Inspelen op veranderde
bedrijfsomstandigheden
DLT
De maand januari op het zuidwestelijk veehouderijbedrijf
Een gezonde sterke
goed begin is het halve
een
werk!
Erf verharding
Meten van
klimaat in
varkensstallen
w^nmÊÊÊBÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊm
De wintermaanden zijn begonnen. De drukke tijden zijn weer even voorbij. Er is nu
tijd om terug te kijken naar het afgelopen jaar. Wat is er gebeurd op het bedrijf
Welke investeringen staan er nog te wachten. Is de produktie omvang voldoende
om eventuele investeringskosten te dragen
CJ
een
Hopelijk is 1991
goed jaar voor u ge
weest. DLV wenst u een
voorspoedig 1992. Ook
dan staan wij weer voor
u klaar met goede be-
drijfsadviezen.
Als melkveehouder wilt u een goed
bedrijfsinkomen halen. Is de huidige
bedrijfsopzet het meest geschikt of
zijn veranderingen nodig? Deze
vraag houdt vele veehouders bezig
in een tijd dat we bedolven worden
onder berichten over dalende prij
zen, milieumaatregelen en krimpen
de quota. Als ondernemer moet u
inspelen op de veranderende situa
ties om ook in de toekomst onder
nemer te kunnen blijven. Welke
verbeteringen zijn er op uw bedrijf
met kleine aanpassingen mogelijk?
Denk daarbij bijvoorbeeld aan ge
richt voeren volgens de norm, of
verbeteren van ventilatie waardoor
de veestapel beter presteert. DLV
rekent voor u door hoeveel uw inko
men kan stijgen als u deze verbete
ringen verwezenlijkt. Ook rekent de
bedrijfsdeskundige met u door wat
de financiële gevolgen van een in
vestering zullen zijn, bijvoorbeeld bij
aankoop van melkquotum of bij het
bouwen van een stal. Dit geeft u
meer inzicht in de mogelijkheden
van uw bedrijf.
Boerderij-automatisering
leder modern bedrijf maakt in meer
of mindere mate gebruik van auto
matisering. We kennen procesauto
matisering (bijvoorbeeld
melkmeting, krachtvoerverstrek-
king) en geautomatiseerde gege
vensverwerking. Dit laatste kan via
een verwerkingsbureau of op het
bedrijf zelf met een p.c. en een be-
drijfsmanagementsysteem.
Er is een risiko dat u veel geld uit
geeft voor een systeem dat niet op
uw bedrijf past. In het wilde weg
automatiseren kan tof gevolg heb
ben dat koeien twee zenders moe
ten dragen. Of dat u investeert in
een procescomputer die niet is af
gestemd op het management
systeem. Dit moet u voorkomen!
Automatisering is een hulpmiddel bij
de bedrijfsvoering. Om optimaal
krachtvoer te verstrekken of melk-
gift te registreren, maar ook om ge
gevens te verwerken. Goede
hulpmiddelen zijn op elkaar afge
stemd en toegesneden op uw be
drijf. Voorkom teleurstellingen en
kies bewust. Misschien is automati
seren in uw situatie nog helemaal
niet aan de orde en biedt een extern
verwerkingsbureau precies wat u
nodig heeft.
Voorkom geboortemoeilijkheden
Indien op uw bedrijf veel zware ge
boorten voorkomen, dan heeft u
waarschijnlijk ook gemiste op
brengsten door: meer doodgeboren
kalveren, een verhoogd sterfterisiko
bij de kalveren, lagere melkproduk-
tie van de veestapel, en meer uitval
en vervanging van de melkveesta
pel. Het percentage doodgeboren
kalveren wordt uitgedrukt als per
centage van het totaal aantal ge
boorten. Dit percentage mag niet
meer dan 5% bedragen.
Een pluimveebedrijf moet altijd goed
bereikbaar zijn voor wegtransport.
Wekelijks worden de eieren 1 of 2 x
opgehaald. Tevens komt de "bulk"
wagen gedurende het gehele jaar
verschillende keren per maand op
het bedrijf. Ook het afvoeren van
natte- of droge mest gebeurt vaker
per jaar.
