De maand januari op het Zuidwestelijk akkerbouwbedrijf
Zorgvuldig omgaan met meststoffen
Een nieuw jaar staat
weer voor de deur,
1992. Een jaar, mogelijk
zonder grenzen in Euro
pa, een jaar met nieuwe
mogelijkheden en nieu
we kansen. Misschien
wel een jaar met grote
veranderingen, op natio
naal gebied maar waar
schijnlijk ook op uw.
eigen bedrijf. Kan ik op
de huidige manier nog
akkerbouwer blijven
Tijd voor overdenking
van uw behaalde resulta
ten en nieuwe plannen.
De maand januari is voor vele akker
bouwers een periode waar de druk
even van de ketel is. Tijd voor lezin
gen, informeren, vergaderen, naden
ken over nieuwe investeringen of
nieuwe teelten, m.a.w. weer voorbe
reiden voor het komende seizoen.
Ook in 1992 zal het uiteindelijk
weer om de knikkers gaan. Er moet
gepresteerd worden. Goede op
brengsten, lage kosten, minder
milieu-belasting, meer arbeidspro-
duktiviteit.
Bed rijf s-Spiegel
Bij denken over morgen is het be
langrijk om te weten hoe u het nu
doet! "Ben ik een goede boer?, hoe
zijn mijn opbrengsten t.o.v. anderen?,
op welke punten moet ik mijn bedrijf
verbeteren?"
Allemaal vragen die u zich kunt stel
len. Met een nieuw voorlich-
tingsprodukt van de DLW willen wij
u die spiegel voor ogen houden.
Aan de hand van een gesprek met
uw voorlichter wordt een zoge
naamde "sterkte en zwakte" analy
se van uw bedrijf gemaakt. Wij
bespreken dan met u, hoe uw be
drijf en u als ondernemer er op dit
moment voorstaan. Na dit gesprek
dat ongeveer 3 uur in beslag neemt
wordt een rapport opgesteld dat na
derhand met u doorgesproken
wordt. In het rapport staan beoorde
lingen; zwak, voldoende of goed bij
de verschillende onderdelen als on
dernemersschap, grond, ontwate
ring, aardappel-bewaring etc.
Uiteindelijk krijgt u advies hoe u de
zwakke punten kunt verbeteren. De
kosten van deze Bedrijfs-Spiegel be
dragen f 685,—.
Bouwplan
Uiteraard zijn bouwplan en vrucht
opvolging zeer belangrijke voor
waarden om hoge opbrengsten te
kunnen krijgen. Alle gewassen heb
ben effekten op elkaar, positief of
negatief op opbrengst en/of kwa
liteit.
Het gewas aardappelen blijft voorlo
pig voor de meeste akkerbouwers
het belangrijkste gewas en deze zal
dan ook het beste "verzorgd" moe
ten worden, om een zo hoog moge
lijke opbrengst te kunnen halen.
Voorvruchten als droge erwten,
veldbonen, vlas en suikerbieten zijn
natuurlijk uit den boze. De beste
voorvruchten zijn vooral wintertar
we, vroeg ruimende gewassen met
een goede groenbemester erna of
een vroeg en goed bewerkte gras
zaadstoppel, alle het liefst bemest
met organische mest. Suikerbieten
verdragen diverse voorvruchten be
ter. Alleen de voorvrucht aardappe
len geeft 4% opbrengstderving,
zoals blijkt uit vruchtwisse-
lingsproeven. Granen verdragen
zichzelf en andere voorvruchten vrij
goed.
De beste voorvrucht voor knolselde
rij, winterwortelen, witlofwortelen
en peulvruchten is een graangewas.
Bij zaaiuien moet opgepast worden
voor "te rijke" voorvruchten of een
oude wei. Kies granen, suikerbieten
of bijv. witlofwortelen als voor
vrucht.
Nü de machines nazien voor een soepel verloop van het werk straks, (foto Peter Mastenbroek).
Lezingen etc.
Uw Vereniging voor Bedrijfsvoor
lichting heeft in samenwerking met
de DLV een heel aantal lezingen ge
organiseerd. Voor u de gelegenheid
om op allerlei gebieden weer op de
hoogte te raken. Ook de Landbouw
RAI wordt in januari gehouden. Het
vergelijken van machines en het
praten erover met kollega's is van
groot belang voor het bepalen van
uw keuze.
Si
Bemesting
Mocht er in januari vorst komen dan
geeft u dat de ideale mogelijkheid
om met weinig tot geen struktuur-
schade uw kunstmest-gift te geven.
Aan de hand van de uitslagformulie
ren van het grondonderzoek kan
men per gewas de gepaste hoeveel
heden fosfaat en kali vaststellen. Op
het formulier staat aangegeven hoe
hoog het Pw-getal en K-getal is. Zijn
deze lager dan de streefgetallen
(voor fosfaat 25, voor kali 18) dan
vindt u op het formulier hoeveel u
extra moet strooien om op dat
streefgetal te komen.
De onttrekking van de gewassen
bedraagt ongeveer 70 kg P205 per
ha en 150 kg K20 per ha per jaar.
