Dialectonderzoek in landbouw
Winterwerk
Eirom is niet
altijd naar links
Taalgebieden vullen elkaar aan
ft
Sinds 1972 werkt de Rijksuniversi
teit van Gent aan een onderzoek
naar het dialect in de provincies
Oost-Vlaanderen en West-
Vlaanderen. Ook het gebied in het
noordwesten van Frankrijk, Frans-
Vlaanderen is bij dat onderzoek be
trokken. Dat is het gebied tot onge
veer aan Duinkerke, waar men in
vroegere jaren ook Vlaams sprak,
maar waar het Frans nu bijna alge
meen voorkomend is. De verwant
schap van de naam 'Duinkerke' met
de Zeeuwse plaatsnamen die op
'kerke' eindigen, is duidelijk, bijvoor
beeld Serooskerke, Biggekerke en
Kleverskerke. We zien dan tevens
een algemeen kenmerk van het
Vlaams en Zeeuws: veel woorden
eindigen in de streektaal op -e.
Vanuit Gent kwamen vragenlijsten
op de boerderijen terecht en die
werden door de Vlaamse landbou
wers zorgvuldig ingevuld. Dat lukte
minder in Frans-Vlaanderen, omdat
de bewoners daar door het Frans,
minder Vlaams waren gaan praten.
Drs. Hugo Ryckeboer, één van de
redacteuren van het Woordenboek
van de Vlaamse Dialecten (WVD),
reisde danook herhaaldelijk naar
Frans-Vlaanderen om daar monde
ling de woordenschat op te nemen.
'We waren net op tijd, of misschien
wel iets te laat', gaat Ryckeboer ver
der, 'want door de mechanisatie in
de landbouw, gingen de landbou
wers anders werken. Het gereed
schap, dat van vader op zoon was
gebruikt, soms eeuwenlang, werd
HAAG
nu aan de kant gezet en er kwamen
moderne machines op de hoeven.
Vaak konden we bij oudere landbou
wers terecht, maar dat lukte niet al
tijd in alle plaatsen. Die verandering
op het platteland, ging enorm vlug
in de jaren vijftig en zestig'.
Met gepaste trots haalt hij twee
blauwe boeken tevoorschijn: een
deel getiteld 'Het akkerland en wei
land', en een deel over de gebou
wen op de boerderij, dat de naam
'Behuizing' draagt. Het laatste deel
over het landbouwonderzoek werd
14 december gepresenteerd en
draagt de naam 'Ploegen'.
Thematische woordenboeken
Het boek over ploegen schenkt niet
alleen aandacht aan de verschillen
de soorten ploegen die er vroeger
werden gebruikt in Frans-
Vlaanderen, Oost- en West-
Vlaanderen en in Zeeuwsch-
Vlaanderen, maar ook aan de ver
schillende manieren van ploegen: in
de lengte ploegen, in de breedte, in
een driehoek. 'Vroeger waren de ak
kers niet allemaal mooi rechthoekig,
zoals tegenwoordig. Er waren veel
onregelmatige vormen en toch
moest alles geploegd worden. En
dat lukte, want voor iedere vorm
was een techniek', aldus sa
menstelster mevrouw Van der Sypt
'en juist die typerende woorden die
hebben we nog net op tijd kunnen
opvragen bij oudere landbouwers'.
Ze wijst erop dat ook Zeeuwsch-
Vlaanderen in dit boek is opgeno
men, want sinds 1979 vullen de
O haaf
A waa'
O O
O Tv-H
°ipg.b
O O- O' O O
O
°c?
tcoA
.'po .O
v V'o
O
;4-
O O'
O Q
A A A.
A - O A
J*©.- j
•O -C -9-
■Q?9va
HAAO
[Haie hedge Heeke.]
Een rij dicht bijoon geplante struiken,
zodanig gesnoeid, geleid en geschoren dat
ze een ondoordringbare omheining vor
men rond erf, akker, tuin of weide.
