Nieuws en Commentaar
Akkerbouwstudieclubs gericht
op verbetering ondernemerschap
Zegge en schrijve
Wie dan leeft...
Illuster tweetal wil
niet weer in de krant
Piet en Rinus doen het niet!
Aangepaste Ooipremieregeling
behoeft voorlichting
Verbetering toelating
bestrijdingsmiddelen
dringend gewenst
Deelnemers wisselen financiële gegevens uit
31<
Onderzoek naar taak
verdeling ministeries
Studieclubs voor ondernemers in de
landbouw zijn geen copie van de al
bestaande 'praatclubs' voor boeren.
Ze zijn bedoeld om van akkerbou
wers (nog) betere ondernemers te
maken. Dat gebeurt hoofdzakelijk
door uitwisseling van bedrijfsgege
vens en door het luisteren naar er
varingen van bedrijfsgenoten.
De animo voor de studieclubs is in
Zuidwest-Nederland nog niet bijster
groot. Toch kwam er juist uit deze
regio veel steun voor het initiatief
om het ondernemen in de akker
bouw op een hoger plan te brengen.
De studieclubs vormen een van de
projecten, die door de zuidwestelijke
herstructureringscommissie voor de
akkerbouw werden voorgedragen
voor subsidie. Het project werd in
derdaad door het ministerie van
Landbouw gehonoreerd. Aangezien
ook de Hollanden eenzelfde project
hadden ingediend, zijn nu in heel
West-Nederland ondernemersstu
dieclubs in oprichting.
In Zeeland zijn intussen twee bege
leiders druk bezig de clubs van de
grond te krijgen. Dat zijn Jan Mog-
gré en Luc Mangnus. Ze werken
vanuit het Landbouwhuis in Goes.
In West-Brabant is Marga Jacobs
als begeleider aangewezen. Ze
houdt kantoor bij de NCB in Roo
sendaal.
Verwarring
In dit stadium is het bekend maken
van de studieclubs een van de be
langrijkste taken van de begeleiders.
Het gaat hier immers om een nieuw
fenomeen. De hier en daar ontstane
verwarring met al bestaande akker
bouwstudieclubs is enigszins begrij
pelijk. Het gaat echter om
verschillende dingen. De bestaande
clubs houden zich vooral bezig met
teelttechnische en bedrijfseconomi
sche zaken. De nieuwe clubs rich
ten zich zoals gezegd uitsluitend op
het ondernemerschap.
In de praktijk blijkt dat er tussen ver
gelijkbare bedrijven grote inkomens
verschillen bestaan. De ene boer
haalt een redelijk inkomen uit zijn
bedrijf, de ander doet het op een
zelfde bedrijf veel minder goed.
Vaak ligt dit aan een minder goed
functionerend ondernemerschap.
De studieclubs zijn bedoeld om hier
in verbetering te brengen.
Deelname aan een studieclub heeft
als voordeel dat bedrijfsgenoten el
kaar vanuit de praktijk informatie
geven. Dat gebeurt onder andere
aan de hand van uitwisselingen van
bedrijfsresultaten en vergelijking
van bouwplannen en teeltkeuzes.
Men zal dus bereid moeten zijn de
collega's in de keuken van het eigen
bedrijf te laten kijken. De uitwisse
ling gebeurt overigens in een ver
trouwelijke sfeer.
De maandag 20 januari jl. geinstal-
leerde Kommissie Hendriks-De
Zeeuw heeft tot taak te komen tot
een heldere visie op de gewenste
taakverdeling tussen het ministerie
van Welzijn, Volksgezondheid en
Cultuur en het ministerie van Land
bouw, Natuurbeheer en Visserij. De
kommissie zal zich met name rich
ten op de kontrolestruktuur in vee-
en vleessektor. Met name op het
gebied van keuringsorganisaties
dreigen overlappingen te ontstaan.
In de kommissie hebben de heren ir.
A. de Zeeuw, oud-direkteur-
generaal Landbouw en Voedsel
voorziening en J.RM. Hendriks, oud-
staatssekretaris van Volksgezond
heid, zitting.
Deze werkwijze maakt het mogelijk
eens grondig naar het eigen bedrijf
te kijken. Wat kan er beter? Welke
andere of nieuwe gewassen moet ik
gaan telen? De deelnemers krijgen
kortom informatie beschikbaar die
hen in staat zijn stelt om meer ren
dement uit hun bedrijf te halen.
