^Fl M"-r7L ZLM-afdelingen lopen warm voor SEV-journaal Het eindigen van de maatschap Sociaal onomisc Voorlichting Produktie en handel van meststoffen aan regels gebonden en wat regelen we in het maatschapskontrakt? Jan Withagen en Sebastiaan Feijte! namen ieder een dee! van het SEV-journaal voor hun rekening. Het SEV-journaal slaat geweldig aan bij de verschillende ZLM-afdelingen. Je steekt er veel meer van op dan wanneer je de informatie alleen maar vanaf papier tot je neemt, en nog op een leuke manier ook, zo luidt de overheersende mening. On langs werd tijdens de vergadering van de afdeling Valkenisse-West de 500e bezoeker van het SEV- journaal ontvangen: mevrouw W. Vos-Boogaard uit Zoutelande. Hoofd SEV Jan Withagen ontving haar met een bos bloemen. Hij heeft er goede hoop op binnen twee maanden de 1000e bezoeker te kunnen noteren. "U kunt mij altijd onderbreken om vragen te stellen, het mag best een levendige diskussie worden", zegt SEV-er Sebastiaan Feijtel voordat hij in Zoutelande begint met het 'mi- lieublok' van het SEV-journaal. Hij is sociaal ekonomisch voorlichter in het rayon Walcheren en Noord- Beveland. Het journaal kent dit keer een duo-presentatie, want ook Jan Withagen brengt een aantal blok ken. Op grote vellen papier aan de muur hadden de twee SEV-ers hun onderwerpen al van tevoren aan de vergadering meegedeeld. De op komst van deze bijeenkomst was zeer goed. Er waren 45 bezoekers, onder wie acht vrouwen. Tot het 'milieublok' behoort o.m. uit leg over de z.g. ecologische richtlijn. Feijtel toont via de overheadprojec tor een kaart van Walcheren met daarop in rood aangegeven de 'zuurgevoelige gebieden'. De bedrij ven in zo ongeveer de hele Walcher- se kuststrook plus een flink eind landinwaarts krijgen met de richtlijn te maken. Tot drie kilometer van 'zuurgevoelige gebieden' moeten bedrijven de ammoniakuitstoot (in "mollen") beperken, hoe dichter bij, hoe meer beperkingen. Of de over heersende windrichting ook een rol speelt, vraagt iemand uit de zaal. "Nee, dat is niet het geval". Aan de hand van een (fictief) bedrijf verdui delijkt Feijtel welke uitbreidingsmo gelijkheden er nog zijn voor bedrijven in de betreffende ge bieden. Andere punten op milieugebied die aandacht krijgen zijn de Algemene Maatregel van Bestuur voor de melk- rundveehouderij, de uitrijbepalin- gen voor mest en de fosfaatnormen. Feijtel over het emissie-arm uitrijden: "Als u mest uitrijdt op bouwland moet er altijd een werkaktiviteit zichtbaar zijn, hetzij uitrijden hetzij onderwerken. Als u 's morgens een tank drijfmest uitrijdt, eerst gaat eten en pas na de middag begint met onderwerken bent u in principe in overtreding en kunt u beboet worden. Helaas is dat ook al gebeurd". Als er uit de zaal wat rumoer opklinkt vult Jan Witha gen aan: "Wij hebben het ook niet verzonnen". Dat begrijpt de zaal. Vragenlijstje Na een korte pauze gaat Jan Witha gen in op de veranderingen per 1 ja nuari door de komst van het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW). ledereen krijgt eerst een lijstje met vier vra gen voorgelegd, drie over aanspra kelijkheid en één over maatschappen. De vragen wekken enigszins de lachlust op. "Leuke vragen", konstateert een mevrouw op de tweede rij. Wat wil je ook als het gaat over boer Lubbers van wie de stier is uitgebroken, en toevallige voorbijgangster Dales. Wie is aan sprakelijk als de stier aanvalt, daar gaat het hier om. De aanwezigen krijgen een minuut of vijf om, onder druk overleg met buurman of - vrouw, een antwoord te verzinnen. Withagen legt uit dat de eigenaar van dieren vrijwel altijd aansprakelijk is voor de schade die zij veroorza ken, ook als bijvoorbeeld een onbe kende het hek heeft opengezet. "Wie is er aansprakelijk als koeien of schapen zijn ingeschaard", wil de zaal weten, "toch zeker de eigenaar van het land". Nee, ook in dit geval is de eigenaar van het vee waar schijnlijk aansprakelijk voor eventu ele risiko's. Ook interessant is de vraag wie aansprakelijk