Bezwaren tegen afschaffen
landinrichtingsrente
Aktie tegen lozingen
glastuinbouw achterhaald
Hoe verder met de
akkerbouw in 1992
Voorlichtingsavonden over
mestwetgeving schapen
Stimulans voor mestaanwending
in één werkgang op bouwland
Commissie grondgebruik KNLC:
Landbouwschap
praat met Lubbers
over GATT
KNLC-conferentie
over discussiethema
Bouw mestfabriek
gaat van start
Snoeikursus voor
partikulieren
De commissie grondgebruik van het
KNLC heeft grote bezwaren tegen
het afschaffen van de landinrich
tingsrente. Vooral omdat deze rente
een niet-vrijwillige verplichting tot
investering is. De regering wil deze
rente afschaffen in het kader van de
heroverwegingsprocedure landin
richting.
De regering wil de verplichtin
genstand voor de landinrichting ver
lagen door tijdelijk minder projecten
in uitvoering en voorbereiding te ne
men. Ook gaat de regering na of het
inrichtingsniveau kan worden ver
laagd. Daarnaast is er besloten om
de landinrichtingsrente af te schaf
fen. Verder zullen plannen die de
Centrale Landinrichtingscommissie
nog niet heeft vastgesteld worden
doorgelicht op nieuw beleid.
Grote bezwaren
De commissie grondgebruik heeft
Het dagelijks bestuur van het Land
bouwschap heeft vrijdagochtend 10
januari a.s. met premier Lubbers een
gesprek over de impasse die is ont
staan in de GATT-onderhandelingen.
Het kabinet beslist vrijdag met welk
standpunt ons land zaterdag in
Brussel deelneemt aan hernieuwd
EG-overleg over het ontwerp
akkoord dat de directeur-generaal
van de GATT, Dunkel, vlak voor
Kerst op tafel heeft geleged.
Het Landbouwschap heeft en houdt
ernstige bezwaren tegen de land-
bouwparagraaf in het voorstel-
Dunkel. Deze bezwaren spitsen zich
toe op de voorgestelde verminde
ring van de EG-export van land-
bouwprodukten met behulp van
exportrestituties. Met name de Ne
derlandse zuivelsector ondervindt
hiervan grote nadelen. Op de melk
veehouderijbedrijven zullen de quo
ta met 3 a 4 procent moeten
worden verlaagd. De zuivelindustrie
zal zijn export naar de wereldmarkt
met circa 500 miljoen gulden zien
verminderen.
Het KNLC organiseert op donderdag
27 februati 1992 in de Eenhoorn in
Amersfoort de conferentie 'Land
en tuinbouw in Europa zonder gren
zen'. Deze conferentie vormt de af
sluiting van het
KNLC-discussiethema, dat de afge
lopen winter is gehouden.
In het ochtendgedeelte zal de minis
ter van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij, drs. P. Bukman, een inlei
ding verzorgen. Zijn inleiding wordt
gevolgd door een discussie in een
vier sectorale werkgroepen over de
resultaten van het discussiethema.
J. Leeuwma, H. Scheffers, H. Torsi-
us en B.J. Warmelink zullen als sec
torvoorzitters deze resultaten
toelichten. Daarnaast wordt er per
sector commentaar gegeven door
een zogenaamde co-referent. Dit zal'
onder andere gebeuren door de heer
Kroon (tuinbouw), dr.ir. Meester
(veehouderij) en mevr. J. Termeer
(veredelingslandbouw). 's Middags1
vindt er een confrontatie plaats van'
de verschillende meningen onder
leiding van Sjoerd Dijkstra (Hoofd'
voorlichting van het PVV). KNLC-t
voorzitter Varekamp zal de dag af->
sluiten. Nadere inlichtingen bij Inge--
borg Schuitemaker KNLC, telefooni"
(070) 352 42 14.
op zich geen bezwaar tegen dat de
verplichtingenstand in betere relatie
wordt gebracht met het jaarbudget.
Het zou echter een betere oplossing
zijn om het jaarbudget te verho
gen, mede gezien de nieuwe be-
leidswensen vanuit het
Natuurbeleidsplan, de Structuurno
ta Landbouw en de derde Nota Wa
terhuishouding. Volgens de
commissie kan het inrichtingfni-
veau niet verder verlaagd worden.
Tenslotte verwacht de commissie
dat er grote bezwaren komen tegen
het voornemen de lopende projec
ten opnieuw door te lichten, zeker
als de plannen al in de inspraak zijn
geweest. Het agrarisch bedrijfsleven
heeft scherpe kritiek geuit op de
concept-beleidsnota Landinrichting.
Met name de plannen om de ruilver
kavelingen af te schaffen en alleen
de administratieve ruilverkavelingen
en de herinrichtingen in stand te
houden zijn onacceptabel. De defi
nitieve beleidsnota zal naar ver
wachting in april 1992 verschijnen.
De CLC zal binnenkort advies uit
brengen over het voornemen om in
1992 maar 10.000 ha op het voor
bereidingsschema te plaatsen. Deze
hectares zijn alleen bestemd voor
administratieve en natuurvriendelij
ke projecten.
