De maand februari op het zuidwestelijk akkerbouwbedrijf Maalindustrie Nederland bezorgd over kwaliteit Duitse tarwe Bij het schrijven van dit artikel is het jaar 1992 nog maar net begon nen. Na twee redelijke akkerbouwjaren is het nu nog niet duidelijk wat het financiële resul taat voor 1991 zal zijn. Dit zal vooral afhangen van de prijsontwikke ling van consumptie aardappelen. Dit ziet er momenteel vrij gunstig uit. Daar staat tegen over, dat op sommige bedrijven de opbrengst het wat heeft laten zit ten. Ook de prijzen van andere gewassen laten te wensen over. Naast de bruto- opbrengsten wordt de rentabiliteit van het be drijf echter ook sterk bepaald door de teelt- kosten en de vaste kosten. De kwaliteit van de produkten wordt hierbij steeds belang rijker. PAGV presenteert nieuwe teelt handleidingen 15 Goed bedrijfsbeleid Een goed bedrijfsbeleid is alleen mogelijk wanneer u inzicht heeft in de kosten en opbrengsten van uw bedrijf. De fiscale boekhouding kan hierbij belangrijke informatie ver schaffen. Met behulp van enig re kenwerk krijgt u inzicht in de kosten van diverse onderdelen en de (net- tojopbrengsten van de gewassen. Wanneer u dit over meerdere jaren berekent, leert u de sterke en zwak ke kanten van het bedrijf beter ken nen. Zijn de kilogramopbrengsten matig of de teeltkosten van de ge wassen hoog, kijk dan eens kritisch naar o.a. het bemestingsbeleid, de teelttechniek en de kosten van de gewasbescherming. Alleen dan is een doelgerichte bedrijfsvoering mogelijk. Wees ook kritisch op de kosten van mechanisatie en loonwerk. Overweegt u een belangrijke wijzi ging in de bedrijfsvoering, dan ver dient het zeker aanbeveling om een bedrijfsbegroting te (laten) maken. Door middel van een bedrijfsbegro ting kunt u het effect van de veran deringen doorrekenen om zo de juiste beslissing te nemen. Bij het maken van een bedrijfsbegroting kan een deskundige van de DLV u behulpzaam zijn. Goed ondernemer schap en vakmanschap zijn voor waarden voor een rendabele bedrijfsvoering. In dit verband willen wij u wijzen op de volgende naslagwerken: Kwantitatieve informatie 1991/1992 voor de akkerbouw en de groenteteelt in de vollegrond. Bestellen door storting van f 25,— op girorekening nr. 2249700 t.n.v. PAGV, Lelystad. Rassenlijst 1992 voor landbouw gewassen. Bestellen door storting van f 12,85 op girorekening nr. 337124 t.n.v. Leiter-Nypels BV Maastricht, onder vermelding van 67e Rassenlijst. Bij de DLV team kantoren akker bouw zijn (telefonisch) de volgende uitgaven te bestellen: Handleiding 1992 gewasbescher ming akkerbouw Gebouwen op het akkerbouwbedrijf De teelt van pootaardappelen De teelt van cichorei De teelt van olievlas De teelt van korrelmais Tel. DLV Goes 01100-33711; Tel. DLV Westmaas 01864-3011. Al de ze uitgaven kosten f 10,—, met uit Overladen van kunstmest zondering van 'Gebouwen op het akkerbouwbedrijf' die f 20,— kost. Spurtplan Gewasbeschermingsmiddelen zijn duur. Doelgericht werken en tevens letten op de financiële kant kan de kosten beperken. Kennis van de (te verwachten) onkruiden en weten uit welke middelen een keuze gemaakt moet worden, is nodig om met min der kosten tot een goed resultaat te komen. Akkerbouwers die spuiten op kleine onkruiden hebben betere resultaten met minder gewasbe schadiging, terwijl ze goedkoper uit zijn. Het laatste onkruidplantje do den is veelal (te) duur. Voor de insekten- en ziektebestrijding geldt evenzo, eerst vaststellen of een be handeling noodzakelijk is en dan een doelgerichte en prijsbewuste middelenkeuze. Verder kan een betere verdeling van de spuitvloeistof leiden tot lagere doseringen, dus ook lagere kosten! Het opstellen van een goed spuit- plan voor 1992 kan mogelijk de uit gaven beperken. Tenslotte, spuit op het juiste moment, met een machi ne die in orde is. Via de SKL (Stich ting Keuring Landbouwspuiten) kan uw machine een keuring ondergaan waarbij de belangrijke onderdelen getest worden. Bemesting Wanneer de omstandigheden dit toelaten, zal deze