Aanmeldingen
De twee begeleiders in Zeeland zijn
sinds begin december aan het werk,
in Brabant is het werk iets later op
gang gekomen. Het aantal aanmel
dingen neemt weliswaar toe, maar
het loopt nog niet storm. Om dit
meerjarig project tot een succes te
maken kunnen zich nog steeds ak
kerbouwers aanmelden. Men denkt
dit jaar met ongeveer 10 clubs te
gaan werken.
Begeleider Jan Moggré was maan-
In de ZLM-krant van twee weken
geleden heeft u een interview
kunnen lezen dat onze Westbra
bantse korrespondent Jan van
Tilburg gehouden heeft met de
89-jarige Piet Franken uit Wouw,
al 65 jaar lid van de ZLM, en zijn
83-jarige inwonende medewer
ker Rinus Jochems. Ook het Bra
bants Nieuwsblad had
belangstelling om dit illustere
tweetal te interviewen. Beiden
meenden echter dat één verhaal
in de krant meer dan genoeg
was, getuige onderstaand be
richt uit het Brabants Nieuws
blad van 15 januari jl., onder de
kop "Piet en Rinus doen het
niet".
door Hessel de Ree
WOUW. "Ik doe het niet! Ik doe
het niet! Ik doe het niet!", klinkt
het alles behalve onzeker door
de telefoon. Hij doet het dus
niet. Piet Franken wil niet in de
krant. Jammer, want de
89-jarige boer uit Wouw had me
daar een mooi verhaal kunnen
vertellen!
Dat de oud-landbouwer inmid
dels 65 jaar lid is van de Zuidelij
ke Landbouw Maatschappij
(ZLM), is at een prestatie op zich.
Nog opmerkelijker vind ik echter
dat zijn knecht Rinus Jochems
(83) al die jaren bij hem inwoon
de: eerst op de boerderij en nu in
een bungalow in het centrum
van Wouw. Waar zie je nou nog
zo'n onafscheidelijk span, baas
en knecht?
Schitterende belevenissen moe
ten ze hebben meegemaakt.
maar ook droeve en tragische
voorvallen. Helaas, wij zullen er
nooit achterkomen. Hoewel:
voor de ZLM-krant van vrijdag
10 januari maakte het illustere
tweetal een uitzondering. De
Wouwenaren stonden dit vak
blad een interview toe. "En daar
blijft het bij. Het is mooi zo", rea
geert Franken a/s ik drie dagen
later toch bij hem aan aan de bel
trek. Deze laatste poging hem
over de streep te trekken, ver
zandt jammerlijk in de stand
vastigheid van de boer.
"Ik doe het niet, volstrekt niet. Ik
ben negenentachtig jaar en ga
eens lekker televisie kijken",
roept hij vanuit de deuropening.
Eén reaktie, of liever gezegd
klacht, wil hij nog kwijt: "Maak
die lettertjes van jullie beursblok
wat groter. Ik ben nu zestig jaar
lid BN, maar kan die priegeldin-
gen niet meer lezen".
dag j.l. te gast in de vergadering van
het hoofdbestuur van de ZLM. Hij
riep de aanwezige bestuurders op
via hun kringen en afdelingen het
bestaan van de studieclubs bekend
te maken en de leden op te wekken
aan deze clubs te gaan meedoen.
Vanuit het hoofdbestuur werd overi
gens aangedrongen op een goede
afstemming met de reeds bestaan
de aktiviteiten op dit terrein. Met
name Verenigingen voor Bedrijfs
voorlichting moeten er bij betrokken
worden. Om verwarring onder de
boeren tegen te gaan, moet er over
leg en samenwerking komen, aldus
het hoofdbestuur, dat overigens de
oprichting van ondernemersstudie
clubs van harte toejuichte en de
wens uitsprak dat veel akkerbou
wers van deze nieuwe mogelijkhe
den gebruik zullen gaan maken.
Piet Franken (met bril) en Rinus Jochems uit Wouw.
Vorige week hebben wij in onze ZLM-krant uitvoerig bericht over de
wijzigingsvoorstellen van het kabinet met betrekking tot de pachtwet.
Kern daarvan is de introductie van een nieuw bijzonder pachtstelsel.
In dit stelsel wordt het met name mogelijk om voor maximaal twaalf
jaar los land te verpachten zonder dat de regels van de prijsbeheer-
sing, het Verlengingsrecht, de in de plaatsstelling en het voorkeurs
recht van toepassing zijn. De enige eis die aan dergelijke
overeenkomsten wordt gesteld is dat ze door de Grondkamer moeten
worden goedgekeurd.