Voor de akkerbouw blijft de toekomst onzeker.
Zo rond de jaarwisseling is de
verleiding groot nog even terug
te kijken. Maar voor alles is de
toekomst toch het belangrijkste.
De bedrijfsresultaten in het afge
lopen jaar zijn technisch gezien
van bedrijf tot bedrijf onder in
vloed van de weersomstandig
heden sterk wisselend geweest.
Een gemiddelde lagere op
brengst is hiervan het gevolg. Tel
daarbij de kostenstijging van
3-4% op, dan komt het financië
le resultaat voor de akkerbouw
uiteindelijk 7% lager uit. We
moeten helaas vaststellen dat
we met het nu gevolgde beleid
structureel op de verkeerde weg
zitten. En we hebben in 1991 als
organisatie in land- en tuinbouw
in de EG geen kans gezien dit
beleid om te buigen.
Even leek het er op dat het de
goede kant uit zou gaan toen op
het COPA-seminar overeenstem
ming in hoofdlijnen werd bereikt
over de te volgen lijn. Binnen de
georganiseerde akkerbouw in
Nederland hadden we inmiddels
een model ontwikkeld dat nauw
aansloot bij het COPA-
standpunt. Maar helaas toen het
in Brussel op de uitwerking aan
kwam, bleken de tegenstellingen
dermate groot, dat uitwerking
van een en ander niet mogelijk
bleek.
Dus organisatorisch kunnen we
kort zijn over 1991; we moeten
vaststellen dat we gezamenlijk
een dikke onvoldoende gehaald
hebben. Op school is het altijd
mogelijk een slecht cijfer weg te
werken, desnoods doe je er een
jaar langer over. Maar of ons die
kans op organisatorisch terrein
ook geboden wordt waag ik te
betwijfelen, of hebben we mis
schien een doelstelling binnen
de EG voor ogen die so wie so te
hoog gegrepen is?
Geen oplossingen
In die zin ben ik ook teleur
gesteld over het voorzitterschap
van Nederland van de EG, en de
oplossing van de landbouwpro
blematiek. Binnen de EG zijn de
verschillen zo groot dat het mo
menteel onmogelijk is om van
een gezamenlijke aanpak te
spreken. Daarom verwacht ik
ook dat er nauwelijks enige voor
uitgang geboekt zal worden in
het GATT-overleg zeker nu er in
Amerika verkiezingen op komst
zijn.
Daar vanuitgaande denk ik dat
we in 1992 niet zo snel oplossin
gen tegemoet kunnen zien. Dat
betekent voor ons als sector ak
kerbouw, zeker op beleidsterrein,
een voortgang van een periode
van onzekerheid. Onzekerheid
over de produktie-omvang en
onzekerheid over de prijs van on
ze produkten. Daarom vind ik
dat we als sector moeten probe
ren daar waar mogelijk, om min
der afhankelijk van de politiek te
worden. Ik begrijp best dat je dat
gemakkelijker kunt zeggen dan
doen. Maar dat zal toch de rich
ting moeten zijn.
Dan zal ook zeer snel blijken, wil
je niet in een dodelijke onderlin
ge concurrentiestrijd terecht ko
men, dat er behoefte is aan
grote sterke organisaties die on
ze belangen kunnen behartigen.
En dat zouden bést eens secto
rale grensoverschrijdende orga
nisaties kunnen zijn. Met
grensoverschrijdend bedoel ik
dan over nationale landsgrenzen
heen. Want ons huidig organisa
tiemodel vertoont nogal wat slij
tage, en dat verbeter je niet door
de fusie die nu tussen provincia
le organisaties plaatsvinden.
Grenzen open, dat is toch het
motto voor 1992!
Jans Leeuwma
Voorzitter afdeling akkerbouw
De acties van regionale milieugroe
peringen tegen lozingen door
glastuinbouwbedrijven zijn achter
haald. Dit blijkt uit een brief van het
Landbouwschap aan de stichting
Natuur en Milieu, die de acties coör
dineert.
De voor de glastuinbouw belangrijk
ste waterkwaliteitsbeheerders zijn,
aldus het Landbouwschap al begon
nen met het verlenen van vergun
ningen aan nieuwe
glastuinbouwbedrijven. De voor
schriften hiervoor zijn opgesteld in
samenspraak met de georganiseer
de tuinbouw. Desondanks willen de
milieu-organisaties de toepassing
van lozingsvergunningen voor nieu
we bedrijven afdwingen via een be
roep op bestuursdwang.
Het Landbouwschap benadrukt in
de brief dat de glastuinbouw in het
jaar 2000 geheel met gesloten
systemen moet werken. Alle in
spanningen zijn hierop gericht. Wel
wil het Landbouwschap hierbij ui
terste zorgvuldigheid betrachten
omdat de te nemen maatregelen
technisch en economisch haalbaar
moeten zijn.
De maatregelen houden onder meer
in dat nieuwe bedrijven zoveel mo
gelijk met een gesloten teelt
systeem moeten gaan werken.