Al dit vervoer moet zonder proble
men op uw erf kunnen komen. Een
goede erfverharding is daarom
noodzakelijk. Deze begint reeds van
af de openbare weg naar uw be
drijfsgebouwen toe. Daarbij moet er
ook goede en voldoende manoeu
vreerruimte bij de stallen zijn. Be
denk ook dat het aantal voertuigen
dat op uw bedrijf komt vaak zwaar
beladen kan zijn. Aslasten van 10
ton en meer zijn geen uitzonderin
gen. Dit vraagt veel van de kwaliteit
van de erfverharding. Laat deze
daarom goed berekenen en uitzet
ten. Deskundigheid in dez© is ver
eist. De aanleg is vaak heel duur,
maar noodzakelijk. Een goed advies
in deze bespaart u veel ongemak,
ergernis en soms ook nog geld.
Alarmsystemen
Alarmsystemen, als ze al aanwezig
zijn, krijgen vaak onvoldoende aan
dacht. Een goed systeem waar
schuwt als er iets in de stal
misloopt. Een snelle ingreep van de
pluimveehouder is dan meestal
vereist.
Dit kan uiteraard alleen maar als het
alarmsysteem feilloos werkt. Van
daar dat zo'n apparaat geregeld en
goed gekontroleerd moet worden.
Eigenlijk zou dit elke dag, bij voor
keur 's avonds, moeten gebeuren.
Batterijen en akku's verliezen vaak
stroom als ze langere tijd buiten
werking zijn. En, we hopen met zijn
allen dat ze buiten werking kunnen
Het percentage moeilijke geboorten
wordt eveneens uitgedrukt als per
centage van het totaal aanfal ge
boorten. Het landelijk gemiddelde
ligt op ongeveer 10% voor zwart
en roodbonte vaarzen.
Met het gebruik van een KI pin-
kenstier kunt u het percentage
moeilijke geboorten laag houden. Bij
gebruik van een eigen stier is het ri
siko op moeilijke geboorten groter.
Gebruik op pinken een KI stier met
een geboorteindex die kleiner of ge
lijk is aan -2. Zo wordt het risiko op
moeilijke geboorten beperkt. Ge
bruik voorts geen stieren van een
vleesras bij de pinken.
Voer oudmelkte en droogstaande
koeien volgens de norm. Het is van
wezenlijk belang dat de droge koei
en niet te vet of te ruim in konditie
zijn. Vette dieren hebben een groter
risiko op moeilijke geboorten. Bo
vendien is er dan een aanzienlijke
grotere kans op melkziekte en aan
de nageboorte blijven staan.
ing. V. Boeren
DLV-Breda
076-203190
Investeert u in automatisering zorg dan dat de verschillende hulpmid
delen goed op elkaar zijn afgestemd.
blijven! Vandaar dat kontrole nood
zaak is zodat u, als er onverhoopt
iets gebeurt, inderdaad gewaar
schuwd wordt.
Als uw stallen geen alarmsystemen
hebben, wordt het hoog tijd hieraan
iets te doen.
Als u wacht totdat het echt nodig
is, bent u al te laat!!
D.L.V.
Team Pluimveehouderij
Boxtel
Het Proefstation voor de Varkens
houderij heeft het proefverslag
"Meten van klimaat in varkensstal
len" gepubliceerd. Daarin worden
de mogelijkheden tot het meten van
het klimaat in varkensstallen be
schreven. Het meten begint met het
waarnemen van het gedrag van de
dieren. Daarnaast is het mogelijk
om met meetapparatuur diverse
metingen aan het stalklimaat te
doen. In het verslag worden de mo
gelijkheden en de daarvoor bruikba
re apparatuur beschreven. De
invloed van tijd en plaats van de me
ting op de waarneming wordt uitge
werkt. Aan de hand van schema's in
de vorm van bijlagen kan de gebrui
ker op systematische wijze het kli
maat vastleggen.
Exemplaren van het verslag kunnen
worden verkregen door f 15,— per
verslag over te maken op postgirore
keningnummer 51.73.462 ten name
van het Proefstation voor de Var
kenshouderij, onder vermelding van
rapportnummer P 1.68.