maand veel kunst mest gestrooid worden. Voor de fosfaat- en kalibemesting vormt grondonderzoek de basis. Let op bij het zelf nemen van grondmonsters. Steek het monster tot op bouw- voordikte, ofwel de normale ploeg1 diepte. Regelmatig onderzoek geeft een duidelijk inzicht in de vrucht baarheid van de grond. Een goed hulpmiddel bij het vaststellen van een bemestingsplan is het bijhou den van een mineralenbalans. Na het invullen hiervan vindt u de be- nuttingspercentages van de gestrooide hoeveelheden organi sche mest en kunstmest. Hoe liggen deze cijfers op uw be drijf? Hoe effectief worden bij u de meststoffen ingezet. Waar is verbe tering mogelijk? Houdt bij het vast stellen van de hoogte van de gift rekening met de organische mest, die in het najaar is toegediend. Voor opgave van N-mineraal onderzoek is het nu de hoogste tijd. Wilt u eind februari geïnformeerd zijn over de hoogte van de voorraad, laat dan nu het monster nemen. Voor zomergerst en suikerbieten is het niet goed mogelijk om de opti male gift vast te stellen zonder dat u weet wat nog in de grond aanwe zig is. Voor deze gewassen is N- mineraalbepaling zeer belangrijk. Als de kali nog niet is gegeven, wordt het nu tijd deze, mede afhan kelijk van de soort en de hoeveel heid, zo snel mogelijk te geven. Aardappelen en bruine bonen zijn gevoelig voor chloorhoudende meststoffen. Strooi, zeker voor deze gewassen, de kali 4 a 6 weken voor het poten of zaaien. Wintertarwe Afhankelijk van de N-voorraad in de bodem kan de eerste stikstofgift worden bepaald. De hoogte van de eerste gift is 140 kg N minus de voorraad. Bij een volle stand is het niet direct nodig al in februari te strooien. In maart zijn er minder ver liezen. Als de stand duidelijk te dun is, kan vroeg strooien de uitstoeling en daarmee de standdichtheid be vorderen. In de praktijk roept het tijdstip van de tweede gift steeds weer vragen op. Tijdens de fase van sten gelstrekking heeft het gewas veel stikstof nodig. Die moet dan ook beschikbaar zijn. Een te vroege toe diening vergroot het gevaar van le gering; een te late toediening kan de opbrengst schaden. Op het veld kan niet altijd goed beoordeeld worden wanneer het stikstofaanbod ontoe reikend begint te worden. Aanleg van een 'stikstofvenster' kan hierin inzicht verschaffen. Een plek van 50 100 m2 krijgt bij de eerste gift 30 kg N minder toegediend dan de rest van het perceel. Tijdens het groeiseizoen zal het gewas in deze plek eerder een tekort aan stikstof krijgen. Door contrastwerking is dit visueel goed zichtbaar in het perceel. Wordt het stikstofvenster vroeg in de uit- stoelende fase zichtbaar, dan is een tijdige aanvulling van 30 kg N ge wenst. Nadien kan de tweede en derde gift alsnog normaal worden toegediend. Wordt het venster bij het begin van de stengelstrekking zichtbaar, dan kan de tweede gift worden vervroegd en de derde gift iets worden verhoogd. Is op het moment van de tweede N gift (twee knopen voelbaar) het venster nog niet zichtbaar dan kan de tweede gift, afhankelijk van de stand van het gewas, wat worden verlaagd. Het aanleggen van een stikstofvenster is zeker de moeite van het proberen waard. Zowel in proeven als in praktijkpercelen zijn hiermee uitstekende resultaten behaald. Komt er eind februari kamille, kleef kruid of muur voor in de tarweper- celen, voer dan een bespuiting uit met Herbogil of DNOC. Vorst binnen een week na de bespuiting kan schade geven, maar een enkele nachtvorst is nauwelijks nadelig. Komt op het perceel ook duist voor, gebruik dan een isoproturon bevat tend middel. Na een bespuiting hier mee kan binnen 6 weken geen grasgroenbemester worden in gezaaid. Zomergerst Indien de grond voldoende droog is, kan vanaf eind februari gerst ge zaaid worden. Voor een goede op brengst is vroeg zaaien noodzakelijk. Bij vroege zaai is een grof zaaibed gewenst. Zaai niet die per dan 3 a 4 cm, op de vaste on dergrond. Dieper zaaien geeft minder uitstoeling en daardoor te weinig aren. Gebruik, afhankelijk