Vergolijk het lemma houtgewas rond
akkku of weide (blz. 130).
WVD 6, 1; Cumps, Heirman, Spanhove;
D 49 (1974), 7; ZND B 1 (1923), 279;
ZND 24 (1937), 39a; RND 20; Biokorf
71 (1970), 112.
haag a I g. FV aug.t, aega, oogt, VVV
aaga, oog», óóaga, OV noordwest doch, boa,
boga en OV zuid oea, ücga, öoch, ooch, bóa.
ItND zelfde verspr. ZND BI: f r e k w.
VVV auga, óètgas p o r. OV zuid öêa,
bbch, bba, obga, oboga. ZND 24 Itokkem,
Oosterzelo boga. Wdb D hnge; J;
LVC haag, hnge; T liagu.
weer talg. OV noordoost en aan
grenzend Meetjes) wiiar[a), tvèèra, wjèèr.
ltND zelfde verspr., behalve in Meetjesl
oost frekw. ZND B 1 s p o r. VVansl
oost tvèèar, wjèèr. ZND 24 Lokeren
ioèèara, St.-Niklaas wiear. Wdb DB
weer, were ook gebruikt, in 't L.v.
Wnns; .1. Biokorf Zele.
Bijgaand kaartje met bijbehorende
tekst is gedeeltelijk overgenomen
uit het woordenboek deel 'Akker
land en Weiland', pag. 132 en vol
gende. Dit deel verscheen in 1979,
toen Zeeuwsch-Vlaanderen nog niet
in het onderzoeksgebied was opge
nomen. Van dit laatste gebied vin
den we wel informatie in het
Woordenboek van de Zeeuwse Dia
lecten (WZD).
Op pag. 300 kol. a lezen we:
Heg, op de Zeeuwse eilanden zegt
men 'aege, in West Zeeuwsch-
Vlaanderen en het Land van Axel
'aoge. In het Land van Hulst 'oag.
Dit werd gegeven door de plaatsen
Lamswaarde, Graauw en Klooster-
zande. Op pag. 1121 kol. b lezen we
dat in het Land van Hulst ook wjaer
voorkomt (Lamswaarde en Stoppel-
dijke). Westdorpe zegt wirre en in
Biervliet en Cadzand is het woord
wère niet onbekend.
Het kaartje laat dus zien, dat in het
Land van Waes vormen voorkomen
van weer, die we ook aantreffen in
het Land van Hulst en dat die twee
taalgebieden mekaar dus aanvullen.
Westdorpe sluit zich daarbij ook
oudere landbouwers op grote
schaal de vragenlijsten in. 'Het is
heel prettig en nuttig voor het on
derzoek dat Zeeuwsch-Vlaanderen
bij de studie van de landbouwwoor-
denschat is betrokken', zegt Rycke
boer, want op deze manier
onderzoeken we de woordenschat
van het oude Graafschap
Vlaanderen'.
Thematisch dialectonderzoek
Ook in Noord-Brabant en Limburg
publiceren de onderzoekers tegen
woordig thematische woordenboe
ken. Het voordeel is duidelijk: alle
samenhangende begrippen zitten in
één boek bij elkaar. Nu het Woor
denboek van de Vlaamse Dialekten
ook thematisch van opzet is, sluiten
de bovengenoemde drie gebieden
aardig bij elkaar aan. Een voorbeeld
van deze manier van samenwerken
vinden we in de twee eerder ge
noemde spreidingskaarten van
'Naar links' en 'Naar rechts'. Ook in
de bijdragen van het WVD komen
overzichtelijke, gedetailleerde sprei
dingskaarten van de opgevraagde
begrippen voor. Verder is er een be
schrijving opgenomen van de uit
spraak. De boeken zijn niet alleen
een interessante bron voor mensen
die in dialect geïnteresseerd zijn,
maar ook een prettig lees- en kijk
boek voor iedereen die belangstel
ling toont voor de geschiedenis van
de eigen streek.