Bij een 1 op 4 bouwplan bijvoor
beeld kunt u de totale gift toedelen
aan de gewassen die het meest be
hoeftig zijn, bijvoorbeeld alle kali
voor de aardappelen of fosfaat al
leen voor aardappelen en bieten.
De stikstofvoorraad kan van jaar tot
jaar en van perceel tot perceel uit
eenlopen. De juiste basis voor een
goede stikstofbemesting is het laten
uitvoeren van een stikstofonderzoek
in januari/februari. Dit onderzoek
moet gebeuren alvorens u stikstof
wilt strooien, erna heeft geen zin
meer.
Na de toediening van dierlijke mest
dient u ruim 6 weken te wachten al
vorens een N-mineraal onderzoek
gedaan kan worden. Laat uw grond
niet dieper bemonsteren dan dat de
wortels van de planten kunnen
groeien. Dieper heeft namelijk geen
zin, want de wortels komen dan
toch niet bij de daarin aanwezige
stikstof.
Aankoop computer
Mocht u plannen hebben om een
Personal Computer aan te schaffen,
dan kunt u dat het beste in de win
terperiode doen. Allereerst heeft u
voor de aanschaf enige tijd nodig
om te bekijken wat het beste voor u
is. Daarnaast heeft u meestal in de
wintermaanden tijd over om bekend
te raken met de computer. Vooral bij
het beginnen met een
management-programma vraagt het
de nodige tijd om uw bedrijfsgege
vens in te vullen. Die tijd heeft u in
het voorjaar en zomer meestal niet.
Belangrijke aandachtspunten bij de
aanschaf van een computer zijn:
minimaal gewenst
processor 80286 of 80386
intern ge
heugen 1 Mb
geheugen har
de schijf 40 Mb
kloksnelheid 16 Mhz
video-adapter
zwart/wit - VGA
kleur VGA
modem
(inbouw) V22 of V22-bis
toetsenbord AT (102 toetsen)
printer (matrix) 24 naalds
zorg voor voldoende uitbreidingsmo
gelijkheden
laat de computer werkend thuis af
leveren
Voor specifieke informatie kunt u bij
de DLV terecht.
Wintertarwe
De meeste tarwe-percelen zijn of in
eind oktober gezaaid of een maand
later in eind november-begin de
cember. Als nu nog tarwe gezaaid
moet worden kan het beste voor zo-
mertarwe gekozen worden, bij voor
keur Minaret. Als reeds
wintertarwe-zaaizaad gekocht is
kan dit tot ongeveer begin februari
gezaaid worden. De kans op een la
gere opbrengst wordt echter wel
steeds groter. Vooral na een lange
koude winter zal een laat gezaaide
tarwe te snel moeten ontwikkelen
zodat er minder aren en korrels
ontstaan.
In het voorjaar kunt u een gras-
groenbemester in de tarwe zaaien.
Na het gebruik van Tribunil als bo
demherbicide, dient u minimaal 6
weken te wachten met de inzaai.
Egaliseren ploegsneden
Op zwaardere grond kan een egali
serende bewerking, vooral voor ge
wassen die een fijn en ondiep
zaaibed vragen, gunstig zijn. Dit kan
bijvoorbeeld met een cultivator:
vaste tand of triltand. Voorkomen
moet worden dat er in de onder
grond door verdichting toch nog
spoorvorming optreedt. De grond
moet dus voldoende hard zijn om
geen sporen te maken, maar ook
"zacht" genoeg om te kunnen be
werken.
Bewaring van aardappelen en uien
De aardappel is een levend produkt
en levert warmte en vocht. Deze
vyarmte en vocht moeten afgevoerd
worden. De produkttemperatuur
moet zo konstant mogelijk gehou
den worden. Kondensatie kan een
probleem zijn, vooral tijdens een
vorstperiode. Vooral een goede en
voldoende dikke isolatie kan dit
deels voorkomen.
Bij vorst moet enkel intern geventi
leerd worden om in de gehele be-
waarruimte een zo gelijkmatig
mogelijke temperatuur te krijgen en
daarmee ook kondens enige tijd uit
te stellen. Lukt het niet om de kon
dens tegen het plafond weg te hou
den, dan kan met het gebruik van
circulatie-ventilatoren (evt. met
verwarmings-spiralen) de situatie tij
delijk verbeterd worden. Uiteindelijk
zal toch afvoer van vocht naar bui
ten, bijvoorbeeld met een afvoer-
ventilator, nodig zijn.
Afgelopen groeiseizoen bleken de
aardappels weer een hoog onder
watergewicht te hebben. De blauw-
gevoeligheid is dus hoog. Bij
afleveren van de aardappelen die
nen deze dus minimaal opgewarmd
te worden tot 18°C, om blauw zo
veel mogelijk te beperken.
Uien die vochtig worden gaan snel
in kwaliteit achteruit. Regelmatig
ventileren met drogende lucht is
dus van belang. Het is beter om per
week 2 maal 3 uur te ventileren dan
iedere dag een uurtje. Dit uurtje is
namelijk tekort om boven in de hoop
voldoende het vocht af te kunnen
voeren.