Een probleemloze biggenopfok van
af de geboorte tot een leeftijd van
ongeveer 10 weken lukt lang niet al
tijd. Vaak zijn er problemen rond of
na het spenen, terwijl ook de perio
de vlak na de geboorte vaak moeilijk
is. Als we de biggen een goede start
mee kunnen geven zijn vaak proble
men op latere leeftijd te voorkomen.
Op een aantal zaken kunnen we zelf
invloed uitoefenen.
Het geboortegéwicht van de big
heeft erg veel invloed op de overle
vingskans. Een zware big is sterker,
en kan daardoor wat makkelijker de
vermoeiende geboorte doorkomen.
Bovendien heeft een zware big meer
reserves, zodat hij minder snel pro
blemen heeft als gevolg van afkoe
ling vlak na de geboorte. Natuurlijk
kan een big ook te zwaar worden,
waardoor de geboorte juist moeiza
mer verloopt, maar dit speelt pas bij
biggen vanaf ongeveer 2 kilo. In de
grafiek is te zien dat een hoger ge
boortegewicht leidt tot een verla
ging van de sterftekans.
Zie grafiek
Een optimaal geboortegewicht ligt
rond de 1500 gram. Door regelma
tig een toom biggen te wegen kunt
u voor het eigen bedrijf het geboor
tegewicht van de biggen vaststel-'
len. Als het geboortegewicht te laag
is, is dit vaak te verbeteren door de
zeugen aan het eind van de dracht
harder te voeren. De laatste maand
vóór het werpen moet een zeug 3,2
kg voer krijgen. Het is ook belangrijk
dat de eerste 2 maanden van de
dracht de zeugen krap gevoerd wor
den (ongeveer 2 1/4 kg). Door de
verhoging van 1 kilo per dag wordt
voorkomen dat de zeugen vervet
ten, terwijl toch de biggen een hoog
geboortegewicht halen. De verho
ging kan in 1 stap (op 85 dagen
dracht), of in twee stappen (op 60
dagen en op 85 dagen dracht).
Als de staltemperatuur bij dragende
zeugen lager wordt dan 18°C, dan
moet extra voer worden gegeven:
per °C moet 100 gram voer extra
worden gegeven. Als dit niet ge
beurt leidt dit tot lichtere biggen!
Verzorging
Een pasgeboren big heeft direkt na
de geboorte al behoefte aan verzor
ging. Behalve het behulpzaam zijn
bij het aanleggen aan het uier, en
het vinden van het biggennest kan
men navels ontsmetten. Zeker op
bedrijven waar problemen zijn met
gewrichtsontstekingen heeft dit de
voorkeur. Doe het wel snel na de
geboorte, anders heeft het geen zin
meer.
Het knippen of slijpen van de tand
jes hoeft niet standaard te gebeu
ren. Alleen bij probleemtomen (bv.
grote tomen die vechten om een
speen, of bij een zeug die de biggen
niet laat drinken) kan tandjes knip
pen zinvol zijn. Let bij het knippen
met een tang erop dat de tang
scherp en schoon is, en knip alleen
de puntjes van de tanden eraf.
Staarten couperen kunt u ook het
best direkt na de geboorte doen,
waarbij ongeveer éénderde mag blij
ven zitten. Gebruik ook hier een
schone tang. Een goed alternatief is
het gebruik van een "staartenbran
der", omdat deze direkt de wond
dichtbrandt, waardoor infekties niet
zo snel voorkomen.
Om te voorkomen dat pasgeboren
biggen bloedarmoede krijgen moe
ten ze binnen enkele dagen extra
ijzer krijgen. Dit kan met compost of
met behulp van een ijzerinjektie.
Zorg ook hier voor een goede
hygiëne.
Marco Geboers
DLV Varkenshouderij Breda
076-202681
Grafiek 1. Relatie tussen geboortegewicht en sterftekans.
sterftekans 100 -
in procenten
80 -
60 -
40 -
20 -
0
>800 801-
1000
>1800
geboortegewicht in grammen