en hij ploegde voort
Niet alleen de boer, maar ook de dia
lectologen van het WVD werken
voort. Wanneer we ons beperken
tot de landbouwwoordenschat, dan
richt het onderzoek zich de volgen
de jaren speciaal op de dieren die op
de boerderij zijn/waren, het
oogsten,, hooien en de kaas- en bo-
terbereiding. Ideaal zou zijn, dat
ieder Zeeuwsch-Vlaams dorp één of
meerdere zegslieden of contactper
sonen zou hebben, waar de onder
zoekers hun vragen zouden kunnen
stellen. Op dit moment doen ruim
vijftig personen mee die het klappen
van de zweep kennen. Belangstel
lenden kunnen contact opnemen
met ondergetekende, die het project
coördineert. Rinus Willemsen,
Biervliet tel. 01152-1521
NAAR LINKS
(H)AAR(OM)/(H)EIR(QM)-"»n i
i
-\
Dialectgebieden en benamingen voor naar links gaan
Het is tegenwoordig zo, dat wei
nig mensen de voertaal om met
paarden om te gaan nog ver
staan. Met het verdwijnen van
deze trekdieren uit de polders en
het straatbeeld, verdween ook
de woordenschat. Het afgebeeld
kaartje geeft een overzicht van
de woorden die men gebruikte in
Zeeland en de omringende ge
bieden voor: naar links gaan. In
Midden-Zeeland komen we het
woord 'aer' of 'aerom' of allerlei
andere woorden die daarop le
ken, tegen. Daaraan verwant
zien we het woord 'errom, eirom,
erre en irre' in Oost Zeeuwsch-
Vlaanderen en het Land van
Waes opduiken. In de Vlaamse
Westhoek komen daarentegen
een heel ander woord, 'hop' of
'hup' tegen en net over de Fran
se grens, waar nog Vlaams
wordt gesproken door de oudere
bevolking, daar was het com
mando: 'weu(j)', 'wok(ee)' of
'wuk(ee)'.
Ik herinner me een kinderliedje,
waarin de regels 'Hop, paardje
hop', voorkomen en bij het bekij
ken van dit kaartje, zullen de be
woners van de Vlaamse
Wethoek aan iets heel anders
denken als ze dit versje zingen,
dan Zeeuwen. De voertaal voor
de paarden is dus in Vlaanderen
en Zeeland, heel verschillend. Ik
kan meridan ookwel /oorstellen
dat dit wel eens tot misverstan
den heeft geleid.
Wie nu denkt, dat de dialect
grenzen van woorden 'naar
links' en 'naar rechts' precies
over mekaar vallen, die komt be
drogen uit. De kaart 'naar links'
geeft immers veel meer grenzen
en eilandjes aan, dan de kaart,
om 'naar rechts' te gaan.
Dialectgebieden en benamingen voor naar rechts gaan
r<5 r<a. r<s r<a> ra ra ra ra r<a ra ra r<s ra ra ra ra ra ra r<* ra ra ra ra ra ra r<s ra ra
aan. 'Weer' is al een heel oud
woord. Het heeft te maken met
'verweren, verdedigen, afweren'.
Een heg is een bescherming, verwe
ring of afweer om de tuin, of vroe
ger om een weide of hofstede. Het
heeft iets te maken met verdedigen
en heeft daarom ook de betekenis
van, een dijk, een wal. In het dialect
komen we dit laatste nog tegen in 'n
wêêre: een (aarden) wal, vooral te
gen overstuivend zand langs een
moestuin of een stuk bouwland. Dit
werd opgegeven door St. Philips-
land, Schouwen en West
Zeeuwsch-Vlaanderen, met name
door de plaatsen Breskens, Cad
zand, Biervliet en Retranchement.
Bij de oudere dialectsprekers wor
den deze woorden nog maar weinig
gebruikt, de meeste jongeren die
hun streektaal gebruiken, kennen
deze woorden niet meer. Met het
verdwijnen van heggen en paarden
uit het Zeeuwse en Vlaamse land
schap, verdween, zoals we al op
merkten, een deel van de
woordenschat. We moeten ons
'weren' om de laatste stukjes vast
te leggen.