Daarnaast zal een regenwaterbassin
verplicht worden gesteld en een
voorziening voor de opvang van
condenswater. Op korte termijn
gaat het Landbouwschap overleg
gen over de maatregelen die nodig
zijn op bestaande glastuinbedrijven.
Naar schatting kunnen de kosten
van aanpassing van nieuwe en be
staande bedrijven oplopen tot een
investering van minstens 250 mil
joen gulden per duizend hectare. Per
duizend hectare glastuinbouw zijn
direct en indirect ongeveer zeven
duizend mensen werkzaam.
De Stichting Landelijke Mestbank
wil vanaf 3 februari aanstaande het
uitrijden en gelijktijdig onderwerken
van mest in één werkgang gaan sti
muleren. Het kwaliteitspremiërings-
systeem wordt zodanig aangepast
dat een deel van de ophaalbijdrage
van de veehouders zal worden ge
bruikt om een beperkte vergoeding
te geven voor de extra kosten van
deze duurdere aanwendingsmetho
de. De stimulans moet nog door het
ministerie van LNV worden goed
gekeurd.
De gedeeltelijke vergoeding voor de
ze emissiearme aanwending zal
f 0,50 bedragen per ton varkens-
drijfmest en f 1,— per ton pluimvee-
drijfmest.
De belangrijkste voorwaarden om
voor eén bijdrage in aanmerking te
komen zijn: De mest moet via de
Op 15 januari 1992 om 10.15 uur
zal de Minister, drs. P. Bukman, van
Landbouw, Natuurbeheer en Visse
rij het officiële startsein geven voor
de bouw van de eerste grootschali
ge mestverwerkingsfabriek in Ne
derland.
Deze fabriek, die door Promest B.V.
in Helmond wordt gerealiseerd,
heeft een capaciteit van 600.000
ton varkensmest per jaar, waaruit
vanaf 1993 jaarlijks ca. 80.000 ton
Profert-mestkorrels wordt gemaakt.
De totale investeringskosten bedra
gen f 90 miljoen, waarvan een aan
zienlijk deel is opgebracht door het
landbouwbedrijfsleven.
kwaliteitspremieregeling zijn aange
voerd; Het uitrijden en onderwerken
dient te geschieden door een geau,-
toriseerde loonwerker/distributeur
met apparatuur die door de mest
bank is goedgekeurd; Binnen twee
weken na aanwending moet een
volledig ingevuld en ondertekend
declaratieformulier bij de regionale
mestbank zijn ingeleverd.
Europa Tuin Beveland bv en ET Be
veland Groenprojekten bv organise
ren in de maanden januari, februari
en maart 1992 een aantal snoeikur-
sussen voor partikulieren. Er wordt
een kursus gegeven voor het snoeien
van fruitbomen zoals appels, peren
en pruimen plus kleinfruit in de
vorm van bessen, bramen en
frambozen.
Daarnaast is er een kursus speciaal
gericht op het snoeien van de sier-
tuin. Daarin leren de deelnemers on
der andere hoe en wanneer rozen
moeten worden gesnoeid, wat te
doen als de forsythia is uitgebloeid
en hoe andere sierheesters en sier-
bomen door middel van snoeien een
mooiere vorm en betere bloei kun
nen krijgen.
De kursussen zijn sterk gericht op
de praktijk van de partikuliere tuin.
Twee leraren van het Agrarisch
opleidingscentrum in Goes zullen de
kursussen verzorgen. De belangstel
ling is weer groot. De kursus sier-
tuinsnoeien is al volgeboekt. Bij het
snoeien van fruit kunnen nog een
beperkt aantal deelnemers worden
geplaatst. Voor meer inlichtingen:
01100-15395.
Per 1 januari 1992 vallen schapen
onder de mestwetgeving. Dat bete
kent dat een groot aantal regels, die
al golden voor rundvee-, varkens-,
kippen- en kalkoenen bedrijven, nu
ook voor schapenhouders gaan gel
den. Voor een aantal bedrijven
wordt verdere uitbreiding onmo
gelijk.
Alle schapenhouders met een fos-
faatproduktie van meer dan 125 kg
per bedrijf, moeten hun dieren voor
31 januari 1992 laten registreren bij
Bureau Heffingen in Assen. Als men
alleen schapen heeft, komt 125 kg
fosfaat overeen met ongeveer 20
schapen.
Het Consulentschap voor de Land
bouw in Zeeland organiseert in sa
menwerking met de Zeeuwse
Vereniging van Schapenhouders
drie voorlichtingsavonden. De eer
ste was op donderdag 9 januari jl. in
Restaurant "De Braakman", Patrij-
zenlaan 3, Hoek. De twee volgende
zijn op maandag 13 januari 1992,
om 19.30 uur in "De Vroone", C.D.
Vereekestraat 74, Kapelle, tel.:
01102-41954 en maandag 20 ja
nuari 1992, om 19.30 uur in Hotel
Van de Weijde, Brouwerijstraat 1,
Noordgouwe, tel.: 01112-1491.
De inleidingen worden verzorgd
door ing. A. Krijger en ing. J. Zon
derland van het Consulentschap
voor de Landbouw in Zeeland.