Een dergelijke regeling staat haaks op de visie van de ZLM om niet
principieel te morrelen aan de pachtregels. Dit omdat anders niet al
leen de pacht als instituut op losse schroeven komt te staan maar
ook de pachtprijs een koehandel wordt. Wat de ZLM betreft is er ove
rigens best over de pachtprijs te praten maar niet zolang dit soort in
grijpende wijzigingsvoorstellen met betrekking tot het wezen van de
pacht op tafel ligt.
Het probleem bij discussies a/s deze is altijd dat je je gelijk pas kunt
bewijzen als het kwaad al geschied is. Bovendien zal dit gelijk zich
pas geleidelijk en op langere termijn openbaren. Voor de politiek - die
hier de beslissing over moet nemen - geldt in zo'n geval dat adagium
'wie dan leeft, dan zorgt'. Daar komt nog bij dat ik in de voorliggende
kabinetsvoorstellen duidelijk de ideeën van het CDA Tweede Kamerlid
Jan van Noord meen te herkennen. Als dat inderdaad zo is wordt de
discussie met de Kamer waarschijnlijk een verplicht nummer en staat
de uitslag al min of meer bij voorbaat vast.
Kamperen bij de boer
In tegenstelling tot de pacht is er over het kamperen bij de boer wel
een positieve ontwikkeling te melden. Deze week namelijk besloot
het dagelijks bestuur van het Landbouwschap op voorstel van de
Zeeuwse Landbouw Organisaties in beginsel akkoord te gaan met
maximaal 15 kampeereenheden per bedrijf. Tot nu toe wilde het
Landbouwschap niet verder gaan dan maximaal 10 eenheden. Harde
voorwaarde bij de 15 eenheden is dat het kamperen bij de boer een
aktiviteit moet blijven die past binnen de agrarische bestemming van
de omgeving. Dit strookt overigens met onze eigen zienswijze. Door
dat nu ook het Landbouwschap achter de Zeeuwse wens is gaan
staan wordt de kans groter dat het getal 15 ook door de politiek
wordt geaccepteerd. Zo ver is het echter nog niet! We gaan dus ook
op dit punt door met onze lobby. Oggel
Als gevolg van wijzigingen in de EG-
premieregeling Schapevleesprodu-
centen zal de nationale uitvoerings
regeling worden aangepast. Het
Landbouwschap ging woensdag ak
koord met de wijziging.
De nieuwe regeling heeft tot gevolg
dat de aanvraag van de ooipremie,
die men in de periode 3 t/m 28 fe
bruari moet indienen, er niet een
voudiger op wordt. Er komen nu
twee aanvraagformulieren: een voor
producentengroeperingen (zoals
maatschappen) en één voor per
soonlijke ondernemingen.
Om te grote problemen met premie-
aanvragen te voorkomen bepleit het
Landbouwschap bij het ministerie
van Landbouw, Natuurbeheer en Vis
serij uitgebreide voorlichting over de
wijzigingen. Het schap adviseert de
schapenhouders de toelichting bij
het aanvraagformulier goed te
lezen.
Het Landbouwschap vindt dat het
toelatingsbeleid voor bestrij
dingsmiddelen blijft falen. Ondanks
herhaalde protesten van het schap
voldoet de Commissie Toelating
Bestrijdingsmiddelen (CTB) nog
steeds niet aan de eisen van doel
matigheid, doeltreffendheid en
rechtvaardigheid.
Bij de Tweede Kamer gaat het Land
bouwschap daarom nogmaals aan
dringen op een spoedige en
grondige herstructurering van de
CTB, te meer omdat door de slecht
functionerende commissie de toela
ting van nieuwe, milieuvriendelijke
middelen wordt geblokkeerd.
Nieuwe en verbeterde bestrij
dingsmiddelen komen nog steeds
slechts mondjesmaat en met grote
vertraging beschikbaar. Regelmatig
moeten toelatingen ook nog via de
rechter worden afgedwongen. Nieu
we middelen zijn met spoed ge
wenst om milieutechnische
bestrijdingsmiddelen te kunnen ver
vangen.
Volgens het Landbouwschap moet
de besluitvorming in de CTB aan
vaste procedures en termijnen wor
den gebonden. Door de CTB een
onafhankelijke positie te geven kan
zij aan de hand van objectieve nor
men en criteria een betere afweging
maken over het nut en het risico van
de toe te laten stoffen. Ook moeten
arbeidsomstandigheden, arbeidsvei
ligheid en economische en maat
schappelijke belangen bij de
afweging worden betrokken.
Verder vindt het Landbouwschap
dat toelating en sanering van
bestrijdingsmiddelen in de Europese
Gemeenschap moeten worden ge
harmoniseerd.