'Heb jij nog een voorstel?' vroeg
de jachtheer aan z'n opzichter.
Dat was er. 'Komt u, samen met
mevrouw nu eens naar ons. We
kunnen dan op een andere
plaats dan gewoonlijk de jacht
bespreken'. Terwijl de dames fo
to's van de kinderen en het ene
achterkleinkind bekeken, eikaars
haak- en borduurwerk bewon
derden, met natuurlijk de nodige
adviezen, bespraken de mannen
het wel en wee van de jacht.
Het geplande afschot was half
december bijna gerealiseerd.
Nog een enkele sma/ree maar
dat moest de schut nog met de
buren bespreken. Met dit wild ga
je niet egoïstisch om en zeker
niet als je samen het afschotplan
opstelt en elkaar helpt. De myxo-
matose viel mee.
Het was een vreemd jaar ge
weest, van alles wat. Regen, kou
en droogte. De kou zorgde voor
late broeden en de droogte voor
schade aan percelen voederbie
ten die in de bosjacht lagen.
Zelfs de eenden, ze schoten er
nooit meer dan een stuk of 20,
lieten ze maar.
De jachtopziener had van zijn
collega's ook over de late broed-
gevallen gehoord, en unaniem
was de mening dat de kou de
oorzaak was. 'In ons veld was
dat precies hetzelfde. Alleen
voor 'de kas' gold dat niet.
Wat had de schut met zijn hulp
gedaan? Op de opengevallen
plaatsen, ontstaan door de janua-
ristorm van twee jaar geleden,
heeft hij enkele rennen gemaakt.
In één daarvan heeft hij verwar
ming aangelegd, en daarvan pro
fiteerden de fazanten. Het kostte
wat olie, maar met de schaarse
zon en de goede beschutting
van wat oude broeikasramen
vielen de kosten toch nog mee.
'Een leuke proef', zei de jacht
heer.
De toenemende vossenstand
was een zorg, helaas bood de
ondergroei in het bos niet vol
doende voor een natuurlijke dek
king. De jachthulp had zijn
handen vol aan de kraai, de
ekster en de vos. Het afschot
plan was aangepast aan de ge
ringe en late aanwas van de
fazant. Voor de jonge floderfa-
zanten was uitkomst.
De jachthulp had van zijn vader
een flinke partij maïskolven ge
kregen. En dat daarvan gegeten
werd bewees de praktijk. Eens
per week gingen ze beiden het
veld in, speciaal om te voeren.
Breeduit strooien, in de ruigte,
zodat de fazanten ernaar moeten
zoeken. 'Nou weet ik hoe het
kwam dat die grote haan zoveel
mais in z 'n krop had', zei de jacht
heer. 'Die zou de winter best
zijn doorgekomen'.
Maar er was ook de teleurstel
ling. Een bevriende landbouwer
kon, om economisch te kunnen
werken, een ver gelegen perceel
niet meer aan. Te ver en die
drukke wegen oversteken met
de koeien was geen doen meer.
Ook hier kwam uit de jacht hoek
de redding; de jachthulp woonde
daar vlakbij en of hij nu met de
fiets of op de trekker naar moe
ders ging, maakte niets uit. Hij
ploegde dat stuk grond toch
even en het zaaigoed ging met
de landrover wel die kant op. 'Als
de ene hand de andere wast
worden ze beiden schoon', zei de
jachtheer.
'Samenwerken blijft een goeie
zaak denk maar aan onze WBE'.
Deze was nog steeds 'groeiende',
leder hield zich aan de gemaakte
afspraken en ook aan het af
schotplan.
De avond was omgevlogen en
toen de gasten afscheid namen
en de auto gestart, sprong uit
het felle licht een ree de bosrand
in. Een goede voor volgend jaar.
T. Huis in 't Veld