van de omstan digheden (gemiddeld) 130 kg zaai zaad per ha. Het stikstofadvies is hetzelfde ge bleven: 100 kg N minus de bodem- voorraad. Graszaad Veldbeemd, roodzwenk en riet- zwenk moeten vroeg over stikstof kunnen beschikken. Dit is nodig voor voldoende, goed ontwikkelde zaadstengels. Benut de kans als die er is vanaf begin februari. Alleen als de grond diep bevroren is, moet de bemesting uitgesteld worden. Dit om wortelverbranding bij opdooi te voorkomen. Bij Engels raaigras kunnen de vroe ge hooitypen begin maart en de la tere typen tot eind maart de stikstofbemesting toegediend krij gen. Is dit gewas nog erg klein, dan is het delen van de stikstofgift aan te bevelen om zoutschade te voor komen. De eerste gift begin maart en de tweede gift (na regen) twee a 3 weken later. Komt in raaigras klein onkruid voor, dan kan een bespuiting met Herbo gil of DNOC een goede en goedko pe oplossing zijn. Het gewas moet dan minstens 2 a 3 blaadjes heb ben. Bij vorst is er enige kans op schade. Bij grotere onkruiden kunt u MCPP toevoegen. Dit werkt beter naarmate de temperatuur hoger is. Aardappelen Om blauwgevoeligheid te beperken moet een goede kalitoestand van uw percelen worden nagestreefd. Een laag kaligetal, gecombineerd met een hoge kalibemesting, geeft een blauwgevoeliger produkt dan een hoog kaligetal met een lagere bemesting. De vraag of kali in het voorjaar gegeven de blauwgevoelig heid van de aardappelen beperkt, kan in een aantal gevallen positief worden beantwoord. Bedenk hierbij wel dat dit niet voor alle rassen geldt en de opbrengst enigszins ne gatief beïnvloed kan worden. Het advies voor Bintje, wanneer regel matig een hoog onderwatergewicht voorkomt en een grote mate van blauwgevoeligheid, een gift in het voorjaar toe te passen: - op gronden met minder dan 20% slib circa 150-200 kg kali 60% op gronden met meer dan 20% slib circa 200-250 kg kali 60% Bij Agria en Ukama is een voorjaars gift minder gewenst omdat deze rassen al een laag onderwaterge wicht als raseigenschap bezitten. Chloor kan grauwverkleuring bevor deren. Geef dus niet meer dan no dig is en strooi dit ruim vóór het poten. Zorg vooral, dat het K-getal op uw percelen voldoende hoog is. L.N. Bax bedrijfsdeskundige DLV Team Akkerbouw Goes De toenemende afhankelijkheid van de maalindustrie in Nederland van Duitse tarwe is een bron van zorg, aldus mededelingen van de Stich ting Voorlichtingscentrum Neder lands Meel. Gevreesd wordt namelijk dat de Duitse telers in toe nemende mate tarwerassen met hoge opbrengst en slechte deeg- en bakkwaliteiten zullen gaan inzaaien. Momenteel is er nog voldoende Duitse tarwe van geschikte kwaliteit beschikbaar, waarmee de maalindu strie, zeker als gemelangeerd wordt met andere tarwe, de gewenste kwaliteiten bloem en meel kan pro duceren. Door invloed van de vraag voor ex port liggen de prijzen van Franse en Nederlandse tarwe 1 tot 2 procent hoger dan vorig jaar. De prijzen van Duitse kwaliteitstarwe zijn voorals nog niet veel hoger dan vorig jaar. Te verwachten is dat de EG tarwe- prijzen in de komende maanden zul len aantrekken. Tarwegluten De prijs van tarwegluten is dit oogstjaar ongeveer verdubbeld. Dat is toe te schrijven aan de toename van de uitvoer naar o.m. de Verenig de Staten en Canada. Voorts is het ook toe te schrijven aan meer ge bruiksmogelijkheden van tarweglu ten' buiten de maalindustrie. Een belangrijke bijdrage daartoe is gele verd door het toepassen aan procé dés waarmee tarwegluten oplosbaar kunnen worden gemaakt. Onlangs verschenen bij het PAGV te Lelystad vijf nieuwe teelthandleidin gen, te weten spinazie f 15,— plantuien (f 15,-), radicchio (f 10,— winterrogge (f 10,— en witte asperge f 15,— De uitga ven zijn te bestellen door het bijbe horende bedrag te storten of over te maken op postrekening nr. 22.49.700 t.n.v. PAGV, postbus 430, 8200 AK te Lelystad, onder vermelding van de titel van de teelt handleiding die verlangd wordt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 15