is als een loonwerker bij de verkeerde boer een gewas doodspuit. In het NBW staat dat in eerste instantie de loonwerker aan sprakelijk is, maar in tweede instan tie kan ook de opdrachtgever aansprakelijk worden gesteld. Tenslotte zijn in het NBW ook de Al gemene Voorwaarden - waarmee iedereen te maken heeft die produk- ten aflevert - iets gewijzigd, in gun stige zin voor de leverancier. Als deze "redelijkerwijs" geen kennis heeft kunnen nemen van de voor waarden kan de koop ongedaan worden gemaakt. Hetzelfde geldt als er "onredelijke eisen" in de voor waarden staan. Hierna neemt Feijtel het estafet testokje weer over om het blok 're gelingen' te behandelen. Aan regelingen is geen gebrek, zo blijkt uit opmerkingen die vanuit de zaal opklinken. De SEV-er behandelt o.m. het besluit opslaan in ondergrondse tanks (BOOT) en subsidiemogelijk heden bij (milieu-)investeringen. Hierna is het pauze, maar zelfs na dat deze twee keer is aangekondigd blijven er vragen uit de zaal komen. Het is, kortom, een zeer geanimeer de bijeenkomst. Bedrijfsdoorlichting Na de pauze sluit Jan Withagen de avond af met het blok 'fiscaal'. Het gaat hierbij met name over de Brede Herwaardering (per 1 januari 1992) en de vervroegde afschrijving op milieu-investeringen. Ook wijst hij op de mogelijkheid van bedrijfsdoorlichting. "Dan kunnen de details aan de orde komen die vanavond niet genoemd of slechts aangestipt zijn". Een bedrijfsdoor lichting kost de SEV ongeveer vijf werkdagen, inklusief twee keer een bedrijfsbezoek van een halve dag. Momenteel staan 20 bedrijven op de wachtlijst. "We zitten bijna tot juni '92 vol, maar laat u daardoor niet weerhouden zich aan te melden". Als dank voor het gebrachte krijgen de beide SEV-ers van afdelingsvoor zitter Adri Dingemanse een present je. "U heeft ons, heel flexibel, een schat van informatie gebracht. Op deze manier blijft het je veel beter bij dan wanneer je het vanaf papier 'konsumeert'. En je hoeft niet met vragen te blijven zitten, die kun je meteen stellen. Ik wist overigens niet dat er zoveel regelingen op ons afkwamen", aldus de voorzitter. Het laatste artikel in de serie "maat schappen" (ZLM-blad van 20 de cember 1991) ging over de inbreng van de roerende en onroerende za ken in de maatschap. We "vliegen" het kontrakt door naar de regelin gen met betrekking tot het einde van de maatschap: hoe kunnen die ingebrachte goederen overgenomen worden? Duidelijk zal zijn dat deze regelingen goed op elkaar moeten aansluiten en dat er geen tegenstrij digheden mogen zijn. Er zijn verschillende soorten bedin gen; enerzijds bedingen die het recht geven om het bedrijf voort te zetten (voortzettingsbeding) en an derzijds bedingen die de opvolger het recht geven om de zaken die be horen tot het bedrijf in eigendom te verkrijgen (overname-) en verblij- vingsbedingen. Voortzettingsbeding Hierin wordt geregeld wie het be drijf of de maatschap voortzet als de maatschap wordt beëindigd (de situatie waardoor een maatschap eindigt worden ook vastgelegd in het kontrakt). Het zal de bedoeling zijn dat het bedrijf uiteindelijk toe komt aan de opvolger of een andere vennoot. Verblijvingsbeding Dit beding is nodig om de opvolger alleen eigenaar te laten worden van het bedrijf, dus zonder broers of zussen. Een verblijvingsbeding is een scheiding en verdeling van za ken die mede-eigendom zijn van de maten in de maatschap. Dit houdt in dat het verblijvingsbeding alleen kan gelden voor die zaken die in eigen dom zijn ingebracht (dus juridische inbreng in de maatschap). Tot 1 januari 1992 ging het maat schapsaandeel van de ouder bij overlijden of uittreden automatisch over naar de voortzettende maat (opvolger) wanneer er een verblij vingsbeding is opgenomen. De op volger werd direkt eigenaar en was Begin 1992 treedt het Besluit Kwali teit en Gebruik Overige Organische Meststoffen in werking. Producen ten, be- en verwerkers en gebruikers van - en handelaren in zuive ringsslib, compost en zwarte grond moeten dan