Boeren en tuinders willen weten waar ze aan toe zijn Voorzitter ZLM spreekt algemene vergadering toe Tijdens de algemene vergadering van de ZLM heeft voorzitter H.C. van der Maas in een gloedvol be toog de boeren en tuinders opge roepen tegen de landbouwpolitieke stroom op te roeien. 'Den Haag laat ons willens en wetens aan ons lot over. We zullen het zelf moeten doen'. Van der Maas sprak voor een gehoor van ongeveer 300 boeren en boerinnen en genodigden, die naar De Nobelaar in Etten-Leur wa ren gekomen. Hij heette in het bijzonder welkom, dr. C. Boertien, commissaris van de koningin in Zeeland, mevr. P.H.M. Jacobs-Aarts, gedeputeerde van Noord-Brabant, erevoorzitter M. Geuze en andere ereleden, alsmede gastspreker drs. J.M. Mares, voor zitter van het Landbouwschap. 'We leven in een tijd, waarin het vrij- handelsdenken en de vrije markt economie hoogtij vieren. In een tijd waarin overheden zich terugtrekken en waarin milieudoelstellingen be leidsbepalend zijn. In een tijd waarin het nut en de economische doelge richtheid van de land- en tuinbouw veronachtzaamd wordt. In deze cri sistijd voor land- en tuinbouw zullen de boeren de verzwakkingstrend van hun bedrijven om moeten bui gen in versterking. Versterking te gen de stroom op en tegen de landbouwpolitieke wind in. Op straffe van het zijn of niet zijn', aldus de voorzitter van de ZLM, wiens be toog wij op deze pagina's in grote lij nen weergeven. Onder vuur De nationale overheid bezuinigt, pri vatiseert, verzelfstandigt en decen traliseert. De gemakkelijk in het vizier liggende landbouwsector wordt daarbij verhoudingsgewijs zeer zwaar onder vuur genomen. Het imago van een teveel produce rende en vervuilende bedrijfstak wordt daartoe doelbewust geaccen tueerd om maatschappelijke en poli tieke steun te verwerven voor het in versneld tempo afbreken van zo broodnodige voorwaardenschep pend beleid. Bovendien (en erger nog) worden er vergaande beperkingen voor in de plaats gesteld in de vorm van con currentievervalsende ge- en verbo den en regelgeving onder de noemers van natuur en milieu. Een regionale landbouworganisatie als de ZLM zal meer dan ooit haar ver antwoordelijkheid moeten verstaan. Boeren en tuinders zullen nu en in de toekomst terwille van hun ondernemings- en bedrijfscontinuï- teit, méér vragen en eisen op het vlak van dienstverlening, belangen behartiging en voorwaardenschep pende initiatieven. Ze zullen duidelijk willen weten wéér ze te recht kunnen. En ze zullen 'waar' voor hun geld willen hebben. Vergadercircuits Er zijn in Nederland alleen al van de landbouworganisaties en de 'Schappen' meer dan 50 officiële boerenbelangenvergadercircuits. Circuits, die er allemaal aparte zelf standige secretariaten, kantoren en apparaten op na houden. Meer dan vijftig aparte koninkrijkjes die met behulp van de contributies en de heffingen van nog krap 100.000 be- drijfsgenoten in stand gehouden worden. Deze situatie is klaarblijke lijk niet uniek, maar wel typisch Ne derlands is. Heel Nederland verdrinkt namelijk zo langzamer hand in de overlegdemocratie. Ons bestel raakt verstopt door de onont warbare kluwen van vergadercir cuits en belangengroeperingen. Democratie verwordt daarmee tot geldverslindende bureaucratie en functioneert niet meer. Als we van mening zijn dat deze ziekte aangepakt moet worden, dan moeten we dunkt me eerst en voor al bij ons zelf met die verbetering beginnen. We zijn dan ook nog steeds uitdrukkelijk van mening dat gestreefd moet blijven worden naar het tot stand komen van één centra le landelijke boerenondernemersor- ganisatie waar alle landbouwbe- leidszaken en daarmee samenhan gende verantwoordelijkheden be stuurlijk geconcentreerd zijn en waar met één centraal secretariaat gewerkt wordt. In die optie dienen dan tevens de taken en bevoegdhe den van het Landbouwschap tot op het bot afgeslankt te worden tot en kel en alleen de verordenende be voegdheden van een Publiekrechte lijke Bedrijfs Organisatie. Ook de Produktschappen zullen af moeten slanken en hun taken sterk moeten reduceren; en ze zullen onderling en met het Landbouwschap hun appa raten en secretariaten moeten inte greren. In de provincie en/of clusters van provincies dienen voorts sterke geïntegreerde organisaties of orga- nisatieblokken gevormd te worden, analoog aan het landelijk model. De secretariaten van de Gewestelijke Raden kunnen dan worden geïnte greerd bij de regionale organisaties. De geïntegreerde regionale organi saties zijn in deze structuur recht streeks bestuurlijk vertegenwoor digd in de ene landelijke organisatie. Zo zou het moeten. Maar het kan blijkbaar niet zoals het moet. Het enige resultaat van het Rijnconsult-onderzoek is dat bij het Landbouwschap vooralsnog alles ongeveer blijft zoals het was. En het enige resultaat van de 3 CLO sa- menwerkings-exercities is dat de landelijke organisaties net zo apart blijven opereren als voorheen. In de regio's komt hier en daar aarzelend wat clustering tot stand tussen de organisaties van verschillende iden titeit. Grosso modo echter blijft ook daar de driedeling gehandhaafd. Initiatieven ZLM Als het dan niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Als ZLM hebben we initiatieven ge nomen. We zijn momenteel in een eerste fase van overleg en besluit vorming om als ZLM, samen met de Geldersche Maatschappij van Land bouw, de Overijsselsche Landbouw Met 300 bezoekers was de zaal redelijk gevuld. Maatschappij en het Utrechts Land bouw Genootschap te komen tot volledige integratie van onze organi saties. Als alles zal verlopen zoals het nu bij de respectievelijke bestu ren voor ogen staat dan zal per 1 ja nuari 1993 de totstandkoming van een grote nieuwe regionale organi satie - een nieuw KNLC-blok - een feit kunnen zijn. Om de te verwachten voordelen te realiseren zal het noodzakelijk zijn de organisatiestructuur zodanig in te richten dat één nieuwe organisa tie gevormd wordt; met één cen traal bestuur en één centraal management. GEEN federatie dus. Maar wel: vanuit het centrale bestuur en management een ver gaande decentralisatie en delegatie van uitvoeringsbevoegdheden en verantwoordelijkheden naar de re gio's en de provincies. Per saldo: één organisatie met sterke provin ciale steunpunten; dat moet de ba sis van het 'bouwplan' zijn. Als we de komende maanden gevie ren in staat zijn om de grondge dachte van dit bouwplan verder doelmatig in te vullen, dan geloof ik erin dat deze diepte-investering meerwaarde zal genereren voor on ze leden boeren en tuinders. Er zal dan direkt bij het boerenerf méér kwaliteit en maatwerk geleverd kun nen worden, dan dat de ZLM dat al leen zou kunnen. Nemende overheid 'De overheid geeft en de overheid neemt'. Onze Haagse overheid is zich voor de land- en tuinbouw meer en meer aan het manifesteren als een nemende overheid. In ande re tijden lief) Nederland binnen de EG in de voorste gelederen met een beleid dat gericht was op verster king van de concurrentiepositie van de agrarische sector. Nu loopt dat zelfde Nederland, vergeleken met de andere EG-lidstaten, ver vooruit met de ondergraving en de afbraak van die concurrentiepositie. Er zijn voor alsnog geen tekenen die de hoop op een volledige harmonisatie kunnen rechtvaardigen. 1992 valt wat dat betreft waarschijnlijk ver na het jaar 2000. Daarom is de ZLM van mening dat de centrale landbouworganisaties alle krachten in politiek Den Haag zullen moeten mobiliseren om te be werkstelligen dat deze bezuinigings duikvlucht afgestopt wordt. Voorts zijn wij van mening dat we dan als bedrijfsleven zelf aan zullen moeten geven hoe de resterende kruimels verder verdeeld dienen te worden. We zullen onszelf moeten verplich ten om prioriteiten te stellen. Wat dat betreft willen we ook duidelijk zijn. Onderzoek en Landinrichting staan bovenaan ons lijstje. Als Den Haag die twee essentiële voorwaar den voor het structurele voortbe staan van de sector laat verkommeren (en daar lijkt het heel sterk op), dan wordt daardoor zo goed als zeker de concurrentieposi tie van de komende Nederlandse boerengeneratie op het spel gezet. Het is altijd gevaarlijk zaken doen met de overheid, maar wat ons be treft willen we voor de structurele veiligstelling van de twee genoemde prioriteiten het hele Ontwikkelings- en Saneringsfonds desnoods inleve ren. Aan iedere gulden boerensubsi- die die daar verdeeld wordt moet zo langzamerhand 100 gulden ambte narensalaris besteed worden. Behal ve de fondsgelden kunnen dus ook de vrijvallende kosten voor de dan overbodige ambtenaren voor doel matiger zaken ingezet worden. Gezellig onderonsje in de pauze. Milieufanaten 'Wee de boeren in het land dat bestuurd wordt door Natuur- en Mi lieufanaten'. Nederland lijkt dat land te worden. Nederland wenst gids land te zijn. Nederland overdrijft. Nederland wil natuur- en milieupoli- tieke eer opstrijken ten koste van de boeren. Boeren zijn ook mensen. Boeren en boerinnen hebben ook kinderen en kleinkinderen. Boeren en boerinnen in Nederland gebrui ken hun gezond verstand. Ze besef fen heel erg goed dat bepaalde essentiële zaken van en voor het mi lieu duurzaam veiliggesteld moeten worden. Terwille van hun kinderen en kleinkinderen. Boeren en tuinders in Nederland wil len meewerken aan die duurzame veiligstelling. Ze willen daarbij ten opzichte van andere bevolkings groepen zelfs het voortouw nemen; en ze willen ten opzichte van hun collega's-concurrenten over de grens zelfs voorop lopen. Kortom ze willen welbewust hun nek uitste ken. Wat de Nederlandse boeren en tuinders echter niet willen is unfair behandeld worden. Wat ze niet wil len is verplichtingen en ge- en ver boden opgelegd krijgen, die iedere logica ontberen. Wat ze niet willen is hun bedrijven kapot laten concur reren omdat elders in Europa veel minder strenge regels gelden. Wat ze niet willen is dat ze absoluut niet weten waar ze in dit land aan toe zijn, omdat telkens nieuwe en ande re (landbouwkundig onmogelijke) normen en criteria over hen uit gestort worden. Uitgestort worden door beleids-verantwoordelijken die een zeer inconsistent beleid voeren. Beleidsverantwoordelijken met een groot gevoel voor politiek opportu nisme, maar niet gehinderd door enige kennis van zaken op het ge-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1991 | | pagina 6