J. Willemse
Bedrijfsdeskundige
DLV Westmaas
Steeds vaker worden afvalproduk-
ten als meststof aangeboden. Deze
produkten zijn niet altijd vrij van ver
ontreinigingen. De overheid be
waakt weliswaar de kwaliteit van
meststoffen, maar is daarin niet vol
ledig. Als u afvalstoffen als
meststof wilt gebruiken moet u ook
zelf goed op de kwaliteit letten. De
overheid heeft wettelijke regels en
eisen aan meststoffen gesteld om
de kwaliteit te waarborgen.
Alleen produkten die op de Lijst van
Meststoffen van de Meststoffenwet
staan mogen als meststof worden
verhandeld. In die lijst staan ook de
eisen waar elk type meststof aan
moet voldoen. Het zijn overwegend
eisen voor de minimale of maximale
gehalten aan voedingselementen en
andere waardegevende bestandde
len, bijvoorbeeld organische stof.
Verder moet op de verpakking of de
afleveringsbon vermeld worden
welk type meststof het is. Dit én de
vakkennis van de gebruiker moeten
het gebruik van de meststof doel
treffend maken.
Ontheffing
Iemand die een meststof wil ver
handelen die niet op de lijst van
Meststoffen staat, moet daarvoor
een speciale toestemming hebben,
een zogenaamde ontheffing. Hij kan
deze ontheffing aanvragen bij de di-
rekteur van het RIKILT in Wagenin-
gen. Deze laat zich bijstaan door
een door de minister benoemde
Commissie van Deskundigen inzake
het Meststoffenbesluit. Ontheffing
wordt verleend als aangetoond is
dat het produkt een voldoende be-
mestingswaarde heeft en de Com
missie geen reden ziet om het
verzoek om ontheffing af te wijzen.
Een ontheffing betekent niet dat de
overheid zo'n meststof aanbeveelt.
Het betekent alleen maar dat het
toegestaan is het produkt als
meststof te verhandelen.
De toelating is niet per definitie een
algemene garantie voor een goede
werking. Zo zijn er bijvoorbeeld
meststoffen toegelaten die alleen
op zure grond werkzaam zijn. Bij
meststoffen met een ontheffing
moeten bijzondere beperkingen
doorgaans in een gebruikershandlei
ding vermeld worden, zodat u kunt
lezen of de meststof ook voor u ge
schikt is.
Schadelijke bestanddelen
In de Meststoffenwet staat, dat
meststoffen bij juist gebruik geen
nadelige effecten mogen hebben op
de gewassen of de gezondheid van
mens of dier. Maar meststoffen
kunnen soms stoffen bevatten die
pas op lange termijn of bij hoge do
seringen nadelige effecten hebben,
denk aan zware metalen, PCB's etc.
De Meststoffenwet bevat tot nu toe
geen wettelijke maximumeisen voor
deze stoffen. Die komen er wel,
maar zolang ze er niet zijn moet u
als gebruiker beslissen of u dergelij
ke meststoffen wel of niet gebruikt.
Daarbij moet u goed beseffen dat
wanneer de grond op een bepaald
moment 'verontreinigd' is, de gevol
gen daarvan ook voor uw rekening
zijn, bijvoorbeeld afgraven, schoon
maken of een verbod om bepaalde
gewassen te mogen telen.
Verwacht mag worden dat binnen
afzienbare tijd bij de aankoop van
landbouwgrond, de koper een soort
'gifvrij' verklaring als voorwaarde
stelt voor de koop. Grond met te
veel fosfaat, zware metalen, dioxine,
etc. is straks minder waard dan
schone grond. Domweg omdat er
regels gaan komen die de ge
bruiksmogelijkheden van verontrei
nigde grond beperken.
Bezint eer ge begint. Besef goed dat
de vrijheid die u nu heeft om bepaal
de meststoffen te gebruiken, u niet
vrijwaart van de gevolgen van het
gebruik ervan. Wees daarom kri
tisch op de u aangeboden meststof
fen, met name afvalstoffen. Vraag
de handelaar eerst overtuigend aan
te tonen dat zijn produkt u op ter
mijn niet in de problemen brengt.
Zolang hem dat niet lukt moet u het
ook niet afnemen.
Als u desondanks wel besluit om
(mogelijk) verontreinigde produkten
als meststof te gebruiken, houdt u
dan in elk geval aan de in de ge
bruiksaanwijzing aangegeven dose
ringen. Als u dit niet doet is er geen
sprake meer van bemesten maar
van storten, en overtreedt u de Wet
Bodembescherming. En onlangs
heeft de Tweede Kamer besloten
dat de straffen voor milieuvervuiling
fors omhoog gaan. U bent dus ge
waarschuwd.
Ing. P.H. Hotsma,
Vakdeskundige bemesting
Informatie en Kenniscentrum
Akker- en Tuinbouw
afdeling Milieu,
Kwaliteit en Techniek.