aan een aantal verplich tingen voldoen, waarvan met name de volgende van belang zijn: - Zij moeten een register bijhouden van de door hen geproduceerde of verhandelde overige organische meststoffen. Het register moet ieder jaar aan Gedeputeerde Gedeputeer de Staten van de betrokken provin cie worden gezonden. - Het wordt verplicht zuiveringsslib, compost en zwarte grond te be monsteren en te analyseren om te kunnen beoordelen of deze produk- ten aan de gestelde kwaliteitseisen bij gebruik of verhandeling voldoen. Bovendien wordt een verplichting tot bodembemonstering ingesteld, niet afhankelijk van medewerking van de uittredende maat of erfgena men. Per 1 januari 1992, met het in werking treden van het Nieuw Bur gerlijk Wetboek, gaat het maat schapsaandeel niet meer automatisch naar de opvolger. De levering van de onroerende goede ren kan alleen met medewerking van de uittredende maat of erfgena men. Om de opvolger zoveel moge- voorafgaand aan het gebruik van zuiveringsslib op een bepaald per ceel om na te gaan of de kwaliteit van de bodem het gebruik van deze stoffen kan verdragen. Op termijn gaat deze verplichting ook voor compost gelden. - Bij de verhandeling van overige or ganische meststoffen moeten afle- veringsbewijzen worden opgemaakt. Om aan deze verplichtingen te kun nen voldoen, dienen producenten, be- en verwerkers en handelaren te beschikken over verschillende for mulieren. Deze kunnen aangevraagd worden bij: Bureau Heffingen van het Ministerie van Landbouw, Na tuurbeheer en Visserij, Postbus 322, 9400 AH Assen, telefoon: 05920-11685 (dagelijks van 8.15 tot 12.00 uur), telefax: 05920-13605. Na aanmelding zullen de registers en afleveringsbewijzen met toelich ting worden toegestuurd. lijk zekerheid te geven (want erfgenamen kunnen moeilijk doen waardoor er geen medewerking ver leend wordt) kan er aanvullend op het verblijvingsbeding een onher roepelijke volmacht aan de opvolger gegeven worden. Hiermee heeft de opvolger namens de uittredende maat of de erfgenamen het recht om de maatschapsgoederen aan zichzelf te leveren. Ook kan er leve ring onder opschortende voorwaar de van dood, uittreding of faillissement plaatsvinden, mits dit geregeld is! Om uiterste moeilijkhe den tegen te gaan kan nog een boe teclausule opgenomen worden. Overnamebeding Zijn de goederen in ekonomisch eigendom of in gebruik en genot in gebracht, dan kan een overnamebe ding worden opgenomen ten gunste van de opvolger; de uittredende maat beschouwt de opvolger eko nomisch als eigenaar van de goede ren. De opvolger is dan nog geen juridisch eigenaar, dus de levering moet nog plaatsvinden. Om moei lijkheden te voorkomen kan ook hier een onherroepelijke volmacht gege ven worden, eventueel met een boeteclausule. Vervreemdingsbeding Omdat het mogelijk is de grond te gen de verpachte waarde over te dragen aan de opvolger wordt veelal een vervreemdingsbeding opgeno men in het maatschapskontrakt. Dit houdt in dat wanneer de overgedra gen grond binnen bijvoorbeeld 10 jaren wordt verkocht de meerwaar de (verschil waarde in vrije staat - verpachte staat) wordt verdeeld on der de ouders en de kinderen. Het vervreemdingsbeding wordt in het algemeen zo opgesteld dat spekula- tie wordt voorkomen maar de opvol ger wel de vrijheid behoudt van bedrijfsaanpassingen, bedrijfsver- plaatsing, kavelruil etc. Woning Vergeet de woning niet bij overna me van het bedrijf. Het zou tenslotte jammer zijn als de opvolger het be drijf overneemt, terwijl er geen recht van overname van de woning is bij de bedrijfsoverdracht. In normaal overleg hoeft dit geen probleem te zijn, maar er kan in een bepaalde tijd veel gebeuren. Ditzelfde geldt ook voor eventuele ingebrachte quota. De volgende keer, in het laatste arti kel van deze serie, zullen de winst verdeling van de maatschap, de mogelijkheid van toetreding van echtgenoot of andere kinderen en de arbeidsongeschiktheid bespro ken worden. E.T. Pons

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 9