht te bevrijden (foto BLGG Oosterbeek). Dit seizoen mogen de gewone, voor aardappelmoeheid vatbare aardap pelrassen geteeld worden op die plaatsen waar: a. in 1989, 1990 en 1991 geen aardappelen stonden, of b. voor het laatst in 1989 vatbare aardappelen zijn geteeld en daar na een grondontsmetting is uit gevoerd, opgegeven bij en akkoord bevonden door de Plan- tenziektenkundige Dienst, of c. voor het laatst in 1989 een aard- appelmoeheidsresistent aardap pelras werd geteeld, of d. voor het laatst in 1990 een aard- appelmoeheidsresistent aardap- pelras werd geteeld en vóór of na dat gewas een grondont smetting werd uitgevoerd, opge geven bij en akkoord bevonden door de Plantenziektenkundige Dienst. Aardappelrassen met resistentie te gen aardappelmoeheid mogen in 1992 op die plaatsen worden ge teeld waar: a. in 1990 en 1991 geen aardappe len stonden, of b. voor het laatst in 1990 (hetzij vatbaar, hetzij resistent) aard appelen werden geteeld en vóór of né dat gewas een grondont smetting werd uitgevoerd, opge geven bij en akkoord bevonden door de Plantenziektenkundige Dienst. In het veenkoloniale gebied gelden andere regels. Op basis van het Besluit bestrijding aardappelmoeheid is het mogelijk om in bepaalde gevallen ontheffing te verkrijgen van de vruchtwisse lingsvoorschriften. Aan een onthef fing kunnen voorwaarden worden gesteld, zoals het uitvoeren van een grondontsmetting en/of het telen van AM resistente rassen. Ontheffingen kunnen worden aan gevraagd via de daarvoor bestemde formulieren, die verkrijgbaar zijn bij het distriktskantoor van de Planten ziektenkundige Dienst. Bij het aan vragen van ontheffing dient men met de volgende punten rekening te houden: een aanvraag dient zo vroeg mogelijk ingediend te worden, in ieder geval minstens 6 weken vóór de pootdatum; aanvragen in gediend na 1 mei 1992, worden niet meer in behandeling genomen; nimmer wordt ontheffing verleend als aardappelen reeds gepoot blijken te zijn; aanvragen worden pas in be handeling genomen nadat de ver schuldigde kosten hiervoor zijn ontvangen. Oud grasland Als een perceel tenminste 8 jaar aaneengesloten in gras heeft gele gen, bestaat de mogelijkheid direkt na het scheuren twee jaar achter een aardappelen te telen. Die twee de teelt is mogelijk middels een ontheffing van de vruchtwisselings voorschriften. De aardappelteelten moeten dus direkt na het scheuren plaatsvinden. Geen ontheffing wordt verleend als tussen het scheuren en de eerste aardappel teelt of tussen de eerste en tweede aardappelteelt één of meer jaren een ander gewas werd verbouwd. Ruilverkaveling In ruilverkavelingsgebieden kan veelal in de nieuwe situatie, bij het opzetten van een nieuw bouwplan geen rekening worden gehouden met de oude perceelsindeling. Dit betekent dat bij de indeling van de aardappelteelt in het kader van de vruchtwisselingsvoorschriften niet altijd rekening kan worden gehou den met voorafgaande aardappel teelten. Herindeling bedrijf Hieronder wordt verstaan een wijzi ging in de percelen, waardoor een nieuw bouwplan opgesteld moet worden en waarbij niet altijd reke ning kan worden gehouden met de voorgaande aardappelteelten. De re den van wijziging van de perceelsin deling kan zijn: bedrijfsvergroting of -verkleining door bijvoorbeeld aan- of verkoop van grond en/of door overname van bedrijf, wegenaanleg, dempen of graven van sloten. Ont heffingen wegens herindeling be drijf worden alleen gegeven voor een 1 op 1 of 1 op 2 teelt. Bij het aanvragen van de ontheffing dient duidelijk vermeld te worden wat de reden van de herindeling is. Bij het verlenen van ontheffing wegens herindeling bedrijf wordt altijd een voorwaarde gesteld van hetzij de teelt van een resistent ras hetzij een grondontsmetting. Bijzondere situatie Hieronder wordt o.a. verstaan: - jonge of in te planten boomgaar den. Voor grond waarop in najaar 1991 of voorjaar 1992 vruchtbo men worden ingeplant of voor een zich sluitende boomgaard is het mo gelijk om éénmaal een aardappel teelt uit te oefenen middels deze" ontheffing in een nauwere vrucht wisseling. - onttrekking aan agrarisch gebruik. Een bewijs van onttrekking dient met de aanvraag te worden meege zonden. Preventieve grondontsmetting Met ingang van teeltseizoen 1991 is het mogelijk om ontheffing te ver krijgen van de verplichté preventieve grondontsmetting, welke bij een 1 op 2 en 1 op 3 teelt van aardappe len wordt voorgeschreven. Deze ontheffing is mogelijk als het betref fende perceel of perceelsgedeelte volgens een intensieve grondbe- monstering onderzocht is en vrij is bevonden van levende besmetting van het aardappelcysteaaltje. De onderzoeksinstanties die aange wezen zijn om een dergelijk onder zoek uit te voeren zijn: de keuringsdiensten van de NAK, het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek; de Groene Vlieg. Voor het laten uitvoeren van een in tensieve bemonstering moet de te ler of gebruiksgerechtigde rechtstreeks kontakt op nemen met genoemde instanties. Als een perceel of perceelsgedeelte door middel van de intensieve be monstering vrij is bevonden van aard appelmoeheid, dan wordt op verzoek door de onderzoeksinstan tie een officiële schets/verklaring af gegeven met daarop aangegeven welk perceel of perceelsgedeelte vrij is. Aan de hand van die schets/ver klaringen kan bij de PD ontheffing aangevraagd worden van de ver plichte preventieve grondontsmet ting. De originele schets/verklaring dient bij de ontheffingsaanvraag ge voegd te worden. Fotokopieën wor den niét geaccepteerd. Verder is een voorwaarde dat tijdstip van be monstering en het onderzoek moet liggen tussen de teelt waarvoor ont heffing wordt gevraagd en de daar aan voorafgegane aardappelteelt. Indien ontheffing wordt verleend van de vruchtwisselingsvoorschrif ten en daaraan de voorwaarde van een grondontsmetting wordt ver bonden, is het mogelijk ingeval een verklaring van een intensieve be monstering wordt overlegd onthef fing te krijgen van die voorwaarde. Ontheffingsaanvragen kunnen wor den ingediend bij de distriktskanto- ren van de Plantenziektenkundige Dienst. Ook de aanvraagformulieren zijn daar verkrijgbaar. Het adres is: Plantenziektenkundige Dienst, Vughtstraat 30 (postbus 1236), Roosendaal.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 10